„Her STOFGOUD, RECEPT. „Een goed stuk werk heeft zijn tijd noo- dig." Dit geldt wel in de allereerste plaats voor allen kunstarbeid- Draagt ge dus aan een kunstenaar-handwerker het leveren van een ameublement op, daa moet ge hem ruim tijd geven en hem den prijs be talen, dien hij meent te moeten bedingen. Deze zal niet hoogei zijn dan de bestede tijd en de bekwaamheid vereiscten. Het inijwerk wordt dan uit de hand gedaan, elk plankje of latje zal uitgewerkt zijn, het politoer zal er niet te dik op liggen en ge kunt u een stel meubelen versohaffen, dat niet behoeft onder te doen voor de be kende stijlen van vroeger datum. Drie zaken bepalen de waarde en de Schoonheid van een meubelstuk: de fijne houtsoort, de zuivere teekening en de zorg vuldige afwerking. De kunstenaar moet dus wel een aanmerkelijk hooger prijs be dingen dan de fabrikant, die banale, slecht afgewerkte waar biedt, om aan de eischen van het groote publiek te voldoentot scha de van zijn ondergeschikten, die u dikwijls beter werk kunnen leveren, als ge uw wen- schen dienaangaande slechte nauwkeurig omschrijft en genegen rijt den meerderen tijd en de vereischte bekwaamheid billijk te vergoeden. Muizenlief hebbers. Men heeft altijd geleerd, dat de ratten en muizen akelige dieren zijn, schadelijk voor den landbouw, overbrengers van cho lera, pest en typhus en dat het heel lief van de katten was, er ons van te bevrijden. Toch zijn er liefhebbers van muizen, heel rijke hoeren, die geen offer te zwaar vin den, om zich zeldzame exemplaren van deze knaagdieren te bezorgen. Ieder jaar heeft er in Londen een wed strijd van muizen plaats. De eigenaars der mooiste en vreemdote dieren ontvangen zilveren en gouden medailles en dikwijls ook prijzen in geld In den laateten wedstrijd, waartoe veie vertegenwoordigers der Engelsohe aristo cratie bijdroegen, telde men meer dan 450 soorten. De eerste prijs werd toegekend aan een dier van mooden vorm, met roode en zwarte huid, waarvoor een geestdriftige liefhebber dadelijk de enorme som van 600 franken betaalde. Wie weet, hoe spoedig een vereenig ing zal worden opgericht ter bescherming van muizen en ter vernietiging van hun groot ste vijandin: de kat. Het is echter hoogst waarschijnlijk, dat vrouwen daaraan geen deel zullen nemen, want muizen en spin nen mogen zich meestal niet in haar gunst verheugen. Merkwaardig is gewoonlijk echter: wie bang is voor een spin, voelt geen angst voor een muis, en omgekeerd 1 tand voor volksvertegenwoordigers. iWaar zou, dat wel anders zijn dan in (ftjnerika? Oom Sam heeft werkelijk heel wat voor rijn veri^geuwoardigecro over; alles hij elkaar genomen 7yik**r wel een twaalf millioen voor bezoldiging en onkosten van de Ieder lid van Senaat en Congres krijgt in d» eerste plaats 12,000 dollar; de voorzitter zelfs 19,200 dollar en bovendien nog een automobiel uitsluitend voor eigen gebruik. Maar met deze lang niet bekrompen vergoe ding is het nog niet afgeloopen. Ieder lid heeft bovendien recht op 1440 dollar per jaar voor een secretaris. "Wanneer hij er dien niet op nahoudt, kan hij het geld in zijn eigen zak steken. Verder krijgt hij voor schrijfbehoeften, enz. 144 dollar en is hij •voor al zijn brieven vrijgesteld van porto, wat toch ook wel een 50 dollar per jaar beteekent. En met vergoeding van reiskosten as de A meri kaan fiche Staat zóó vrijgevig, dat pen afgevaardigde, die bijv. in San-Francisco woont en van daar naar Washington reist, een afstand van iets meer dan 4500 K.M. daarvoor 600 dollar ontvangt, terwijl de recis, hoe royaal men het ook aanlegt, og zijn hoogst 195 dollar kost. Maar niet alleen door hun vergoedingen in geld te geven, maar ook op andere manieren gedraagt Oom Sam rich vorstelijk tegenover zijn vertegenwoordigers. Onder in het K&pi- tool is een prachtige winkel ingericht, waarin zij voor weinig geld het fijnste schrijfpapier en de prachtigste schrijfbehoeften kunnen krijgen; zelfs aan teekenboekjes, handkoffers, messen en kleine zilveren voorwerpen voor de schrijftafel zijn er voor hen te koop, en zij zien er geen been in om daar voor hun heale familie van alles in te Ieder afgevaardigde heeft een prachtige werkkae mer, met een mahoniehouten schrijftafel en met leer overtrokken stoelen, een telefoon voor eigen gebruik en zelfs een kraan voor ijswater! Zij zijn er natuurlijk nog altijd op uit om telkens weer nieuwe gemakken «r bij te krijgen. Het was hun bijvoorbeeld te lastig, dat zij, om naar de bibliotheek van het Congres te komen, een plein over moesten, waar zij, evengoed als gewone menschen, nat werden «-lp bet regende en een konden neus hAjUdgn, als bet koud was. Dus werd er naar de bibliotheek een tunnel gebouwd en omdat het toch ook geen pretje is vijf minuten deer een tunnel te loopen, werd er nog een tpamlijntjp gelegd, dat nu juist klaar is. ONS GELD. Het heet nooit „geld". Ieder soort men- sohen noemt het op versdhillende manier. De bankier zegt „mijn fondsen"., De vorst „mijn dotatie" De werkman „mijn loon". De soldaat „mijn soldij".» Het jonge meisje „mijn bruidaeohat". De beambte „mijn salaris". De schrijver ,»mijn honorarium". De koopman „mijn winst". De beursman „mijn commissie". De kapitalist lijn inkomsten"., De rentenier „mijn rente". De erfgenaam „mijn legaat".- Do afgevaardigde „mijn indemniteit". De grondeigenaar „mijn berit". De bluffer 'ju fortuin". De gepensionneerde „mijn pensioen''. De keukenmeid „mijn eenten". De koningin „mijn civiele lijst". De grappenmaker „mijn aap"., De kwajongen „mijn moppen". De verkwister eindelijk ,>ndjn verwach ting" het geld, dat hij nog niet heeft en misschien nimmer krijgen zaL Het degeiijkste onderwijs drar gt de mees te vruchten. Het dagelijkste onderwijs is ook het gemakkelijkst en het minst tijdroo- vend. Adolf Bernhard Man liefde en vriendschap gelijken elkander, gaan meest samen; waarachtige vriend schap wordt evon diep gevoeld als liefde en de ware liefde is op vriendschap gegrond. Joh. ranWoude. Kalfshersens met bruine bote*. Een paar kalfsheraens, een beschuit, 50 gr. boter, een weinig citroensap, een lepel fijn- gekakte pieterselie. Bereiding: De hereens, na ontvangst ven den slager, ongeveer een halfuur in koud water zetten, om bet bloed er te laten uit trekken. Ze daarna zachtjes gaar knlrfvn an kokend water met zout, ongeveer tien a vijftien minuten. De hersens uit het kooknat nemen, in schijfjes gn-yten m op verwarmden schotel leggen. De boter in een koekenpan bruin braden, daarbij een fijnge- stooten beschuit en een weinig citroensap voegen, deze saus vhjg over de in schijven gesneden hersens gieten, en over dit alles de fijngehakte pieterselie strooien. g ALLEELEL Een bemin nelqk rechter. Het Duitsohe tijdschrift „Jugead" schrijft het volgende: Een oude jongejuffrouw, die de dertig wel reeds gepasseerd was, moest in een eahi sensatie-prooe» als getuige voorkomen. En wan erg veel publiek in de zaal. Angstifi wachtte de getuige het oogeoblik af, waar. op zij voor de tafel sou worden geroepen em zeer zeker odk haar ouderdom soa moe, ten opgeven. Zij had ooder haar vrienden nooit andere gezegd dan dat zij vier en twintig jaar was] co na soa tij voor ieder in de zaal gewoon-, weg onder eede de dertig-jarige waarheid bekennen. «Hoe ondlf' vroeg de reahter. «Vier en twintig I" riep tij moedig. He rechter keek eens op; het kwam hem voor, dat zij haar jonge jaren wel al een! eindje voorbij was. ,,,Réaumur of Celsius?" vroeg hij laohend. „Eéaaznurl" lispelde tij blcoend. „In orde I" sei hjj met een beminnelijk» beweging. H e t d u i d e 1 ij k s t e bewijs Dochter: „U kunt zeggen, wat u wilt, moeder, maar Theo houdt niet meer Tan me." Moeder: „Maar, kind, waarom niet?" Hodhter: „Als hij me thuis brengt, neemt hij altijd den koristen weg!" Vanhethok. G«at: „Zeg, keünerl Hit stuk hout ad) in de worst!" Kellnar: „Wat, meneer? Ik verzeker u..". Gast: „Hom, kom, geen praatjes, 't Kan me niet schelen, een stuk van den hond opi te eten, maar voor 't hok bedank ik!" Precies de moeder. „Ik hoor, Betje, dat, als je met de kleine uitgaat, je in 't Plantsoen met allerhande volk staat te praten.. Hat heb ik je aóó verboden. Als dat weer voorkomt, doe ik je weg." „Maar, mevrouw, daar kan ik niets aan doen, allemaal kennissen van mevrouw: want iedereen, die voorbijkomt, kijkt 't lieve kind aan, blijft staan en zegt: „Wat een mooi kind, precies de moeder." trDan heb ik niets gezegd!" Krimpen. «Ik heb onsen Piet zijn pakje gewseeoben en n is 't zoo gekrompen dat 't bem veel te klein ia Wat sou ik nu doen „Wasch den jongen ook eens!" Een beschrijving. CBij een beschrijving hoe vroeger hst feerioodon niet in fabrieken geschiedde.) He slager verkocht aan den schoen maker zijn huid, die deze dan loodde of bet looien". O i t... Alpengide: „Van dezen top heeft zich verleden week een dame in den afgrond geworpen." Toerist: „Uit melancholie zeker?" Gids: „Heen, uit München." De wonderen der antieke wereld. Toerist (enthusiast): „Welk een pnrii- tige ruines I Hooit heb ik ze nog zoo interes sant cezien." Straatjongen: „O, mijnheer, een halfuur hier vandaan bouwt men se nog veel mooier 1" Van een vegetariër. Vegetariër (door een stier achtervolgd): „Als het mij gelukt mij te redden, dan eet ik in het vervolg all* dagen ossenrieesah, om het getal dier vreeselijke dieren tan minste zooveel mogelijk te beperken."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 22