ffToa 15*736. XjEIDSöH DA^BSaAD, Zaterdag1 lO Jmii. Tweede Blad» Anne 1911» FEUILLETON. Kunst, letteren, enz. Gemengd Nieuws. 1>E 31IL1T1EW1ÜT. Volgens liet „Handelsblad" zal, nu de Militiewet niet in behandeling is genGmen, Vaarschijnlijk bij de oorlogsbegTootiog voor het volgende dienstjaar worden voorgesteld, terug te keeren tot den toestand van vóór (minister Staal (tweemaal vier maanden lang een sterk blijvend gedeelte, geen twee-ploegen- ■itelsel.) Aan de „N. R. C." kwam ter oore, dat het hiertoe, en dus tot heftige begrootings- 'discussies over het blijvende gedeelte, waar- ichijnlijk wel zal komen, als niet terstond na het zomer-recè9 de Militiewet door de Tweede. Kamer in behandeling mocht wor den genomen. Maakt daarentegen na. het -keoès de Kamer ernst van de zaak, dan ,tal wellicht nog gedurende 1912 het twee- 'plcegen-stelsel in zijn tegenwoordige gedaan- |te worden gehandhaafd. Evenwel zal dan waarschijnlijk een cor rectief worden gezocht, dat wellicht in de aanstelling van meer burger-corveeërs kan worden gevonden. Intusschen zou dit correftief uitsluitend gedoeld zijn. „Decembrius" in „Het Vaderland" laat Iedere poging om een verklaring te geven yan de houding der Unie-liberalen, die una- feicm voor liet voorstel-Nolens stemden, ach terwege. Maar omtrent de roomsch-katholie- ken zegt hij: Nu zou een jong, energiek, om zijn organisatietalent alom geprezen bewindsman eindelijk spijkers met koppen slaan, nu was er een omvangrijke reorganisatie door het christelijk ministerie voorbereid, nu zou de Regeeringepartij kunnen toonen haar ernst en haar wil, om een toestand, die het af treden van het kabinet-De Meester heette te wettigen, te louteren en te verheffenen de katholieken laten hun vriend Colijn in den steek: veertien hunner helpen mede de Mi- li tio weit van het program werken tegen den jiitdrukkelijken wenscli der Regeering in. De gevolgen van dit votum duuken ons feïnstig, ons komt het tpch voor, dat nu do tweo eerste jaren van de behandeling dezer wet wel geen sprake meer zal zijn. Het Ka binet resten nog tweo jaar vóór de algemeene verkiezingen, d. w. z. één vol, een zeer klein halfjaai-, om zich met legislatioven arbeid bezig te houden in de Kamer, buiten de be handeling der begrootingen. Op het program 6taat de geheele sociale wetgeving, staan de Tariefwet en andere belastingwetten. Spreekt het niet vanzelf, dat de Kamer met de verkiezingen aan den horizon socialen en fiscalen wetten de voorkeur zal geven en blijkt zulk9 niet reeds uit de stem, door de katholieken uitgebracht? De kans is groot, dat het kabinet-Heemskerk, ter wille der defensie opgetreden, zes jaren geregeerd zal hebben zonder iets anders te hebben uitge broed dan het beruchte tweeploegenstelsel I O'est un succes. ..De Nederlander" schrijft over hot besluit van de Kamer, de Militiewet niet meer in dit zittingjaar in behandeling te nemen, o. a. dit: Wij betreuren dezen loop van zaken ten zeerste, en achten de genomen beslissing in verschillende opzichten van zeer ernstigen aard. Dat de liberale partij, als gewoonlijk, zich tegen een afdoende regeling der de fensie verzet, we kunnen het begrijpen, hoewel niet billijken. Dat de Roomscken hen daarbij steunen, zelfs voorgaan, is een hou ding, die ten zeerste teleurstelt, en geenszins gerechtvaardigd wordt door de overweging, dat uitstel bevorderlijk zou zijn aan een kal mer en doelmatiger behandeling. Men kan uitstellen zoolang als men wil, oppositie en langdurige debatten zal men er met mee voorkomen. Daarvan gaven de so cialisten blijk door de aankondiging van 'a amendementen-regen. Maar waar wel geen énkel onderdeel, dat bij de regeling van onze Nationale Militie kan ter 6prako komen, voor do Kamer gloednieuw is, behoeft men zich voor die oppositie niet al te beducht te maken. Kon de wèt dan al niet op 1 Jan. 1912 in werking treden, de Tweede Kamer zou er mee gereed hebben kunnen zijn, en daarmee hebben getoond, dat het haar ernst is met de belangen onzer defensie. Reeds bleek gebrek aan dien ernst bij het De Üse'ü'de overworn 3) Over het dunne laagje Maartsche sneeuw kwam de Newfoundlander aandraven. Toen hy ochter de zweep zag, die zyn meesteres in de hand had, bleef hy staan en keek haar vragend aan. Zy knikte hem toe en, gerustgesteld, sprong hy luid blaffend tegen haar op. .Kom, Lord, er wacht ons een moeilüke tocht l" EL Het mooiste huis in Rotheneck behoorde aan Christiaau Havestrand. Een groote, goed verzorgde tuin lag er omheen. Daar had hy niet altyd gowoond, de oud- makelaar; eerst toen hy zich met grondspecu- latie een reusachtig kapitaal had gewonnen, had hy zich deze weelde kunnen veroorloven. By bad toen een villa laten bouwen en was daar als rentenier gaan wonen, terwyi hy de leefwijze van een man van aanzien ging volgen. Hy meende, dat hy dit alles aan zyn zoon verplicht was. Zijn zoon moest trotsch op zyn vader kunnen zyn. Hy moest er op kunnen ^ijzenziet, mftn vader woont in een prachtige 'lila, en hy kan doen en laten wat hy wil. Bit heelt hu door zyn arbeid verkregen; op gewerkt heelt hy zichzelf van arbeider tot aan- «ienlyk en ïyk man. Havestrand hechtte aan zyn rykdom; hy Pronkte er gaarne mee, evenals met zyn stu deerenden zoon. Minstens zooveel hechtte hy *an zyn rykdom als barones Van der Eichen omkegelen van minister Cool, betwelk een betreurenswaard oponthoud gaf. Gelukkig waren thans èn „Standaard" èn a.-r. Kamer- club overtuigd, dat er iets goed te maken viel van hetgeen toen is bedorven, en wenscb- ten zij, men mag zeggen, eenstemmig, de behandeling van de gereedliggende wet. Toch moet, waar het een zoo ernstige zaak gold, de afwezigheid van zoovelen worden betreurd. Slechts 70 van de 100 Kamerleden waren aanwezig, onder de absenten waren onderscheidene anti-revolutionnairen, bij wie dus blykbaar het partijverband ditmaal wei nig sterk schijnt te zijn, wat verbazing wekt, omdat het hier een wet gold van den eigen Minister, die den heer Cool is opgevolgd. Het schijnt trouwens, dat de wijze, waarop in „Do Standaard" van uit de Kanaalstraat aan do Kamer „haar marschroute wordt voor-, geschreven", ditmaal geen effect heeft ge had, althans niet buiten den eigen kring, ja eer het tegendeel schijnt teweeggebracht te hebben. Ons zij ten slotte de opmerking veroor loofd, dat zij, die niet dulden kunnen, dat er van Christ-.-Hist, zijde wordt aangedron- Ken op ernstige bestudeering, niet van reeds lang en breed besproken denkbeelden, maar van nieuwe, diep-ingrijpende maatregelen op het gebied van ons volksleven, thans, door een dringend-noodige hervorming op de lange baan te schuiven, alle reoht van spreken ten ©enenmale verloren hebben. De buitengewone ijver van minister Co- lijn dit is het betreurenswaardig resul taat is beloond met een votum, dat wij niet aarzelen een droevig einde van het werkjaar te noemen. Ook „De Standaard" is over het besluit niet te spreken: Wat we eerst gevreesd hadden, en toen weer hoopten, dat niet zou gebeuren, is dan toch droeve werkelijkheid geworden: de Militiewet is voor deze zitting in de Twee de Kamer afgelmd. En afgeluid niet door de oppositie, ma.ur door de Roomsch-Katholieke bondgenooten, die nog wel cp voorstel van dr. Nolens, met behulp van de Hnksche groepen, net uitstel tot een feit maakten. Waar bleef nu het overleg? Het overleg tusschen de drie groepen onderling, en het overleg met de Regeering? Op zulk een wijze van handelen is noch voor de Regeering noch voor de coalitie peil te trekken. Een volgend jaar zal men de hinderlijke gevolgen van dit ondoordacht besluit op zijn weg ontmoeten. Ons dunkt, althans had men de Regee ring gelegenheid en tijd moeten geven, om duidelijk te maken, wat haar tot het drin gen op spoed bewoog. Door den Kameroverzicht-schrijver van „De Tijd" wordt in de volgende bewoor dingen van het feit melding gemaakt: "Voor het Regeeringsbeleid is het een ge voelig échec, want niet alleen door zich zeer te haasten, had zij getoond op spoedi ge behandeling den meesten prijs te stel len, maar zij had dit daarenboven doo* den voorzitter op zeer nadrukkelijke wijze laten med-edeelen. Desalniettemin weigerde de grootste be vriende Kamerfractie baar op dit pad te volgen. De aDtirevoJutionnairen en christelijk- historischen stemden allemaal vóór den grootsten spoed. Deze regeling van werkzaamheden was the topic of the day; zij haalde alle aan wezige leden om de sprekerstribune, maar onmiddellijk daarna liep de Kamer weer leeg... „Het Volk" zegt onder het hoofd „Een nederlaag": Het door de Kamer genomen besluit om de Militiewet in deze zitting niet meer in behandeling te nemen, is een nederlaag van de Kuypergarde en van haar speciale wacht post in het ministerie, van minister Colijn. Het was „De Standaard," die er voortdu rend op had aangedreven, om de Militie wet nog vóór de zomervacantie af te doen. De katholieke Kamerclub heeft echter een streep door die rekening gehaald door bijna algemeen vóór uitstel te stemmen. aan haar adel, aan haar voorouders, die allen van adel waren, maar van wie nu mets ovor was dan de aty ve schilderden in huize „Eichen- kamp," en aan haar landgoed, dat in tieurigen toestand van verval verkeerde. Dat de toestand Yan „Eichenkamp" treurig was, wist Chri8tiaan Havestrand al jaren lang. Maar desniettemin, ja juist nog te meer daarom, had hy de barones steeds weer geld geleend, zooveel als zy vroeg. Het ideaal van Havestrand was om lieer en meester te worden op „Eichenkamp. Het landgoed moest zyn bezit worden en met het landgoed de barones Van der Eichen, zyn eigendom door de macht van zyn geld 1 En daarom had hy maar steeds weer ge leend, hoeveel de schuld ook de waarde van „Eichenkamp" te boven ging. Thans had hy gemeend, dat de tyd voor zyn triumf gekomen was, en om de barones tot wanhoop te brengen, om haar wat tot toegeefiykhoid te bewegen, had hy haar doen aanzeggen, dat zy haar schuld spoedig betalen moest. En nu, op dezen dag, dat hy gehoopt had trlumfanteiyk van zyn bezoek aan haar te zullen terugkomen, op dezen dag had hy een schandelyke vernedering moeten ondergaan. Hy had zoo ste lig gemeend, dat zyn plan zou slagen; hy had zich er al op gespitst hoe hy zyn zoon zou verbluffen met het heuglyk bericht, waarvan deze niet in het minst ver moeden had gehad. En thans 1 Thans had zy hem de deur gewezen, hem haar huis uitgejaagd I Met zware schreden ging Christiaan Have strand in zyn kamer op en neer. Hy had het benauwd in zyn huis on daarom had hy zyn raam hoog opgeschoven en ook zyn deur wyd opengezet. Zyn hoofd gloeide en voortloopend praatte hy in zich zelf, af en toe korte vloek woorden uitstootend. Die stemming heeft nog een andere be- teekenis. Zij is een nieuwe bijdrage tot het volledige fiasoo van deze Kamermeerder heid en deze Regeering op het punt, waar aan zij haar optreden te danken hebben. Het kabinet-Heemskerk is ontstaan nadat de rechterzijde met minister Yan Rappard het liberale kabinet-De Meester had helpen ten val brengen, omdat dit „de landsverde diging verwaarloosde." Minister Sabron voerde toen 't tweeploegenstelsel in, waar van minister Colijn nu verklaart, dat het een mislukking is. Minister Cool werd mede door de antirevolutionnaire Kamerleden gewipt- Voorts kwam bet gesol met het kustverdedigingsohtwerp a 46^ millioen gulden, dat eerst met alle-geweld op'staan d-en voet er door gejakkerd moest worden en later kalm achteraf geschoven werd. En nu weer maakt minister Colijn de meest razende haast om de militiewet te herzien, doch zegt de Katholieke meerder heid: Ho wat, niet zoö'n vaart, wij zullen het een jaartje uitstellen. Het is wel kras, dat zelfs op militair ge bied de sterke kerkelijke meerderheid tot wetgeven volkomen buiten staat blijkt. Een bijdrage te meer tot het clericaal volks bedrog. „Holland Express" (uitgave Gelyns, Rotterdam), komt met den ontwakenden zomer recht op dreef. De „Zeelandia" van de Koninklijöce Hollandsche Lloyd, een prach j gebouwd schip, dat het vorig jaar in de vaart werd gebracht, wordt hier in plaatjes getoond. De luxe, 'fc oonfort van zulk een boot doet niet onder voor een inrichting als in 't Palace-hótel. Het trappenhuis, het wandel- dék, de eetzaal, het veranda-café, de rook zaal eerste klasse en kiekjes van hutten worden iii goed uitgevoerde plaatjes ge toond. De reis wordt gedeeltelijk beschreven. We lezen verder: „Met de „Hollandia", de „Frisia" en bovenal nu met dit mooie nieuwe schip mag de Lloyd gerust in het wereldverkeer de concurrentie aanbieden." Onder den verderen inhoud van het tijdschrift noemen we het vervolg van Yan Hulzen's roman: „Het nestje van Onze Lieve Heer." De naam Pickwick. De zoon van Charles Dickens heeft zich voor eenigen tijd uitgelaten over de her komst van den naam Pickwick, den hoofd persoon in een der bekendste romans van zijn vader. In een klein procesje, waarbij hij een der partijen was, had zijn advo caat een getuige gedagvaard, die Pick wick heette. De gomoedelijke rechter vond daarin aanleicÖng, tot schertsen en zeide, dat iemand van dien naam een zeer passend getuige was voor een Dickens. Dickens Jr. voegde hieraan toe, dat deze getuige inderdaad afstamde van den Mo- zes Pickwick, wiens naam de romanschrij ver had gebruikt, en die een klein koffie huis te Bath beheerde, waar Dickens veel kwam. Yan Victor Bauffs is er in de villa „Erica" te Soheveningen een tentoonstel- bug. De „Wereldkroniek" toont een paar plaatjes van zomerweelde, reproducties van schilderijen van dezen schilder. Een ander plaatje toont dezen schilder voor 2ijn ezel in 't atelier. Aangaande de pesthestrijding op Java wordt een arti keltje gepubliceerd. De plaatjes geven een kijkje op de inspuiting van inlanders met de vaccinestof van inlanders- Noemen wij nog een plaatje met bij schrift handelend over het gelukkige her stel van Koningin Elisabeth van België en de toohtbeschrijving van Prins Hendrik, verder een kiekje van de vergadering van letterkundigen op de Witte Brug te Sche- vemhgen. Yan Prins Hendriks tocht vertelt ook „Het Leven." Een bijzonderheid in dit „Leven"-nummer zijn een aantal zwartjes Een uur wa6 hot geleden, dat hy was terug gekomen, en aldoor was hy zoo op en neer gegaan. Daar klonk de huisbel. Havestrand schrok van het geluid van de bel. Er klapte eon deur hy «vilde zelf gaan zien wie er was. Snel rukto hy de kamerdeur open en kook door de gang naar de geopende buitendeur. Hy kon zijn oogen byna niet ge- looven. Daar stond Edeia van der Eichen; de dochter werd das door de moedsr gezonden om haar zaak by hem nog te bepleiten. De trotsch® barones had dua ton slotte toch inge zien, dat hel beter was als zy toegaf „Ga liggen, Lordl" beval Edela en het ver standige dier gehoorzaamde en ging voor de huisdeur liggen, terwyi Edela op Havestrand toetrad Deze was altyd nog wat verbluft van het onverwachte bezoek en had nog geen woord gezpgd, ook nog geen groat geuit. &y maakte het hem gemakkeiyk door het eerst te spreken. „Meneer Havestrand, Ik kom u een vraag doeu," zei ze met vaste stem. „Komt u binnen, komt u binnen, freule." Stotterend kwam die uitnoodiging uit Have- strands mond. Hy was zichzelf nog niet ge heel meester; de hoogmoedige toon en de troteche houding van het jonge meisje brachten hem in de war. Hy had daartegen geen wapen. Wat wilde dat meisje hier? Edela was binnengetreden. Yluchtig keek zy naar de moderne versierselen in de gang. Toen deed zy nog een stap* naar Havestrand, die met onvaste hand de deur achter haar sloot en haar vóór was gegaan naar zyn kamer. „Ik moet u spreken, meneer Havestrand; maar ik wil niet veel woorden gebruiken. Zie my aan en gy zult weten waarom ik hier ben." silhouetjes a la Bodenheim. Deze zijn van Co Breman, earicaturiseeren de vrouwen mode, en worden als schimmenspel door Ko Arnoldi op het Haagsche Oud-Hol- landsche marktplein vertoond. Het Tweede Kamerlid Duys maakte de woorden er bij. Alles bij elkaar niet bijzon der aardig. Yan valsche munters geeft „Het Leven" in deze week plaatjes en tekst. Op 8 Juli a. s. zal ten paleize Soestdijk een groote openluoht-tooneelvoorstelling gegeven worden ten voordeelo van Oranje- Nassau's Oord. Hare Majesteit de Koningin-Moeder heeft daartoe uitgenoodigd de Koninklijke Yereeniging het Nederlandscli Tooneel, die het eerste bedrijf van „Romanesk" van Edm. Rostand zal opvoeren, de N. V. „Het Tooneel," dir. W. RooyaaTds en de Wagner-Vereeniging, die een der bedrij ven van „die Meistersinger" uitvoert. George Brandes. De beToemde Deensche schrijver George Brandes zal nog bij zijn leven een gedenk- teeken krijgen. De beeldhouweres Nielsen heeft de opdracht voor koning Christiaan IX een ruiterstandbeeld te modelleeren, dat in den slottuin van Christiaansborg fh Kopenhagen zal worden opgericht. De beeltenis van Brandes zal aangebracht worden aan den voet, in relief gehouwen. Rudolf Schild kraut. Rudolf Sohildkraut, die tot dusverre sinds een jaar la Henn de Vries in ver schillende Duitsche steden in „Feesten" van Heyermans optrad, heeft zch verbon den aan het Joodsch Theater in Londen. Verloting Politiebond. - De verloting door een Haagsoh comité op t >uw gezet ten bate van de stichting van den Al- gemeenen Nederlandschen Politiebond heeft f 18.000 opgebracht. Te Rotterdam werd brand ontdekt in het pakhuispand van het Leyd- sche Veem, aan de Wijnhaven, in welk pakhuis groote partijen tabak zijn opge slagen. De brand is uitgebroken in een houten bergplaats gelijkvloers, die tegen de naar do verdiepingen voerende trap is gebouwd en dient tot berging van gereed schap. De brand had in den aanvang een ern stig aanzien, uit alle luiken van het groote pakhuis kwam een dikke rook te voor schijn. In een uur tijds was de brand geblusoht. De bergplaats brandde uit; de trap en een gedeelte van den vloer der eerste erdie- ping zijn doorgebrand en eenige vaten met tabak hebben waterschade gekregen. De schade wordt door verzekering gedekt. De vergiftige kunstboter. Voor de strafkamer te Altona is gisteren het geding tegen den marg&rine- f abrikant Johann Heinrich Mobr be gonnen, wegens het bereiden van kunstbo ter, dié schadelijk en gevaarlijk voor de mensohelijkc gezondheid is. De akte van beschuldiging voert aan, dat verleden jaar in ruim 60 plaatsen van Duitschland meer dan 900 menschen na het gebruik van zijn kunstboter, merk „Backa," en ongeveer 100 anderen na het gebruik van zijn mer ken „Luisa" en „Frisher Mohr" brakingen en diarrhee hebben gekregen. Deze" drie soorten werden eiken dag gemiddeld in een hoeveelheid van 130,000 pond aan de verbruikers verzonden. In den laatsten tijd was Mohr er toe overgegaan, in plaats van de vroeger ge bruikte dierlijke vetten, goedkoop© plan ten- vetten als grondstof te gebruiken en wel voornamelijk kokosvet en palmpittenolie Om het merk „Backa" echter nog goed- kooper te kunnen leveren, zag hij naar nog gemeenere plantenvetten, om, zooals de morore-olie, een vet dat totdusver alleen in de zeepziederijen gebruikt werd, en een andere olie, die onder den naam van car- damon-olie in den handel gebracht werd. Hy keek haar aan, zag haar tro'sche hou ding, haar vastberaden, bleek gelaatzag hoo zy haar lippen vast op elkaar drukte. Plotse ling begreop hy: zy komt niet om my om genade te smeeken. Nu veranderde hy plotseling van houding. Hy stak zyn handen in de zakken en ging breed voor haar staan. „Ik weet hot niet, freule Yan der Eichen, maar zeg my maar wat de boodschap is, die uw moeder u voor my heeft opgedragen." „Myn moedert" Driftig en luid riep zy dat. „Noem haar naam niet, zy zou het niet toe staan, dat ik den drempel overschryd van hot huls van den man „Van den man, die het geld, dat hy we! zoo goed is aan de adeliyke heeren te leenen, op eeriyke wyze verdiend heeft; van den man, voor wiens vriendschap niemand zich behoeft te^scbamen; den man, die ook aan wyien baron Van dor Eichen wel geld wilde leenen. Horinner daar uw moeder maar eens aan." Edela bedv/ong met moeite haar drift. „Waag het niet de nagedachtenis van myn vader te beleedigen, zooals gy myn moeder beleedigd hebt, waarvoor ik u thans reken schap kom vragen." Havestrand ontstelde van die woorden. „Wat wilt ge van my vragen? riep hy en trad torug, om meer ruimte te hebben om zyn armen te kunnen bewegen. „Rekenschap komt gy my vragen? Een wijsneus als gy I Zeg, freuletje, weet ge wel wat ge zegt en tegen wien ge spreekt? Ge staat tegenover een man, die u morgen aan don dag met uw moeder er by op straat kan zettenI Verstaat ge my?" „Zeker, versta ik dat, meneer Havestrand. Maar gy overschat uw kracht. Eichenkamp" ls meer waard dan gy denkt en souden wy ss De cardamon-olie, die de oorzaak van de vergiftiging schijnt geweest te zijn, werd gezuiverd, om reuk en smaak er van weg te nemen. Volgens een verklaring van het hygiënische instituut te Hamburg wordt cardamon-olie bereid uit de zaden van de Indische plant Hydor corpus. De beklaag de zeide, dat verschillende wetenschappe lijke instellingen in Hamburg, Halle, Til- bingen en Berlijn dit vet onderzocht en uitgemaakt hebben, dat het geen bekende plantaardige of anorganische vergiffen bevatte. Maar bij physiologische proeven in het hygiënische instituut is gebleken, dat het vet een bacterie bevatte. Mohr gebruikte voor de bereiding van het merk „Backa" 50 tot 60 pCt, voor de andere soorten 5 tot 6 pOt. van de goed- koope plantenvetten. De beklaagde betuigde gisteren zijn on schuld. Hij had zich niet aan nalatigheid schuldig gemaakt, daar hij eerst het advies van deskundigen over de bruikbaarheid van oardamon-olie had ingewonnen. Het scheikundig onderzoek was gunstig uitge vallen. Zelfs de douane overheid had toege geven, dat cardamon-olie, na behoorlijk gezuiverd te zijn, voor mensohelijk gebruik geschikt te maken was. Het O -M bracht hiertegen in, dat de beklaagde in dwaling verkeerd had aan gaande hetgeen men onder een behoorlijke zuivering te verstaan had, en wel in een dwaling, die het gevolg was van schuldige nalatigheid. Et zijn voor dit prooes 22 deskundigen en 31 getuigen gedagvaard. Verschillende ge tuigen legden gunstige verklaringen raken de het karakter van Mohr af. Mohr had zijn zaak, zeiden zij, wel uit eerzucht, maar niet uit geldzucht in betrekkelijk korten tijd een heel eind vooruitgebracht. De makelaar Pohl vertelde, dat hij aan Mohr de cardamon-olie aangeboden had. De samenstelling en de aard van het vet was hem niet bekend Het was afkomstig van een Engelsche firma, die hem mede deelde, dat liet vet misschien wel voor be reiding van kunstboter te gebruiken was. In het geheel had hij 65,000 K.G. aan Mohr geleverd. De prijs bedroeg 75 mk. de 100 K.G. Een pond cardamon-olie kwam. na de reiniging 4 pf. goedkooper dan de anders gebruikte vetten. De scheikundige PeJtzer moest de ge bruikte vetten onderzoeken. Hij had aan het cardamon-vet niets bijzonders kunnen ontdekken. Ook de meesterknechts vonden het onberispelijk. Een hunner verklaarde, dat hij er, zonder er nadeel van te onder vinden, 100 gram van gegeten had. Te Frankfort a. d. M. is oen bedrog ontdekt, dat in handelskringen op zien baart. Een van de grootste machine fabrieken, de firma Pokomy en Wittekind, had sedert eenigen tijd opgemerkt dat zij, hoewol men haar dikwijls prijsopgaaf voor groote leverancies vroeg, nooit meer be stellingen kreeg. De firma stel lo een on derzoek in bij al haar vertegenwoordigers in Duitschland en kreeg ten ai«"vv mi- I dat er steeds een of twee dagen later van bui- tenlandsche firma's wie men heelemoal met om prijsopgaaf gevraagd had, een goedkoa- pere aanbieding was gekomen. De directie van de firma kreeg zoodoende de overtui ging, dat er onder haar kantoorpersoneel ernstig misbruik van vertrouwen gepleegd moest worden en ontsloeg al haar bedienden op staanden voet. Daarop kwamen er 2 hun ner bij den directeur, om dezen mede te deelcn, dat zij verdenking koesterden tegen een jongen boekhouder Heinen, die dikwijls in brieven en stukken neusde, waarmee hij niets te maken had. Deze Heinen is werke lijk, toen men de politie in den arm nam, door de mand gevallen. Hij bekende, dat hij tot het Berlijnsohe agentschap van de (Amerikaansche) „Internationale Press- luftgesellschaft" in betrekking stond en zich had verhonden, om dat agentschap aan alle aanbiedingen, die de firma Pokorny en Wittekind gedaan had, telegrafisch of door een expresse-brief in kennis te stellen. Dat had hij drie maanden lang gedaan. De Frankfortsche firma schat de schade, die zij in dien tijd geleden heeft, op onge veer 300,000 mk. geen geld van anderen op kunnen krygen als de nood daartoe dringt?" „Meent ge dat? Nu, wacht dan maar eens af wat er zal gebeuren, gy hoogmoedig kind. Maar uw moedor had wèl zoo verstandig ge daan u niet hierheen te sturen; haar privaat- aangelegenheden worden door u zeker niet op goede wyze behartigd." Met groote verachting keek zy hem aan. „Ik weet niets van myn moeder dan dat ik haar vlak na uw vertrek in een toestand vond, waaruit Ik opmaakte, dat gil haar op laffe en schandelijke wy-ze beleedigd hadt. Waf ik thans van u eisch, is, dat g\1 die beleedigende woorden terugneemt; dit te eischen is do plichS van my als dochter van de vrouw, die g^' hebt durven krenken 1" 4 Er was iets in het optreden van Edela, dat' hem zekore onzekerheid had gegevenmaar thans kwetste zy zyn ydolheid en kreeg hy zyn kalmte weer terug. „Myn moeder oneerbiedig te naderen, dat zou ik van niemand dulden, zelfs niet van men schen uit onzen stand. Gy echter," zy kwam nog een schrede nader „gy hebt meer durven doen, gy hebt haar iets aange daan, dat ik niet weet, maar dat schandelyk en laag moet geweest zyn, en daarom Hy liet haar niet uitspreken. „Schandelyk?" iiep hy woedend, do vuist tegen haar opheffend. Zy moest my op haar knieön gedankt hebben voor d-i eer, die ik haar aandeed, gy wysneusl Zy moest he( dankbaar hebben aangenomen, toen een ryk man als ik haar kwam vragen om zyn vrouw- te worden. Wat? Is het geen eer esn huweiykn* aanzoek te krygen van een man als ik?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 9