Weervoorspejlers. Kroningen in vroeger tijd. De Romeinen begonnen on^tredks het jaar 200 vóór Christus met de aspergètoelt en verkregen daarmede uitmuntende uitkom sten. Plinius schreef aan de asperge de kracht toe om beschroomde minnaars den noodi- gen moed in te boezemen. Verscheidene schrijvers van zijn tijd waren van dezelfde meenlng. Jongelingen en jonge meisjes gé bruikten de' asperge als een liefdesamulet. Zij droegen die aan een lint om den hals en meenden daarin een middel te bezitten, om bij bun uitverkorene de gevoelens te verwekken, die zij wenschten. Bij de Germaansche volken kwam de as perge van oudsher als artsenij bekend eerst jn de laatste helft der 16de eeuw als gerecht tot eere en in Engeland pas in 1660. In Jbet midden der 18de eeuw was Berlijn vermaard om zijn aspergeteelt. Thans zijn ook Brunswijk, Darmstadt, "Um, Schwetzin- gen, enz. om hun asperges bekend. In Frankrijk zijn Argenteuil, Aubervillier?, Mar^ehiennés en Besan^on de voornaamste asperge-plaatsen; in Nederland het Wesfc- land, Driebergen en Bergen-op-Zoomin België Brussel en Gent; in Neder-Oost§n- rijk Matzen, Laa, Appsbach en Frauenho- fen; in Bohemen Jung-Bunzlau. Wanneer de drukte van den asperge-tijd $n h©t Westland haar hoogtepunt bereikt, wordt het uur van dagelijksohe veilingen er speciaal voor verzet, Pat is in het belang yan den export. Want deze voorjaarsgroente wordt 's och tends en \s avonds gesneden, moet dan nog een uur of vier, vijf in het water liggen om het blauwen bij het transport te voor komen. Asperges worden in het algemeen geno men geserveerd met Hollandsche eierensaus of zure saus. Asperges a la crème in stukjes gesneden, vóór de echte aspergeproevers lang niét het ware worden eenvoudig met een le pel geservcpyd. Asperges a la orême in stukjes gesneden, worden op speciale aspèrg©schal.-i mét tang gediend. Daarbij een sauskom mét gesmolten boter. In ieder geval gewreven muskaatnoot op tafeL Ottp van Guerricke, de man van dè Maag denburger halvebollen, had voor zijn huis een grooten, ongeveer 10 M. hoogen water- barometer geplaatst. Eens, het was in 1660, las hij een abnormaal lagen stand af. Naar aanleiding hiervan voorspelde hij een zwa- ren storm, die werkelijk begon op te steken. Van af dit oogenblik was de zwaartemeter in een weerglas herschapen. Op zichzelf is de barometer echter geen weerprofeet. $ïen heeft voor de weervoor spelling niets aan den absoluten barometer stand zonder meer. Veel belangrijker is het te wéten, of de barometer stijgt dan wel daalt. Althans voor dep leek. Immers, daalt de barometer spel, dan is het waarschijnlijk, dat het weer slecht wordt. Stijgt de barometer, dan wordt het weer bijna altijd, al is het soms ook voor korten duur, er béter op. In het algemeen vergezelt een dalenden barometer een toe nemende bewolking, terwijl een stijgende barometer Veelal met een opklaring ge paard gaat. Uit de beweging van den barometer is in het algemeen echter slechts te zien, hoe het weer i s, en z a 1 z ij n in de allernaaste toekomst. Immers, zoodra de barometer be gint te stijgen, komt dé weersverbetering (eventueel afbuiing). Maar dit is nog geen weervoorspelling. Wij moeten weten* of de barometer z a 1 stijgen of z a 1 dalen. Als het interessant instrument dalende is, moeten wij ons af vragen Zal hij dalende blijven, of zal spoedig aan de dalende beweging een eind komen? Stijgt de barometer, dan is de vraag: Blijft hij stijgende, of zal spoeiig de stijgende beweging in een dalende over gaan? Abercromby,-de beroemde Schotsche me teoroloog, heeft ons vier wetten gegeven, waaruit kan worden afgeleid, hoe de baro meter zich in de naaste toekomst bewegen zal. Over deze wotten zullen wij thans niet uitweiden. Echter zij meegedeeld, dat op deze wetten de werking vap onzen baroscoop berust. Deze baroscoop wijst aan, hoe d© barometer verandert. Staat de ba roscoop op 4- 2, dan wil dit zeggen, dat de barometer met een matige snelheid stijgt. Staat de baroscoop een uur later op 3, dan is de barometer sneller gaan stijgen; de baroscoop is eveneens omhoog gegaan. Staat de baroscoop evenwel een uur later op -}- 1, dan i3 de barometer met minder spoed gaan stijgen; ep de ba roscoop is gedaald. Spoedig nu, dit is zoo goed als zeker, zal ook de barometer dalen. De barometrische daling is dus door den baroscoop voorspeld. Staat de baroscoop op 4, dan daalt de barometer met een groote snelheid. Is een uur later d© baroscoop tot 5 gedaald, dan heeft de barometer met grooter spoed zijn dalende beweging voortgezet; en de baros coop is gedaald. Staat de baroscoop even- wel op 3, dan is de barometer langzamer begonnen te dalen; en de baroscoop is ge stegen. Het zal niet lang duren, en ook de barometer begint te stijgen. De barométri- sehe stijging is dus door den baroscoop voor speld. Wij kunnen bijgevolg in het algemeen zeggen: a de baroscopische veranderingen gaan de barometrische vooraf. Stijgt heden de baroscoop, dan zal morgen de barometer stijgen, waarmee een weersverbetering te wachten is. Daalt heden de baroscoop, dam is het zoo goed als zeker, dat morgen de barometer zal dalen, waarmee een weersverslechtering te waohten is. Met de thermoscoop hebben wij hetzelfde de thermoscopische veranderingen gaan do thermometriscihe vooraf. Is heden de ther moscoop stijgende, dan zal hét morgen warmer zijn. Daalt echter de thermoscoop, dan zal het afkoelen. De hygroscoop eyenwel (de hygro meter wijst de luchtvochtigheid aan) is eigenlijk ook bij het weerekment: tempe ratuur, betrokken. Immers, wordt het war mer, dan zal het in het algemeen aanvanke lijk iets droger in de lucht worden. Men zou zelfs kunnen zeggen, dat bij. een stijgenden thermometer ©en dalende 'hygro meter. en bij een dalenden thermometer een stijgende hygrometer belhoort. Eerst dan wordt het recht koud, wanneer beide instru menten dalende zijn. Derhalve wordt een belangrijke afkoeling door een dalenden therraosooop en een da lenden hygroscoop voorspeld. Het zal ten slotte veel warmer worden, wanneer ther moscoop en hygroscoop beide stijgende zijn. Hét behoeft geen betoog, dat er ook wel eens plotselinge storingen voorkomen. De inen3ch kan niet alles voortien, laat staan dan een dood instrument. lederen dag is de een of andere revolutie mogelijk in de atmosfeer. Wij (kunnen dan slechts trachten, de «orzaak van de storing op het spoor te komen. Wij moeten dan observee- ren, en denken. Ja, veel denken vooral: Want de luchtzee toont ons, dat de mensch, die wurmt en wroet, ten slotte slechts leerling is in de grpote natuur. Eigenlijk leerling alléén. HUWELÜXSVACANTIES. De practische Amerikaansche heeft zich, zooals uit New-York geschreven wordt, een instelling geschapen, welke in Amerika steeds meer wordt toegepast. Dit zijn de huwelijksvakanties. Het winterseizoen met bals en diners vergt van de huisvrouw bijzondere inspan ning, waardoor zij zich terecht vermoeid gevoelt. Nadat de vrouw zich den heelen winter gekweld heeft met het middelpunt t© zijn van allerlei gezellige bijeenkomsten, moet zij er voor zorgen ru§t en ontspan ning te vinden. Pe vrouwen van Amerika hebben zich nu daarom aangesloten bij een „Bond voor huwelijksvacanties." Alia leden van dezen bond verplichten zich ièdef, jaar vier weken zonder familie met verlof te gaan, of als haar financiën dit niet toe-1 staan, thuis te blijven, doch niets te doen. Zij bekommert zich dan even weinig om de huishouding, alsof deze in het geheel niet aanwezig was. Zij neerut haar vacantia in het voorjaar, aJs het seizoen geëindigd is. De man moet haar plichten overnemen, hij moet de huishouding leiden, zich om -ia kinderen bekommeren, het personeel nu en dan een woord zeggen, in het kort: hij moet alles doen, wat de huisvrouw ander» moet doen. De vrije vrouwen van Amerika zijn ook van meening, dat de man den ar beid yan de huisvrouw veel beter zal leerea op prijs stellen, ala hij dien eens verricht heeft. Heeft de vrouw haar reisje gehad, dan zal de man zijn vrijheid herkrijgen en zijn vaeantie beginnen. Hij mag nu zijn tijd doorbrengen waar het hem lust. Hij mag op reis gaan, of,' al» hij dat liever wil, ook thuisblijven- Zoolang hij op reis is, verbeurt hij het recht zijn vrouw het een of ander voor te schrijven, maar aan den anderen kant mag ook de vrouw haar rechten niet uitoefenen, wx- lang zij huwelijksvakantie heeft. Aldus hebben de Amerikaansche vrouwen besi">- ten, De mannen hebben tegen deze instel lingen niets in te brengen, zij schikken izich. De kroningsplechtigheid, die te Londen heeft plaats gehad, gaf natuurlijk den En-, gelschen journalisten aanleiding om de docu menten van verschillende tijden te door-j vorsehen, ten einde omtrent de gedachten! en indrukken van verschillende Koningen ©n Koninginnen bij de kroning authentiek materiaal te vinden. Zoo heeft men ook de volgende uitlatin gen van koning Willem III gevonden, waarin men gemakkelijk de ernstige opvat tingen van den Hollander herkent. „Toen de kroon mijn slapen aanraakte," verklaar de hij, „kon ik een angstgevoel niet van mij zetten. Het scheen, alsof ik op dit oogenblik plotseling den geweldigen last| mijner verantwoordelijkheid op mij voelde nederdalen, en ik geloofde, onder het ge-, wicht te moeten bezwijken. In dit beteeko niavolle, in mijn leven eenig staande oogen blik richtten zich mijn gedachten met dwingend© kracht op mijn geboorteland* het geliefde Holland, en mijn oogen zochten onder de mij omgevende gezanten onwille keurig de vertegenwoordigers van het land* waarin ik mijn jeugd doorbracht." Voor koningin Anna was de kroning even min een genoegen geweest, doch in ander opzicht. Zij verstuikte zich den voet bij het plaats nemen op den troon en leed zeei hevig© pijnen bij het verdere verloop der plechtigheid. Ook paste haar de ring niet,] die slecht© met geweld door den aartsbis schop van Canterbury aan haar vinger ge schoven kon worden. Koning George IV verkeerde tijdens het meest plechtig© oogenblik van zijn loven steeds in angst, dat zijn gemalin, koningin Charlotte, met wie hij een ongelukkig huwelijksleven had geleid, zich in de West minster Abbey zou dringen, en,verklaard©, later: „Ik kan op mijn eereWoord verze keren, dat ik zelfs niet voor neg een ninkrijk een dergelijke marteling vc©r de tweede maal zou willen doormaken." Koningin Victoria spaart in haar ver haal van de kroningsplechtigheid, dat zij haar secretaris dicteerde, eenige hoogwaar digheidsbekleders niet, die een groote on handigheid aan den dag gelegd hadden. Overigen© was zij onder den indruk van het plechtige en indrukvolle der gebeur tenis geweest. Met enkele dezer antecedenten voor oogen, is het geen wonder, dat de kroning aan een repetitie, waaraan ook üu, zoo

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 17