Van een ouden keizer.
Keu tragi-koinisch oogenblik bij een Spaauscli stierengevecht.
Een dolkoene rit van een matador o.) een I pioen ontging, doordien hij over den kop
woedenden stier, wiens aanval den kam- I van het dier sprong.
•t*at te repTesenteeren en te ontvangen,
heden ten dage, nu men zooveel van de
zegeningen der protectie hoort, voor een
man, die vooruit wil komen, oneindig meer
waard ia dan een asschepoes, die met
hem in de studeerkamer at en drukproeven
naziet. Die Jub'ana Richter was over deze
meening zoo weinig gesticht, dat ik ze voor
de eerste maal in vuur zag raken. Natuur
lijk heeft ze precies dezelfde "begrippen
als dr. Hoffmann. Voor een vrouw, di£ er
zoo uitziet als zij, sijn zulke ideeën dan
ook heel natuurlijk.
Mama was aanvankelijk niet heel erg ge
sticht, toen ik haar ons gesprek weer ver
telde. Maar ten slotte gaf zij mij toch ge
lijk. De visch zit immers al vast aan den
haak; die raakt niet meeT los, ook niet als
men een beetje aan het koord trekt-. En om
mijn verstandig betoog over de waarde
eener vrouw, die te representeeren weet,
kreeg ik van mama zelfs een pluimpje. Dat
moet een man toch wel inzien, vooral als
hij een Tweede-Kamerlid tot- schoonvader
krijgt
Ik geloof, dat hij zich morgen zal verkla
ren. Ik telegrafeer je dan dadelijk.
Je ELLA.
Lieve Margot!
Mama bekomt het verblijf hier niet goed
en daarom hebben wjj besloten, vroeger
dan het plan was te vertrekken. Onze kof
fers staan al klaar, binnen 36 uren hoop ik
je te omhelzen.
J e ELLA.
P. S. Verbeeld je, gisteren heeft dr. Hoff
mann zich met Juliana Richter verloofd.
Nu, die twee passen bij elkaar. Overigens
heb ik van woede gehuild, omdat die boos
aardige rechtersvrouw asm de tafel de op
merking maakte, dat ik door mijn koket en
vermaken najagend gedrag de degolijkheid
en den eenvoud van juffrouw Richter zoo
duidelijk in 't licht had gesteld. Zoo'n
•lang!
Meer dan tachtig jaar is reeds keizer
Frans Jozef van Oostenrijk-Hongarije en hij
blijft steeds nog bijna dezelfde krass© grijs-
§aïd.
De Keizer staat 's zomers en 's winters
om vier uren op en gaat 's avonds om acht
turen naar bed. Hij wordt vanzelf wakker
'en behoeft dus niet geroepen te wor
den. Om vijf uren is hij klaar. Dan heeft
hij ontbeten en zichzelf geschoren. Hij Iaat
Sadb dadelijk in de kleine uniform van ge
neraal aankleoden. Is de koffie op, dan gaat
'de Keizer tot adht uren aan het werk, dat
hoofdzakelijk bestaat in het inzien on tee-
kenen van de stukken, die hem worden voor
gelegd. Er is een fotografie in omloop, waar-
pp men Z. M. in uniformjas met een bril
op en een sigaar in zijn mond aan zijn
schrijftafel ziet. We weten zelfs, dat de
sigaar een Regalia media is van 16 Heb
ier (8 oen ten).
De Keizer heeft de gewoonte niets te tee
kenen, wat hij niet goed gelezen heeft, en
koestert hij twijfel, dan legt hij het stuk
pp zij en laat den chef van het kabinet of
den minister bij zich roepen om nadele
jnlirjhtvng.
De Kp.i zpfr ja door het jarenlang kennis
nemen van stukken zóó bedreven in de
administratie, dat geen ambtenaar het hem
zou kunnen verbeteren. Dat hij de zaken
goed begrijpt, blijkt uit de kantteekeningen,;
die dikwijls op de stukken voorkomen.
Te acht .uren 's morgens onderbreekt de
Keizer zijn schriftelijk werk voer de ont
vangst van de dignitarissen van zijn Huis,
om over allerlei te spreken. De eerste is
steeds de chef van het kabinet des Keizers.
Na dezen wordt .de chef van het Militaire
Huis binnengelaten en dan komt 's Keizers
teerste adjudant aan de beurt-. Sinds jaren
is dit graaf Paar, die den Keizer verge
zelt bij offiaieéle bezoeken, plechtigheden, in-
(wjjdingem, enz. Met dezen adjudant wordt
bet progTamma van den dag, zoover het
tepresantatieve plichten geldt, opgemaait.
|r^nwn dg-r^A hffiTftll bij den Kcl-
zer rapport indienen, waarbij de tot hun
ressort behoorende zaken, besproken worden.
De ministers komen niet eiken dag bij den
Keizer, maar als zij worden ontboden, vol
gen hun audiënties op die der genoemde
heeren. Elke week wordt ook de chef van
den Generaion Staf ontvangen. Toen graaf
Beck, die een vriend des Keizers was, dien
post nog bekleedde, gebeurde het eiken
[Woensdag.
Na afloop der audiënties gaat de Keizer
weer aan het werk, ien minste als hij niet
algemeen toegankelijke audiënties verleent of
representatieve plichten te vervullen heeft of
bezoeken aflegt, waarvoor de Maandag on
de Donderdag bestemd zijn. De Keizer werkt
tot twaalf uren door en gaat dan wat ge
bruiken. De koffiemaaltijd wordt op een
blad naar binnen gebracht en bestaat uit
soep, vleesch, groenten en een glas bier.
Deze maaltijd ie even eenvoudig als spoe
dig afgeloopen. Hij duurt slechts twaalf mi
nuten, waarop de Keizer weer aan zijn
schrijftafel gaat. Daar blijft hij tot half-
vijf zitten en rijdt dan naar Schönhrunn.
De Keizer woont nu al sinds jaren in dit
zomerpaleis en hij gaat alleen naar den Hof-
burg (het paleis in de stad) om zijn werk
te yerrichton. Even, a Is elk gewoon sterve
ling, gaat de Keizer dus iederen dag naar
zijn kantoor en rijdt 's avonds weer naar
huis.
Te 'zeven uren wordt er gedineerd. Gewoon
lijk eet de Keizer alleen, als er ten minste
geen hof- of familiedineirs plaats hebben.
Ook deze hof maal tijd is zeer eenvoudig en
bestaat uit soep, twee gerechten en een
toetje." Daarbij worden twee glaasjes land-
wijn gedronken.
In deze indeeling van den dag komt ver
andering, als de Keizer 's zomers in Ischl
is, want dan heeft hij zijn dochter en zijn
kleinkinderen bij zich en omdat er dan om
halfdirie gegeten wordt, gebruikt de Keizer
voordat hij slapen gaat, nog twee glazen
zure melk. Maar dit is ook alles. Het is
door die matige levenswijze, dat Frans Jozef
zoo'n goede gez ondlieid geniet.
Heeft de Keizer in Schónbrunn gegeten,
dan gaat hij de krant lezen en daarna doet
hij tot kwart voor achten weer stukken af
en gaat om 8 uren naar bed. Aan deze
levenswijze blijft hij getrouw in elk jaar
getij, onverschillig waar hij is.
'e Zondags woont hij 's morgens te zeven
pren de Mis bij.
Vroeger ging de Keizer nog wol eens naar
den schouwburg, |j|uar dit is in de laatste
jaren opgehouden, zoodat alleen nog maar
de jacht als vermaak overgebleven is. Ver
leden jaar heeft de Keizer nog een hert
geschoten.
In 'e Keizers levenswijze zal weldra een
keerpunt komen, daar de doctoren dit noo-
dig vinden. Maar het zal niet gemakkelijk
zdjn den, Keiaar er toe te bewegen, want
het heet, dat liij eep lastige patiënt is en
niet graag gehoorzaamt Een begrijpelijk ver
schijnsel bij iemand, die meer dan zestig
jaar gecommandeerd heeft.
Jk. s oxü-E:®
Er is misschien geen groente, zoo schreef,
het maandblad „Nederland", welker Jofj
met zooveel geestdrift is bezongen als de
asperges.
Cato noemde ze een „streeling vqot den
smaak"Plinius verklaarde, dat zij de bes
te spijs voor «de maag is; dichterlijke .fijn
proevers noemden z© „lentelucht in sten-,
gels", „eetbare bloemengeur", „tot een
vaste massa verdichte nach te galenzang",
enz. Maar ook aan meer prozaïsche men-
schenkinderen was dit geschenk der jonge
lente ten allen tijde zeer welkom, evenals
nu nog. Men kende der asperge met alge
meen© stemmen den prijs toe als „koningin
der groenten" en verheugde zich als de
warme zonnestralen de aspergekopjes bij
duizenden uit den grond lokten. En zonder
twijfel verdient de asperge zoo algemeen'
geliefd te zijn; want in haar voedzaamheid
vereenigt zij eigenschappen, dij haai' ge
schikt maken voor zieken en gezonden.
Trouwens, Fransche dokters gebruiken
de asperge veel bij nierziekte en geven
menschen met een zittende leefwijze den
raad om in ruime mate asperges te eten.
Zij beweren, dat hierdoor de vochtafzet
ting bevorderd wordt, dat zij een ^genees
middel voor graveel en scheurbuik ^zijn en
dat zij goed zijn voor waterzucht, maar#
plecht voor jicht. Dr. Broussais, van Parijs»,
vertrouwt er ook op als kalmeerend middel
voor hartklopping, en hoewel wij de uit
drukking: „de geleerden zijn het nooit
eens" kennen, schijnt er onder de genees
kundigen 'n zeldzame eenstemmigheid van
gevoelen te heerschen over c.e goéde eigen
schappen van asperges.
De geschiedenis der asperge reikt tot ïd
den versten voortijd. Zij was, naar men be
rekende, reeds 4000 jaren vóór onze jaartel
ling een gezochte lekkernij bij de oude
Egyptenaren.
De Grieken waren weinig geneigd tot
kweeken van de asperges. Zij beschouwden
die als een heilzaam gewas, dat in vele op
zichten voor de geneeskunde ^an belang
was, maar zij dachten er niet aan ze tot,
een ldkkernij te maken.
De Beotiërs maakten een zeer eigenaar
dig gebruik van de asperges. Zij kenden
slechts de spitsbladerige, doornachtige soor-
t n en die gebruikten zij voor het maken
van bruidskransen, misschien als een her
innering, dat de jonge echtgenooten op
hun levensweg niet uitsluitepd bloemeü
zouden vinden.