No. 15^53. ÏjSSDSöH DAGBLAD, Vrijdag- SO Jam. Tweed® Blad. Anno 1911. Buitenlandseh Overzicht Tweede Kamer. FEUILLETON. Os lisfde overwon. liet langdurig en vermoeiend feestpro- gram dat de Engelsohe Koning en Koningin door te maken hebben, loopt op zijn eind. Gisteren zijn zij, geëscorteerd door de Britsche koloniale en Indische troe pen, en vergezeld door den prins van Wa les en prinses Mary, in plechtigen optod.it> van Buckir.gh'am-palace naar St.-Paul's kathedraal gereden, waar zij de dank- godsdiènstcefening bijwoonden, en van daar naar Guildhall, waar zij een déjeuner bij woonden aangeboden door het stedelijk be stuur. Zi} keerden vervolgens door de armere wijken, ran Noord-Londen naar Bucking ham-palace terug. In Guildhall waren meer dan 650 gas ten; behalve de Koninklijke familie zaten de ministers, de leden van het corps diplo matique, de vertegenwoordigers van han del, beurs enz. mede aan. De straten waren versierd; een dichte menigte juichte den Koning en de Konin gin toe. Het weer was prachtig. Onöertussehen duurt de groote parlemen taire strijd, die in de vet o-w e t is be lichaamd, onverminderd voort. De wet is thans, zooals men weet in het Hoogerhuis, maar men schiet niet hard op. Ondanks liet krachtige verzet der regce- ring is met overgroote meerderhoid een amendement aangenomen, om de beslissing over de vraag of een wetsontwerp tot de financieele wetten moet worden gerekend, over te laten aan een commissie van zeven leden uit Hooger- en Lagerhuis. Dit geeft een aanwijzing dat ook de amendementen van lord Lansdowne wel een dergelijke meerderheid zullen vinden. Een crisis zou dus onvermijdelijk zijn al schijnen er nog altijd optimisten te zijn, die meenen dat ten slotte, als de regeering werkelijk voor den dag is gekomen met haar bedreiging van een peersbenoeming, de Lords hun verzet zullen opgeven. In het Lagerhuis heeft gisteren de op positie ook nog getracht de regeering uit haar tent te lokken. Enkele sprekers van de oppositie stelden n.i. eenige vragen om trent de houding, door de regeering tegen over de in het Hoogerhuis voorgestelde amendementen aan te nemen. Maar de regeering onthield zich van een verklaring en toen een der leden de vraag stelde of in geval van een peersbenoeming, het Hoogerhuis recht zou hebben de toelating ,van deze peers te weigeren, antwoordde minister Asquith eenvoudig: Dat is esn taak, waarover het geachte lid even be voegd is èen oordeel uit te spreken, als ik het ben. De regeering laat zich dus niet uit over hetgeen zij zal doen, indien de Lords voortgaan, de vétoweb te amende©- ren. Art. 1 ,van de vetowet is nu aangenomen, echter met twee tegen de regeering ge richte amendementen. De hoofdkwestie zal vermoedelijk Maandag aan de orde komen. Vandaag zal het nieuwe Fransch© kabinet zijn intree in de Kamer doen. D© reg©©ringsverklaring zal zeer kort zijn. Omtrent den inhoud verluidt !het volgende: D© regeering zal mededeelen, dat zij on verwijld d© begrooting zal doen behandelen en de quacstie der delimitaties in Champagne ten spoedigste zal regelenver der dat zij binnenkort -een wetsontwerp zal indienen, waarbij in plaats van ds thans gel dende bepalingen andere worden ingevoerd tot krachtdadiger en strenger onderdruk king van knoeierijen. Ook hoopt de regeering de kieshervor- ming te regelen; als grondslag voor de dis cussies neemt zij de besluiten van de com missie voor liet algemeen kiesreoht. Zij zal zich niet verzetten tegen het beginsel, nedergelegd in'art. I van het voorstel dier commissie, behoudt zich echter voor het initiatief te nemen tot wijzigingen, door welke de gehecle republikeinsche partij voor d> hervorming gewonnen kan worden. De regeering zal er voor zorgen, dat oo wet op de arbeiderspensioenen op den daarvoor bestemden datum in werking treedt en zal zich bij haar maatregelen laten leiden door ds in de Kamer gemaakte op merkingen. Het ministerie zal de onderhandelingen met d spoorwegmaatschappijen omtrent de ontslagen spoorwegarbeiders hervatten en haar verzoeken uan de daarvoor in aan merking komende ontslagen beambten een pensioen toe te kennen en de a "deren we der in dienst te stellen. Zij zal verder voor stellen, dat de maatschappijen een regle ment invoeren op de rechtspositie van het personeel en wijders spreekt zij als haar meening uit, dat het noodig is na te gaan welke wijzigingen kunnen worden gebracht in het beheer der spoorwegen, ten einde het toezicht van den .staat te verscherpen. Men weet dat er in Krank.rijk nog altijd een sterke koning s g ezin- d e p a r t ij bestaat. De wijze waarop som mige ledon dier partij de beginselen pro- pageeren maakt echter geen verheven in druk. De zgn. „camelót-s du roi" meenen dat met allerlei persoonlijke aanvallen op repu blikeinsche voormannen hun partij gediend is. Da'.'is weer geblekc-n bij het bezoek van president Fallières aan Rouaan. Daar hebben zij zich weer bijzonder on behoorlijk gedragen. De bladen in Rouaan zijn echter zoo ver standig geweest, daarvan niet de minste notitie te nemen, omdat zij geen reclame willen maken voor de kwajongensstreken der „camelots," en ook omdat zij zich schaamden voor de buitenlandsche bezoe kers van de jubilcumsfeesten. Slechts één blad te Rouaan Leeft op zeer krasse wijze den heeren royalisten de les gelezen over hun ongepast optreden. En daarvoor hebben de heeren dan óok af doende wraak genomen. Een bende „came- lots" drong met hun helpers de bureaus van dit blad binnen, waar zij den hoofd redacteur ernstig mishandelden, en verder alles, wat zij in handen konden krijgen, koirt en klein slóegen. Of een dergelijke propaganda goede vruchten afwerpt, is aan gegronde twijfel onderhevig. Men raakt in Duitschland nog maar niet uitgepraat over het gesprek datde Keizer eenigen tijd geleden op een lundb bij den Engelsehen minister Ilal- dane heeft gehad met den Engelsciien socialist Mao Donald. Door zijn partijgenooten in Engeland is Mac Donald ook nog al hard gevallen over een dergelijke kapitalistische handelwijze. Hij heeft nu in de Socialistische Revue" een verklaring gegeven. In verband met de onlangs door ons mee gedeelde verklaring van de ,,Nordd. Allg. Ztg.", is het van belang op te merken, dat volgens de verklaring van den heer Mao Donald het wel degelijk op initiatief van den keizer was, dat hij door den minister van oorlog tot den lunch was uitgenoodigd. Op de verwijten, dat hij als socialist niet met dén grooten vijand van het socialisme had moeten aanzitten, antwoordt Mae Donald, dat die verwijten onbeschaamd zijn. Dat de Duitsche regeering tegen het socialisme is, dat zij getracht heeft, dit te onderdrukken en dat de keizer zelf er zich dikwijls scherp over heeft uitgelaten, weet ieder, zegt hij. Maar in dit opzicht is er voor ieder een eenvoudige regel. Zoolang de oppositie tegen het socialisme rationeel blijft, en een constitutioneel en beschaafd karakter draagt, kan zij niet geacht wor den als iet-s, dat elk persoonlijk verkeer zou moeten verbreken. Men kan -evengoed met den keizer als met de heeren Balfour of Asquith over het socialisme spreken. Wij hebben er reeds meermalen op gewe zen, dat het bij de a. s. v e r k i e z i n- gen in Duitschland warm zal toe gaan. De partijen staan scherp tegen over elkaar en ieder hoopt voor zich de over winning. Dat de verhouding wel wat te wenschen laat, is dezer dagen gebleken in het Pruisische Huis van Afgevaardigden. Om beurten vertrekken do leden van links en rechts als er gestemd moest worden en zoodoende was er telkens een onvoldoend aantal aanwezig om besluit-1 te nemen. Zoo tracht men eikaars vooratellen schip breuk te doen lijden. Te midden xan deze hoogst stormachtige zitting kwam eensklaps het bericht, dat de beide Huizen van den Landdag gesloten zouden worden. Dit gaf opnieuw aanleiding tot tumult en nu zag men van links hierin een afgesproken spel van de meerderheid met de regeering. Toen dan ook de Rijkskanselier met de andere ministers kwam om het sluitingsdecreet voor te lezen, was de linkerzijdo bijna ge heel absent. r Bakko rewet. De Voorzitter, deelde medé, dat dé heer Brummelkamp het voornemen heeft Vrijdag (heden) voot to stellen aan do agenda nog toe te voegen do Bakkerswet. Door een der andere leden zal voorge steld worden de ouderdoms- en invaliditeit©, verzekering op een nader te bepalen dag in de maand September a.s. in do af dee lingen te behandelen. Nominaties Hooge Raad. Aan de orde was het opmaken van twee voordrachten ter vervulling van vacatures in den Hoogen Raad, ontstaan door het overlijden van den raadsheer mr. A'. M. Plcyte en door het eorvol ontslag, verleend aan den raadsheer mr. W. J. Karsten. Vaoaturewijlen mr. Pleyte. Do aanbevelingslijst van den Hoogen Raad bevat de volgende namon: 1. Mr. C. O. Segers, president der ar rondissements-rechtbank, te Utrecht. 2. Mr. H. Hessc, raadsheer in het ge rechtshof te Arnhem. 3. Jhr. mr. R. Feith, raadsheer in hot gerechtshof te 's-Gravenhage. 4. Jhr. mr. J. J. GockiAga, vioc-president van het gerechtshof te Arnhem. 5. Mr. H. C. Dre9scIIiuys, administrateur met den persoonlijken fitèl van direoteur- generaal van het gevangenis-, Rijks- tucht- en opvoedingswazen. 6. Mr. dr. L. E. Visser, vice-presidenti der arrondissements-rechtbank te Rotterdam. Eerste candidaat. Bij eerste stemming wor den uitgebracht 64 stemmen, waarvan op mr. C. O. Sëgers 45 stenünen, op mr. H. Hesse 14 stemmen, op mr. dr. L. E- Vis ser 1 stem en op mr. J. H. Bijdendijk 1 stem. Eerste- candidaat is dus mr. C. O. Sogers, president der arrondissements-rechtbank te Utrecht. Bij de stemming voor den tweeden candi daat worden uitgebracht 64 stemmen, waar van op mr. H. Hess©, 47, op mr. J. J. Gockinga 8, op mr. clr. L. E. Visser 2,- op mr. H. P. L. Nclissen 3 stemmen, op mr. L. O. Besier 1 stem en 3 stemmen in blanco. Tweede candidaat is düs m!r. H. Hessé, raadsheer in het gerechtshof te Arnhem. Bij de stemming voor den derden candi daat worden uitgebracht 59 stemmen, waar ven op jlir. mr. R. Feith 42, op mt. L. C. Besier 4, op mr. J. J. Gockinga 7, op mr. J. II. Bijdendijk 2, op mr. H. C. Dres&el- liuys 1, mr. dr. L. E. Visser 2 stom'men. qn 1 stem in blanco. Derde candidaat is dus jhr. mr. R. Feith1, raadsheer in het gerechtshof te 's-Gravcn- liage. V a c a tu re o n t s la g mL- Karsten. De aanbevelingslijst van den Hoogen Raad der Nederlanden bevat de volgende namen 1. Mr. H. Hess©, raadsheer in het ge rechtshof te Arnhem. 2. Jhr. nrr. R. Feith, raadsheer in het ge rechtshof te 's-Gravenhage. 3. Jhr. mr. J. J. Gockinga, vioc-presi- dent van het gerechtshof te Arnhem. 4. Mr. H. C. Dresselhuys, administrateur met den persoonlijken titel van directeur- generaal van heb gevangenis-, Rijkstucht- en opvoedingswezen te 's-Gravenhage. 5. Mr. dr. L. E. Visser, vice-president der arrondissements-rechtbank te Rotter dam. 6. Mr. L. C. Besier, substituut-officier bij de arrondissements-rechtbank te Am sterdam. Eerste candidaat. Bij eer^t. stemming worden uitgebracht 64 stemmen, waarvan op mr. A. P. L. Nelissen, oud-minister van Justitie te '-Gravenkage 38 st., op mr. H. Hesse 24 st., op mr. L. C. Besier 1 st. en 1 st. blanco. Eerste candidaat is dus mr. A. P. L. Ne lissen, oud-minister van Justitie te 's-Gra venhage. Bij de stemming voor den tweeden can didaat worden uitgebracht 67 stemmen, waarvan op mr. H. Hesse 21, op jhr. mr. R. Feith 1, op mr. J. J. Gockinga 13, op mr. J. Limburg 1, op mr. J. H. Bijdendijk 4, op mr. dr. L. E. Visser 1, op mr. L. C. Be-sier 3, op mr. Dresselhuys 1, op mr. Duynsteo I stem en in blanco 6 rtemmen. Aangezien niemand de meerderheid heeft, is een tweede vrije stemming noodig. Uitgebracht worden 58 stemmen, waar van op mr. Hesse 22, mr. Dresselhuys mr. Gockinga 17, jhr. mr. Feith 1, mr. Bijdendijk 24 mr. Aalberse 2, jhr. V. do Stuers (lid der Kamer) 1, mr. Besier 1, mr. Duynstee (lid der Kamer) 1, en 8 blanco stemmen en 1 ongeldige stem op den l eer Van Vuuren (lid der Kamer), omdat deze geen meester in de rechten is. Een derde stemming ig dus noodig. Uit gebracht worden 55 stemmen, waarvan op mr. Hesse 31, mr. Besier 1, mr. Gockinga 16, mr. Bijdendijk 1 stem, 5 stemmen :n blanco en 1 ongeldige stem op den heer van Huyssen. De Voorzitter deelt me le, dat deze stemming' ongeldig is, omdat er slechts 50 behoorlijk ingevulde stembriefjes zijn. Spr. zegt nog een stemming te zullen houden en wordt weder een dergelijk re sultaat verkregen, de vergadering te zullen sluiten. Bij de vierde stemming voor den tweeden candidaat worden uitgebraoht 64 stemmen, waarop op mr. Hesse 40, mr. Gockinga 10, mr. Bijdendijk 1, mr. De Visser 1 stem en 12 blanco stemmen. Tweede candidaat is dus mr. H. Hesse, raadsheer in het gerechtshof te Arnhem. Bij de eerste stemming \oor cleD derden candidaat worden uitgebracht 61 stemmen, waarvan. op mr. Gockinga 16, mr. Feith 17, mr. Dresselhuys 8, mr, Besier 4, mr. Vis ser 1, 13 blanco stemmen en een ongeldige stem op mr. Hesse. De Voorzitter constateert, dat he laas wederom een niet voldoende aantal be hoorlijk ingevulde stembriefjes werd inge leverd, waarom spr. de vergadering schorst tot morgenochtend. De heor De Savornin Lohman merkt op, dat er een aantal leden is, dat niet hun plicht verkiest te doen, welke de wet hun. opdraagt- Het publiek moet weten aan welke zijde de obstructie is. Spr. stelt voor om de vergadering wel voort te zetten. Het voorstel wordt met algemeene stem men (63) aangenomen. De heer Aalberse heeft zijn naam niet hooren afroepen en verklaart, dat hij voor had willen steramen. Besloten wordt de verder© stemming be treffende een derden candidaat Vrijdag ochtend te houden. Invoer van g e d i s t i 11 e er d en v.'r u c h t e n. Daarna woédt voortgegaan met de onlangs 'geschorste behandeling van artikel 4 van het wetsontwerp, houdende nadere bepalin gen met betrekking tot de belasting bij in voer verschuldigd van gedistilleerd en vruch ten. Hierbij is tevens aan de orde een amen- dement-Schapcr, om weder in te voegen de slotwoorden „en is mede van toepassing op goederen, die alsdan ten invoer aangegeven,- doch nog niet tot het vrije verkeer gebracht zijn." Daardoor zal art. 4 weder terugwer kende kracht vér krijgen. (Bij de vorige behandeling bleek de ver gadering bij do stemming onvoltallig). De lieer De Savornin Loliman be strijdt de verleen ing van terugwerkend© kracht, te meer, waar het hier een strafbe paling was; men zou dan gaan vervolgen voor een feit, dat niet strafbaar was, toen het gepleegd word. Vervolgens komt spr. op tegen de uitlatin gen van den heer Schaper, als zouden de leden van de rechterzijde belastingontdui kers steunen. Voor den eérsten keer heeft spr. hier de persoonlijke eer, ook van mede-leden, inoe- ten verdedigen. Hij hoopt, dat het de laalelq I maal is. Ook zal hij zich deze zaken nieU I ineer zoo aantrekken, omdat het peil dezen Kamer blijkt niet meer zoo hoog 1e staan als vroeger. D© heer ïïeémskerk verklaart zich' voor liet amendement-Schaper. i. gaat het te ver hier to sproken van een verzekering van rechtszekerheid voor Jicn, di© van de mogelijkheid de wet te outduiken gebruik maken. De hoer Schaper concïudcért uit het? feit, dat de hoor 'Loliman nogmaals op do zaak terugkwam, dat deze dus meende liiec te kunnen volstaan mot tc zeggen, dat spr. gelogen had. Over zijn amendement zal spr. niets meer ter aanbeveling zoggen, waar hij in gezel schap is van minister Kolkman, oen meester in de rechten, en van een belastingdeskun dige als de heer Heemskerk. Verder wijst spr. er op, dat de hoor Loh'. man vele malen insinuaties ©n beleed ig in gen tot de linkerzijde gericht heeft. Spr. be wondert den moed, welken hij niet nader zal kwalificeeren, van zoo'n geacht afgevaardig de, die durft sproken van teleurstellingen in zijn parlementaire leven. Do Minister van Financiën, de lieer Kolkman botoogt, dat de terugwerken de kracht niet do strafactie betreft; men wil slechts voorkomen, dat hot gedistilleerd, dat uitgevoerd werd, onder een andere benaming,- nl. die van vruchten op brandewijn wordt ingevoerd. Spr. laat overigens de beslissing aan de Kamer. De lieer L o f f is het niet met den Mi nister eens. Deze mag trouwens aan de Ka mer niet vragen zich mot oen standpunt, door hem ingenomen, te vereenigen. Of het land benadeeld wordt, heeft do Minister niet uit te maken, daarover beslist 'een andere macht. De heer Borgesius zegt, dat het niet alleen leden van do rechterzijde zijn, die meenen, dat de Ministor geheel te goeder trouw een vergissing heeft begaan, 't Is hier niet een kwestie van juristerij, maar van recht in Nederland, ook voor smokkelaars. Do hoer Schaper betoogt, dat het iliet gaat om straf, maar om den accijns nog to krijgen, welken men wilde verdonkeremanen. D© lieer Heemskerk voert nogmaals liet woord, daarna wordt tot stemming over- I gegaan. Het amendement-Schaper wordt met 50 te gen ,7 stemmen verworpen. Voor stemden de heeren Roossingh, Heems kerk, Schaper, Helsdingen, Duys, Hugen- lioltz, De Klerk. Het artikel, daarna het wetsontwerp wordt z. h. st. aangenomen. De vergadering wordt hierna verdaagd tot Vrijdagochtend elf uren. Regeling van werkzaamheden. Besloten is nog eenige wetsontwerpen aan de agenda toe te voegen; terwijl van dc agenda wordt afgevoerd het wetsontwerp tot dekking van liet tekort der Rijksverzekerings bank. Het terrein aan de Korte- naerkade. Aanvankelijk bestond het voornemen op het open terrein aan de Kortenaerkade te 's-Gravenhage een nieuw gebouw te stich ten voor het departement van Waterstaat, met inbegrip van het Hoofdbestuur der Posterijen en Telegraphic. Nader is echter gebleken, dat het terrein niet groot groot genoeg is voor het De partement van Waterstaat, doch de minis ter van Waterstaat, meent wel, dat da-ir een groot dienstgebouw gesticht kan wor den voor genoemd Hoofdbestuur. Hij heeft daarom aan de Tweede Kamer voorgesteld het terrein van de gemeente 's-Gravenhage aan te koop en voor den prijs van f 98,988.50. Het terrein is groot 2011 vierk. M. Aanvullingsbegrooting Landbouw 1910. Door verschillende leden werden bij het afdeelingsonderzoek ernstige klachten ge uit over de talrijke en belangrijke over schrijdingen der oorspronkelijke bcgroo- 26) „Dierbare Vicky," had hy haar genoemd, en zy riep: „Ja, lieve Adriaan, jy verstaat de kunst eon mensch gelukkig'te maken. Toen je kaarten vanmiddag kwamen, was ik meer dan ver rukt. Dat kan het freuletje hier getuigen. Je staat toch toe...." Een zondsr toestemming af te wachten, vatte zij Edela, die nog altijd met afgewend hoofd stond, by de hand, trok haar nadeiby, en zeiJe ontroerd, alsof zij een grooten monarch een jonge hofdame to ge- moet voerde. „Ik stol don rijksgraaf von Tauem barones Edela van der Eichen voor, dezelfde barones, over wie ik in myn laatsten briof heb ge schreven, lieve Adnaan, als jij je dat nog herinnert." De graaf glimlachte, een zeldzame glimlach, terwijl hij Vogeltje, wie het zoo gemakkelijk viol, hem bij den voornaam te noemen, van het hoofd tot de voeten opnam. Daarna viel zijn blik op Edela, die b(i recht in de oogen keök. Zy sloog de hare niet neder, ook niet, toen z(j klourde onder de laatste ivoorden van Vogeltje. Zou hij geweten hebben, dat hjj haar dezen avond zou terugzien? Wat zou hy nu zeggon Het antwoord kwam langzaam: „Zeker, ik herinner het my." Zyn zeldzame glimlach bleef, terwyl hy zich tot Edela wendde, met de woorden: „Hoe hebt u de voorstelling gevonden, barones. Zyn Tannbau6er en godin Venus u goed bevallen of gevoelt ge meer voor de vrome Elisabeth?" Waarom kwam hy de schoone, reine vreugde van dezen avond verstoren? Dat was haar eerste gedachte. En haar tweede gedachte was: Aan hem had zy dezen avond te danken. Zy moest hem daar nu iet6 van zeggen. „Do gevor van dit alles mag verwachten, dat men hem dankbaar is," gaf zy kort ten antwoord. Vogeltje zotte een verlegen gezicht. Op welk een toon sprak het kind tochEn hoe keek zy hem daarby aan 1 Zy werd zeer on rustig, vooral ook, omdat zy door zyn verdere .woorden niet wyzer werd. Hy sprak, terwyl hy byna onhoorbaar in zyn handen klapte: „Bravo, barones. Verraad uw gedachten niet." Daarna opende hy de deur der loge, die door do overige personen reeds verlaten was. „De schouwburg wordt gesloten. Ik mag zeker de dames wel vergezellen en haar iets aanbieden Vogeltje was byna op haar knicön gezonken. Toon echter stond zy plotseling stil alsof zy haar ooren niet vertrouwde. „Ik dank u. Ik zou gaarne naar huis gaan," zei Edela. „Maar kind, als de graaf ons dat genoegen nu doen wil, en werkelyk, ik houd wel van een kopje koffie om dezen tijd van den avond. Ik heb er zelfs veel zin in...." „Ik kan heel goed aileon ga3n, als gy nog wat hior wilt blij ven Maar Tauem viel hier in de rode. „Neen, neen, wy laten u in geen geval alleen gaan, barones; gy onderschat onze hoffelijkheid en gy zult toch geen pressie op ons willen uitoefenen? In eik geval zullen wy zorg dragen, dat uw nachtrust niet ver kort wordt." Aldus voegde hy de zaken en Edela kon niets zeggen. Is de garderobe kwam voor Vogeltje nog een zeer pyniyk oogenblik. Zy had haar ouden regenmantel aan on en dat zou de graaf moeten zien. Even later zaten zij echter reeds in de automobiel, waarop het wapen van Tauern piykte, en Vogeltje keek den graaf, die tegen over haar zat, met smeltende blikken nan. De chauffeur toetorde luid en snel reed de auto voort. Slechts een minuut reden zy zoo; toen stapten zy naar Tauems hotel. De bediende die naast den chauffeur gezeten had, sprong uit den wagenportier en kellners kwamen haastig uit het hotel naar buiten loopen. Zy kwamen in de met bloemen ver sierde vestibule en bet was Edela als hoorde zy een innerlyke stem roepen; „Doe het niet... loop weg... loop weg!" Maar Vogeltje had haar hand genomen en drukte die vast tegen zich aan. W668 een beetje vrooiyk," fluisterde zy; „toe kind, doo my dat pleizier! Toe, doo het voor mij." Hoe het kwam, wist Edela niet, maar zy voelde zich werkelyk opgewekt in de groote zaal waar z'y binnen traden. Kwam het om dat zy aan Vogeltjes verzoek had voldaan? Kwam het door het zilver, het kristal en de bloemen in de eetkamer? Kwam het door de muziek, die door een kleine dameskapel achter in de zaal gospeold werd? Kwam het door den fonkelenden wyn, of was het, omdat Edela's jeugd onverwachts weer op don voor grond trad? Zy wist het waariyk niet. Zy was niet alleen vrooiyk, zooals Vogeltje het haar gevraagd had; maar zy gaf zich onge dwongen, opgewondon en vry, zooals zy vroeger op „Eiclienkamp" altyd geweest was. Misschien kwam het ook wel omdat Tauern er byzonder goed slag van had om haar op vrooiyken. Hy sprak niet veel, maar wat hy zei was vol geest en werd speciaal tot Edela gericht. Iiy sprong van het eone onderwerp op het andere en Edela volgde hem steeds; zy was niot minder geestig dan hy. „Koorddansen kan Ik niet," zei ze lachend, maar msteen moest zy er aan denken hoe zwak z(j Indertyd op de rotsen geweeRt was, toon hy haar schreden leidde. Zy werd rood. Het viel haar nu op, dat hy gedurende hun geheele gesprek mot geen woord nog had gezinspeeld op hun vroegere ontmoeting Dat kwam haar plotseling zoo vreemd voor en dat te meer, daar zy de reden niet wist, waarom hy dit onderwerp vermeed. En terwyl zy daarover dacht, voelde zy plotseling den zelfden tegenzin tegen Tauern, dien zy dien avond op de rotsen gevoeld had. Hy deed echter of hy de verandering, die er over haar gekomen was, niet bemerkte en zei langzaam: „Koorddansen, dat is ook niet noodig. Als men maar stevig te paard kan zilton." Vogeltje, die heel goed bemerkte, dat de graaf byna uitsluitend tegen Edela sprak, zonder dat zy zich daaraan ergerde, sloeg haar handen ineen en riep: „Och, wat een grappen, wat een geest!" „Nu," vroog do graaf, zich tot Edela wendend, „zullen wy dat compliment aannemen?" „Wat my betreft, geloof Ik, dat het over dreven Is, ik ben niet zoo geestig," ant woordde Edola. „Neen, gelukkig niet!" zei hy ernstig. Vogeltjes oogen halden eon vreemde uit drukking door de groote hoeveelheid wyn, die zy had gebruikt. „Maar lieve Adriaan I" riep zy, en toen voegde zij daaraan toe, alsof zy het zich tot plicht rekende Edela wat fce beschermen: „Hy bedoelt natuuriyk precies het tegenoverge stelde, die slimme graaf; natuuriyk het om gekeerde van wat hy zegt!" „Ik bedoel wat ik zeg," zei Tauern, terwyl hy aan zyn snor trok. „Maar maak er je niet zoo druk over, Vicky; al is men niet geestig, daarom is men nog niet geesteloos." Een diepe zucht was het eenige antwoord van Vogeltje. Zy moest eerst nieuwe kracht uit haar wynglas putten, voordat zy ant woordde: „Och hemel, dat gaat myn begrip te boven. Het zal wel door de muziek van vanavond komen, die zal my zeker te veel hebben aan gepakt." Zy zag er zoo komisch uit by die woorden, dat Edola geon meester meer over haar lach lust kon oiyven en in lachen uitbarstte. Hoe lang was het geledon, dat Edela zoo hartelijk en ongedwongen gelachen had Voor Vogeltje was het althans een vreemde klank en ver baasd zat zy naar het heldere geluid te luisteren. „Zy h9oft gelachen, werkelyk gelachen I" riep zy toen. „Vyf maanden ken ik haar nu al, maar nog nooit heb ik haar zoo hooren lachen 1 Dat komt van dan heeriykon avond, dien wy gehad hebben. Ja, zy heeft werkelyk gelachen! Heb je het gehoord, Adriaan?" Hy antwoordde niet, maar langzaam nam hy uit oen vaas een der daarin prijkende rozen en bood die Edela aan. „Ik hoop inderdaad, dat het een genoeglyke avond voor u is geweest," zei hy; „en dat de avond goede gevolgen zal hebben." Dat klonk als een zacht verzoekNeom dit aan, wat ik u aanbied; en daarom nam Edela de roos aan. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 5