Ingezonden.
Burgerlijke Stand.
Kunst, letteren, enz.
hoefde er over de Militiewet dien dag
geen beslissing te vallen. Sterker nog,
naar goede orde mocht die beslissing
'dien morgen niet vallen. Over het al of met
fean-de-orde-stellen van wetsontwerpen be-
felist toch de Kamer niet voordat het eind
verslag ie uitgebracht. Dan eerst. Niet eer.
Keer juist had de Voorzitter dan ook niet
[gezegd, dat hij de Militïewet nu reeds op
5e iijst wilde zetten, maar heel anders, en
teer juist, dat hij 't voornemen hier-
fcoe had, en het doen zou zoodra het Eind
verslag eT was.
'Periculum in mora bestond er alzoo voor
Be R-Kath. Kamerclub in 't minst niet.
Integendeel, ook voor haar was de tijd om
ifce spreken, nog niet gekomen. Dat ze nu
toprak, was geheel voorbarig. Ze sprak vóór
haar tijd.
Wel had zo lang eer het eindverslag komt
toen voorstel kunnen doen, maar dan had
het vroeger moeten komen, eer het
V. V. naar de Regeering ging. Nu toch
iwist ze, dat de Regeering met inspanning
van alle kracht spoed met de zaak zou ma
ken, en zoo laat men geen Minister zich
Kalf-dood werken, als men toch van plan is,
izijn Memorie voor maanden te laten liggen.
Hierin ligt zelfs iets onbarmhartigs.
Was er nu geen periculum in mora, en
kware 't zelfs en regie geweest, dat de beslis,
eing over de Militie wet niet voor 20 Juni
Viel, dan treedt uiteraard het zich onthou
den van alle overleg in nog raadselachti
ger licht.
In „Land en V o lik" lazen wij inzake
bet Tarief:
„D e Nederlander" toont zich
geërgerd, omdat „het van liberale zijde al
dus wordt voorgesteld, of de verhooging
van het Tarief een politieke zaak was, al
leen van rechts gewild." Dat is, zegt „D e
toN ederlander" een: onwaarheid. Men
vindt zoowel vrijhandelaars aan de rechter
zijde als links protectionisten. Maak daar
van dus geen politieke zaak.
iWat is daarvan aan?
'Er zdjn protectionisten, die politiek zich
ïekenen tot de linkerzijde. In de Tweede
Kamer is echter zoo iemand niet te vinden.
Of er omgekeerd een tegenstander is van
het beginsel der ingediende wetsontwerpen
tón de rechterzijde der Kamer, is ons niet
bekend.
Maar wat is wel bekend?
Dat de ingediende tariefsherziening een
'der hoofdpunten is van het program der
huidige Regeering en der christelijke coali
tie. Aan het Nederlandsche vol' begeeren
zrij daarmede te brengen:
lo. gield om de wettelijke sociale verzeke
ring uit te breiden:
2o. verhooging van de nationale welvaart
door versterking van de indus' ie en uit
breiding der arbeidsgelegenheid.
Yoor dit programpunt is de geheele rech
terzijde verantwoordelijk. Geen stem uit
'dat kamp is er tegen opgekomen. Het was
mede inzet bij de laatste, algemeene verkie
zingen.
De linkerzijde is eensgezind in haar ver
zet. Niet uit tacfcisch-politieke overwegin
gen, maar lo. omdat zij de (kosten voor het
staatsbedrijf, voor zoover dez^ uit verhoog
de belastingen zullen moeten worden ge
dekt, bij voorkeur wil zoeken in b lasting
naar draagkracht; 2o. omdat zij de voorge
spiegelde verhooging van de nationale wel
vaart van de nieuwe tarieven niet ver
wacht, wel het tegendeel.
Mochten die voorstellen der Regeering
worden aangenomen, dan zal het geschie
den rechts tegen links, althans met ge-
heele linkerzijde tegen. De voorstemmers
rechts mogen dan allen „protectionisten"
zijn, stellig geven zij de voorkeur aan het
.vinden van nieuwe geldmiddelen uit indi-
recte belasting boven verhooging van belas
ting naar draagkracht.
Nu zou men -verwachten, dat de rechter
zijde op dit uitnemende programpunt, prad
ecu gaan. Wie zou niet met ijver steunen
den reddenden maatregel, waardoor de na
tionale welvaart zal worden verhoogd 1 En
hoe schoon to kunnen verklaren: dit is o n s
monopolie; alle anderen willen het niet!
In plaats daarvan gaat men nu (klagen,
dat anderen, de tegenstanders, een po
litieke kwestie er van maken. Dat men
aan de rechterzijde heb monopoli© van
zooveel schoons opdringt.
Zou het dan toch minder mooi zijn, dan
de voorstanders het zelf wel afschilderen?
De heer J. H. Sohapcc komt in „H e t
V o 1 k" in een artikel met den titel O p
den staart van den duivel terug
op het gebeurde in de laatstgehouden zit
ting van de Tweede Kamer.
Hij wil daarin met feiten aantoonen, dat
het „inderdaad niet de eerste keer is, dat
do heeren kerkelijken de leiding nemen in
het tegenwerken van een minister, die
smokkelaars in gedistilleerd
.wil narijden."
Hij somt dan feiten op en zegt:
„Maar sterker nog lieten de heeren zich
dezen keer in de kaart zien. He ware aard
van de juristerij in slechten zin liet zich
hier te pronk stellen.
Mr. Looff beriep zioh onvoorzichtiglijk
op zijn 4 jaren ministerschap. Duys her
innerde reeds aan 19031 De heeren kun
nen alles klaar redeneeren. Toen bonden
zij de aroeiders alsof zij (juridisch) staats
ambtenaren waren, en ze laten zo in den
strijd tegen de maatschappijen als particu
lieren vrijwel aan liun lot over.
Dezen achtermiddag kwamen de eigen
aardigheden dier heeren echter nog ster
ker uit.
Op grond van de hoogste „rechtsbegin
selen" moest het ontwerp van hun eigen
Katholieken minister ten aanzien van in
beslag genomen smokkelgoed (van groote
smokkelaars) worden besnoeid. Dat was
juridisch noodzakelijkMaar tezelfdertijd
verzetten zij zich niet tegen een brutale
grondwetschennis, doordat de minister in
'8 hemelsnaam 't slechte amendement over
nam, omdat er een te onvoltallige Kamer
was. Zij profiteerde als Kamerleden
gaarne althans zonder verzet van
dezen ongrondwettigen toestand, ofschoon
zij een eed hebben gedaan van trouw aau
de Grondwet, die eischt, dat er 51 leden
zijn in de Kamer, om te kunnen beraad
slagen. De sociaal-democratie protesteerde
ten minste; zij, en al die anderen juristen,
gaven geen kik. Zij slikten duq weer den
kemel (gtfondwetsehennis) om de mug
(terugweilkende kracht van een fiscalen
maatregel) uit te zijgen.
Zeker ook ik had eerst, na protest voor
dezen keer nog willen berusten in deze
ter zijde stelling van het grondv/ettlsr be
zwaar, om den minister ten spoedigst©
voor toekomstige smokkelaars een wapen
in handen te geven. Yoor een socialisti-
schen niet-jurist was c.*t ongetwijfeld meer
verklaarbaar, dan voor al deze geleerde
heeren juristen. De bedoeling van den één
was bovendien rechtvaardige belasting
heffing; die van de anderen zenuwachtige
zorg voor de denkbeeldige rechten van
groote sluikers.
Züet men hierin niet glashtelder, wat,
ook bij de behandelin0 van arbeiderswet-
ten, na die „rechtsgeleerde" bezw- - en
excepties beteekenen?
Werkelijk de heeren hadden wel reden
om boos te worden! De duivel was op zijn
staart getrapt.
En er was wèl reden voor de meeste vrij
zinnige en alle vrijzinnig-democraten, om
zich door eensgezindheid met deze recht-
sche collega's to blameeren
„De Nieuwe Cour an t", de drie
vraagpunten betreffende de Ziekte
wet besprekend, concludeert:
Moge de Kamer de drie vra gpunten
met Neen beantwoorden.
Indien zij zich aan moties of resoluties
waagt een hachelijk ondernemen om.
kort geformuleerd den Minister kenbaar te
maken wat zaj in plaats van het door hem
aangebodene zou wenschen, moge het dan
toch in elk geval geschieden in zoodaxugen
vorm, dat haar ontkennend antwoord daar
door niet in het minst worde veronduide-
lijkt of verzwakt.
Want wat een dialecticus uit een paar
.eenvoudige formules weet te halen, dat
bewijst de ministerieel© Nota over de
vraagpunten, die de Kamer 6telde.
Het zou dus verreweg verkieslijk zijn
niets anders dan Neen te zeggen. De Mi
nister weet dan ineens, dat hij een paar
ondeugdelijke, hoewel dierbare, theorieën
van sociale wetgeving kortweg heeft los
te laten.
Dan kan men in zijn departe
ment op andere grondslagen waarnaar
men waarlijk niet heeft te gissen of te zoe
ken naar eigen, niet-Duitsch model een
nieuw plan optrekken.
Nu lijkt het wel alsof men van daar de
Kamer toeroept: Zoo onze ontwerpen u
niet aanstaan, kom zelf maar eens voor den
dag. Dan is de critiek van onzen kant aan
het woord.
Of de Kamer daar in zal loop en, staat
nog te bezien.
Voorrechten, verbonden aan de Di
ploma's A en B voor Deer Uitge
breid Lager Onderwijs.
Geachte Redactie 1
Zeer zal ik het op prijs stellen, indien U
mij in de gelegenheid wilt stellen, door
middel van het „Leidsch Dagblad", de aan
dacht te vestigen op bovengenoemde diplo
ma's en de daaraan verbonden voorrechten,
welke, naar mij meermalen ïs gebleken in
Leiden en Omstreken nog te weinig bekend
zij'n.
Deze diploma's worden uitgereikt op
grond van een examen, jaarlijks te Utrecht
gehouden (voor het eerst in 1907) en uit
gaande van de drie groote Yereenigingen
voor M. U. L. O. ïn Nederland: de neu
trale Yereeniging voor M. U. L. O., de
Yereeniging van Instituteurs en de Yer
eeniging voor Christelijk M. U. L. O. Deze
drie Yereenigingen werken op dit terrein
eendrachtig samen.
D i p 1 o m a A is bestemd voor hen, voor
wie het M. U. L. O. e i n d o n d e r w ij s
isd i pl o m a B voor lien, die na het
M. U. L. O. nog vooTtgezet onder
wijs zullen ontvangen. Het examen voor
diploma B staat op dezelfde hoogte als dat
tot toelating tot de 4de klasse H. B.-S.
In het eerste jaar, 1907, namen 27, in de
volgende jaren namen respectievelijk 36,
51 en 77 candidaten aan deze examens deel.
Dit jaar, 1911, zullen er ongeveer 100 can
didaten geëxamineerd worden.
Het Rijk steunt deze examens dooT sub
sidie, onderscheiden Gemeente- en School
besturen dragen eveneens in de kosten bij,
welke voorts gedragen worden door de drie
bovengenoemde Yereenigingen. De exa
mens werden bijgewoond door Inspecteurs
en Schoolopzieners, door Hoofdofficieren
als vertegenwoordigers van den Minister
van Oorlog, door Directeuren van Onder-
wijs-inrichtingen, en door belangstellende
Hoofden van Scholen en Onderwijzers.
De Examen-Commissie bestaat voor de
eene helft uit leden, die bij het Openbaar,
voor de andere helft uit leden, die bij bet
Bijzonder Onderwijs werkzaam zijn. De
voorzitters der drie genoemde Yereenigin
gen vormen de Regelings-Commissie.
Ten gerieve der candidaten werd het
schriftelijk gedeelte van het examen, dat
2 dagen duurt, in verschillende plaatsen
gehouden. Dit zal ook dit jaar geschieden,
o. a. te Leiden.-Het mondeling examen, dat
1?, dag duurt, wordt te Utrecht afgenomen.
Het doel, waarmee deze examens zijn in
gesteld, is in de eerste plaats, om aan leer
lingen der Scholen v. M. U. L. O. den weg
te effenen tot het verkrijgen eener maat
schappelijke positie.
De waarde der diploma's blijkt het dui
delijkst uit de voorrechten, die daaraan
reeds nu officieel zijn verbonden. Het aan
tal dier voorrechten neemt elk jaar gere
geld toe. Thans zijn er 16
Deze 16 voorrechten waarborgen, onder
enkele voorwaarden, het volgende
1. Vrijstelling van het examen voor
Reservekader (Inf. en Vesting-art.).
2. Vrijstelling van het examen voor Sur
numerair bij de Maatschappij tot
Exploitatie van Staatsspoorwe
gen.
3. Gelijkstelling met leerlingen 4de klasse
H. B.-S. bij sollicitatie bij de K o n. P a-
k e t v a a r trM aatschappij (Amster
dam).
4. Gelijkstelling met leerlingen 4de klasse
H. B.-S. bij sollicitatie bij de Kon. Ned.
Maatschappij tot Exploitatie v. P e-
troleumbronnen in Ned.-Indië
(Den Haag).
5. Voorkeur bij sollicitatie bij de Alg.
Expeditie-ondern. VanGend en Loos
(H. Colignon en Co., Antwerpen).
6. Gelijkstelling met leerlingen 4de kl.
H. B.-S. bij toelating tot de School
voor Suikerindustrie (Heerengr.,
Amsterdam).
7. Toelating tot het examen v. a d s p i-
rantopzichter, Dienst v. Weg
en W e r ken, Staatsspoor.
8. Aanbeveling voor plaatsing aan de
Nieuwe Huishoudschool, Am
sterdam (Directrice Mej. Meyboom).
9. Vrijstelling v. h. examen voor leer-
1 i n g-k 1 e r k bij de H. IJ.-S p o o r w e g-
M a a t s c h a p p ij.
10. Waarschijnlijkheid van gelijkstelling
met leerlingen 4de kl. H. B.-S. bij het
examen voor apotheke T-a ssistent.
11. Gelijkstelling met leerlingen 4de kl.
H. B.-S. bij plaatsing bij de N e d.-I n d i-
sche Spoorwe g-M a a t s c h a p p ij.
12. Gelijkstelling met leerlingen 4de kl.
H. B.-S. bij plaatsing bij den dienst der
Staatsspoorwegen op Java.
13. Gelijkstelling met leerlingen 4de kl.
H. B.-S. bij plaatsing in 's Lands
dienst in Indië.
14. Gelijkstelling (1911) met leerlingen
4de kl. H. B.-S. bij plaatsing op de
Kweekschool v. Zeevaart (Am
sterdam).
15. Gelijkstelling met leerlingen 4de kl-
H. B.-S. bij sollicitatie bij de A1 g. Maat
schappij v. JL e v e n s v e r z.« en L ij f-
rente (Amsterdam).
16. Gelijkstelling met leerlingen 4de kl.
H. B.-S. bij sollicitatie voor klerk ter
Gemeente-Secretarie v. Am
sterdam.
Ik houd mij overtuigd, dat van deze din
gen met belangstelling zal worden kennis
genomen: lo. door ouders, die een goed
antwoord zoeken op de belangrijke vraag,
wat hun kinderen zullen worden, en 2o.
door hen, die voor hun Instelling of voor
hun Bedrijf flink ontwikkelde jongelieden
als werkkrachten behoeven.
Tot het geven van nadere inlichtingen
verklaar ik mij gaarne bereid.
Met vriendelijken dank voor de plaatsing,
geachte Redactie.
Hoogachtend,
Uw.' dw. Dr.
J. MEIJNEN,
Hoofd der Chr. School v. M. U. L. O.
aan het Noordeinde en Secretaris
der Yereeniging v. Chr. M- U. L. O.
Leiden, 12 Juni 1911.
Mijnheer de Redacteur.
Naar aanleiding van het ingezonden
stukje van den heer J. v. d. Gzn., zag ik
zeer gaarne, dat u onderstaand opnam in
het „L. D." waarvoor mijn beleefden
dank.
Mijnheer v. d. M., aan uw ingezonden
stukje zou ik zeggen: gij zijt geen Leide-
naar of u beweegt zich zeer weinig of in
het geheel niet op vereenigingsterrein. An
ders zou u weten dat de Leidenaars niet
voor vergaderen te vinden zijn, zelfs al
gaat het om hun portemonnaie. Dat heeft
onlangs nog weer bewezen de actie tegen
het wetsontwerp „Debictrecht op tabak,"
ingesteld door de afd. Leiden van den
Nederl. Yereeniging van Sigarenwinkeliers,
waarvoor als spreker optrad de heer Sj.
Fortuin, algemeen voorzitter van de N. Y.
v. S. Hoeveel sigarenwinkeliers, denkt u,
mijnheer v. d. M„ dat er ter vergadering
waren Acht, zegge achtBetreurenswaar
dig, nietwaar Terwijl, als het wetsontwerp
„Debietreoht op tabak" tot wet moest ver
heven worden van ganscher harte hoop
ik, dat het zoo ver nooit kome dit voor
ons, sigarenwinkeliers, beteekent plm. één
vijfde minder omzet, of één vijfde minder
verdienste, u zal mij tegenwerpen: dan kun
nen de Leidsche sigarenwinkeliers dat zeker
wel missen, ook ik was eerst die gedachte
toegedaan. Edoch, mijn onderzoek bracht
mij tot ander inzicht. Typisch was de uit
drukking, gebezigd door een der aanwe
zigen. Ik meen een zeer goede, kennis van
u, mijnheer v. d. M. „Het ware" te
wenschen dat het „Debietrecht' alleen toe
gepast kon worden op de Leidsche sigaren
winkeliers."
Die sigarenwinkeliers, die hun collega's
de kastanjes uit het vuur laten halen, ver
dienen het. Als ons een „Debietrecht op
tabak" op den hals geschoven wordt, dan
was Leiden in last-, dan kreeg men te zien
dat juist de thuisblijvers het meest er
tegen te keer gingen, doch dan was het
te laat.
Ziet u, mijnheer v. <L M., dat zijn echte
Leidsche toestanden. En, waai' is de Leid-
sdbe middenstandsvereeniging? Niet noo-
dig, de Leidsohe winkeliers hebben het zoo
rooskleurig, die hebben geen hulp noodig.
U begrijipt, mijnheer v. d. M., dat de afd.
Leiden v. d. N. Y. v. S. zich wel tweemaal
zal bedenken eer zij weer overgaat tot het
uitschrijven van een dergelijke vergade
ring, alhoewel ook zij wel een enkel woord
mag meepraten over de Tariefwet, -want
oolk ons vak is er mee gemoeid. Als wij al
leen maar het oog slaan op den invoer
van tabak, sigaren en sigaxett.n, vooral het
laatste is reusachtig, zooveel als daarvan
naar Holland wordt ingevoerd. Het is mij
dan ook bekend, dat als de Tariefwet wordt
aangenomen, verschillende buitenlandsche
sigarettenfabrika-nten, in Holland ook een
fabriek zullen oprichten, maar dat heeft
zijn goede zijde; want daar is personeel
weer noodig; de buitenlandsche arbeiders
moeten huisvesting, en hebben hun dage-
lijksche behoeften, de verdiende pen
ningen blijven dus in Holland, welke anders
in hoofdzaak naar het buitenland verhuis
den. De afd. Leiden zal het niet alleen la
ten voor het vele werk en de moeite, die
er mee giepaard gaat; doch ook in hoofd
zaak, de kosten, welke een dergelijke ver
gadering meebrengt, vallen niet mee. Al die
bezwaren worden weggenomen als men
succes heeft, maar daar scHijnt Leiden de
plaats niet voor te zijn.
Als ik dan zoo eens naga de vergaderin
gen, welke ondergeteekende in den laatsten
tijd heeft meegemaakt als lid van bet
Hoofdbestuur van de N. Y. v. S. ook naar
aanleiding van het wetsontwerp „Debiet-,
recht op tabak", o.a. te Dordrecht, Den
Haag, Yenlo, Maastricht, enz., waar de
sprekers, niet voor stoelen of banken, doch
voor flink bezette zalen optraden, dan doet
het mij wel eens pijnlijk aan, dat in onze
goede^ stad Leiden zoo weinig op dat ge
bied is te bereiken, wat volgens mijn be
scheiden meening in hoofdzaak voortvloeit
uit de groote concurrentiehaat, welke ten
onzent bestaat. De eene winkelier gunt den
ander, al heef|> hij zelf een goed bestaan,
ge.n droog brood. Treurig, diep treurig!
Moeten wij allen niet door de wereld?
Mijnbeer v. d. M., laat u door dit schrij
ven niet uit het veld slaan, probeer een
paar wakkere mannen aan uw zij te krij
gen, misschien beeft u meer succes, ik hoop
het van harte.
JOHS. DEKKER.
OEGSTGEEST. Ondertrouwd: Alexander
van Hemerfc 23 j., te Haarlemmermeer, en Geer-
troida van Dq1c 23 j.. te Oegstgeest Cornelia
Johannes van Valdereo 35 j., te Ltiden, en Catharina
Dries?eo 29 jte Oegstgeest.
Gehuwd: W. van der Kraan en T. de Groot.
Geboren: Cornelia Willemina Elisabeth, D.
van W. Rrjosburgeren L. Vos. Henricus Cornells,
Z. van C. J. Hooymans eo M. P. vaa der Ham. -
Maria, D. van M. Carton en A. G. Beozemaker.
Helena Maria, D. van N. J. A. Taverne en C. NV. A.
M. Rnygrok. Jan, Z. van J. Brassee en W. van
der Mey. Wolfgang 'ohannea Otto Ednard, Z. van
J. C. E. Schmeltz en T. A. A. H. Ros#. Alida
Cornelia, D. van G. Dofferhoff en G, Slootbeek.
Hendrikue Jobanoes, Z. van P.P. van den Bergen
E. M. Maat 1 Geertraida, D. van J. van Monrik
en C. Stravers.
Overleden: Wilhelmiua Jacoba Aalbers, 62
i., te Leiden. Antje Roos, 77 j., echfg. van W.
Vreeken. - Janna Mol, 37 j., te Dordrecht, echtg.
van A. Frietz. Gerdina Stravers 2 ra.
ZEGWAARD. Geboren: Abraham, Z. van A.
ADkerna en A. G. Böckman.
Gehuwd: Pietër de Graaffim. 22 i. en Adrians
G. v. Daalen jd. 21 j.
ZOETERMEER. Overleden: Gerardus Bos,
51 jechtg. van A. Sonneveld.
J. F. Hulk f
Te Haarlem waar hij sedert de laatste
jaren woonde, is in den ouderdom van 82
jaren overleden de kunstschilder J. F.
Hulk, bekend door zijn kleine stadsgezich
ten. Hij werd geboren te Amsterdam 9 Jan.
1829. Hij ontving zijn opleiding aan de
Kon. Academie van Beeldende Kunsten en
werd leerling van zijn broeder A. Hulk,
een marine-schilder, en van K. Karsen, een
bekend schilder van het stadsgezicht naar
men weet. Nog enkele jaren geleden kon
men in ,*,Arti" geregeld werk van zijn band
zien, stadsgezichten, die den stempel droe
gen van een vroeger tijdperk.
De overledene was de vader van den die-
rensohilder John F. Hulk, tegenwoordig
conservator van Teyler's Stichting. Diens
zoon is in dit schildersgestioht ontrouw ge
worden aan penseel en palet. We bedoelen
den jongen J. Fred. Hulk, arts, off. van
gezondheid 2e kl. bij de Kon. Marine, die
juist, in deze dagen gevierd wordt als mede
geleider van de expeditie naar de Corantijn
(N. v. d. D.)
Een blauw potloodkruisje vraagt in „De
Hofstad" aandacht voor het artikel des
heeren A. Zelling. „De organisatie van de
intelligentie" heet het. En het motto luidt:
„Intelligenten aller landen, vereenigt u
Deze vereeniging beoogt een verbetering
van bestaansvoorwaarden. De wisselwer
king wordt besproken tusschen arbeids
voorwaarde en arbeidspraestatie.
Zoo lezen wij o. a.
„Epictetus, de groote Stoïcyn, mocht wel
zeggen, dat stoffelijk ongemak nimmer
een verhindering voor den geest kan
zijn als deze het zelf niet wil, maar
de opkiemende boom staat aan meer ge
varen bloot dan de eeuwenoude sterke,
hooge eik. Een steeds grooter percentage
arm geboren talenten en genieën verliest
zich in het grauwe a-lledaagsche leven, zon
der ooit tot uiting te komen. In tegen
stelling hiermede bindt de pecuniaire onaf
hankelijkheid hun geniale broeders de vleu
gels aan."
Algemeen wordt het gevoeld, zegt de schi\
het onrecht, dat geschiedt tegenover de
kunstenaars. Een actueel begin om dit
onrecht te keeren zien wij in de Berner-
Conventie-geschiedenis. En Johan de
Meester's Gidsartikel staat naast het wer
ken 't welk Herman Robbers in vooral
practischen zin deed.
Allerwege dus komt het streven los naar
het bedingen van betere voorwaarden voor
de geestelijke producenten, waarin Parijs
voor twee jaar zoo prachtig is voorgegaan
met de oprichting van een vereeniging.
„Het patentrecht van den kunstenaar,"
die een schitterende reeks van de meest
beteekenende schilders, beeldhouwers, tee
kenaars en graveurs onder haar leden telt.
He voornamelijk doel der vereeniging is,
den kunstenaar een aandeel in de stijging
der waarde te verschaffen, die bij het- ver-
koopen van zijn kunstwerk bereikt wordt.
Het voorbeeld van zoovele moderne schil
ders, die mogen aanzien, hoe hun vroeger
in gebrek voor een appel en een ei ver
kochte kunstwerken later tegen goud op
gewogen worden, en van zooveel andere
artisten, die hun familie in armoede heb
ben achtergelaten, terwijl hun werken in
den kunsthandel tegen fabelachtige prijzen
worden gecatalogiseerd, dit voorbeeld
dient de vereeniging tot onweerlegbaar be
wijsmateriaal bij het streven naar deze
rechten. In de statuten wordt verder ook
de bescherming van de werken der leden
tegen vervalsching en namaak tot vereischte
gesteld en bepaald, dat ieder lid verplicht
is, geen verkoop te doen zonder daarin de
vereeniging te doen kennen.
Het middel, om het gewenschte doel te
bereiken, ziet men practi.soh gelegen in de
verplichting, geen koopverdrag zonder ee
voorbehoud van aandeel in de eventueele
stijging der kunstwaarde, te sluiten.
Yoorbeeldig werkt dit instituut, en voor
den Nederlandschen kunstenaar moest ook
eens in die mate gezorgd kunnen worden.
Doch er heerscht bij eenheid van ideëel
willen en bedoelen nog geen eensgezind
heid en omschrevenheid omtrent de prac-
tische middelen. Wat nog moet gebeuren
is een algemeen doordringen der overtui
ging dat gewaakt dient te woorden, dat
elke geestelijke productie de bescherming
en de waarde ontvangt, waarop zij recht
heeft en dat geen intelligentie verspild
mag worden.
De wereldberoemde tinverzameling van
dr. Demiani te Dresden zal niet, gelijk
werd gevreesd, uiteenvallen. Zij» is in haar
geheel bij testament vermaakt aan het
kunstnijverheidsmuseum te Dresden en zal
daar weldra afzonderlijk worden tentoon
gesteld.
Mej. Thérèse van Hall en de heeren J. O.
Poortenaar en A. G. HulsLoff Pol zullen
op Zondag 18 Juni a.s. een tentoonstelling
van beeldhouwwerken, schilderijen en
etsen openen in het Stedelijk Museum UI
Amsterdam.
Thom. Denys heeft in de koninklijke
Opera te Berlijn Wolfram in „Tannhauser"
gezongen. v
Het is zekér dat de heer en mevrouw
Denys in het najaar zich metterwoon te
Berlijn zullen vestigen.
Na Anatole France en Georges Clémen-
ceau gaat nu Yïotor Margueritte lezingen
houden in Argentina, Guitry (Chantecler,)
de voortreffelijke tooneekpeler, is ook on
derweg naar Zuid-Amerika^ dat de midde
len bezit om Fransche kunstenaars door
sohitterende aanbiedingen te lokken.
Wij ontvingen heden ter recensie:
Morks' Magazijn, Juni 1911. Uitg. CL
Morks, Dordrecht.
H. P. Berlage: „Beschouwingen Bouw
kunst en haar ontwikkeling. Uitg. W. L. en
J. Brusse, Rotterdam.
„Le Monde." 1ste Juni 1911.
Vergadering van de gezondheids
commissie te Bodegraven.
De voorzitter doet mededeeling van het
geen door het Dag. Bestuur is verricht ter
uitvoering van in de vorige vergadering
genomen besluiten.
Tot de ingekomen stukken behooren o. a» t
goedgekeurde rekening 1910 van Zwammer-
dam, Boskoop, Oudewater en Ter-Aar; be
sluit van Ter-Aar tot verbetering van per-
ceelen; schrijven van de Gezondheids
commissie te Loenen, houdende bereidver
klaring tot medewerking in zake verbete
ring van een sloot naast perceel 0 No. 2 te
Nieuwkoop missive van den hoofdinspec
teur over de school in den Tempel te
Zwammerdam.
Rapporten worden uitgebracht over den
toestand van een keet van de spoorweg
arbeiders te Nieuwveen; over stank in een
woning naast een paardenstal te Bodegra
ven; over Let gemis van een voldoend aan
tal privaten op de steenplaats te Zwam
merdam en over de herstelling van een
rieten dak te Rijnzaterwoude.
Goedgevonden wordt te adviseeren aan
Zevenhoven tot verbetering van perceel
No. 6 en aan Rijnzaterwoude tot verbete
ring van het privaat bij de perceelen 69 en
70- Ingekomen is een klacht over stank van
de sloot langs den Zijdeweg te Boskoop;
ingevolge de conclusie van het rapport van
de subcommissie zal het gemeentebestuur
hierop attent gemaakt worden.
In behandeling komt de aanvraag om
advies van Oudewater aangaande de te
stichten drinkwaterleiding, met bijbehoo-
rende analysen en teekeningen. Na confe
rentie met den adviseur van Oudewater en
na discussie wordt besloten gunstig te advi
seeren.
Aan de orde is de behandeling van de
gewijzigde bouwverordening van Woerden;
overeenkomstig het rapport van de sub
commissie wordt besloten gunstig te advi
seeren, behoudens een enkele opmerking.
Sedert de vorige vergadering zijn aange
geven: te Woerden, Zwammerdam en Bos
koop ieder 1 roodvonk, te Bodegraven en
Nieuwveen ieder 1 f eb ris typh. en te Wad
dingsveen 2 dïphtheritis.
Rapport wordt uitgebracht over een
klacht betreffende stank en overloopen van
een privaat bij een perceel op de Achter
kade te Boskoop, alsmede over het houden
van een mestvaalt nabij woningen in den
Ham aldaar.
Geklaagd wordt over den toestand van
de Mienesloot te Bodegraven; besloten
wordt hierover aan het gemeentebestuur
te schrijven.
Niets meer aan de orde zijnde wordt de
vergadering gesloten.