N«. 15759
Vrijdag 7 Juli.
A«. 1911.
geze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en <§ee$tdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Officieele Kennisgeving.
Onder onze Vroede Vaderen.
FEUILLETON.
Oe liefde overwon.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES»
Van 10 rsgaln ƒ1.05. Iedaro isgel meer 0.17J. Grootere lettere naar
plaatsruimte. Kleine adyertentiën Tan 80 woorden 40 Oentseontanti elk
tiental woorden meer 10 Oenta. Voor het inoaeseeren wordt f 0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANTS
Voor Leiden per week 9 Oentaper 8 maanden I i i f 1.10.
Bulten Leiden, per loopor en waar agenten gevestigd sijn t 1.30.
Franco per post1.65.
Arbeidsbeurs.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat gedu
rende het 2de kwartaal 1911 bij het bestuur
der Arbeidsbeurs zijn ingekomen 61 aanvra
gen van patroons en 173 van werklieden,
en dat door bemiddeling dier beurs zijn ge
plaatst 27 werklieden, verdeeld als volgt:
1 bankwerker.,
1 electricien.
,1 encadreur.
1 loodgieter.
6 loopknechten.
1 schilder.
3 timmerlieden.
8 werklieden zonder vakkennis.
5 werksters.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. O. DE- GIJSELAAR, burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, den 7den Juli 1911.
Dat in de gemeentelijke politiek de kom
kommertijd ook nadert, bleek gisteren hij
len aanvang der vergaderingGeen enkel
'ingekomen stuk of belangrijke mededceling
ging ditmaal aan de agenda vooraf en ook
Bje agenda was, behalve eenige onderwerpen,
Öie al lang aan de orde zijn geweest, niet
vian groote beteekenis. En toch ging er met
die huishoudelijke zaken nogal heel wat
tijd verloren. Onze gemeenteraad geeft er
!na vijven liefst den brui van. Dan worden
ida heeren. onrustig, enkelen sluipen weg,
anderen gunnen den sprekers, die dan nog
Heit kunnen uitscheiden, nauwelijks het
'wootrd, leenen dezen althans niet meer hun
ootr, en zoo gebeurt het, dat belangrijke on
derwerpen ten slotte worden afgehamerd of
'eenige malen uitgesteld, terwijl men over
kleine dingen op zijn elf-en.dertigst heeft
beraadslaagd en gepraat.
Wij zouden B. en Ws. in overweging wil
len geven of het niet heter ware, de meest
belangrijke onderwerpen, waarvan men ern
stig debat kan verwachten, aan het begin
van de agenda te plaatsen. Wilde men aan
het einde haast maken met eenige benoe
mingen en bijv. niet meer discussieeren over
de vraag of hij het geven van vergunning
voor een verplaatsbaar houten gebouwtje aan
de veemarkt do mark toom missie al of niet
zou moeten worden gehoord, dat zou nie
mand schaden. Nu neemt men voor dergelijke
kleinigheden den besten tijd en voor de meest-
gewichtige voorstellen ontbreekt tijd en aan
dacht heide. Wil men dit niet, laat men
dan een uur vroeger beginnen.
De vergadering van gisteren is daar om
het te bewijzen, dat Jmt zoo niet gaat.
Wij zullen onze vroede vaderen op dien.
weg, om over kleinigheden veel te zeggen,-
niet volgen en stappen over de eerste vijf
tien punten, waaraan men tot circa halfvier
bezig was, heen.
Toen kwam aan de orde. de verordening,
betreffende wijziging in den rang en de be
zoldiging van de ambtenaren, enz.; wat bijna
altijd verhooging van uitgaven in zich sluit.
Het gold nu de commiezen l9te klasse ter
Secretarie en den ambtenaar, in het bijzon
der belast met het toezicht op de honden,
in hot geheel slechts drie personen. De eer
ste twee genieten thans f 1400 met 2 verhoo
gingen van f 100, telkens na drie jaren.
Het kwam nu B. en Ws. voor, dat de mo
gelijkheid moet worden geopend, dat dezen
ambtenaren na 9 dienstjaren als zoodanig,
nog een derde verhooging van f 100 kan
worden toegekend. De Raad, die trouwens
over deze ambtenaren slecht oordeelen kan,
vond het goed en wat de door B. en Ws.
voorgestelde verhooging van den derden amb
tenaar, die daarvoor in aanmerking kwam;
betreft CB. en Ws. hadden hem een verhoo
ging toegedacht van f 50) een der raads
leden, de heer A. Mulder, wilde er iiog f 50
opleggen, wat hij zwakjes motiveerde. B.
en Ws. lieten de beslissing aan den raad
over en deze accepteerde het met 20 tegen
7 stemmen.
De Raad verkeerde gisteren dan ook in een
milde stemming en B. en Ws. verzetten zich
al heel weinig tegen de amendementen, welke
eenige vorhooging beoogden. Dit bloek voor
al bij de voorgestelde salarisregeling van
het markt- en havenpersoneel. De amende
menten, beoogende eenige meerdere verbete
ring der bezoldiging van de havenrecher
cheurs en den adjunct-markt- en havenmees
ter, gingen er vlot door. De wethouders
stemden zelfs voor en liéten den heer Fok
ker, die een meerdere verhooging van den ad
junct-markt- en havenmeester als door B.
en Ws. was voorgesteld, niet noodig oor
deelde, daarin alleen staan.
Het voorstel van den lieer Vergouwen, om
de verhooging te laten ingaan op 1 Juli
van dit jaar, werd na bestrijding van den
Voorzitter ingetrokken.
Het is, \olgens den Voorzitter^ een ver
keerde financieele politiek, om'uitgaven, die
niet bepaald noodig zijn, buiten de begroe
iing voor oen zeker dienstjaar te voteeren.
Wij zijn het daarmede volkomen eens, maar
er zijn voorbeelden van, dat men anders
handelde. Wil men van nu af dezen regel
stellen, wij gaan er gaarne mee accoordl
Tegen de voorgestelde verliooging van het
salaris van den alg. markt- en havenmeester
werd eerst door de heeren Fokker, Sijtsma
en Vergouwen bezwaar gemaakt. De nu aan
de ofde zijnde salarisverhooging was, even
als die voor de stadswerklieden enz. er een,
om de personen met een klein, loon eenigs-
zins te gemoet te komen in de zware kos
ten, die deze dure tijden meebrengen, en dan
maakte het een eigenaardigen indruk, dat
van de f 900, die deze verhooging de ge
meente kesten zal, er f 100 gaat aan den
chef en do overige 29 menschen slechts
f 800 doelen. De Voorzitter gaf eohter zulk
leen lange lijst van de vermeerdering der werk
zaamheden van den titularis, dat zelfs de
heer Bosch, die in 1907 tegen een vorige
yarhooging had geageerd, nu zeide overtuigd
te zijn, dat do verhooging gerechtvaardigd
was en al de hearen legden zich er ook
verder bij neer.
Wij willen ook niets afdingen op de zwaar
te van het ambt, maar liet lijkt ons toch
vreemd, dat men er niet aan gedacht heeft,-
dat de afschaffing der kermis 's mans werk
zaamheden toch ook weer heeft verlicht. Maar
wij 'zeiden het immers al; de Raad verkeer
de in een bijzonder milde stemming, allicht
een gevolg van het mooie Juliweer. Dat ze
kere 'andere omstandigheden uit de Julimaand
van dit jaar daartoe zouden hebben mede
gewerkt zooals wij gisteravond hoorden zeg
gen, zullen wij niet gaarne beweren.
Die milde stemming bleek, bij een deel van
den Raad, althans, zij liet dan in anderen-
zin, ook hij hot volgende punt.
De Hoogere Burgerschool voor Meisjes is
eedert jaren oen voorwerp van bestrijding
geweest in den Raad, en het laatste voor
stel van de heeren Vergouwen en Meule-
man tot invoering van een progressief school
geld, wees zulke hooge cijfers aan, dat aan
neming van zulk een heffing zeer waar
schijnlijk tot een kwijnend bestaan van de
inrichting zou hebben geleid. Nu ha& men
gisteren naar aanleiding van de principieele
beslissing van voor eenigen tijd drie voor
stellen, regelende de progressie van dit
schoolgeld.
Dat van B. en Ws., beginnende met f60
en eindigende met f 125dat van de hee
ren Van der Eist o.s., beginnende met f40
en zich verder aansluitend bij dat van de
meerderheid van B. en Ws., eu eindelijk
dat van de hoeren Vergouwen c,s. met een
progTCssiescliaal van f 60 tot f 220.
Om to gemoet te komen, aan enkele ken
baar gemaakte bezwaren wijzigde de heer
Van der Eist zijn voorstel in dien zin, dat
mot f 50 werd aangevangen, en legde de lieer
Vergouwen de aan de overzijde met blijdschap
ontvangen verklaring af, dat zij hun amen
dement introkken en zich neerlegden hij het
vooi-stel van B. en Ws. Zij achtten een tijd
perk van rust voor deze school noodig en
voor het onderwijs van belang on men zou
nu van deze zijde verder de oppositie laten
varen.
De heer Meuleman bevestigde dit zijner
zijds en de heer ICerstens, die als wethouder
aan het voorstel der heeren Vergouwen c.s.
had vastgehouden, zeide nu ook met het voor
stel der meerderheid van B. en Ws. zich
te zullen vereenigen. Ook de lieer Pera zou
dit doen, al behield deze zich liet oordeel
over de H.-B. S. voor Meisjes voor en on
derschreef hij niet geheel de concessie, die
de heer Vergouwen had gedaan. Deze milde
stemming verraste de heeren van de linker
zij blijkbaar, aangenaam en de lieer Van
Hamel liet niet na dit even te doen uitkomen.
Met het amendement-Van der Eist kon
de rechterzijde zich echter allerminst ver
eenigen; indien dit mocht worden aangeno
men, zou de heer Bosch zelfs tegen het
voorstel van B. en Ws. stemmen, en de
vrede zou dan, wat hem betrof, weer ver
broken worden.
Het is daartoe niet gekomen. Hoewel de
wethouder van onderwijs het amendement
verdedigde, werd het verworpen met 16
tegen 11 stemmen. Het voorstel van B. en
Ws. werd daarop met op 5 na algemeene
stemmen aangenomen. De tegenstem
mers, de heeren Carpentier Alting, Focke-
ma Andreae, Van Hamel, Hoogenboom en
Reimeringer, achtten blijkbaar den ouden
toestand beter.
Het schoolgeld is dan nu als volgt gere
geld: by een inkomen beneden f 3000: f 60;
van f 3000 tot f 5000: f 75; van f 5000 tot
f 8000: f 100, en van f 8000 en daarboven:
f 125 per jaar, en voor buitenleerlingen f 150.
»Wij vreezen van deze regeling geen bedui
denden achteruitgang van leerlingen, en
verwachten dus een hoogere opbrengst der
schoolgelden. Ook schijnt het ons een
groote winst, dat hiermede de anti-revolu
tionairen en R.-K., voor wie met enkele
middenstanders, deze school tot dusverre
een steen des aanstoots en een voorwerp
van aanvechting was, zich er thans mee
hebben verzoend.
Moge de school, waar zulk uitnemend
onderwijs voor meisjes wordt gegeven, nu
een tijdperk van meerderen bloei te gemoet
gaan l
De verordening betreffende de aanslui
ting van particulieren aan het net voor
electrische uurwerken door de Stedelijke
Fabrieken van Gas en Electriciteit ging
zonder noemenswaardige discussie er door,
en daarop kwam men op het vergevorderd
uur weder tot aan de verordening, regelen
de de heffing eener belasting op de publieke
vermakelijkheden.
Hadden de heeren zich, nu eenmaal het
principe was aangenomen, kunnen spenen
van algemeene beschouwingen over de zaak
op zichzelf, en zich bepaald tot de voorge
stelde verordening, men zou er wellicht
doorgekomen zijn. Nu is dit weder mislukt.
De tegenstanders hebben de discussie
breed opgezet en de bezwaren er tegen uit
voerig ontwikkeld.
De heer De Boer ving er mee aan, waarop
de heeren Reimeringer, Carpentier Alting,
Fockema Andreae en Zwiers volgden.
Men achtte het principe: de weelde, voor
zoover openbare vermakelijkheden daartoe
kunnen worden gerekend, te belasten, ver
werpelijk; vond de wijze van heffing onbil
lijk; voorzag dat de aantrekkelijkheid der
stad er door achteruit zou gaau en de on
dernemers zouden worden gedupeerd.
Van de voorstanders kwamen nog de hee
ren Pera, Aalberse en Sijtsma aan het
woord. De heer Aalberse verdedigde het
principe, vreesde niet de gevolgen er van,
die de tegenstanders duohten, maar wilde
toch die ondernemers uitschakelen, die de
belasting niet door het heffen van entrée
kunnen verhalen op de bezoekers. Nadat de
heer Aalberse bad gesproken, scheen de
aandacht van verschillende leden uitgeput,
een enkele verliet zelfs de vergadering. Den
heer Sijtsma, die als voorsteller der motie
de verordening ook wenschte te verdedi
gen, verdroot dit en wachtte even, waarop
de Voorzitter, die meende dat hij uitge
sproken had, de algemeene beschouwingen
wilde sluiten.
De heer Sijtsma kwam tegen deze wij* j
van doen in verzet. Belangrijke zaken wor
den uit gebrek aan lust en tijd op d ^zc wijze
te vlug afgehandeld en de disoussiën ge
smoord. Dit zou nu geschieden en is vol
gens hem in de vorige zitting gosohied bij
het onderwerp der vuilverbranding. Hij
weigerde onder deze omstandigheden zijn
rede voort te zetten en stelde schorsing van
het debat voer, welk voorstel na eenige ru
moerige gedachtenwisseling met 17 tegen 9
'stemmen werd aangenomen.
Wij mogen dus de volgende raadszitting
het vervolg verwachten.
Laat men het dan niet weer aan het eind
van een lange agenda plaatsenEn wil men
dit tooh, laat men dan een uur vroeger de
vergadering doen aanvangenZooals wij
boven zeiden, na vijf uren is de lust bij
de heeren er uit en twee en een half h drie
uur is in een vergadering van een dertig
{personen gauw volgepraat ,en gestemd.
Ten slotte nam de heer Fockema Andreae
die met September aftreedt, en doordat hij
voor den zomer de stad verlaat, niet we
der ter vergadering zal kunnen ikomen, met
een hartelijk woord afscheid, waarop de
Voorzitter namens den Raad even hartelijk
antwoordde.
De reden, waarom de. heer Fockema An
dreae heengaat, is, volgens hem, gelegen
hierin, dat hij de jaren, die hem nog res
ten, onverdeeld wil wijden aan zijn ambts
werk en aan de wetenschap. Wij moeten,
dit eerbiedigen, al zien we hem, die een sie
raad is geweest voor onzen Raad, met
groot leedwezen daaruit vertrekken. Na
mens de burgerij brengen wij hem van har
te dank voor hetgeen hij gedurende meer
dan 25 jaren in de kwaliteit van raadslid
en lid van verschillende commissiën in het
belang der gemeente heeft gedaan en met
den Voorzatter wenschen wij dat hij nog
vele jaren mag worden gespaard en inwo
ner blijven van de stad, welke hij zoo lang
als raadslid heeft gediend.
Leiden, 7 Juli.
Buiten bezwaar van 's Rijks pch^ttkist
zijn bonoemd tot gedelegeerden van «le Ned.
Begeering bij het zestiende Oriental-s«:en-
oongres, in 1912 te Athene te houden, dr.
C. Snouck Hurgronje en dr. D. C. Heke
ling, beiden hoogleeraar alhier.
,,Sts-Crt." No. 157 bevat de statuten
van de vereeniging Dorpsbelang", te Lisse
De „Sts.-Grt." bevat mede de wetten van
26 Juni,houdende naturalisatie van onder
scheidene personen, o.w. de heer Ernst
Loeb, te Leiden.
De vijfde Zendingsdag van den Geref.
Zendingsbond wordt op Donderdag 3 Aug.
a.s., aanvangende 's morgens te half elf, ge
houden in een bosoh op een kwartier gaans
van het buurtstation Zeist. Tien sprekers
zullen er het woord voeren. Er zal een
extra-trein van Leiden naar Zeist loopen.
Verdere bijzonderheden bevat het maand
blad ,,ALle den volcke" No. 7.
Beroepen is bij de Gercf. Gem. te Rot
terdam ds. J B. Netelenbos, te Heeren
veen.
Het aantal amendementen op het voor
stel van B. en Ws. van Botterdam tot
bosch- en parkaanleg rondom den Kraling-,
schen Plas groeit steeds aan. Thans zijn er
weder twee ingediend, waarvan het een de
strekking heeft in het bijzonder een goed
woord te doen voor den Linker-Maasoever
ten zuiden.van de Maashaven en het ande
re om alle stadsgedeelten, die van natuur
schoon het meest misdeeld zijn, voor ver
fraaiing in dezen geest mede in aanmerking
te doen komen.
Gedep. Staten van Zuid-Holland heb
ben bepaald, dat do afzonderlijk© jachten
op waterwild voor dit jaar zullen worden
geopend op Zaterdag 22 Juli a.s.
86)
Bovendien houden zy niet van jou, Lotte;
zy meenen, dat jy niet goed genoeg bent voor
ndj; zU meenen, dat jy mynu dat is
natuurlijk onzin, nietwaar Lotte? Ik ben je
Immers geheel onverschillig, of ben ik je
niet geheel onverschillig?"
„Dat is ook mooi I" riep Lotte, opeens staan
blijvend.
vDaar begint het te regenen en ik heb geen
parapluie by mij."
Zy bleef kjjken naar een donkere wolk en
hield haar hand op. Enkelo regendropjes vielen
neer.
„Dat heb je van dat April-weer: het een»
opgenblik prachtig weer en dan plotseling een
stortbui. Gtlukkig, dat er nog electrische
trams 7-ijn!"
Er kwam op dat oogenblik juist een tram
lan in volle vaart. Lotte sprong er op, vóór
dat Walter Riefenstahl wist wat er gebeurde.
Met open mond keek hU de wegglijdende
tram na. Toen bromde hij: Zy heeft gelijk
en haar houding imponeert my zeer. Maar
wat dat April-weer betreft, daarover wil ik
haar rog eens een andere meening trachten
bij te brengon."
In verband mot dit besluit van Walter vond
Lotte 's avonds een brief op haar tafel, die als
volgt luide:
„Lieve Lotte of: Zeer geachte juffrouw
Schneider.
Het is misschien ook wel goed, dat ik U
zoo noemvoorloopig is het misschien beter.
Ala twee eenmaal samen iets besloten hebben
moeten zy zich daaraan houden. Ais zy dan
later weer gowoon tegen elkaar doen, dan Is
dat weer een nleuwlgheidje. Duszeer-geachte
jufFrouw Schneider. Dat Ge met Uw terecht-
.wyzine van vanmorgen volkomen in Uw recht
bent, heb ik terstond al toegegeven. Maar wat
het April-weer betreft, hebt Ge het toch mis,
ten minste in zoover Ge my bedoelt met dat
April weer, dat zoo veranderlijk is. Verander
lijkheid heeft nooit tot m(Jn karakter behoord.
Ik ben intogenJeol iemand, zooals Ge zult
weten na onze jarenlange bekendheid met
elkaar die slechts met heel veel moeite
tot een verandering komt. Ik kom moeiiyk tot
iets nieuwe; dat kost my een langen etryd. Maar
ben ik eenmaal tot iets anders overgegaan, dan
kom ik daarvan niet licht terug; dan zit het vast
in my. Ik kan dus niet bij,het April weer verge
leken worden. En daarvan hoop ik ook U nog
eens te overtuigen. Zoudt Gy my daarvoor
de gelegenheid willen geven, wees dan zoo
goed my dat te melden aan myn Beriynsch
adres, waar ik nog enkele dagen biyf. Maar
ook al zwygt Ge, dan ral ik niet nalaten te
trachten U het bewijs van myn standvastig
heid toch te leveren. Voorloopig heb ik de
eer U te groeten en beveel ik my in Uw
gunet aan.
Uw dw. dr.
Walter Riefenstahl.
(ThansAskanischer Hof, Königgratzer-
strasze.)"
Toen Lotte Schneider den brief gelezen had,
deed zy hein weer in de enveloppo en wierp
hem toen in eon kleine cassette, waarin zy
gewoonlyk haar papieren bowaarde. Zy draaide
den sloutel om en zei »ydig:
„Wachten kan hy totdat hy zwart iel"
Dan volgenden avond echter, toen zy, in
plaats van op baar schrijfmachine te tikken,
den „Berliuer Lokalauzelger" inzag, balde zij
haar vuisten
„Wat mooie stukken geven ze inden schouw
burg. Hij had my best eens moe kunnen
nemen daarheen! Wat doet hy zoo'n heelen
avond alleen? Als hy dat nu maar'niet ge
zegd halvan dat hy my niet geheel
onverschillig is."
Maar Walter had dat gezegd en daar was
Lotte boos over. Daarom legde zy zuchtend
de courant wegzy moest de gedachte aan
het genoegen maar opgeven.
En neg een da? lAter, toen Walter Riefen-
stahl naar raenscbeiyke berekening, de stad
al weer had moeten verlaten, werd Lotte'a
spanning steeds grooter.
„Ik ben nieuwsgierig W3t hy nu nog zal
doen," dacht zy.
Wat hy zou doen wist zy, toen er twee
woken later een briof van hom kwam van
den volgenden inhoud:
„Zoer geachte jufFrouw Schneider, nog
fthyd, men weet nooit, wat ons op reis over
komt. Daarom zend ik U nogmaals myn groet,
voordat ik myn leven aan een passagiora
boot ga toevertrouwen. Nogmaale betuig ik U
myn gevoelens van eerbied voor U, eenige
uren voordat ik my op reis naar Kaapstad
ga begeven."
Hier gekomen, liet Lotte met oen uitroep van
schrik en verbazing den briefop den grond vallen
„Naar Afrika wil hy 1 Naar de Kannibalen!
Maar wat wil hy daar dan toch zoekon
riep zy ten zeerste ontsteld
Dat werd haar duidslyk uit het verdere
gedeelte van den brief, dat zy las, toen zy
weer een beetje van haar schrik bekomen
was en het epistel weer had opgeraapt.
„Men wil in Zuid-Afrika een nieuwe spoor
lijn aanjoggen. Nu heeft onze firma den
laateten tyd ook handel gedreven in yzer,
speciaal in'spoorwograils. Ik wil nu trachten
of wy niet cb benoodigde rails voor die spoor-
lyti kunnen leveron on daarvoor wil ik ter
plaatse het rayne doen. Er komt nog eou
ander voordeel by, dat my aanlokt, n I. om
eens geruimen tyd uit huls te zyn, my vry
te kunnen bewogen en zelfstandig te doen
wat my goed dunkt. Als Gy, geachte Juffrouw,
U wat meer op de hoogte wilt stellen van
de toestanden in een werelddeel, dat tot nu
toe wel vry onbekend voor U evenals voor
mij geweest zal zyn, dan ben ik zoo vry U
myn diensten voor dat doel aan te bieden.
Wilt Gy, dat ik U ergens moe zal helpen,
dan 13 niets andera noodig dan dat Ge my
poste restante Kaapstad schryft. Ik zal dan
alles doen wat Gy vraagt. Ik zal U ook graag
ansicht kar ten zenden, als Gy dat wenscht,
want Ge verzamelt ze, geloof ik, als ik m:J
wel herinner van vroeger. Voor het oogenblik
neem ik dan afscheid van U. Ik biyf steeds,
al ga ik ook weg, Uw toegenegen
Walter Riefenstahl."
Toen Lotte Schneider den brief ten einde
too had gelezen, bleef zy langen tyd zitten
denken met het hoofd in de handen. Daarna
sprong z'y op.
„Natuuriyk verzamel ik nog ansichtkarton
en postzegels I" riep zy driftig.
Eu dat besloot zy terstond aan Walter
Riefenstahl te schryven. Spoedig zat zy voor
haar schrijftafeltje.
„Qoachte Heer!
Zoker, ik verzamel nog ansichtkarton en
postzegels. Dat wil zeggen alleen zulke, die
de moeite waard zyn te bezitten. Ik hob er
al een paar van Zuid-Afrika; maar dat is goon
bezwaar. Want mocht ik dubbele krygen, dan
ruil ik zo met een heer, een kennis van mjj.
een weduwnaar met drie babies, die ze ook
verzamelt. Het zyn byzonder lieve kird^ren
en ik ga wel eens met hen naar Giünewald,
Ja, daar Is het mooi. Beriyn is over het al
gemeen een zeer aangoname stal. Ik zou niet
graag elders wonen. In Afiika zou ik in geen
geval willen wonen. Op ons bureau hoor ik
don laatsten tyd ook wel van Afrika. Er is
een erfeniskwestie aan de orde, van iemand,
die in de Tiansvaal gostorven Ie aan de koorts,
Het schynt, dat daar zeer veel koorts heerscht
en dat byna ieder er door wordt aangetast,
die zich niet in acht neemt. Ook de cholera
moot er zooveel voorkomen Hot proces ie
niet zeer interessant en uit de Transvaal
behoeft Ge my geen postzegels te zenden.
Met vriendeiyke groeten:
Lotte Schneider.
P.S. Dus postzegels èo an3ichtkarton."
Lotte wierp den brief met een gevoel van
voldoening in de brievenbus.
„Ziezoo, wie dien krijgt, zal zich toch niek
moer wysraakon, dat ik iets otn hem geefl"
Zyn antwoord kwam reeds vyf weken later.
„Zeer geacht juffrouw Lotte Schneider.
„Do post werkt hier uitstekend en er raken
maar zeer weinig brieven verloren. Daarom
heb ik hoop, dat doze brief met postzegel
spoedig in Uw bezit zal zUn. Dat Ge iemand
hebt, om de zegels, die Gy al hebt, mee te
ruilen, is voor U zeor aangenaam En wat
babies betreft, daar houd ook ik byzonder veol
van. Hoe moer kinderen er om my heen zyn,
des te ploizieiiger vind ik dat. Op het schip,
waarmee ik hioiheen gekomen ben, was ook
een zeer hof kindje. Beeldschoon was het, eu
het geleek sprekend op haar moeder, een on
gelukkige, jonge weduwe.
(Wordt vervolgd.)