No. 15^53. ÏjSSDSöH DAGBLAD, Vrijdag- SO Jam. Tweed® Blad. Anno 1911.
Buitenlandseh Overzicht
Tweede Kamer.
FEUILLETON.
Os lisfde overwon.
liet langdurig en vermoeiend feestpro-
gram dat de Engelsohe Koning en
Koningin door te maken hebben, loopt
op zijn eind. Gisteren zijn zij, geëscorteerd
door de Britsche koloniale en Indische troe
pen, en vergezeld door den prins van Wa
les en prinses Mary, in plechtigen optod.it>
van Buckir.gh'am-palace naar St.-Paul's
kathedraal gereden, waar zij de dank-
godsdiènstcefening bijwoonden, en van daar
naar Guildhall, waar zij een déjeuner bij
woonden aangeboden door het stedelijk be
stuur.
Zi} keerden vervolgens door de armere
wijken, ran Noord-Londen naar Bucking
ham-palace terug.
In Guildhall waren meer dan 650 gas
ten; behalve de Koninklijke familie zaten
de ministers, de leden van het corps diplo
matique, de vertegenwoordigers van han
del, beurs enz. mede aan.
De straten waren versierd; een dichte
menigte juichte den Koning en de Konin
gin toe. Het weer was prachtig.
Onöertussehen duurt de groote parlemen
taire strijd, die in de vet o-w e t is be
lichaamd, onverminderd voort. De wet is
thans, zooals men weet in het Hoogerhuis,
maar men schiet niet hard op.
Ondanks liet krachtige verzet der regce-
ring is met overgroote meerderhoid een
amendement aangenomen, om de beslissing
over de vraag of een wetsontwerp tot de
financieele wetten moet worden gerekend,
over te laten aan een commissie van zeven
leden uit Hooger- en Lagerhuis. Dit geeft
een aanwijzing dat ook de amendementen
van lord Lansdowne wel een dergelijke
meerderheid zullen vinden. Een crisis zou
dus onvermijdelijk zijn al schijnen er nog
altijd optimisten te zijn, die meenen dat ten
slotte, als de regeering werkelijk voor den
dag is gekomen met haar bedreiging van
een peersbenoeming, de Lords hun verzet
zullen opgeven.
In het Lagerhuis heeft gisteren de op
positie ook nog getracht de regeering uit
haar tent te lokken. Enkele sprekers van
de oppositie stelden n.i. eenige vragen om
trent de houding, door de regeering tegen
over de in het Hoogerhuis voorgestelde
amendementen aan te nemen. Maar de
regeering onthield zich van een verklaring
en toen een der leden de vraag stelde of
in geval van een peersbenoeming, het
Hoogerhuis recht zou hebben de toelating
,van deze peers te weigeren, antwoordde
minister Asquith eenvoudig: Dat is esn
taak, waarover het geachte lid even be
voegd is èen oordeel uit te spreken, als ik
het ben. De regeering laat zich dus niet
uit over hetgeen zij zal doen, indien de
Lords voortgaan, de vétoweb te amende©-
ren.
Art. 1 ,van de vetowet is nu aangenomen,
echter met twee tegen de regeering ge
richte amendementen. De hoofdkwestie zal
vermoedelijk Maandag aan de orde komen.
Vandaag zal het nieuwe Fransch©
kabinet zijn intree in de Kamer doen.
D© reg©©ringsverklaring zal zeer kort zijn.
Omtrent den inhoud verluidt !het volgende:
D© regeering zal mededeelen, dat zij on
verwijld d© begrooting zal doen behandelen
en de quacstie der delimitaties in
Champagne ten spoedigste zal regelenver
der dat zij binnenkort -een wetsontwerp zal
indienen, waarbij in plaats van ds thans gel
dende bepalingen andere worden ingevoerd
tot krachtdadiger en strenger onderdruk
king van knoeierijen.
Ook hoopt de regeering de kieshervor-
ming te regelen; als grondslag voor de dis
cussies neemt zij de besluiten van de com
missie voor liet algemeen kiesreoht. Zij zal
zich niet verzetten tegen het beginsel,
nedergelegd in'art. I van het voorstel dier
commissie, behoudt zich echter voor het
initiatief te nemen tot wijzigingen, door
welke de gehecle republikeinsche partij
voor d> hervorming gewonnen kan worden.
De regeering zal er voor zorgen, dat oo
wet op de arbeiderspensioenen op den
daarvoor bestemden datum in werking
treedt en zal zich bij haar maatregelen laten
leiden door ds in de Kamer gemaakte op
merkingen.
Het ministerie zal de onderhandelingen
met d spoorwegmaatschappijen omtrent
de ontslagen spoorwegarbeiders hervatten
en haar verzoeken uan de daarvoor in aan
merking komende ontslagen beambten een
pensioen toe te kennen en de a "deren we
der in dienst te stellen. Zij zal verder voor
stellen, dat de maatschappijen een regle
ment invoeren op de rechtspositie van het
personeel en wijders spreekt zij als haar
meening uit, dat het noodig is na te gaan
welke wijzigingen kunnen worden gebracht
in het beheer der spoorwegen, ten einde
het toezicht van den .staat te verscherpen.
Men weet dat er in Krank.rijk nog
altijd een sterke koning s g ezin-
d e p a r t ij bestaat. De wijze waarop som
mige ledon dier partij de beginselen pro-
pageeren maakt echter geen verheven in
druk. De zgn. „camelót-s du roi" meenen dat
met allerlei persoonlijke aanvallen op repu
blikeinsche voormannen hun partij gediend
is. Da'.'is weer geblekc-n bij het bezoek van
president Fallières aan Rouaan.
Daar hebben zij zich weer bijzonder on
behoorlijk gedragen.
De bladen in Rouaan zijn echter zoo ver
standig geweest, daarvan niet de minste
notitie te nemen, omdat zij geen reclame
willen maken voor de kwajongensstreken
der „camelots," en ook omdat zij zich
schaamden voor de buitenlandsche bezoe
kers van de jubilcumsfeesten.
Slechts één blad te Rouaan Leeft op zeer
krasse wijze den heeren royalisten de les
gelezen over hun ongepast optreden. En
daarvoor hebben de heeren dan óok af
doende wraak genomen. Een bende „came-
lots" drong met hun helpers de bureaus
van dit blad binnen, waar zij den hoofd
redacteur ernstig mishandelden, en verder
alles, wat zij in handen konden krijgen,
koirt en klein slóegen.
Of een dergelijke propaganda goede
vruchten afwerpt, is aan gegronde twijfel
onderhevig.
Men raakt in Duitschland nog
maar niet uitgepraat over het gesprek
datde Keizer eenigen tijd geleden op
een lundb bij den Engelsehen minister Ilal-
dane heeft gehad met den Engelsciien
socialist Mao Donald.
Door zijn partijgenooten in Engeland is
Mac Donald ook nog al hard gevallen over
een dergelijke kapitalistische handelwijze.
Hij heeft nu in de Socialistische Revue"
een verklaring gegeven.
In verband met de onlangs door ons mee
gedeelde verklaring van de ,,Nordd. Allg.
Ztg.", is het van belang op te merken, dat
volgens de verklaring van den heer Mao
Donald het wel degelijk op initiatief van
den keizer was, dat hij door den minister
van oorlog tot den lunch was uitgenoodigd.
Op de verwijten, dat hij als socialist niet
met dén grooten vijand van het socialisme
had moeten aanzitten, antwoordt Mae
Donald, dat die verwijten onbeschaamd
zijn. Dat de Duitsche regeering tegen het
socialisme is, dat zij getracht heeft, dit te
onderdrukken en dat de keizer zelf er zich
dikwijls scherp over heeft uitgelaten, weet
ieder, zegt hij. Maar in dit opzicht is er
voor ieder een eenvoudige regel. Zoolang
de oppositie tegen het socialisme rationeel
blijft, en een constitutioneel en beschaafd
karakter draagt, kan zij niet geacht wor
den als iet-s, dat elk persoonlijk verkeer zou
moeten verbreken. Men kan -evengoed met
den keizer als met de heeren Balfour of
Asquith over het socialisme spreken.
Wij hebben er reeds meermalen op gewe
zen, dat het bij de a. s. v e r k i e z i n-
gen in Duitschland warm zal toe
gaan. De partijen staan scherp tegen over
elkaar en ieder hoopt voor zich de over
winning. Dat de verhouding wel wat te
wenschen laat, is dezer dagen gebleken in
het Pruisische Huis van Afgevaardigden.
Om beurten vertrekken do leden van links
en rechts als er gestemd moest worden en
zoodoende was er telkens een onvoldoend
aantal aanwezig om besluit-1 te nemen.
Zoo tracht men eikaars vooratellen schip
breuk te doen lijden. Te midden xan deze
hoogst stormachtige zitting kwam eensklaps
het bericht, dat de beide Huizen van den
Landdag gesloten zouden worden. Dit gaf
opnieuw aanleiding tot tumult en nu zag
men van links hierin een afgesproken spel
van de meerderheid met de regeering. Toen
dan ook de Rijkskanselier met de andere
ministers kwam om het sluitingsdecreet
voor te lezen, was de linkerzijdo bijna ge
heel absent.
r Bakko rewet.
De Voorzitter, deelde medé, dat dé
heer Brummelkamp het voornemen heeft
Vrijdag (heden) voot to stellen aan do agenda
nog toe te voegen do Bakkerswet.
Door een der andere leden zal voorge
steld worden de ouderdoms- en invaliditeit©,
verzekering op een nader te bepalen dag
in de maand September a.s. in do af dee
lingen te behandelen.
Nominaties Hooge Raad.
Aan de orde was het opmaken van twee
voordrachten ter vervulling van vacatures
in den Hoogen Raad, ontstaan door het
overlijden van den raadsheer mr. A'. M.
Plcyte en door het eorvol ontslag, verleend
aan den raadsheer mr. W. J. Karsten.
Vaoaturewijlen mr. Pleyte.
Do aanbevelingslijst van den Hoogen Raad
bevat de volgende namon:
1. Mr. C. O. Segers, president der ar
rondissements-rechtbank, te Utrecht.
2. Mr. H. Hessc, raadsheer in het ge
rechtshof te Arnhem.
3. Jhr. mr. R. Feith, raadsheer in hot
gerechtshof te 's-Gravenhage.
4. Jhr. mr. J. J. GockiAga, vioc-president
van het gerechtshof te Arnhem.
5. Mr. H. C. Dre9scIIiuys, administrateur
met den persoonlijken fitèl van direoteur-
generaal van het gevangenis-, Rijks- tucht-
en opvoedingswazen.
6. Mr. dr. L. E. Visser, vice-presidenti
der arrondissements-rechtbank te Rotterdam.
Eerste candidaat. Bij eerste stemming wor
den uitgebracht 64 stemmen, waarvan op
mr. C. O. Sëgers 45 stenünen, op mr. H.
Hesse 14 stemmen, op mr. dr. L. E- Vis
ser 1 stem en op mr. J. H. Bijdendijk 1 stem.
Eerste- candidaat is dus mr. C. O. Sogers,
president der arrondissements-rechtbank te
Utrecht.
Bij de stemming voor den tweeden candi
daat worden uitgebracht 64 stemmen, waar
van op mr. H. Hess©, 47, op mr. J. J.
Gockinga 8, op mr. clr. L. E. Visser 2,-
op mr. H. P. L. Nclissen 3 stemmen, op
mr. L. O. Besier 1 stem en 3 stemmen in
blanco.
Tweede candidaat is düs m!r. H. Hessé,
raadsheer in het gerechtshof te Arnhem.
Bij de stemming voor den derden candi
daat worden uitgebracht 59 stemmen, waar
ven op jlir. mr. R. Feith 42, op mt. L. C.
Besier 4, op mr. J. J. Gockinga 7, op mr.
J. II. Bijdendijk 2, op mr. H. C. Dres&el-
liuys 1, mr. dr. L. E. Visser 2 stom'men.
qn 1 stem in blanco.
Derde candidaat is dus jhr. mr. R. Feith1,
raadsheer in het gerechtshof te 's-Gravcn-
liage.
V a c a tu re o n t s la g mL-
Karsten.
De aanbevelingslijst van den Hoogen
Raad der Nederlanden bevat de volgende
namen
1. Mr. H. Hess©, raadsheer in het ge
rechtshof te Arnhem.
2. Jhr. nrr. R. Feith, raadsheer in het ge
rechtshof te 's-Gravenhage.
3. Jhr. mr. J. J. Gockinga, vioc-presi-
dent van het gerechtshof te Arnhem.
4. Mr. H. C. Dresselhuys, administrateur
met den persoonlijken titel van directeur-
generaal van heb gevangenis-, Rijkstucht-
en opvoedingswezen te 's-Gravenhage.
5. Mr. dr. L. E. Visser, vice-president
der arrondissements-rechtbank te Rotter
dam.
6. Mr. L. C. Besier, substituut-officier
bij de arrondissements-rechtbank te Am
sterdam.
Eerste candidaat. Bij eer^t. stemming
worden uitgebracht 64 stemmen, waarvan
op mr. A. P. L. Nelissen, oud-minister
van Justitie te '-Gravenkage 38 st., op mr.
H. Hesse 24 st., op mr. L. C. Besier 1
st. en 1 st. blanco.
Eerste candidaat is dus mr. A. P. L. Ne
lissen, oud-minister van Justitie te 's-Gra
venhage.
Bij de stemming voor den tweeden can
didaat worden uitgebracht 67 stemmen,
waarvan op mr. H. Hesse 21, op jhr. mr.
R. Feith 1, op mr. J. J. Gockinga 13, op
mr. J. Limburg 1, op mr. J. H. Bijdendijk
4, op mr. dr. L. E. Visser 1, op mr. L. C.
Be-sier 3, op mr. Dresselhuys 1, op mr.
Duynsteo I stem en in blanco 6 rtemmen.
Aangezien niemand de meerderheid heeft,
is een tweede vrije stemming noodig.
Uitgebracht worden 58 stemmen, waar
van op mr. Hesse 22, mr. Dresselhuys
mr. Gockinga 17, jhr. mr. Feith 1, mr.
Bijdendijk 24 mr. Aalberse 2, jhr. V. do
Stuers (lid der Kamer) 1, mr. Besier 1, mr.
Duynstee (lid der Kamer) 1, en 8 blanco
stemmen en 1 ongeldige stem op den l eer
Van Vuuren (lid der Kamer), omdat deze
geen meester in de rechten is.
Een derde stemming ig dus noodig. Uit
gebracht worden 55 stemmen, waarvan op
mr. Hesse 31, mr. Besier 1, mr. Gockinga
16, mr. Bijdendijk 1 stem, 5 stemmen :n
blanco en 1 ongeldige stem op den heer van
Huyssen.
De Voorzitter deelt me le, dat deze
stemming' ongeldig is, omdat er slechts 50
behoorlijk ingevulde stembriefjes zijn.
Spr. zegt nog een stemming te zullen
houden en wordt weder een dergelijk re
sultaat verkregen, de vergadering te zullen
sluiten.
Bij de vierde stemming voor den tweeden
candidaat worden uitgebraoht 64 stemmen,
waarop op mr. Hesse 40, mr. Gockinga 10,
mr. Bijdendijk 1, mr. De Visser 1 stem en
12 blanco stemmen.
Tweede candidaat is dus mr. H. Hesse,
raadsheer in het gerechtshof te Arnhem.
Bij de eerste stemming \oor cleD derden
candidaat worden uitgebracht 61 stemmen,
waarvan. op mr. Gockinga 16, mr. Feith 17,
mr. Dresselhuys 8, mr, Besier 4, mr. Vis
ser 1, 13 blanco stemmen en een ongeldige
stem op mr. Hesse.
De Voorzitter constateert, dat he
laas wederom een niet voldoende aantal be
hoorlijk ingevulde stembriefjes werd inge
leverd, waarom spr. de vergadering schorst
tot morgenochtend.
De heor De Savornin Lohman
merkt op, dat er een aantal leden is, dat
niet hun plicht verkiest te doen, welke de
wet hun. opdraagt- Het publiek moet weten
aan welke zijde de obstructie is.
Spr. stelt voor om de vergadering wel
voort te zetten.
Het voorstel wordt met algemeene stem
men (63) aangenomen.
De heer Aalberse heeft zijn naam
niet hooren afroepen en verklaart, dat hij
voor had willen steramen.
Besloten wordt de verder© stemming be
treffende een derden candidaat Vrijdag
ochtend te houden.
Invoer van g e d i s t i 11 e er d en
v.'r u c h t e n.
Daarna woédt voortgegaan met de onlangs
'geschorste behandeling van artikel 4 van
het wetsontwerp, houdende nadere bepalin
gen met betrekking tot de belasting bij in
voer verschuldigd van gedistilleerd en vruch
ten. Hierbij is tevens aan de orde een amen-
dement-Schapcr, om weder in te voegen de
slotwoorden „en is mede van toepassing op
goederen, die alsdan ten invoer aangegeven,-
doch nog niet tot het vrije verkeer gebracht
zijn." Daardoor zal art. 4 weder terugwer
kende kracht vér krijgen.
(Bij de vorige behandeling bleek de ver
gadering bij do stemming onvoltallig).
De lieer De Savornin Loliman be
strijdt de verleen ing van terugwerkend©
kracht, te meer, waar het hier een strafbe
paling was; men zou dan gaan vervolgen
voor een feit, dat niet strafbaar was, toen
het gepleegd word.
Vervolgens komt spr. op tegen de uitlatin
gen van den heer Schaper, als zouden de
leden van de rechterzijde belastingontdui
kers steunen.
Voor den eérsten keer heeft spr. hier de
persoonlijke eer, ook van mede-leden, inoe-
ten verdedigen. Hij hoopt, dat het de laalelq
I maal is. Ook zal hij zich deze zaken nieU
I ineer zoo aantrekken, omdat het peil dezen
Kamer blijkt niet meer zoo hoog 1e staan
als vroeger.
D© heer ïïeémskerk verklaart zich' voor
liet amendement-Schaper. i. gaat het te
ver hier to sproken van een verzekering
van rechtszekerheid voor Jicn, di© van de
mogelijkheid de wet te outduiken gebruik
maken.
De hoer Schaper concïudcért uit het?
feit, dat de hoor 'Loliman nogmaals op do
zaak terugkwam, dat deze dus meende liiec
te kunnen volstaan mot tc zeggen, dat spr.
gelogen had.
Over zijn amendement zal spr. niets meer
ter aanbeveling zoggen, waar hij in gezel
schap is van minister Kolkman, oen meester
in de rechten, en van een belastingdeskun
dige als de heer Heemskerk.
Verder wijst spr. er op, dat de hoor Loh'.
man vele malen insinuaties ©n beleed ig in gen
tot de linkerzijde gericht heeft. Spr. be
wondert den moed, welken hij niet nader zal
kwalificeeren, van zoo'n geacht afgevaardig
de, die durft sproken van teleurstellingen
in zijn parlementaire leven.
Do Minister van Financiën, de
lieer Kolkman botoogt, dat de terugwerken
de kracht niet do strafactie betreft; men wil
slechts voorkomen, dat hot gedistilleerd, dat
uitgevoerd werd, onder een andere benaming,-
nl. die van vruchten op brandewijn wordt
ingevoerd.
Spr. laat overigens de beslissing aan de
Kamer.
De lieer L o f f is het niet met den Mi
nister eens. Deze mag trouwens aan de Ka
mer niet vragen zich mot oen standpunt,
door hem ingenomen, te vereenigen. Of het
land benadeeld wordt, heeft do Minister niet
uit te maken, daarover beslist 'een andere
macht.
De heer Borgesius zegt, dat het niet
alleen leden van do rechterzijde zijn, die
meenen, dat de Ministor geheel te goeder
trouw een vergissing heeft begaan, 't Is hier
niet een kwestie van juristerij, maar van
recht in Nederland, ook voor smokkelaars.
Do hoer Schaper betoogt, dat het iliet
gaat om straf, maar om den accijns nog to
krijgen, welken men wilde verdonkeremanen.
D© lieer Heemskerk voert nogmaals
liet woord, daarna wordt tot stemming over-
I gegaan.
Het amendement-Schaper wordt met 50 te
gen ,7 stemmen verworpen.
Voor stemden de heeren Roossingh, Heems
kerk, Schaper, Helsdingen, Duys, Hugen-
lioltz, De Klerk.
Het artikel, daarna het wetsontwerp wordt
z. h. st. aangenomen.
De vergadering wordt hierna verdaagd tot
Vrijdagochtend elf uren.
Regeling van werkzaamheden.
Besloten is nog eenige wetsontwerpen aan
de agenda toe te voegen; terwijl van dc
agenda wordt afgevoerd het wetsontwerp tot
dekking van liet tekort der Rijksverzekerings
bank.
Het terrein aan de Korte-
naerkade.
Aanvankelijk bestond het voornemen op
het open terrein aan de Kortenaerkade te
's-Gravenhage een nieuw gebouw te stich
ten voor het departement van Waterstaat,
met inbegrip van het Hoofdbestuur der
Posterijen en Telegraphic.
Nader is echter gebleken, dat het terrein
niet groot groot genoeg is voor het De
partement van Waterstaat, doch de minis
ter van Waterstaat, meent wel, dat da-ir
een groot dienstgebouw gesticht kan wor
den voor genoemd Hoofdbestuur.
Hij heeft daarom aan de Tweede Kamer
voorgesteld het terrein van de gemeente
's-Gravenhage aan te koop en voor den prijs
van f 98,988.50. Het terrein is groot 2011
vierk. M.
Aanvullingsbegrooting
Landbouw 1910.
Door verschillende leden werden bij het
afdeelingsonderzoek ernstige klachten ge
uit over de talrijke en belangrijke over
schrijdingen der oorspronkelijke bcgroo-
26)
„Dierbare Vicky," had hy haar genoemd,
en zy riep:
„Ja, lieve Adriaan, jy verstaat de kunst eon
mensch gelukkig'te maken. Toen je kaarten
vanmiddag kwamen, was ik meer dan ver
rukt. Dat kan het freuletje hier getuigen. Je
staat toch toe...." Een zondsr toestemming
af te wachten, vatte zij Edela, die nog altijd
met afgewend hoofd stond, by de hand, trok
haar nadeiby, en zeiJe ontroerd, alsof zij een
grooten monarch een jonge hofdame to ge-
moet voerde.
„Ik stol don rijksgraaf von Tauem barones
Edela van der Eichen voor, dezelfde barones,
over wie ik in myn laatsten briof heb ge
schreven, lieve Adnaan, als jij je dat nog
herinnert."
De graaf glimlachte, een zeldzame glimlach,
terwijl hij Vogeltje, wie het zoo gemakkelijk
viol, hem bij den voornaam te noemen, van
het hoofd tot de voeten opnam. Daarna viel
zijn blik op Edela, die b(i recht in de oogen keök.
Zy sloog de hare niet neder, ook niet, toen z(j
klourde onder de laatste ivoorden van Vogeltje.
Zou hij geweten hebben, dat hjj haar dezen
avond zou terugzien? Wat zou hy nu zeggon
Het antwoord kwam langzaam:
„Zeker, ik herinner het my."
Zyn zeldzame glimlach bleef, terwyl hy
zich tot Edela wendde, met de woorden:
„Hoe hebt u de voorstelling gevonden,
barones. Zyn Tannbau6er en godin Venus
u goed bevallen of gevoelt ge meer voor de
vrome Elisabeth?"
Waarom kwam hy de schoone, reine vreugde
van dezen avond verstoren? Dat was haar
eerste gedachte. En haar tweede gedachte
was: Aan hem had zy dezen avond te danken.
Zy moest hem daar nu iet6 van zeggen.
„Do gevor van dit alles mag verwachten, dat
men hem dankbaar is," gaf zy kort ten antwoord.
Vogeltje zotte een verlegen gezicht. Op
welk een toon sprak het kind tochEn hoe
keek zy hem daarby aan 1 Zy werd zeer on
rustig, vooral ook, omdat zy door zyn verdere
.woorden niet wyzer werd.
Hy sprak, terwyl hy byna onhoorbaar in
zyn handen klapte:
„Bravo, barones. Verraad uw gedachten niet."
Daarna opende hy de deur der loge, die
door do overige personen reeds verlaten was.
„De schouwburg wordt gesloten. Ik mag
zeker de dames wel vergezellen en haar iets
aanbieden
Vogeltje was byna op haar knicön gezonken.
Toon echter stond zy plotseling stil alsof zy
haar ooren niet vertrouwde.
„Ik dank u. Ik zou gaarne naar huis gaan,"
zei Edela.
„Maar kind, als de graaf ons dat genoegen
nu doen wil, en werkelyk, ik houd wel van
een kopje koffie om dezen tijd van den avond.
Ik heb er zelfs veel zin in...."
„Ik kan heel goed aileon ga3n, als gy nog
wat hior wilt blij ven
Maar Tauem viel hier in de rode.
„Neen, neen, wy laten u in geen geval
alleen gaan, barones; gy onderschat onze
hoffelijkheid en gy zult toch geen pressie op
ons willen uitoefenen? In eik geval zullen
wy zorg dragen, dat uw nachtrust niet ver
kort wordt."
Aldus voegde hy de zaken en Edela kon
niets zeggen.
Is de garderobe kwam voor Vogeltje nog
een zeer pyniyk oogenblik. Zy had haar ouden
regenmantel aan on en dat zou de graaf
moeten zien.
Even later zaten zij echter reeds in de
automobiel, waarop het wapen van Tauern
piykte, en Vogeltje keek den graaf, die tegen
over haar zat, met smeltende blikken nan.
De chauffeur toetorde luid en snel reed
de auto voort. Slechts een minuut reden zy
zoo; toen stapten zy naar Tauems hotel. De
bediende die naast den chauffeur gezeten had,
sprong uit den wagenportier en kellners
kwamen haastig uit het hotel naar buiten
loopen. Zy kwamen in de met bloemen ver
sierde vestibule en bet was Edela als hoorde
zy een innerlyke stem roepen;
„Doe het niet... loop weg... loop weg!"
Maar Vogeltje had haar hand genomen en
drukte die vast tegen zich aan.
W668 een beetje vrooiyk," fluisterde zy; „toe
kind, doo my dat pleizier! Toe, doo het voor mij."
Hoe het kwam, wist Edela niet, maar zy
voelde zich werkelyk opgewekt in de groote
zaal waar z'y binnen traden. Kwam het om
dat zy aan Vogeltjes verzoek had voldaan?
Kwam het door het zilver, het kristal en de
bloemen in de eetkamer? Kwam het door de
muziek, die door een kleine dameskapel
achter in de zaal gospeold werd? Kwam het
door den fonkelenden wyn, of was het, omdat
Edela's jeugd onverwachts weer op don voor
grond trad? Zy wist het waariyk niet. Zy
was niet alleen vrooiyk, zooals Vogeltje het
haar gevraagd had; maar zy gaf zich onge
dwongen, opgewondon en vry, zooals zy
vroeger op „Eiclienkamp" altyd geweest was.
Misschien kwam het ook wel omdat Tauern
er byzonder goed slag van had om haar op
vrooiyken.
Hy sprak niet veel, maar wat hy zei was
vol geest en werd speciaal tot Edela gericht.
Iiy sprong van het eone onderwerp op het
andere en Edela volgde hem steeds; zy was
niot minder geestig dan hy.
„Koorddansen kan Ik niet," zei ze lachend,
maar msteen moest zy er aan denken hoe
zwak z(j Indertyd op de rotsen geweeRt was,
toon hy haar schreden leidde. Zy werd rood.
Het viel haar nu op, dat hy gedurende hun
geheele gesprek mot geen woord nog had
gezinspeeld op hun vroegere ontmoeting Dat
kwam haar plotseling zoo vreemd voor en dat
te meer, daar zy de reden niet wist, waarom
hy dit onderwerp vermeed. En terwyl zy
daarover dacht, voelde zy plotseling den
zelfden tegenzin tegen Tauern, dien zy dien
avond op de rotsen gevoeld had.
Hy deed echter of hy de verandering, die
er over haar gekomen was, niet bemerkte
en zei langzaam:
„Koorddansen, dat is ook niet noodig. Als
men maar stevig te paard kan zilton."
Vogeltje, die heel goed bemerkte, dat de
graaf byna uitsluitend tegen Edela sprak,
zonder dat zy zich daaraan ergerde, sloeg
haar handen ineen en riep:
„Och, wat een grappen, wat een geest!"
„Nu," vroog do graaf, zich tot Edela wendend,
„zullen wy dat compliment aannemen?"
„Wat my betreft, geloof Ik, dat het over
dreven Is, ik ben niet zoo geestig," ant
woordde Edola.
„Neen, gelukkig niet!" zei hy ernstig.
Vogeltjes oogen halden eon vreemde uit
drukking door de groote hoeveelheid wyn, die
zy had gebruikt.
„Maar lieve Adriaan I" riep zy, en toen
voegde zij daaraan toe, alsof zy het zich tot
plicht rekende Edela wat fce beschermen: „Hy
bedoelt natuuriyk precies het tegenoverge
stelde, die slimme graaf; natuuriyk het om
gekeerde van wat hy zegt!"
„Ik bedoel wat ik zeg," zei Tauern, terwyl
hy aan zyn snor trok. „Maar maak er je
niet zoo druk over, Vicky; al is men niet
geestig, daarom is men nog niet geesteloos."
Een diepe zucht was het eenige antwoord
van Vogeltje. Zy moest eerst nieuwe kracht
uit haar wynglas putten, voordat zy ant
woordde:
„Och hemel, dat gaat myn begrip te boven.
Het zal wel door de muziek van vanavond
komen, die zal my zeker te veel hebben aan
gepakt."
Zy zag er zoo komisch uit by die woorden,
dat Edola geon meester meer over haar lach
lust kon oiyven en in lachen uitbarstte. Hoe
lang was het geledon, dat Edela zoo hartelijk
en ongedwongen gelachen had Voor Vogeltje
was het althans een vreemde klank en ver
baasd zat zy naar het heldere geluid te luisteren.
„Zy h9oft gelachen, werkelyk gelachen I"
riep zy toen. „Vyf maanden ken ik haar nu
al, maar nog nooit heb ik haar zoo hooren
lachen 1 Dat komt van dan heeriykon avond,
dien wy gehad hebben. Ja, zy heeft werkelyk
gelachen! Heb je het gehoord, Adriaan?"
Hy antwoordde niet, maar langzaam nam
hy uit oen vaas een der daarin prijkende rozen
en bood die Edela aan.
„Ik hoop inderdaad, dat het een genoeglyke
avond voor u is geweest," zei hy; „en dat de
avond goede gevolgen zal hebben."
Dat klonk als een zacht verzoekNeom dit
aan, wat ik u aanbied; en daarom nam Edela
de roos aan.
(Wordt vervolgd.)