N* 15756
Ï>ins(la2 4 «Juli.
A0. 1911.
feze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Uitslag verkiezing Gemeenteraad.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
De Siefdle overwon.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 18 regels 71.05. Iedere regel meer 7 0.17J. Grootere letten aaai
plaatsruimte. Kleine fcdverteatfêa ran 30 woordeB 40 Cents eontant; elk
tiental woorden meer 10 Cents.Voor het incasseeren wordt70.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lolden per week 9 Oents; per 3 maanden
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sija
Franco per post
f 1.10.
1.30.
1.65.
Onze lezers zullen zeer zeker nieuwsgierig
zijn naar den uitslag der verkiezing op he
den voor den Gemeenteraad.
Wij zullen daarom hedenavond op groote
borden voor ons Bureel voort lurmd den
stand en ten slotte den uitslag mededee-
len.
Afsluiting passage Donkersteeg.
Lurgemecster en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat de
Donkerstee g, wegens bet leggen van
een klokkenkabel, opWoensdagöJ uil
a.s. voor het verkeer m e t r ij- en
voertuigen zal zijn afge
sloten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 3 Juli 1911.
KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE.
Onderzoek van verlofgangers der
militie te land.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien de missive van den heer Militie-
Commissaris iu heb 3de militiedistrict dezer
provincie, d.d. 29 Juni j.l., no. 13, houden
de mededeeling van den tijd waarop en de
plaats waar het in art. 130 der gewijzigde
en aangevulde Militiewet 1901 ^jjdoeld on
derzoek van de na te noemen verlofgangers
der militie te land zal plaats hebben;
Brengen ter kennis van de dflt'deze ge
meente gevestigde milicien-verlofgangers:
lo. FLORIS JONGE JAN, lotehng van
de lichting van 1907, uit de gemeente Am
sterdam, onder No. 2022, behoorende tot
het 2de regiment Veldartillerie;
2o. JAN GERARD VAN SCHRAVEN-
DIJX, loteling van de lichting van 1903,
uit de gemeente Vlaardingen, onder No. 30,
behoorende tot de 1ste compagnie Wiel
rijders;
3o. JACOBUS VAN DER STEEN, lote
ling van de lichting van -1904, uit de ge
meente Leiden, onder No. 250, behoorende
tot het 4de regiment Infanterie;
4o. EDUARD CHRIST IA AN TANZER,
loteling van de lichting van 1904, uit de
gemeente Enschede, onder No. 164, behoo
rende tot het 8ste regiment Infanterie;
5o. NICOLAAS GERARDUS VAN TOL,
loteling van de lichting van 1905, uit de
gemeente Zeist, onder No. 33, behoorende
tot het regiment Grenadiers en Jagers;
6o. HUBERTUS VERHAAR, achterge
bleven loteling van de lichting van 1904,
uit de gemeente Schiedam, onder No. 137,
behoorende tot het 4de regiment Infante-
Tie;
dat zy op Vrijdag 14 Juli aanstaande, des
morgens te tien uren, in het Invalidenhuis
alhier voor den heer Militie-Commissaris
moeten verschijnen om te worden onder
zocht.
De bedoelde verlofgangers worden mits
dien opgeroepen om op gemelden tijd ter
aangewezen plaatse tegenwoordig te zijn,
in uniform gekleed en voorzien van de
kleeding- en uitrustingstukken, hun bij het
vertrek met verlof medegegeven, alsmede
van hun zakboekjes en verlofpassen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 3 Juli 1911.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien het adres van J. C. VAN DER
STEEN, om vergunning tot uitbreiding van
de koek- en banketbakkerij in het perceel
Pieterskerkhof No. 28, hoek Lange Pie-
terskerk-Choorsteeg No. 23, Sectie G No.
1472, door het plaatsen van een electromotor
van 2 pk. tot het in beweging brengen van
een koekmeng- en braak- en een amandel-
wrijfmachine
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet;
geven bij deze kennis aan het publiek, dat
genoemd verzoek, met de bijlagen, op de
Secretarie dezer gemeonte ter visie gelegd
is; alsmede dat op Dinsdag 18 Juli
aanst. des voormiddags te elf uren, op het
Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tecen dit verzoek in Ie
brengen, terwijl zij er de aandacht op vesti
gen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij,
die niet overeenkomstig art. 7 der Hinder
wet voor 't gemeentebestuur of een zijner le
den zijn verschenen~ten einde bun bezwaren
mondeling toe te lichten.
Burgemeester en Wethouders voornoemcl,
J. A. VAN HAMEL,
Wethr. Looo-Burgemcester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 4 Juli 1911.
JACHT.
De Commissaris der Koningin in de pro
vincie Zuid-Holland,
Gezien het besluit van Ged. Staten van
26 Juni 1911, No. 94.
Gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857,
Staatsblad No. 87.
Brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat bij gemeld besluit door Ged. Sta
ten is bepaald:
dat de afzonderlijke jachten op water
wild voor dit jaar zullen worden geopend
op Zaterdag den 22 sten Juli a.s.
en dat mitsdien van dat tijdstip af, de uit
oefening der jachtbedrijven, vermeld in art.
15, libt. d, f en h, der wet jachtwet
is geoorloofdwordende tevens herin
nerd aan de bepaling van art. 1 van
het Reglement op de uitoefening der jacht
in deze provincie, krachtens welke die
jachten, niet anders mogen plaats heb
ben dan op en langs het water, mitsga^
dors op moerassige landen.
Deze kennisgeving zal, in plano gedrukt,
worden afgekondigd en aangeplakt, waar
zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in
het Provinciaal blad en in de Nedor-
landsche Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 30 Juni 1911.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
SWEERTS.
Leiden, 4 Juli.
Gisternamiddag nam de heer H. H.
Breuning, benoemd tot lector in de Hoog-
duitsche taal en letterkunde aan de Rijks
universiteit te Groningen, afscheid van de
leerlingen van het gymnasium alhier, waar
aan de heer Breuning vele 'jaren werkzaam
was. Bij monde van een oud-leerling der
zesde klasse, den heer E. Hammer, werd
den scheidenden leeraar in de leeraren-
kamer een tweetal etsen van Haverkamp,
voorstellende stadsgezichten van Leiden,
ter herinnering aangeboden.
De heer Breuning was zeer ingeDomen
met de hulde, hem door de leerlingen, met
wie hij steeds in de beste harmonie ver
keerde en die hem en zijn lessen zeer waar
deerden, aangeboden.
De installatie van den nieuw-benoem-
den burgemeester der Residentie, jkr. mr.
Van Karnebeek, zal plaats hebben in een
buitengewone vergadering van den gemeen
teraad op Dinsdag 1 Augustus, 's namid
dags te twee uren.
Dr. A. Kuyper is in verband met zijn
gezondheidstoestand op reis gogaan naar
Dresden.
De 62ste algemeene vergadering der
Nederl. Maatschappij tot bevordering der
Geneeskunst wordt te Deventer gehouden.
Aan hefc station werden de afgevaardig
den, behalve door de regelingsoommissïe,
begroet door de jeugdige Padvinders, die
zich hadden beschikbaar gesteld, om de
dootoren naar hun logies te begeleiden en
goede zorg te dragen voor hun bagage. De
jongelui kweten zich dapper van dezen
plicht.
De kruiers aan 't station keken allen wat
sip, want tegen die jongens, zoo verklaarde
er een, viel eenvoudig niet te conourreercn.
Dr. A. van Rhjjn, van Leiden, leidde een
vergadering, belegd door het. centrale
comité tot behartiging van het Ziekenfonds
wezen.
Ter gelegenheid van bet Congres is door
den A. N. "YV. B. Toeristenbond voor Neder
land ii den foyer van den schouwburg een
kleine expositie georganiseerd die een dui
delijk beeld geeft van de veelzijdige werk
zaamheid van den grooten Bond.
Door B. en Ws. van Rotterdam is bij
den Raad het voorstel ingediend om de
ruimte in heb in 1909 geopende nieuwe
krankzinnigengesticht „Maasoord" te ver-
grooten door bijbouw van vier paviljoenen,
.waarvan twee voor mannen en twee voor
vrouwen en twee aan twee bestemd voor
observatiepaviljoen en voor bedverpleging
van halfrustigen.
Het gesticht is indertijd ontworpen voor
ruim 600 patiënten. Door den nieuwbouw
wordt plaats gemaakt voor nog 234 patiën
ten. De inspecteur van het Staatstoezicht
vond deze uitbreiding niet zonder beden
king, wijl een cijfer van 600 zijns inziens heb
uiterste is, wat toelaatbaar kan worden ge
acht. B. en Ws. zijn evenwel van oordeel,
dat de Regeering die meeping niet deelt,
getuige het feit, dat het gesticht te Castri-
cum niet vergunning der Regeering tot bo
ven 800 patiënten wordt uitgebreid.
De commissie van „Maasoord" berekent,
dat door de uitbreiding de verp'leegkosten
per hoofd kunnen dalen tot ruim f 347,
wat iets goedkooper uitkomt dan verple
ging elders.
Yan de gelegenheid wordt gebruik ge
maakt om een paar doctorswoningen bij te
bouwen en ook woongelegenheid voor be
ambten te krijgen. Voor deze laatste is met
êen particulier een overeenkomst gesloten.
Deze woningen hoopt men dienstbaar
te maken aan de gezinsverpleging.
In tot-aal is met deze uitbreiding onge
veer 4 ton gemoeid.
Door mr. S. J. L. van Aalten is als amen
dement op het voorstel tot bosch- en park-
aanleg rpndom den Kralingscben.plas voor
gesteld B. en Ws. uit te noodigen voorstel
len tot een meer bescheiden park- en bosch-
aanleg aan den Linker-Maasoever bij den
Raad in te dienen.
Na hun bezoek gisteren aan Am
sterdam zijn de hertog en de hertogin van
Saksen-Coburg-Gotha per automobiel van
uit Amersfoort naar Het Loo gegaan, om
een bezoek te brengen aan de Koninklijke
familie. Zij keerden te zeven uren per
automobiel ten paleize Soestdijk terug.
Bedankt is voor -het beroep naar de
Ned.-Herv. Gem. te Utrecht (vaa-dr.
Troelstra-) door ds. M. M. den Hertog, te
"s-Gravenhage, en voor Benthuizen door
ds. O. J. van Rootselaar, te Noorden.
De Israëlietische bevolking te Goes en
Bolsward is zoo verminderd, dat de Israë
lieten te Goes zullen worden ingedeeld bij
Middelburg en die van Bolsward bij
Sneek. Te Goe.g en Bolsward vormen de
Israëlieten geen gemeente meer, te Bols
ward al sedert geruimen tijd.
Het dagelijksoh bestuur van het Cen
traal Genootschap voor Kuxderhcrstellings-
en Yaoantiekolonies wil trachten^ evenals
het vorige jaar, bij g.Jegenheid van den
verjaardag van H. M. de Koningin-Moeder
een inzameling te doen houden in alle bad
plaatsen en vele andere zomerplaatsen van
ons land.
Onder groote belangstelling werd gis
ternamiddag het stoffelijk overschot van
den heer C. A. A. Dudok de Wit op het
kerkhof der Nederd.-Herv. Gem. te Breu-
kelen ter aarde besteld. Te halfdrie vertrok
de stoet uit Nieuwersluis en te drie uren
kwam hij onder het beieren der kerkklok
tj Breukelcn aan. Onder de velen, die zich
op het kerkhof -verzameld hadden om den
overledene de laatste eer te bewijzen,
merkten wij op bestuursleden van de Am-
sterdamsche Roei- en Zeilvereeniging „De
Amstel." De heer Ph. Pinkhof legde, na
dat de kist in het familiegraf was bijgezet,
namens de Vereeniging „De Amsterdam-
sche Pers" een bloemstuk op het graf,
daarbij hulde brengende aan de nagedach
tenis van dezen journalistenvriend. Voorts
werden kransen op het graf nedergelegd
namens de Vereeniging tot Veredeling van
het Volksvermaak en de Vereeniging tot
bevordering van het V r eemd el i ng e n v er-
j keer te Amsterdam.
I Een zoon van den overledene dankte voor
de laatste eer, zijn vader bewezen.
Op de aanbeveling ter benoeming van
een secretaris der gemeente Stad-Almelo
zijn geplaatst No. 1 de heer J. H. A. Mod
derman, hoofdcommies ter gemeente
secretarie yan Assen, en No. 2 de heer K.
Atema, hoofdcommies ter gemeente-secre
tarie van Velzen.
De gewone audiënties van de Ministers
van Buitenlandsche Zaken van Waterstaat
en van Marine zullen Vrijdag 7 dezer
niet plaats hebben.
I s
HAARLEMMERMEER, Vanwege den
Provincialen Bond van Geitenfokkers in
X.-H. werd te Hoofddorp een openbare ver
gadering belegd, met het doel hier een ai-
deëling te stichten. Nadat door den voor
zitter van genoemden Bond, den heer Sterk,
te Haaiden^ het doel en streven van den
Bond was uiteengezet, traden 21 personen
als lid toe, terwijl er van meerderen, die
niet aanwezig konden zijn, bewijzen van in
stemming waren ontvangen. Als voorlcopig
bestuur, dat de eerste werkzaamheden op
zioh zal nemen, werden gekozen de hceren
H. de Vries; H. Koenen en B. v. d. Moren.
Door den 18-jarigen P'. J. Z., wonende
alhier, nabij de Nieuwe Brug is, ten na-
deele van zijn broeder, uit een afgesloten
kist, staande in de ouderlijke woning, een
bedrag van f 47 ontvreemd en hij is daarme
de verdwenen. Zijn opsporing en aanhou
ding is door den burgemeester dezer ge
meente verzocht.
Op de monstering van paarden, giste
ren door den heer Goldsmidt te Nieuw
Vennep gehouden, werden tien stuks aan
gevoerd, waarvan slechts één werd ver
kocht. De meeste der aangeboden paarden
waren te jong of te licht. Geboden prijzen
400 tot f 500.
Op liet door den Raad vastgesteld ko
hier van den Hoofdelijken Omslag, dienst
1911, komen voor 2379 namen v.an aaüge-
slagenen. Het gezamenlijk bedrag der aan
slagen is f 24,669.25, berekend naar een ge
zamenlijk belasfcb. inkomen van f 1,244,500.
KATWIJK. Ondei de nummers 55, 57 r n
53 zijn aan het plaatselijk telefoonnet al
hier aangesloten de heeren Jb. Haasnoot
Gzn., handelaar in groenten -en fruit, dr.
D. L. van Elk, arts, en C'. van Tol, bloem-
bollenkweeker.
LEIDERDORP. Het mond- en klauw
zeer is in deze gemeente als geweken te
beschouwen, over het geheel genomen was
de ziekte van vrij goedaardigen aard. Do
eerste aangifte had plaats 5 Mei jl.van
geen enkelen landbouwer is het vee onaan
getast gebleven; ongeveer 1600 stuks hoorn
vee heeft aan de ziekte geleden, waarvan
één is gestorven en begraven, terwijl eeuige
noodslachtingen hebben plaats gehad,
Dijkgraaf en Hoogheemraden van
Rijnland hebben de rekening van den
Zijllaan- en Meyepolder, over 1910, goedge
keurd in ontvang op f 585.96*, in uitgaaf op
f 538.16, en alzoo met een batig saldo van
f 47.80*. De begrooting voor 1911 werd
goedgekeurd in ontvang en uitgaaf op
f 1196.191, met een omslag van f 7 per
hectare. De hooge omslag is het gevolg van
het aanbrengen van een nieuwe roede.
WARMOND. Thans hebben wij hier on
zen tweeden leerling-aviateur, en wel den
'heer A. J. Slisser, méchanicicn. Hij heeft
zioh een machine aangeschaft, type-Blériot,
en is naar Gilse-Rijen vertrokken om aldaar
te vliegen.
WASSENAAR. De Raad vergadert Don
derdag 6 Juli, 's voormiddags te elf uren.
Behandeld zullen o. a. worden: Subsidie aan
het Fanfarekorps; voorstel reorganisatie
der politie; voorstel in zake de gasfabriek.,
81)
„Ik geloof dit vast. Al kan ik dan ook niet
andeis dan toegeven, dat mijn vader
Hy herinnerde haar zelf weer er aan, dat
LU Christiaan Havestrands zoon was. Dadelijk
veranderde zy weer van houding.
Wat w\) samen te bespreken hadden, me
neer Havèstrand, betrof alleen my. Ik weet nu
wat ik weten wilde, al hebt gy het eerst ont
kend. Het is een grove beleediging, die gf) ml)
met uw geld hebt aangedaan. Ik zal mjj echter
haasten u zoo spoedig mogelyk uw eigendom
terug te geven. En nu hoop ik, dat wy elkaar
voor het laatst gesproken hebben."
Zij trad een weinig ter zijde als verwachtte
zij, dat hij. nu heen zou gaan.
Maar Bernard Havèstrand bleef staan op de
plek, waar hy stond, en bewoog zich niet. Zyn
blik tras vast op haar gericht on weer klonk
er iets in zyn stem, als had hy een recht op
te eischen, toen hy zei:
Neen, barones Van der Eichen, ik ga nog
niet heen. Ik neem nog niet terug wat gy
mijn eigendom noemt. Ik wilde dit geld niet
behouden. Dit geld heelt myn vader u ont
nomen; ik goloof, dat gy het my niet weer
terug zult geveD, want gy hebt er recht op
na alles, wat op „Eichenkamp" is geschied."
Nu k.eek zy hem weder aan. De klank van
zyn stem had haar byzonder getroffen. Zy had
plotseling het gevoel, dat hier een ander dan
de zoon van den gehaten Havèstrand stond.
Zy gevoelde het zeer sterk: hy is anders dan
zyn vaderMaar met geweld schoof zy die
gedachte terug.
^Liever ga ik bedelen; liever sterf ik van
honger, dan dat ik een bete broods aan zou
nemen van iemand, die uw naam draagt l"
Hy was zeer bleek geworden.
„Gy maakt u het leven noodeloos zwaar,"
zei hy. Toen, zichzelf niet meer meester, riep
hy op harstochteiyken toon:
„Neen, neen, Ik zou dat niet kunnen ver
dragen. Ik zou geen oogenblik rust meer
hebben als ik wist, d*t gy, arm geworden,
voor uw brood moest werken."
Daar was weer het medeiyden, dat zy niet
verdragen kon en dat haar ergerde iederen
keer, als zy het aantrof.
Haar handon grepen in haar japon, maar
meteen voelde zy daar papier: Taüerns brief.
By de gedachte aan Tauern zag zy hem
plotseling voor zich staan. Zy zag zyn ge
spierde hand, die zich naar haar uitstrekte.
Bernard Havèstrand zag haar groote ver
warring. Nog zachter zei hy
„Wat zoudt gy willen beginnen? Ik weet,
dat ge geen bloedverwanten hebt, dat er ook
geen vrienden zyn om u te helpen. En gy
zyt er toch niet voor geboren, om by anderen
in dienst te gaan. Neen, dat zyt gy niet; ik
zou die gedachte niet kunnen verdragen, gy
werken voor uw brood, gy ondergeschikte
van anderen, gy, Edela!"
Plotseling liep een schok door haar lichaam.
Wat? Hy waagde het haar by haar voornaam
te noemen, en dat op een toon, waaruit meer
sprak dan warme toegenegenheid? Hy waagde
bet haar aan te zien met een blik, zooals
Dog nooit een man haar had aangozien 1 Wat
zou zy doen, om hem te doen gevoelen, dat
zy zyn toegenegenheid niet noodig had; dat
z(j hem minachtte, hem met zyn medelyden
Hy had zeker verwacht, dat zy nu naar hem toe
zou gaan, zyn hand zon nemen en hem smeeken
„Helpt gy my, helpt gy my, gy alleen 1"
En sleeds vaster kneep zy haar hand om
den brief van Tauern. Een vreemde lach
kwam nu om haar lippen. Zy wist na hoe
zy hem zou treffen en met iets spottends in
haar stem zei ze:
„Gy doet verkeerd my uw medelyden te
toonen, meneer Havèstrand; uw medelyden
ia geheel misplaatst. De gemalin van graaf
Tauern zal niet voor haar brood behoeven te
werken; wees gerustl"
Het was hem of hy een slag In het gelaat
had gekregen. Hy deed een stap achteruiten
greep naar zyn voorhoofd. Hy dacht aan don
brief, dien by van zyn vader gekregen had
en waarin deze woorden hem Yooral hadden
getroffen: „Terwyi ik een glas wyn zat te
drinken, zag ik haar. Een wit kleed had zy
aan en een heer zat naast haar; die had
haar roode rozen gegeven. En gy, dwaas,
bent het geweest, die baar het geld hebt
gegeven, om zich zoo te kleoden en zich in
die groote wereld te biyven bewegen l
Dat witte kleed en die roode rozen, daar
had by steeds aan moeten denken, en de
pynigende gedachten hadden hem eerst los
gelaten, toen hy haar in haar zwarte japon
voor zich had gezien.
„Wat, barones, gy wilt...l"
„Ik word de gemalin von Adiiaan von
Tauern."
Een goheel andbre uitdrukking was er nu
op zyn gelaat gekomen dan daar straks. En
toch was er iets in hem, dat zich verzette
tegen die woorden. Het is niet waar, dacht
hy, het kan niet waar zyn; zy zegt het al
leen, om my te tergen. Het moet een
leugen zyn.
Nogmaals deed hy een stap naar haar toe.
„Eén vraag dan nog, barones. Hebt gy
graaf Tauern lief?"
„Wat? Wat wilt gy nog? Wat durft gy
my vragen?"
„De waarheid 1 Want ik kan het niet ge-
looven, dat gy den graaf liofhebt; ik kan het
niet gelooven, dat gy ook maar één oogen
blik aan hem met teederheid hebt gedacht.
En zonder dat zy hem liefheeft, zal Edela
van dor Eichen nooit iemands vrouw worden.'
Nooit zal zy doen wat alleen zwakke vrouwen
kunnen: trouwen met een man zonder hem
lief te hebben."
Als een trotsch overwinnaar stond hy voor
haar. Het was haar of niet by, maar z\j zelf,
haar fiere, trotsche persoonlijkheid zelf, zoo
gesproken had. Het waren haar eigen stille
gedachten van daar straks, die hy nu uitsprak.
Haar fiero persooniykheid, haar trotsche
ik.Een vreemd lachen klonk in de kamer,
waarvan Bernard de reden niet kende.
Haar fiere ik, hoezeer was dat al vernederd
en hoe veel moer zou het nog vernederd worden I
Haar oog viel op do klok op don schoor-
stoenmantel. Het was tegen twaalven en on-
getwyfeld zou hy nu spoedig komen, hy,
haar redder en beschermer. Zy keek naar de
deur, hief toen haar hand op en zei op
kouden toon:
„Graaf Tauern kan ieder oogenblik komen.
Gy zult wel zoo goed willen zyn heen te gaan,
anders zou hy straks een eind aan dit gesprek
moeten maken."
Het werd Bernard Havèstrand schemerig
voor de oogen. Langzaam ging hy naar de
deur. Daar bleef hy 6taan en koek nog even
naar haar. Met trillende stem zei hy toen:
„Vaarwel, Edela van der Eichen."
Toen was hy de kamer reeds uit en had de
deur achter zich dicht getrokken. Hy ging de
gang door, langzaam naar de vooideur. Maar
in het tuintjo voor het hui9 gekomen, bleef
hy staan. Het was hem byna onmogeiyk om
nog verder te gaan. Hy keek om naar het
huis on zag toon de straat op. Daar kwam
een automobiel aansnorren, die voor het hek
van den tuin stilhield. Op de portieren stond
het wapen van graaf von Tauern. Bernard
wist nu, dat Edela waarheid had gesproken.
Graaf Tauern kwam om zyn verloofde te be
zoeken. Zyn verloofde? Neon, z\jn buit. Als
een roofdier kwam de lange gestalte uit de
auto. Hy, de man, die al een heel leven achter
zich had, hy was zoo brutaal geweest nu
beslag te loggen op Edela van der Eichen, de
reine, fiere barones van „Eichenkamp."
Bernard Havèstrand stond star to kijken
naar den graaf, die het hekje binnen stapte
en in het voortuintje trad.
Tauern nam de slanke, krachtige gestalte,
die midden op het tuinpad stond, met een
hoogmoedigen blik op. Zijn oogen begonnen
te schitteren, toen hy den vyandigen glans in
de oogen van den vreemdeling zag. Enkele
seconden keken beide mannen elkaar aan;
toen sloeg Tauern zijn oogen neer en ging
dicht langs Havèstrand hec huis binnen.
XIV.
Toen graaf Tauern in het salon kwam, 9tond
Edela nog op dezelfde plaats, waar zij gestaan
had, toen Bernard Havèstrand haar verliet. Zy
was nog even bleek als daar straks. Maar haar
oogen hadden een geheel andore uitdrukking.
Er sprak nu uit de vastberadenheid van iemand,
die tot eiken prys besloten heeft tot het
uiterste te gaan.
Met dien vastberaden blik keek zy Tauern
aan, toen hy binnen kwam.
(Wordt vervolgd.)