No. 15742.
LEIDSCH BA&3LAB, Saterdag* 17 Juni.
Vierde Blad.
Anno 1911.
Buitenlandseh Overzicht
Aeademienieuws.
Faillissementen.
Tweede Kamer.
FEUILLETON.
08 liefde overwon.
De houding der wijnboeren in Oham-
p a g n e heeft het Fransdie kabinet ge
noodzaakt water in haar wijn te doen.
Ofschoon de regeering steeds haar stand
punt om zich te verzetten tegen elk voor
stel tot afschaffing der begrenzingen, had
volgehouden, is zij thans van front veran
derd. Of daarbij de eensgezindheid in het
kabinet bewaard is gebleven, men gelooft
er in Frankrijk niet erg aan. Ook de hou
ding van minister Caiilaux geeft aanleiding
om te denken aan verkoeling.
De „Figaro" spot er een beetje mee en
schrijft:
„De regeering kan beweren, dat de meest
volmaakte eendracht heerscht en altijd ge-
heerscht heeft in haar midden de feiten
bewijzen wel het tegendeel. Gebrek aan
samenwerking, verwarring en oneenigheid:
aedaar het schouwspel dat dit homogene
radicaal-socialistische Kabinet ons biedt.
„Aan het Parlement te beslissen of een
rijk als Frankrijk nog langer mag lijden
onder zulk een leiding!"
Door de „Echo de Paris" geïnterviewd,
eeide de heer Vallé, senator van het Marne-
departement, de door de ministers geno
men beslissing zeer te betreuren en er niet
veel goeds van te verwachten voor de Mar-
nois. Hij vreesde, dat de troebelen thans
weder opnieuw zullen uitbreken. Zooals
men weet stellen de wijnboeTen in het
Marne departement onvoorwaardelijk als
eisok: Handhaving der afbakening!
Het is moeilijk om het iedereen naar den
san te maken.
Intusschen zit ue Fransche regeering nog
met een andere kwestie nl. de M a r o k-
kaansohe. In verband met het optre
den van Spanje waren verschillende inter
pellaties ingediend. Minister Cruppi heeft
bij de behandeling hiervan in de Kamer er
nog eens op gewezen, dat Frankrijk bij al
zijn handelingen in Marokko steeds de akte
van Algecirae heeft geëerbiedigd. Ten aan
zien van Spanje, zeide de minister, volgen
een politiek van eensgezindheid en we-
derzijdscho hulp zooals wij dat steeds ge
daan (hebben.
De Spaansohe regeering volgt dezelfde
politiek en beide regeeringen zrllen de in
tegriteit van het Marokkaansche rijk blij
ven handhaven."
De minister ontkende, dat er ee^ geheim
Fransch-Spaansch traotaat zou bestaan.
Spanje heeft zoowel als Fran' rijk de vol
gende drie ./eginsefén te eerbiedigen; de
soevereiniteit en onafhankelijkheid van den
Sultan, de integriteit van zijn gebied eii de
economische vrijheid van Marokko.
De minister wees er ten slotte uitdrukke
lijk op, dat Frankrijk's actie slechts zoo
lang zal duren als strikt noodig is om in
het land den vrede en den gewonen gang
van zaken te herstellen. Dit is door de mo
gendheden goedgekeurd.
De Engelsche minister van
financiën Lloyd George is een merk
waardig man. Dit blijkt wel uit het feit,
dat hij vele vrienden maar ook vele vijan
den heeft. Maar hij is tevens een zeer be
kwaam staatsman. Het succes dat hij met
rijn klare verzekeringswetgeving bij voor-
en tegenstanders heeft gehad, bewijst dit.
Toch ia er een ding dat de oppositie hem
maai- moeilijk vergeven kan, en dat is zfln
bekende radicale begrooting, die met zoo
veel moeite te kampen heeft gehad.
En wanneer er maar iets onaangenaams
gebeurt op financieel gebied, zdjn de Unio
nisten er als de kippen bij om dit te wij
ten aan de politiek van Lloyd George.
Zoo werd hem dezer dagen verweten dat
de misère van de Birchbeck-hank, waarvan
wij reeds een en ander meedeelden, ook
rijn schuld was.
De minister beeft hierin ©en welkome
aanleiding gehad om deze zaak eens goed
te belichten en wat bleek? Lloyd George
verklaarde een onderzoek te hebben doen
instellen en uit de offioieele gegevens bleek
dat de daling van de koersen der beleg
gingswaarde van de Bank begonnen was
tijdens den Boerenoorlog, dus onder het
toen regeerende conservatieve kabinet. Hij
berekende voort» dat die daling onder de
liberale regeering veel geringer was ge
weest.
Natuurlijk hadden de ministerieelen veel
pleizier in dit dwaze figuur dat de opposi
tie sloeg met haar interpellatie.
Van den Boerenoorlog gesproken, de kolo
niale premiers zijn nog altijd in Londen,
en vallen van het eene feest in het andere.
Daarbij blijkt telkens hoe populair
Botha is. Zoo uit het volgende voorval
tijdens de plechtigheid, waarbij hij eere
doctor van Cambridge werd.
Dé plechtigheid, der promotie had Woens
dag plaats. Bij die gelegenheid liet een
groep studenten van een der galerijen bij
het voorbijgaan van Botha een aan oranje
en groene linten bevestigd voorwerp naar
beneden. Het pakje viel op den'grond,
maar werd door een der aanwezigen opge
raapt. Het bleek een hulde te bevatten van
de Zuid-Afrikaansche studenten te Cam
bridge aan den Afrikaansehen staatsman,
bestaande uit een kalabaspijp en een pakje
Roeren-tabak. Op het pakje stond een op
dracht aan generaal-Botha, geschreven met
de oude Transvaalsche zinspreuk: Een
dracht maakt macht.
De berichten uit P ortugal wor
den weer niet gunstiger. In de Engelsche
pers doet het gerucht de ronde; -dat hek
giamhoen te Chavöz den plaateelijken oom-~
mandant heeft vermoord en een monarchis-;
tische tegen-revolutie is begonnen. Maar
oolk minder opgewonden berichtgevers zien
den toestand tamelijk duister in. De „Lo-
kal-Anzeiger" verzekert uit betrou- bare
bron te weten, dat de stemming in de
Noord-Portugeesohe garnizoenen Braga en
Chavez zeer verontrustend is. De minister
raad komt iederen dag bijeen, ter schijnt
nog niet het juiste middel te hebben ge
vonden om het uitgangspunt der beroering
te ontdek&en. De royaisten schijnen finan
cieel zeer sterk te staan.
Uit Lissabon komt het bericht, dat de
gepenaionneerde generaal Abel Campaa als
samenzweerder in hechtenis is genomen.
De Maden melden, dat de Spaansohe re
geering gelast heeft de monarchistische lei
ders Paiva Ooujeiro en Alvara Chagas in
hechtenis te nemen. De minister van bui
tenlandsch© zaken heeft een bezoek aan dat
gedeelte van de grens gebracht waar, vol
gens dj geruchten, de koningsgezinde troe
pen een inval voorbereidden. De minister
is zeer toegejuicht.
Aangenaam lijkt ons de positie der Re-
publikeinsche regeering onder dit alles
niet.
Het is opmerkelijk hoe de Sultan
van Turkije pleizier beleef4-, van zijn
groote reis door het land. Donderdag is hij
van Oeskjoeb naar Priajtina vertrokken,
door hét bergland, waar nog betrekkelijk
kort geleden de opstand woedde. En thans
een volslagen omxne&eer. Scharen Albanee-
aen in hun schilderachtige nationale dracht
waren samengestroomd in de dorpen of
stonden in dichte groepen langs den weg,
dien de Sultan passeerde en zonder ophou
den weerklonken geestdriftige toejuichin
gen.
Het warmst was de ontvangst in het
plaatsje Orfani, waar voor ongeveer een
jaar opstandelingen; de treinen aanhielden
en den sultanstroepen het leven behoorlijk
zuur maakten. En thans juichten diezelfde
lieden den Sultan toe, terwijl kinderen vo-
derlandsche liederen zongen.
De sultanstrein zou eerst nï- stoppen
aan het station Iiplian, de bewoners ech
ter hadden geseind, dat zij op de rails zou
den gaan liggen, als de SuJHn hun dorp
voorbijreed en dus wend maar sloten hét
plan te wijzigen.
De stad Prisjtina ligt op een uur af
stand© van het station en de Sultan moest
dus per rijtuig daarheen langs een weg,
aan weerszijden omzoomd met rotsen, waar
fcusschen duizenden Alboneezen stonden,
met zakken proviand op den rug, daar zij
de gisteren in de open lucht te houden Se-
lamlik en de revue wilden bijwonen.
Wij hebben meermalen gewezen op de
grootheid van Castro, e x-p resi
dent van Venezuela. Dit blijkt
ook thans weer. Nauwelijks begint hij zich
weer te weren r f de mogendheden, bang
voor nieuwe woelingen in Zuid-Amerika ma
ken jacht op hem.
Uit Washington wordt aan de „New-York
Herald" beridbt, dat een Amerika wiisch
sohip uitgezonden zal worden o: i Castro in
het oog te houden. Men verwacht, zoo luidt
het bericht verder, dat Groot-Brittannië,
Frankrijk, Duitschland, Nederland, Colum
bia, Venezuela, Panama en Haiti zullen sa
menwerken om een evntueelen aanslag van
den oud-dictator te verhinderen.
En dat allés om één man. Hoeveel lezers
telt ons blad om wie evenveel C ukte wordt
gemaakt, als zij op avontuur uitgaan?
Noord wij ksch© Strandkwestie.
Nader bericht men qps uit Noordwijk:
De maatregel van dkn burgemeester, om
op 15 dezer na 's midqagstwaalf uren den
verkoop van sterken drank te verbieden, en
de gewone cafés te doen sluiten, heeft bo
ven verwachting een goed succes gehad:
alles is weder kalm en rustig en men ver
trouwt, dat het ook rustig zal blijven.
Daar er overdreven verhalen van „op
roer" en „herrie", ce ronde doen, kan het
geen kwaad, er op te Wijzen, dat de zooge
naamde „relletjes" uitsluitend hebben be
staan in eenige ongeregeldheden, veroor
zaakt door min of meer opgewonden jon
gelui, die schijnbaar wij zeggen
schijnbaar met bijbedoelingen gin
gen zitten op het bovenstrand voor „Huis
ter Duin", daardoor betoogende voor hun
meening, dat het strand vrij is.
Aangezien de Directie van „Huis ter
Duit" van gevoelen is, en dit gewoel en
ook zegt te kunnen bewijzen dat bedoeld
bovenstrand haar particulier eigendom is,
werd bedoelden jongelui verzocht, zich te
verwijderen. Dit werd geweigerd. Daarop
volgde wat tumult. De bijzondere politie
maatregelen zijn genomen, om herhaling
of erger te voorkomen.
Intusschen is het jammer, dat de Strand
kwestie nog immer een bron van tweedracht
blijft.
Ook verleden zomer is het voorgekomen
dat aan eenige ingezetenen, die bij groepjes
vóór „Huis ter Duin" op het bovenstrand
gingen zitten, verzocht werd zich te ver
wijderen. Ook toen heeft een en ander wat
tumult veroorzaakt. Wij kiezen geen par
tij, noch voor den een, noch voor
den ander, dat kunnen wij-niet; wij betreu
ren het alleen, dat zoo'n -netelige kwestie
de inwoners van ons dorp in twee partijen
verdeelt, en wij gelooven, goed te hande
len, als wij er zoowel bij den een als bij den
anderop aandringen, kalm te blijven en
op waardige wijze te trachten, tot een be
vredigende oplossing te komen.
't Ware te wenschen, dat er van Rechts
wege of van Regeeringswege een bindende
uitspraak kwam, waardoor de kwestie als
„k veitie" uit do wereld Was.
Wijn op flescli.
De firma J. de Bruijn en Zn.a te Rotter
dam, en 19 andere wijnhandelaren aldaar
en te Amsterdam, Haarlem, Leidea, Schie
dam, Dordrecht, Leeuwarden, Zwolle,
Utrecht, Arnhem en Tilburg hebben zich
tot de Tweede Kamer gewend met een
adres, waarin zij hun bezwaren uiteenzet
ten tegen een inkomend recht op wijn op
fleaschen, zooals dit.wordt voorgesteld <n
het ingediende tarief-ontwerp.
Betoogd wordt o.m. dat de buitenland-
sefce handelaren dit recht zullen weten te
onduüken door hier te lande depot» of
filialen te vestigen die hen in staat zul
len stellen krachtiger dan voorheen den
binnenlandsohe handel concurrentie aan te
doen. Ook behoeft de Nederlandsche wijn
handel geen bescherming tegen den invoer
op fleech uit het buitenland, integendeel,
de hem aldus aangedane concurrentie heeft
in menig opzicht gunstig gewerkt en hem
tot heilzapaen prikkel gestrekt.
Adressanten verzoeken ten slotte:
a. het invoerrecht op niet-mousseerenden
wijn op flesch i iet in de wet r te nemen,
subsidair dit te bepalen op f 15 per H. L.
b. het invoerrecht op mousse©" -.neten wijn
(champagne) te bepalen op hoogstens f 26
per H.L.
Delft. Tech'nische Hoogeschool.
Ingenieurs-examenscheikundig ingenteur
de heeren M. 0. Bastei, A. Cats, ine; «J.
W. G. Collard, P. Hasselbach, mej.
C. Janssen van Raay, 0. J. van Nieuw en-
burg (met lof), F. J. Nellensteyn, W. J. P.
Pelle, J. Ph. Pfeiffer (met lof), H. J.
Prins (met lof), A. L van Scherpenberg,
G. F. van der Want, H. J. Waterman (met
lof), C. A. H. von Wolzogen Kühr Jr.
Werktuigkundig ingenieur, de heeren:
G. F. Berg (met lof), F. W. H. van Beu-
ningen, C. W. ten Brink, G. J. J. van
Goort (met lof), F. 0. de Graaff, E Hep-
ner, E. A. Hey.se, L. B. ten Hom, H. J.
Kessler, J. W. Kleinbentink (met lof), F.
M. Kok, J. W. Luberhuizen, A. Metse
laar (met lof), 0. J. Moll Schnitzler, T. S.
G. J. M. van Schaik, W. Simon Thomas,
D. B. Streefkerk, E. J. van Thiel (met
lof), S. G. Timmers Verhoeven, H. W. van
Tijen (met lof), W. H. Veldhuis Azn., J.
Versfeit, P. F. A. von Wolzogen Kühr.
Amsterdam. Geslaagd voor het prac-
tisoh apothekers-examen, 1ste gedeelte,
mej. N. Breebaart.
Ut recht. Bevorderd tot doctor in de
rechtswetenschap op stellingen de heer
W. L. ten Holt, geb. te Utrecht.
Groningen. Bij Kon. besluit is dr. J.
H. Bonne ma, conservator aan de Techni
sche Hoogeschool te Delft, benoemd tot ge
woon hoogleeraar in de faculteit der wis-
en natuurkunde aan de rijksuniversiteit te
Groningen om onderwijs te geven in de
ph'ysische aardrijkskunde, de geologie, de
mineralogie, de palaeontologie en de kris-
tallcgragie.
J. G. J. Rikkelman, brands to ff enh ande
laar, te Maarssen.
G. J. Hartman, winkelier en houthande
laar, te Barger, Óo sterveen, gemeente E ra
men.
J. Th. Scheffer, schilder, te Amsterdam.
J. de Baan, wonende aan do Ruigendijk,
te Oudenhoorn.
De voorzitter van de Tweede Kamer
is voornemens, in de vergadering van a.s.
Dinsdag vbor te stellen, den volgenden
dag, na de eindstemming over de ste©n-
houwerswet, te behandelen de interpellatie
van den heer an Kamebeek betref ende
toepassing van het tofcalisator-verbod.
Onteigening Rotterdam.
Ingediend is een wetontwerp tot verkla
ring van het algemeen nut der onteigening
van eigendommen, noodig voor het ver-
breeden van de Rechter- ottek de
en van Kat8hoeik te Rotterdam.
De Redhter-Rottekaie, tusscheu het
Noordplein en het Strooveer, te Rotterdam,
wordt door een rij huizen en erven, bene
vens door eenige verspreid liggende er
ven, alle aan het water gelegen, op meer
dere plaatsen belangrijk versmald. Naar
het oordeel van het gemeentebestuur vor
dert het toenemend verkeer, dat die kade
geheel op de volle breedte wordt gebracht.
Dat gemeentebestuur acht het voorts
dringend noodig, dat de slechte 6 a M.
breede Katahoek tot 15 M. worde ver
breed.
Tot gemelde doeleinden ^eeft de gemeen
te Rotterdam zdoh bereids den eigendom
van eenige perceelen verzekf Om 1 et be
zit van de overige daartoe vereischte per
ceelen te verwerven, zou de raad dier ge-
gemeente gaarne machtiging tot onteige
ning erlangen.
Twee eigenaren van perceelen aan de
Reohter-Rottekade maakten bezwaar tegen
de onteigening, omdat het gemis van die
perceelen aan het water voor hun bedrijf
groote en blijvende kosten zou veroorzaken.
Dat bezwaar zal, naar het gemeentebe
stuur opmeitkte, door vergoeding van te lij
den schade zijn op te heffen en geldt niet
het onteigeningsplan zelf. Door een ande
ren eigenaar wordt aangedrongen op ver
goeding van groote kosten, enkel© jaren
geleden voor herbouwing gemaakt.
Op grond van een en ander zijn er naar
de meening van den minister van binnen-
landsche zaken voldoen.^© termen om aan
het erlangen van den Rotterdamschen
Raad te voldoen.
De internationale zeeliedenstaking.
UitRotterdam.
Men meldt uit Rotterdam:
Op het Engelsche consulaat hebben giste
ren geen Engelsche zeelieden aangemon
sterd.
De staking breidt zich uit.
Met de Bataviorlijn worden heden, Za
terdag te Rotterdam verwacht uit Londen
25 Chineezen om eventueel te monst&Ten,
ter aanvulling van het incompleet van de
equipage van de Javaboot „Wilis."
Aan enkele aanwervingskantoren van
zeelieden zijn Vrijdag ontslagen gevange
nen aangemonsterd ter vervanging van
stakende zeeheden.
De Engelsche stoomschepen „Snowdon"
en „Peterston" zijn gisteren met hun ge
monsterde bemanningen uit Rotterdam
naar zee vertrokken.
Uit Amsterdam.
De „Tellus" was naar de directie mede
deelde, met volledige bemanning. Volgens
de stakers zou het schip bijna uitsluitend
met machinisten en stuurlieden bemand
zijn.
Aan het centraal-station heben postende
stakers twee Duitsohers opgevangen, die
zij naar het lokaal van den Bond hebben
gebracht. De beide Duitscherv waren geko
men om te monsteren en sloten zich bij de
stakers aan.
Gisteravond zijn uit de haven vertrok
ken de „Tellus" en dè „Flora" van de Kon.
Ned. Stoomb.-Mij
Eerstgenoemd schip naar Rotterdam om
te laden, en de „Flora' naar de Oostzee.
Deze twee schepen zijn de eerste, die uit
Amsterdam en IJmuiden zee kiezen met
een bemanning, die na 't proclameeren der
staking is aangemonsterd
Gisteravond is in het gebouw de Geel-
vinck te Amsterdam een openbare vergade
ring gehouden, uitgeschreven door de af-
deeling Amsterdam van den Alg. Ned. Zee
mansbond, ter bespreJring van de staking.
Er waren ruim driehonderd personen aan
wezig, meerendeels lieden, en verschei-
denen hadden hun vrouwen meegebracht,
Voor het begin der vergadering zong men
als tijdkorting de Internationale.
Als eerste spreker trad op de heer Ron-
ner, voorzitter van Bondsafdeeling.
Spr. sprak zijn tevredenheid uit over do
groote opkomst. De Engdlsche reeders
hebben voor dezen gezegd, dat al het drei
gen van de zeelieden met staking slechts
bluf was. Dat is anders uitgekomen! Te
Londen is gisteren geen enkel man aange
monsterd, en in Amerika, waar de zeelie-
denbond 20.000 leden telt, is men gisteren
eveneens in staking gegaan. Het inteina-
tionaale zeeliedenprol .tariaat heeft jaren
lang den nek gebogen, maar eindelijk heoft
het zioh opgericht, en toont zijn krachten.
Tevens wees spr. erop, dat de dokwer
kers te Amsterdam Donderdagavond be-
aloten hebben geen „besmette" gseó." oa
in ontvangst te nemen, terwijl de bootwer
kers Zondag a .8. vergaderen, >n ^ereid
zijn zich solidair te retoonen.
Daarna wierp spr. een blik terug in de
geschiedenis der actie. Hij verzekerde, Jat
sinds 't vorige jaar alles beproefd is om van
de maatschappijen in der minne gedaaa te
krijgen, wat haar thans door strijl zal
worden afgedwongen.
Spr. ontkende, dat het stakingsbesluit to
Amsterdam genomen is door een vergade
ring, waarin vele niet-zeelieden aanwezig1
waren. Do 150 mensclien die him stem vóór
do staking uitbrachten waren allen zeelieden-
in
Havestrand dacht er aan hoe zyn zoon
gisteravond voor hem had gestaan an ge
legd had:
„Driitt gy het waariyk tot het uiterste,
lader? Maar ik zeg u: aohikt gU de zaak
niet, \<5ór dese dag om Ie, en zendt gt) de
barones geen boodschap, dat za uit s' el van
n krijgt, dan breek ik voor altijd met u. In
Godsnaam dan."
„Ik moet het landgoed lEichenkamp" be-
Uiten", had de oude woedend geroepen; zijn
loon had hem sprakeloos aangezien an hem
toen den rhg toegekeerd.
De stamming van Havestraad tegenover de
barones wae daardoor niat verbeterd. Ale hl)
dacht aen z(jn gagg naar „Eichenkamp," waar
bet steenen wapen met spreuk boven de deur
blng, dan moest hij nog hoonend iacben.
.Breken dan maar. als het bulgen te zwaar
lalt I"
Het wu9 hem steeds alsof hy ean slag in
bet aangezicht kreeg by de gedaehta hoe
llles zich toegedragen had Dan kwam er een
Woede in hem; een woede over haar, die
bem dit aangedaan had.
Tarwyi Havestrand naar huis wandelde,
dacht hy er aan, dat men hem als oorzaak
l»n haar dood beschouwde.
Waar zy moeten me dat maar bewyzen
bunnen, dacht hy. De barones war dood. Wat
8'ng het hem aanl Alsof het niet alle dagen
'oorkwam, dat een vrouw plotseling stierf,
die al aan slapeloosheid en een zwak hart
leed. Aan het hart, aan het hart, dis gadachte
liet hem niet los en zoo ging hy al kuchend
de Iandetraat lange naar Rotheneck terug.
Opeens blsef hy staan en voelde naar zyn
voorhoofd, waarop zweetdroppels stondsn.
Dat ontbrak er nu nog maar aan. Die daar
in de verte naderde, was zyn zoon Bernard.
En weer kwam de wondt ln Chrletiaan
Havestrand op, maar hy zou zich tegen
iederen aanval w»l verdedigen. Laat ze maar
opkomen: hy zou ze wel krygen. En ook
zijn jongen behoefde h(J niet te echuwen.
Vastberaden trad hy hem te gemoet. Bernard
bleef voor syn vader staan. Zyn jong gezicht
was, niettegenstaande hst harde loopen, vaal
bleek; da oogen brandden ham en uit zyn
stem klonk hevige ontzetting.
„GU komt van „Elchenkamp," vador, en
ia het werkeiyk waar?"
Christiaan Havestrand wendda 't hoofd af
onder den strengen blik van zyn zoon.
.Als gy dat wsot, dan zal het wel waar
zyn. Er is niets aan te veranderen en niemand
kan 't helpen."
.Niemand? En weet ge wat mtn nu mom
pelt, vader, weet g(j dat?"
Ale een rechter, die rekenschap vraagt, zoo
atond Bernard daar.
„En wat mompelt men dan? Dat hst
fleschje van haar slaapdruppels leeg voor haar
bed stond? Dat is niet goed gegaan. Wat
gaat mU dat gepraat aanl Wat gaat my de
beele geschiedenis aanl Zy zelf is alleen de
schuldige, haar hoogmoed, die verduivelde
hoogmoed. En is het waar, dat zy zelf een
eind aan haar leven maakte, dan was dat
alweer slechts haar hoogmoed, zonde en
schande nog er by, waar zy tooh, als zy
gewild had, my
,ZwUg, vader. Zwygl"
Daar legde zyn vader schuw ds band op
Bernards srm.
.Waar wou je heengaan? Naar „Elchen
kamp" toch niet? Daar kunt gy thans niets
doen, daar zulten ze.
,0p da plaats zalf wil ik alias hooren, zelfs
al jagen ze de bonden op mU loei"
Bernard schudde de hand, die op zyn arm
rustte, van zioh af en ging zyn vadsr voorby.
Deze zag den heengaande na, totdat by om
dsn hoek van de straat verdwenen was. Toen
ging ook hU verder langzaam, voet voor voet.
Hy had er zelf ook nog wel wat meer van
willen waten. Bernard zou er wel niet lang
blyvan en met zyn jonge beenen zou hy hem
wel aposdig weer inhalen en dan konden zy
het laatste tlnd' neg samen loopen. Dit kwam
Havestrand wensoheiyk voor. Zy waren toch
altyd gstd met elkaar gewesit, hy an Bernard.
Twist, zooals dat wal tusschsn vaders en vol
wassen soons voorkwam, had tusschen hen
nooit plaats gehad. Het zou nu ook wel goed
gaan, meende Havestrand. Zy mossten elkaar
alles vertellen, wat zy dachten over deze ge
schiedenis, en dat kon als zy met elkaar terug
gingen. Hy wilde waehten en ging daarom
op een bank zitten, halfweg Rotheneck en
.Eichenkamp."
Havestrand moest lang wachten. Elndeiyk
zag hy Bernard weer aankomen. Langzaam en
ln gedachten verzonken kwam hu terug. Hy
keek steeds naar den grond. Toen hy eindelyk
het hoofd ophief, zag hy midden op de Iand
etraat zyn wachtenden vader zitten. Dadeiyk
verliet hy de iandetraat on koos zyn weg door
het veld. Op het voorhoofd van Havestrand
zwollen de aderen van toorn op; zyn zoon
trachtte hem te ontwyken I Wat moet dat alles
beteekenen? Eerst de scènes thuis, nu tever
geefs gewaoht op zyn jongen, en plotseling
greep hem ds gedachte aan: zooale hy daar
nu op hem had gewacht, zou hy misschien
jaren en jaren op zyn zoon moeten wachten,
't Was of zyn keel dlchtgeanoerd werd. Nog
masls wierp hy een blik vol haat in de rich
ting van „Eichenkamp" en ging toen heen.
Dat alles bad by aan barones Yan der Efchen
te danken I
YI.
Met verwarde blikken zag Edsla allen aan,
die tot haar spraken en haar trachtten te
troosten: dan dokter, die naar „Eichenkamp"
gebaald was, ofsohoon hy nlot meer helpen
kon; den officier van justitie en een paar
dames van da naastby gelegen landgoederen,
die haar kwamen bezoeken met betraande ge
zichten. Als uit een geestenwereld klonk haar
•tsada een stem tegsn: „Yoor jou alleeu
zullen de deuren weer spoedig open gaan, dis
zich voor de barones Yan der Eichen gesloten
hadden en gosloten bleven, toen zy om hulp
roepend daarvoor stond."
Wilds toorn kwam in Edels op. Met haar
handen wserda zy allen af, die tot haar kwamen,
en van haar lippen kwam een kreet: .Yoortl
gy allen, gaat toch heenl"
Er bleef dengenen, die uit werkelyke deel
neming gekomen waren, niets anders over
dan te vertrekken. Maar men nam het haar
niet kwaiyk, deze beklagenswaardige dochter;
men zou weer komen om haar zyn deelneming
te betuigen en een gebed ledoen voor de rust
van de doode.
Op den vastgeetelden begrafenisdag kwamen
dan ook allen weder. Doch zy kwamen allen
te iaat. Op verzoek van Edela was de pastoor
van het naaste dorp in het vroege morgen
uur gekomen en eigen bedienden hadden de
kist naar da kapel gedragen, waar de pastoor
ds ïykrede bad gehouden. Slechte eenvoudigs
krsnesn, getuigend van trouw en aanhanko-
ïykbeid, lagen op de kiet en gingen mee in
de groeve, en toen des middags een lange stoot
kwam, met palmen en bloemen beladen, blesf
hun niets anders over dan dit alles voor ds
gesloten kapel neer te leggen. Op de stoep
van het heerenhuia stond de oude keuken
meid Htlbrich met een mutsje van zwart krip
op de g'Uze haren, en zei tot ieder, die de
stoep opkwam, dat freule Yan der Eichen zioh
in haar vertrekken had teruggetrokken on
niemand wenschte to ontvangen Men ging
hootdachoddend heen en schreef haar condo
leancebrieven Edela las niet sen van de zwart-
gsrande brieven, dis de post in groote hoeveel
heden bracht.
Op een avond kwam Hilbrlch met een brief,
legde dien ln Edela's schoot en zei:
.Daze komt uit een eeriyk hart. Mali heeft
hem geetuurd met een prachtlgen krans."
Edsla verroerde zich met, maar toch drongen
deze woorden wel tot haar door. Toen zy het
adres laa, was het alsof zy sen zwart gelokt
hoofd voor zioh zag met donkere oogsn,
waarin heete tranen stonden, welke oogen
haar aanstaarden. Beelden uit haar kinderjaren
kwamen haar voor den geest, toen men het
jongste dochtertje van den wagenmakor voor
haar haalde als epeelmakkertje. Twee geluk
kige kinderen waren zu' geweest en zU hadden
elkaar als kinderen liolgehad.
Nu wae Mali al lang weg van „Eichenkamp,"
de barones had haar wat laten leeren en zy
was getrouwd met een postbeambte en was
een gelukkige moeder geworden. Edela wiat,
dat zy de barones aliyd zeer dankbazr geweest
was voor allee, wat doze voor haar had ge
daan Die Mali, ja, dat kwam wèl uit het hart!
(Woidt vervolgd).