N«. 15759 Vrijdag 7 Juli. A«. 1911. geze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en <§ee$tdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Officieele Kennisgeving. Onder onze Vroede Vaderen. FEUILLETON. Oe liefde overwon. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIES» Van 10 rsgaln ƒ1.05. Iedaro isgel meer 0.17J. Grootere lettere naar plaatsruimte. Kleine adyertentiën Tan 80 woorden 40 Oentseontanti elk tiental woorden meer 10 Oenta. Voor het inoaeseeren wordt f 0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANTS Voor Leiden per week 9 Oentaper 8 maanden I i i f 1.10. Bulten Leiden, per loopor en waar agenten gevestigd sijn t 1.30. Franco per post1.65. Arbeidsbeurs. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat gedu rende het 2de kwartaal 1911 bij het bestuur der Arbeidsbeurs zijn ingekomen 61 aanvra gen van patroons en 173 van werklieden, en dat door bemiddeling dier beurs zijn ge plaatst 27 werklieden, verdeeld als volgt: 1 bankwerker., 1 electricien. ,1 encadreur. 1 loodgieter. 6 loopknechten. 1 schilder. 3 timmerlieden. 8 werklieden zonder vakkennis. 5 werksters. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE- GIJSELAAR, burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, den 7den Juli 1911. Dat in de gemeentelijke politiek de kom kommertijd ook nadert, bleek gisteren hij len aanvang der vergaderingGeen enkel 'ingekomen stuk of belangrijke mededceling ging ditmaal aan de agenda vooraf en ook Bje agenda was, behalve eenige onderwerpen, Öie al lang aan de orde zijn geweest, niet vian groote beteekenis. En toch ging er met die huishoudelijke zaken nogal heel wat tijd verloren. Onze gemeenteraad geeft er !na vijven liefst den brui van. Dan worden ida heeren. onrustig, enkelen sluipen weg, anderen gunnen den sprekers, die dan nog Heit kunnen uitscheiden, nauwelijks het 'wootrd, leenen dezen althans niet meer hun ootr, en zoo gebeurt het, dat belangrijke on derwerpen ten slotte worden afgehamerd of 'eenige malen uitgesteld, terwijl men over kleine dingen op zijn elf-en.dertigst heeft beraadslaagd en gepraat. Wij zouden B. en Ws. in overweging wil len geven of het niet heter ware, de meest belangrijke onderwerpen, waarvan men ern stig debat kan verwachten, aan het begin van de agenda te plaatsen. Wilde men aan het einde haast maken met eenige benoe mingen en bijv. niet meer discussieeren over de vraag of hij het geven van vergunning voor een verplaatsbaar houten gebouwtje aan de veemarkt do mark toom missie al of niet zou moeten worden gehoord, dat zou nie mand schaden. Nu neemt men voor dergelijke kleinigheden den besten tijd en voor de meest- gewichtige voorstellen ontbreekt tijd en aan dacht heide. Wil men dit niet, laat men dan een uur vroeger beginnen. De vergadering van gisteren is daar om het te bewijzen, dat Jmt zoo niet gaat. Wij zullen onze vroede vaderen op dien. weg, om over kleinigheden veel te zeggen,- niet volgen en stappen over de eerste vijf tien punten, waaraan men tot circa halfvier bezig was, heen. Toen kwam aan de orde. de verordening, betreffende wijziging in den rang en de be zoldiging van de ambtenaren, enz.; wat bijna altijd verhooging van uitgaven in zich sluit. Het gold nu de commiezen l9te klasse ter Secretarie en den ambtenaar, in het bijzon der belast met het toezicht op de honden, in hot geheel slechts drie personen. De eer ste twee genieten thans f 1400 met 2 verhoo gingen van f 100, telkens na drie jaren. Het kwam nu B. en Ws. voor, dat de mo gelijkheid moet worden geopend, dat dezen ambtenaren na 9 dienstjaren als zoodanig, nog een derde verhooging van f 100 kan worden toegekend. De Raad, die trouwens over deze ambtenaren slecht oordeelen kan, vond het goed en wat de door B. en Ws. voorgestelde verhooging van den derden amb tenaar, die daarvoor in aanmerking kwam; betreft CB. en Ws. hadden hem een verhoo ging toegedacht van f 50) een der raads leden, de heer A. Mulder, wilde er iiog f 50 opleggen, wat hij zwakjes motiveerde. B. en Ws. lieten de beslissing aan den raad over en deze accepteerde het met 20 tegen 7 stemmen. De Raad verkeerde gisteren dan ook in een milde stemming en B. en Ws. verzetten zich al heel weinig tegen de amendementen, welke eenige vorhooging beoogden. Dit bloek voor al bij de voorgestelde salarisregeling van het markt- en havenpersoneel. De amende menten, beoogende eenige meerdere verbete ring der bezoldiging van de havenrecher cheurs en den adjunct-markt- en havenmees ter, gingen er vlot door. De wethouders stemden zelfs voor en liéten den heer Fok ker, die een meerdere verhooging van den ad junct-markt- en havenmeester als door B. en Ws. was voorgesteld, niet noodig oor deelde, daarin alleen staan. Het voorstel van den lieer Vergouwen, om de verhooging te laten ingaan op 1 Juli van dit jaar, werd na bestrijding van den Voorzitter ingetrokken. Het is, \olgens den Voorzitter^ een ver keerde financieele politiek, om'uitgaven, die niet bepaald noodig zijn, buiten de begroe iing voor oen zeker dienstjaar te voteeren. Wij zijn het daarmede volkomen eens, maar er zijn voorbeelden van, dat men anders handelde. Wil men van nu af dezen regel stellen, wij gaan er gaarne mee accoordl Tegen de voorgestelde verliooging van het salaris van den alg. markt- en havenmeester werd eerst door de heeren Fokker, Sijtsma en Vergouwen bezwaar gemaakt. De nu aan de ofde zijnde salarisverhooging was, even als die voor de stadswerklieden enz. er een, om de personen met een klein, loon eenigs- zins te gemoet te komen in de zware kos ten, die deze dure tijden meebrengen, en dan maakte het een eigenaardigen indruk, dat van de f 900, die deze verhooging de ge meente kesten zal, er f 100 gaat aan den chef en do overige 29 menschen slechts f 800 doelen. De Voorzitter gaf eohter zulk leen lange lijst van de vermeerdering der werk zaamheden van den titularis, dat zelfs de heer Bosch, die in 1907 tegen een vorige yarhooging had geageerd, nu zeide overtuigd te zijn, dat do verhooging gerechtvaardigd was en al de hearen legden zich er ook verder bij neer. Wij willen ook niets afdingen op de zwaar te van het ambt, maar liet lijkt ons toch vreemd, dat men er niet aan gedacht heeft,- dat de afschaffing der kermis 's mans werk zaamheden toch ook weer heeft verlicht. Maar wij 'zeiden het immers al; de Raad verkeer de in een bijzonder milde stemming, allicht een gevolg van het mooie Juliweer. Dat ze kere 'andere omstandigheden uit de Julimaand van dit jaar daartoe zouden hebben mede gewerkt zooals wij gisteravond hoorden zeg gen, zullen wij niet gaarne beweren. Die milde stemming bleek, bij een deel van den Raad, althans, zij liet dan in anderen- zin, ook hij hot volgende punt. De Hoogere Burgerschool voor Meisjes is eedert jaren oen voorwerp van bestrijding geweest in den Raad, en het laatste voor stel van de heeren Vergouwen en Meule- man tot invoering van een progressief school geld, wees zulke hooge cijfers aan, dat aan neming van zulk een heffing zeer waar schijnlijk tot een kwijnend bestaan van de inrichting zou hebben geleid. Nu ha& men gisteren naar aanleiding van de principieele beslissing van voor eenigen tijd drie voor stellen, regelende de progressie van dit schoolgeld. Dat van B. en Ws., beginnende met f60 en eindigende met f 125dat van de hee ren Van der Eist o.s., beginnende met f40 en zich verder aansluitend bij dat van de meerderheid van B. en Ws., eu eindelijk dat van de hoeren Vergouwen c,s. met een progTCssiescliaal van f 60 tot f 220. Om to gemoet te komen, aan enkele ken baar gemaakte bezwaren wijzigde de heer Van der Eist zijn voorstel in dien zin, dat mot f 50 werd aangevangen, en legde de lieer Vergouwen de aan de overzijde met blijdschap ontvangen verklaring af, dat zij hun amen dement introkken en zich neerlegden hij het vooi-stel van B. en Ws. Zij achtten een tijd perk van rust voor deze school noodig en voor het onderwijs van belang on men zou nu van deze zijde verder de oppositie laten varen. De heer Meuleman bevestigde dit zijner zijds en de heer ICerstens, die als wethouder aan het voorstel der heeren Vergouwen c.s. had vastgehouden, zeide nu ook met het voor stel der meerderheid van B. en Ws. zich te zullen vereenigen. Ook de lieer Pera zou dit doen, al behield deze zich liet oordeel over de H.-B. S. voor Meisjes voor en on derschreef hij niet geheel de concessie, die de heer Vergouwen had gedaan. Deze milde stemming verraste de heeren van de linker zij blijkbaar, aangenaam en de lieer Van Hamel liet niet na dit even te doen uitkomen. Met het amendement-Van der Eist kon de rechterzijde zich echter allerminst ver eenigen; indien dit mocht worden aangeno men, zou de heer Bosch zelfs tegen het voorstel van B. en Ws. stemmen, en de vrede zou dan, wat hem betrof, weer ver broken worden. Het is daartoe niet gekomen. Hoewel de wethouder van onderwijs het amendement verdedigde, werd het verworpen met 16 tegen 11 stemmen. Het voorstel van B. en Ws. werd daarop met op 5 na algemeene stemmen aangenomen. De tegenstem mers, de heeren Carpentier Alting, Focke- ma Andreae, Van Hamel, Hoogenboom en Reimeringer, achtten blijkbaar den ouden toestand beter. Het schoolgeld is dan nu als volgt gere geld: by een inkomen beneden f 3000: f 60; van f 3000 tot f 5000: f 75; van f 5000 tot f 8000: f 100, en van f 8000 en daarboven: f 125 per jaar, en voor buitenleerlingen f 150. »Wij vreezen van deze regeling geen bedui denden achteruitgang van leerlingen, en verwachten dus een hoogere opbrengst der schoolgelden. Ook schijnt het ons een groote winst, dat hiermede de anti-revolu tionairen en R.-K., voor wie met enkele middenstanders, deze school tot dusverre een steen des aanstoots en een voorwerp van aanvechting was, zich er thans mee hebben verzoend. Moge de school, waar zulk uitnemend onderwijs voor meisjes wordt gegeven, nu een tijdperk van meerderen bloei te gemoet gaan l De verordening betreffende de aanslui ting van particulieren aan het net voor electrische uurwerken door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit ging zonder noemenswaardige discussie er door, en daarop kwam men op het vergevorderd uur weder tot aan de verordening, regelen de de heffing eener belasting op de publieke vermakelijkheden. Hadden de heeren zich, nu eenmaal het principe was aangenomen, kunnen spenen van algemeene beschouwingen over de zaak op zichzelf, en zich bepaald tot de voorge stelde verordening, men zou er wellicht doorgekomen zijn. Nu is dit weder mislukt. De tegenstanders hebben de discussie breed opgezet en de bezwaren er tegen uit voerig ontwikkeld. De heer De Boer ving er mee aan, waarop de heeren Reimeringer, Carpentier Alting, Fockema Andreae en Zwiers volgden. Men achtte het principe: de weelde, voor zoover openbare vermakelijkheden daartoe kunnen worden gerekend, te belasten, ver werpelijk; vond de wijze van heffing onbil lijk; voorzag dat de aantrekkelijkheid der stad er door achteruit zou gaau en de on dernemers zouden worden gedupeerd. Van de voorstanders kwamen nog de hee ren Pera, Aalberse en Sijtsma aan het woord. De heer Aalberse verdedigde het principe, vreesde niet de gevolgen er van, die de tegenstanders duohten, maar wilde toch die ondernemers uitschakelen, die de belasting niet door het heffen van entrée kunnen verhalen op de bezoekers. Nadat de heer Aalberse bad gesproken, scheen de aandacht van verschillende leden uitgeput, een enkele verliet zelfs de vergadering. Den heer Sijtsma, die als voorsteller der motie de verordening ook wenschte te verdedi gen, verdroot dit en wachtte even, waarop de Voorzitter, die meende dat hij uitge sproken had, de algemeene beschouwingen wilde sluiten. De heer Sijtsma kwam tegen deze wij* j van doen in verzet. Belangrijke zaken wor den uit gebrek aan lust en tijd op d ^zc wijze te vlug afgehandeld en de disoussiën ge smoord. Dit zou nu geschieden en is vol gens hem in de vorige zitting gosohied bij het onderwerp der vuilverbranding. Hij weigerde onder deze omstandigheden zijn rede voort te zetten en stelde schorsing van het debat voer, welk voorstel na eenige ru moerige gedachtenwisseling met 17 tegen 9 'stemmen werd aangenomen. Wij mogen dus de volgende raadszitting het vervolg verwachten. Laat men het dan niet weer aan het eind van een lange agenda plaatsenEn wil men dit tooh, laat men dan een uur vroeger de vergadering doen aanvangenZooals wij boven zeiden, na vijf uren is de lust bij de heeren er uit en twee en een half h drie uur is in een vergadering van een dertig {personen gauw volgepraat ,en gestemd. Ten slotte nam de heer Fockema Andreae die met September aftreedt, en doordat hij voor den zomer de stad verlaat, niet we der ter vergadering zal kunnen ikomen, met een hartelijk woord afscheid, waarop de Voorzitter namens den Raad even hartelijk antwoordde. De reden, waarom de. heer Fockema An dreae heengaat, is, volgens hem, gelegen hierin, dat hij de jaren, die hem nog res ten, onverdeeld wil wijden aan zijn ambts werk en aan de wetenschap. Wij moeten, dit eerbiedigen, al zien we hem, die een sie raad is geweest voor onzen Raad, met groot leedwezen daaruit vertrekken. Na mens de burgerij brengen wij hem van har te dank voor hetgeen hij gedurende meer dan 25 jaren in de kwaliteit van raadslid en lid van verschillende commissiën in het belang der gemeente heeft gedaan en met den Voorzatter wenschen wij dat hij nog vele jaren mag worden gespaard en inwo ner blijven van de stad, welke hij zoo lang als raadslid heeft gediend. Leiden, 7 Juli. Buiten bezwaar van 's Rijks pch^ttkist zijn bonoemd tot gedelegeerden van «le Ned. Begeering bij het zestiende Oriental-s«:en- oongres, in 1912 te Athene te houden, dr. C. Snouck Hurgronje en dr. D. C. Heke ling, beiden hoogleeraar alhier. ,,Sts-Crt." No. 157 bevat de statuten van de vereeniging Dorpsbelang", te Lisse De „Sts.-Grt." bevat mede de wetten van 26 Juni,houdende naturalisatie van onder scheidene personen, o.w. de heer Ernst Loeb, te Leiden. De vijfde Zendingsdag van den Geref. Zendingsbond wordt op Donderdag 3 Aug. a.s., aanvangende 's morgens te half elf, ge houden in een bosoh op een kwartier gaans van het buurtstation Zeist. Tien sprekers zullen er het woord voeren. Er zal een extra-trein van Leiden naar Zeist loopen. Verdere bijzonderheden bevat het maand blad ,,ALle den volcke" No. 7. Beroepen is bij de Gercf. Gem. te Rot terdam ds. J B. Netelenbos, te Heeren veen. Het aantal amendementen op het voor stel van B. en Ws. van Botterdam tot bosch- en parkaanleg rondom den Kraling-, schen Plas groeit steeds aan. Thans zijn er weder twee ingediend, waarvan het een de strekking heeft in het bijzonder een goed woord te doen voor den Linker-Maasoever ten zuiden.van de Maashaven en het ande re om alle stadsgedeelten, die van natuur schoon het meest misdeeld zijn, voor ver fraaiing in dezen geest mede in aanmerking te doen komen. Gedep. Staten van Zuid-Holland heb ben bepaald, dat do afzonderlijk© jachten op waterwild voor dit jaar zullen worden geopend op Zaterdag 22 Juli a.s. 86) Bovendien houden zy niet van jou, Lotte; zy meenen, dat jy niet goed genoeg bent voor ndj; zU meenen, dat jy mynu dat is natuurlijk onzin, nietwaar Lotte? Ik ben je Immers geheel onverschillig, of ben ik je niet geheel onverschillig?" „Dat is ook mooi I" riep Lotte, opeens staan blijvend. vDaar begint het te regenen en ik heb geen parapluie by mij." Zy bleef kjjken naar een donkere wolk en hield haar hand op. Enkelo regendropjes vielen neer. „Dat heb je van dat April-weer: het een» opgenblik prachtig weer en dan plotseling een stortbui. Gtlukkig, dat er nog electrische trams 7-ijn!" Er kwam op dat oogenblik juist een tram lan in volle vaart. Lotte sprong er op, vóór dat Walter Riefenstahl wist wat er gebeurde. Met open mond keek hU de wegglijdende tram na. Toen bromde hij: Zy heeft gelijk en haar houding imponeert my zeer. Maar wat dat April-weer betreft, daarover wil ik haar rog eens een andere meening trachten bij te brengon." In verband mot dit besluit van Walter vond Lotte 's avonds een brief op haar tafel, die als volgt luide: „Lieve Lotte of: Zeer geachte juffrouw Schneider. Het is misschien ook wel goed, dat ik U zoo noemvoorloopig is het misschien beter. Ala twee eenmaal samen iets besloten hebben moeten zy zich daaraan houden. Ais zy dan later weer gowoon tegen elkaar doen, dan Is dat weer een nleuwlgheidje. Duszeer-geachte jufFrouw Schneider. Dat Ge met Uw terecht- .wyzine van vanmorgen volkomen in Uw recht bent, heb ik terstond al toegegeven. Maar wat het April-weer betreft, hebt Ge het toch mis, ten minste in zoover Ge my bedoelt met dat April weer, dat zoo veranderlijk is. Verander lijkheid heeft nooit tot m(Jn karakter behoord. Ik ben intogenJeol iemand, zooals Ge zult weten na onze jarenlange bekendheid met elkaar die slechts met heel veel moeite tot een verandering komt. Ik kom moeiiyk tot iets nieuwe; dat kost my een langen etryd. Maar ben ik eenmaal tot iets anders overgegaan, dan kom ik daarvan niet licht terug; dan zit het vast in my. Ik kan dus niet bij,het April weer verge leken worden. En daarvan hoop ik ook U nog eens te overtuigen. Zoudt Gy my daarvoor de gelegenheid willen geven, wees dan zoo goed my dat te melden aan myn Beriynsch adres, waar ik nog enkele dagen biyf. Maar ook al zwygt Ge, dan ral ik niet nalaten te trachten U het bewijs van myn standvastig heid toch te leveren. Voorloopig heb ik de eer U te groeten en beveel ik my in Uw gunet aan. Uw dw. dr. Walter Riefenstahl. (ThansAskanischer Hof, Königgratzer- strasze.)" Toen Lotte Schneider den brief gelezen had, deed zy hein weer in de enveloppo en wierp hem toen in eon kleine cassette, waarin zy gewoonlyk haar papieren bowaarde. Zy draaide den sloutel om en zei »ydig: „Wachten kan hy totdat hy zwart iel" Dan volgenden avond echter, toen zy, in plaats van op baar schrijfmachine te tikken, den „Berliuer Lokalauzelger" inzag, balde zij haar vuisten „Wat mooie stukken geven ze inden schouw burg. Hij had my best eens moe kunnen nemen daarheen! Wat doet hy zoo'n heelen avond alleen? Als hy dat nu maar'niet ge zegd halvan dat hy my niet geheel onverschillig is." Maar Walter had dat gezegd en daar was Lotte boos over. Daarom legde zy zuchtend de courant wegzy moest de gedachte aan het genoegen maar opgeven. En neg een da? lAter, toen Walter Riefen- stahl naar raenscbeiyke berekening, de stad al weer had moeten verlaten, werd Lotte'a spanning steeds grooter. „Ik ben nieuwsgierig W3t hy nu nog zal doen," dacht zy. Wat hy zou doen wist zy, toen er twee woken later een briof van hom kwam van den volgenden inhoud: „Zoer geachte jufFrouw Schneider, nog fthyd, men weet nooit, wat ons op reis over komt. Daarom zend ik U nogmaals myn groet, voordat ik myn leven aan een passagiora boot ga toevertrouwen. Nogmaale betuig ik U myn gevoelens van eerbied voor U, eenige uren voordat ik my op reis naar Kaapstad ga begeven." Hier gekomen, liet Lotte met oen uitroep van schrik en verbazing den briefop den grond vallen „Naar Afrika wil hy 1 Naar de Kannibalen! Maar wat wil hy daar dan toch zoekon riep zy ten zeerste ontsteld Dat werd haar duidslyk uit het verdere gedeelte van den brief, dat zy las, toen zy weer een beetje van haar schrik bekomen was en het epistel weer had opgeraapt. „Men wil in Zuid-Afrika een nieuwe spoor lijn aanjoggen. Nu heeft onze firma den laateten tyd ook handel gedreven in yzer, speciaal in'spoorwograils. Ik wil nu trachten of wy niet cb benoodigde rails voor die spoor- lyti kunnen leveron on daarvoor wil ik ter plaatse het rayne doen. Er komt nog eou ander voordeel by, dat my aanlokt, n I. om eens geruimen tyd uit huls te zyn, my vry te kunnen bewogen en zelfstandig te doen wat my goed dunkt. Als Gy, geachte Juffrouw, U wat meer op de hoogte wilt stellen van de toestanden in een werelddeel, dat tot nu toe wel vry onbekend voor U evenals voor mij geweest zal zyn, dan ben ik zoo vry U myn diensten voor dat doel aan te bieden. Wilt Gy, dat ik U ergens moe zal helpen, dan 13 niets andera noodig dan dat Ge my poste restante Kaapstad schryft. Ik zal dan alles doen wat Gy vraagt. Ik zal U ook graag ansicht kar ten zenden, als Gy dat wenscht, want Ge verzamelt ze, geloof ik, als ik m:J wel herinner van vroeger. Voor het oogenblik neem ik dan afscheid van U. Ik biyf steeds, al ga ik ook weg, Uw toegenegen Walter Riefenstahl." Toen Lotte Schneider den brief ten einde too had gelezen, bleef zy langen tyd zitten denken met het hoofd in de handen. Daarna sprong z'y op. „Natuuriyk verzamel ik nog ansichtkarton en postzegels I" riep zy driftig. Eu dat besloot zy terstond aan Walter Riefenstahl te schryven. Spoedig zat zy voor haar schrijftafeltje. „Qoachte Heer! Zoker, ik verzamel nog ansichtkarton en postzegels. Dat wil zeggen alleen zulke, die de moeite waard zyn te bezitten. Ik hob er al een paar van Zuid-Afrika; maar dat is goon bezwaar. Want mocht ik dubbele krygen, dan ruil ik zo met een heer, een kennis van mjj. een weduwnaar met drie babies, die ze ook verzamelt. Het zyn byzonder lieve kird^ren en ik ga wel eens met hen naar Giünewald, Ja, daar Is het mooi. Beriyn is over het al gemeen een zeer aangoname stal. Ik zou niet graag elders wonen. In Afiika zou ik in geen geval willen wonen. Op ons bureau hoor ik don laatsten tyd ook wel van Afrika. Er is een erfeniskwestie aan de orde, van iemand, die in de Tiansvaal gostorven Ie aan de koorts, Het schynt, dat daar zeer veel koorts heerscht en dat byna ieder er door wordt aangetast, die zich niet in acht neemt. Ook de cholera moot er zooveel voorkomen Hot proces ie niet zeer interessant en uit de Transvaal behoeft Ge my geen postzegels te zenden. Met vriendeiyke groeten: Lotte Schneider. P.S. Dus postzegels èo an3ichtkarton." Lotte wierp den brief met een gevoel van voldoening in de brievenbus. „Ziezoo, wie dien krijgt, zal zich toch niek moer wysraakon, dat ik iets otn hem geefl" Zyn antwoord kwam reeds vyf weken later. „Zeer geacht juffrouw Lotte Schneider. „Do post werkt hier uitstekend en er raken maar zeer weinig brieven verloren. Daarom heb ik hoop, dat doze brief met postzegel spoedig in Uw bezit zal zUn. Dat Ge iemand hebt, om de zegels, die Gy al hebt, mee te ruilen, is voor U zeor aangenaam En wat babies betreft, daar houd ook ik byzonder veol van. Hoe moer kinderen er om my heen zyn, des te ploizieiiger vind ik dat. Op het schip, waarmee ik hioiheen gekomen ben, was ook een zeer hof kindje. Beeldschoon was het, eu het geleek sprekend op haar moeder, een on gelukkige, jonge weduwe. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 1