ezoeht allen den
DE ETALAGES.
WEGENS STERFGEVAL EN BOEDELSCHEIDING.
- - -'*
Tweede Kamer.
Faillissementen.
Marktberichten.
TOTALEN UITVERKOOP
W. KRUTFHOOFT, Haarlemmerstr. 26-39.
TAXATIEPRIJZEN.
:V-v'vfKV.V-:
-J-
f
kt*-?-
,,'f. V' v i;
i eift 1-
-
Fonds tor verbct-cring van de
k u 6 t v ot d o d i g i n g.
Het Voorloopig Verslag is verschenen no
pens het wetsontwerp tot instelling van een
fonds ter verbetering van de kustverdediging.
Sommige leden waren van oordeel, dat de
Wijze van indiening van het wetsontwerp ge
tuigt van gebrek aan beleid. De uitslui
tende voorziening der verdediging aan de zee
zijde en inzonderheid het voorstel tot het
bouwen van een fort te Vlissingen moest bij
'de tegenwoordige politieke constellatie de
aandacht van het buitenland trekken.
Andere leden brachten deT Regeering hui-
do voor do indiening van dit- wetsontwerp.
Het verdiende huns inziens waaxdeering, dat
zij zich door do oppositie, welke, vooral met
het oog op den ongunstigen toestand van
'e lands financiën, te wachten was, niet heeft
laten weerhouden de voorstellen te doen,
welk© naar haar inzien noodig zijn, ten einde
onze onafhankelijkheid te waarborgen en onze
penkraliteit zoo goed mogelijk te handhaven.
Dat hiertoe verbetering in de kustverde
diging gebracht moet worden, werd reeds
lang ingezien.
Verscheidene leden achtten de toelichting
van het wetsontwerp niet voldoende, om de
voorstellen dei* Rcgeering te kunnen beoor-
deelen. Ook door de later ingediende Nota
was naar hun inzien in deze leemte niet
.voorzien, te minder daar naar eommiger mee
ning er op enkele punten verschil is tus-
Bchen den inhoud van beide stukken. Nadere
toelichting van de verschillende voorstellen
en ook van de motieven, welke de Regeo-
Iring in afwijking van de voorstellen der com
missie van 1903 bewogen hebben aan den
bouw van een fort te Vlissingen den voor
rang te geven, boven den aanleg van andeTe
werken, werd noodig geacht.
Voorts zouden sommigen gaarne vernemen,
©f de na de indiening van het wetsontwerp
opgetreden Minister van Oorlog zich in allen
jdeele met den inhoud dezer voorstellen heeft
veroenigd. Ook wenschte men te weten, in
hoeverre dit voorstel overeenstemt met de
plannen van het KabinebDe Meester betref
fende de kustverdediging.
Enkele, leden achtten het niet gerechtvaar
digd gelden voor de verbetering der kustver
dediging uit te geven, omdat zij verzet tegen
leen groote mogendheid, die onze onafhanke
lijkheid zou willen vernietigen, hopeloos acht
ten. Ook werd dezerzijds aangevoerd, dat de
verdediging des lands enkel te beschouwen
is als een belang van vermogende Neder
landers en dat de arbeidende klasse dan ook
niets voor uitgaven tot verbetering der kust
verdediging gevoelt,
Intusschen waren verscheidenen van oor-
idcel, dat het belang der defensie meer ge
diend is door zorg voor de levende strijd
krachten dan door kustversterkingen. Uit de
beweegreden en de toelichting van het
wetsontwerp blijkt, dat de Regeering de ver
betering der kustverdediging urgent acht
feu uit het feit, dat het wetsontwerp eer is
ingediend dan de herziening der Militicwet,
kan worden afgeleid, dat de Regeering aan
de afdoening der voorstellen betreffende de
kustversterkingen den voorrang heeft willen
geven boven de verbetering van de inrich
ting der levende strijdkrachten. Dit. is echter
niet overeen te brengen met het feit, dat op
bladz. 5 van de Nota der Regeering tot de
middelen om met goed gevolg de kustverdedi
ging te voeren, in de eerste plaats worden
gebracht de levende strijdkrachten en vooral
niet met de op 2 Februari j.l. in de Eerste
Kamer door den Minister van Binnenland-
echo Zaken afgelegde verklaringen, waaruit
is af te leiden, dat de Regeering geenszins ge
stold is op behandeling van dit wetsontwerp
vóór do afdoening van de herziening der Mi-
litiewet. De houding der Regeering scheen
'dus in dit opzicht het verwijt van onvast
heid niet te kunnen ontgaan.
Verscheidene leden meenden, dat het niot.
jioodig is nieuwe verdedigingswerken aan
do zeezijde te maken. Zjj achtten bet te min
der we-nschelijk daartoe over te gaan, nu
het gebruik van luchtschepen en vliegmachi
nes in de wijze van oorlogvoeren ingrijpende
wijziging kan brengen en men gevaar loopt
werken te maken, die, heeft die wijziging
plaats gehad, onvoldoende zullen "blijken.
Volgens do Nota der Regeering zou het
geschut, hetwelk in staat moet zijn zwaar
gepantserd vijandelijk materieel onder vuur
te nemen, reeds op de afstanden, waarop dit
met zijn artillerie schade aan onze kustver
sterkingen kan toebrengen, moeten bestaan
uit kanonnen van 28 c.M. L/45. Verscheidene
leden meenden, dat voor deze kanonnen een
zwaarder kaliber en grootere lengte dienen
to worden gekozen om met vrucht tegenstand
to kunnen bieden aan den aanval van groote
moderne slagschepen.
Verscheidene Jeden konden zich met het
voorstel der .Regeering tot aanbouw van 14
pantserbooten niet vereenigen. Zij herinner
den, dat de pants-erdekbGoten, door de commis
si o van 1903 gewenscht, in inrichting ver
schilden van de thans ontworpen pantserboo
ten en betwijfelden of deze schepen aan de
verwachtingen der Regeering zullen beant
woorden. Men betoogde, dat de booten, zelfs
met kimkielen, niet de ncodige stabiliteit
zouden bezitten om als artillerieschip waarde
te hebben en dat de pantsering- geen vol
doende dekking zal opleveren tegen vuur uit
kanonnen, als waarmede deze booten bewa
pend zullen worden. Ook hebben zij geringe
bewapening.
Andere leden dachten niet zoo ongunstig
over de aanschaffing van pantserbooten. Zij
verwezen naar hetgeen bij de behandeling
der jongste MaTinebegrooting ter verdedi
ging van de aangevraagde kredieten is aan
gevoerd. Evenwel waren er onder deze
leden, die aanschaffing van 14 dezer boo
ten met noodig achtten en een deel van de
hiervoor bestemde gelden liever voor tor
pedobooten en vooral voor onderzeeërs
wenschten besteed te zien.
Velen achtten het bedrag voor verbete
ring van de stelling Helder uitgetrokken
te hoog. Van de 25 millioen voor vesting
bouw zullen niet minder dan 9 aan deze
stelling worden besteed.
Verscheidene leden waren van oordeel,
dat het behoud der stelling Helder alleen
aanbeveling kan verdienen, indien pantser-
schepen in onze vloot blijven opgenomen.
Door aanneming van het voorstel der Re
geering zou de oplossing van dit vraagstuk
worden gepraejudicieerd.
Hiertegenover werd door anderen aange
voerd, dat in sommige gevallen onze pant-
seTschepen, al zijn zij veel kleiner dan de
Dreadnoughts, met vrucht buitengaats kun
nen optreden. Ook kunnen zulke schepen
goede diensten doen tot verdediging van
de korte en diepe toegangen der reede van
Nieuwediep en van de door geen fort be
schermde Vliereede.
Verscheidene leden waren van oordeel,
dat het niet noodig is bij IJmuiden een
tweede fort te bouwen, en dat, indien voor
ziening gewenscht wordt, volstaan kan wor
den met een uitbouw van het bestaande fort
voor plaatsing van enkele zware kanonnen
en met vermeerdering van de vuursnelheid
van liet voorhanden geschut. Vrees voor
vernietiging van de zeesluizen kon, naar
men meende, den bouw van een tweede
fort evenmin rechtvaardigen.
Andere leden waren van oordeel, dat een
tweede fort wegens het krachtig kruisvuur,
dat uit zee op de haven van IJmuiden ge
richt kan worden en wegens de groote diep
te van de haven en het kanaal wel degelijk
noodig is. Ook meendn zij, dat vernieling
van de sluizen zeer schadelijke gevolgen
zou kunnen hebben.
Verscheidene leden waren van oordeel,
dat voor de verdediging der Goereesche
zeegaten te veel gevraagd wordt. Deze zee
gaten zijn ondiep en alleen bruikbaar voor
kleine schepen, terwijl in de vloten der bui-
tenlandsche mogendheden hoe langer hoe
minder kleine schepen voorkomen. Hoe lae-
tig het is van deze vaarwaters gebruik te
maken, is bij de laatste vlootmanoeuvres
gebleken.
Is een landing op deze plaats vrijwel
nutteloos, het is te minder waarschijnlijk,
dat de vijand daartoe zou overgaan, waar
hij bij verovering van den toegang tot het
Noordizeekanaal of van den Nieuwen War
terweg een veel beteren weg naar het hart
des lands zou vinden.
Vele leden verklaarden zich met het voor
stel om te Vlissingen een fort te bouwen
niet te kunnen vereenigen, indien daarvoor
niet meer klemmende gronden worden aan
gevoerd dan tot dusver te hunner kennis
waren gekomen.
Aangevoerd werd, dat dit voorstel niet
kan worden verdedigd als maatregel tot
handhaving der neutraliteit. Naar men
meende, behoort ook bij de inrichting der
kustverdediginghet belang der defensie
hoofdzaak te zijn en kan niet gevergd wor
den, dat maatregelen, die voor de defensie
van geen belang zijn, genomen worden en
kel ter wille van de handhaving der onzij
digheid.
Voorts werd aangevoerd, dat de Vesting
wet van 1874 berust op het stelsel van ge
concentreerde defensie. Met dit stelsel
ware het maken van een fort te Vlissingen
niet vereenigbaar. Op de tegenwerping,
dat dan toch in die wet melding is gemaakt
van werken aan de Westerschelde, werd
geantwoord, dat dit niet is geschied in het
bela.ng der defensie, maar omdat men het
behoud der bestaande werken aan de Wes
terschelde nuttig achtte ter handhaving der
neutraliteit.
Verder werd betoogd, dat het fort in het
belang onzer defensie noch noodig, noch
nuttig zou zijn. Voor een aanval op ons
land ware Vlissingen als operatiebasis voor
den vijand van geen belang. Dat dit punt
gekozen zou worden voor een landing acht
te men hoogst onwaarschijnlijk.
Eindelijk werd aangevoerd, dat ook uit
het oogpunt van handhaving der neutrali
teit aanneming van het voorstel geen aan
beveling verdient.
Ander© leden waren van oordeel, dat het
bezit van Vlissingen met zijn diepereede
en havens en met zijn inrichtingen voor
scheepsbouw in vele gevallen voor den
vijand van groot belang kan wezen. Deze
leden waren van oordeel, dat de bouwr van
het fort- in het belang van 's lands defensie
gewenscht is ten einde een landing en ge
bruik van Vlissingen als hulpbasis voor een
vijandelijfke torpedovloot of ter ondersteu
ning van de blokkade van den Rotterd.
wateoweg te voorkomen en dat die bonw
in elk geval noodig is voor de handhaving
der neutraliteit.
Voor de handhaving der onzijdigheid op
de Westerschelde achtten deze leden den
bouw van een met zwaar geschut bewa
pend fort te Vlissingen raadzaam. De
diepte der rivier geeft aan de groote vijan
delijke slagschepen gelegenheid haar op te
varen en zonder den steun van het fort
zal het voor onze marine niet mogelijk zijn
zulks te beletten.
Vrij algemeen had men overwegend be
zwaar tegen de wijze, waarop de Regeering
de bezetting en bediening der kustverster
kingen willen regelen. Het wekte verwon
dering, dat de minister van Marine, die in
1903 als lid een er Staatscommissie ver
klaard had verandering van den bestaan-
den toestand niet te wénschen en die in
1907 nog een onderzoek ten aanzien van de
ze quaestie noodig achtte tot de indiening
van een voorstel om de bezetting aan de
Marine op te dragen heeft medegewerkt.
In de eerste plaats werd opgemerkt, dat
bediening van kustforten tot de natuurlijke
taak behoort, niet van de zee- maar van do
landmacht en dat, gaat men matrozen
plaatsen op forten, hun geschiktheid voor
den dienst der marine daaronder zal lijden,
terwijl bovendien de plaatsing op het ver
loop een ongunstigen invloed zal hebben.
In de tweede plaats kon men niet instem
men met de gronden, waarop naar de mee
ning der Regeering de bediening van het
geschut door personeel van do marine ge
acht wordt de voorkeur te verdienen.
Eenig9 andere leden konden zich niet
deze beschouwingen niet vereenigen. Zij
achtten opdracht van de bezetting der
kustversterkingen aan de zeemacht in de
eerste plaats gewenscht, omdat de marine
besdhikt over een genoegzaam aantal vrij
willigers om de forten zóó te bezetten, dat
zij elk oogenblik gereed zijn den vijand te
bestrijden.
Vele leden achtten de uitgaven, voor ver
betering der kustverdediging geraamd te
hoog. De toestand van s'lands financiën is
ongunstig. De verbetering der defensie te
land zal groote uitgaven met zich brengen.
Verder zullen, r ar de plannen der Regee
ring, voor de socials verzekeringen millioe-
nén moeten wonden opgebracht De hier
en daar geuite meening, d- voor de uit
gaven van Oorlog en Marine 25 pCt. van de
totale uitgaven der Staatsbegrootiog z^u
mogen wonden besteed, berust op geen en
kelen grond. Ten aanzien van deze impro
ductieve uitgaven is beperking tot het on
vermijdelijke noodig.
Voorts werd aangevoerd, dat geen vol
doende gegevens zajn verstrekt om met
eenige zekerheid te kunnen nagaan, hoeveel
bij het nemen van de door de Regeering
voorgestelde maatregelen uitgegeven zal
moeten worden.
Naar aanleiding van deze beschouwingen
verklaarden andere leden gaarne te zullen
zien, dat in deze voorstellen bezuinigingen
worden aangebracht, maar van oordeel te
zijn, dat, aangezien het hier geldt het be
lang eener goede kustverdediging, toege
staan dient te worden wat na nader over
leg blijken zal daarvoor noodig te zijn.
Er bestond verschil van gevoelen aan
gaande de vraag, op welk bedrag de totale
kosten der voorgestelde, maatregelen gesteld
behooren te worden. Eenige leden meenden,
dat het bedrag op meer dan 46 millioen
moet worden geraamd, omdat die som in do
22 jaren, waarvoor het fonds wordt opge
richt-, aan "belastingen zullen moeten worden
opgebracht. Anderen voerden hiertegenover
aan, dat bij deze berekening bij de werke
lijke uitgaven is geteld de rente, welke de
zaak zal kosten, omdat men de belasting
schuldigen niet in de 8 jaren, welke de
bonw der sdhepen en forten zal vorderen,
met het geheele benoodigde bedrag wil be
lasten, doch den druk der uitgaven over
een grooter aantal jaren wil verdeelen.
Drie afdeelingen van de Tweede Kamer
waren gistermiddag gereed met het onder
zoek van de Tariefwet en de twee andere
afdeelingen zullen spoedig - het onderzoek
beëindigen.
Stoomschepen.
Vertrokken.
N i a s, thuisreis, 6 Tuli v. Marseille
Gorontalo, thuisreis, 6 Juli v. Djed-
dahF r i s i a, thuisreis, 6 Juli v. Lissabon
Niobe, 7 Juli v. Amst. n. Bordeaux;
T a m b o r a, 6 Juli v. Batavia n. Rotterd.
Achilles, 5 Juli v. Shanghai n. Amst.
Nolens, 5 Juli v. Singapore n. Amst.;
U s a m b a r a, thuisreis, 5 Juli v. Mar
seille.
Gepasseerd.
Tjimanoek, v. Amst. n. Batavia, 7
Juli Perim; Zaandijk, v. Rotterd. n.
Savannah, 7 Juli Scilly; Madura, uibreis
6 Juli Perim; Goentoer, thuisreis, 6
Juli Sagres; Theseus, v. Japan n. Am3t.
5 Juli Gibraltar; B e s o e k i, thuisreis, 5
Juli Sagres.
Gearriveerd.
B i 11 i t o n, thuisreis, 6 Juli te Cama-
ron; Koning Willem II 7 Juli v. Ba
tavia te Amst.D j o c ja, uitreis, 6 Juli tr
PadangDelfland 7 Juli v. Buenos.
Ayres te Amst.Eemland, thuisreis, C
Juli te Bahia; General, uitreis, 6 Juli
ts KaapstadAlcinous 7 Juli v. Japan
te Rott.; Malang, thuisreis, 7 Juli te
MarseilleM e n a d o 6 Juli v. Hamburg te
Rott.; Sïndoro, uitreis, 6 Juli te Pa
dang; A m s-t e 1 d ij k 7 Juli v. Baltimore
te Rott.Bür germeister, uitreis, 6
Juli te Mozambique; F e 1 d m a r s c h a 1J,
thuisreis, 7 Juli te Antwerpen; S wakop-
mund, uitreis, 6 Juli te Port-Said; T a b a-
n a n, uitreis, 7 Juli te Lissabon; Tanta
lus, v. Amst. n, Java, 6 Juli te Liverpool;
Neumünster, v. Java n. Amst., 6 Juli
te Marseille.
L. Oudsboorn, behanger te Leidschendam.
B. Groeneveld, vergunninghouder, te Rot
terdam.
J. G. Kopers, loodgieter, te Heemstede.
TV. Riezebos, caféhouder, te Kampen.
TV. Stapel, koopman te Avereest.
De nalatensohap van Ch. G. Labes, te
Amsterdam.
G. Bouma, koopman en schoen- en laar*
ze" maker, te Amsterdam.
De Handelsvennootschap onder de firma
wed. P. van Eijk en Zoon, gevestigd en
kantoor houdende te Amsterdam en haar,
individueele leden: a. C. J. van Eijk, al
daar; b. D. van Eijk, aldaar; o. Paulus van
Eijk, te Hilversum; d. Jan Valk, te 's-Gra^
venhage; Jan van Eijk, te Haarlem.
Leeuwarden; 7 Juli. Boerenboter. Aauvoer 11/4
6 8 en /16 vn. Prijalstesoort/"43a F. boter.
Aanoer 46;3, 47/6 en —/IJ v. Pnj* r 49.50 a 49.—.
Not een ng ran de Comm. IstequabFabriekab. 49.
Noteeriug van de Commissie der Ver. van Bolei-
en Kaashandelaren in Friesland lsteaoort Fabrieks-
boter 484. Nagelkaas. Boeren-: aangevoerd kilo,
prij» 48-a fabrieks-: aangevoerd 42,483 kilo,
prijs /lSiH- a 30.
LeeuvtfJïrdeiij 7 Juli. T. veemarkt waren aange
voerd 2ï9 stieren f iOÜ a 380,21 oasen 160 a f z3ü,
168 vette koeien 180 a 290, per j kilo 37 a 38 c.,
melk en kalfkueien a 9d piuken ƒ75
alll), 3J7 vette kal. eren ƒ25 a 60, per 4 kilo 35 a 33
c., 100 grask al veren 35 a 4% 134 nuchtere dito /6a
13, 3yi vette schapen 25.a 32,85 weide schapen
ƒ14 a- 21, 174 lammeren, ƒ13 a 18, 146 vette
varkens, 75 a 95, per kilo 20 a 22 c., 100 magere
varkens 35 a 50, 532 vette biggen ƒ30 a 45,
ide.u voor de Londensche markt per kilo 17 a
18 c., kleine biggen fa 20 paarden
ƒ75 a 100.
Totaal aangevoerd 2480 stuks vee.
Handel in vet vee, melk- en kauaoeien bepaald
willig, alles was duur. Tevens bestonder voor den
exporthandel goede koopluet.
Piuimvee. Aanvoer 2(Jjslachtkippen ''O 65 a 0.75,
2000 longe hanen 10 u 35 c, 50 piepkuikeus 100 a
125 c.
Maastricht, 7 Juli. Aan de boter mijn was de
a mvoer heden 48,0.55 kg. Hoogste pr.js ƒ1.31,
middeuprijs J.24, laagste prijs ƒ1.19 per kg.
tlruciu, 7 Juli. Op u» kaaauianct waren
heden aangevoerd 124 wagens, te zamoo wegende
29760 KG. Prezen waren: la** qual. ƒ29 50 a
33.2de qunl. 27.a 29.per 5ü kil<fc
Haudel vlug.
Wassenaar. Veiling van 7 Juli. Kropsla per 100
ƒ0.80 a ƒ1.25. Ka barber per 100 bos f 1 a ƒ2.
Wortelen per 100 bo3 ƒ2 a'2.59. Postelein per ben
ƒ0.12 a ƒ0.16. Zuring per ben ƒ0.03 a 0.10. Kasp-
erwten ppr kilu ƒ0.13 a /0.I7. Capucjuererwten
per kilo 0.15. Poulen per kilo 0.20. Groote Boonen
per ben 0.16 a 0.20. Prmseweboonen per 100
ƒ0.10 a ƒ0.15. Komkommers 4a 6. Aardappelen
per kin ƒ1.60. Bloemkool per 100 f 3.50 a 6.
Ëieien per 100. ƒ5 a 5.25.
Ala maar, 7 Juli. Kaas. Aangevoerd 325 stapels
wegende 180,000 KG. Prijs voor kleine fabneks-
32.60, boeren- ƒ33.50, volvette c animaal*
boereukais ƒ.35.middelbare dito ƒ36 50.
ncliiedaui, 7 Juh. Noteemis üeuravummissie.
Moutwijn ƒ7.75 per Ned. vat zonder mat en
zonder de belasting. Moutwijn vast.
Spoeling per ketel f 1.10.
Giaau-Bpintus 13.50 a MelrtSBa-Spiritas
12.25 a ruwe Spiritus f 6.50 a 6 75.
De Amsterdamgche Dears houdt
heden vacantiedag, zoodat de no
te erin gen ontbreken.