ffToa 15*736.
XjEIDSöH DA^BSaAD, Zaterdag1 lO Jmii. Tweede Blad»
Anne 1911»
FEUILLETON.
Kunst, letteren, enz.
Gemengd Nieuws.
1>E 31IL1T1EW1ÜT.
Volgens liet „Handelsblad" zal, nu de
Militiewet niet in behandeling is genGmen,
Vaarschijnlijk bij de oorlogsbegTootiog voor
het volgende dienstjaar worden voorgesteld,
terug te keeren tot den toestand van vóór
(minister Staal (tweemaal vier maanden lang
een sterk blijvend gedeelte, geen twee-ploegen-
■itelsel.)
Aan de „N. R. C." kwam ter oore, dat
het hiertoe, en dus tot heftige begrootings-
'discussies over het blijvende gedeelte, waar-
ichijnlijk wel zal komen, als niet terstond
na het zomer-recè9 de Militiewet door de
Tweede. Kamer in behandeling mocht wor
den genomen. Maakt daarentegen na. het
-keoès de Kamer ernst van de zaak, dan
,tal wellicht nog gedurende 1912 het twee-
'plcegen-stelsel in zijn tegenwoordige gedaan-
|te worden gehandhaafd.
Evenwel zal dan waarschijnlijk een cor
rectief worden gezocht, dat wellicht in de
aanstelling van meer burger-corveeërs kan
worden gevonden.
Intusschen zou dit correftief uitsluitend
gedoeld zijn.
„Decembrius" in „Het Vaderland" laat
Iedere poging om een verklaring te geven
yan de houding der Unie-liberalen, die una-
feicm voor liet voorstel-Nolens stemden, ach
terwege. Maar omtrent de roomsch-katholie-
ken zegt hij:
Nu zou een jong, energiek, om zijn
organisatietalent alom geprezen bewindsman
eindelijk spijkers met koppen slaan, nu was
er een omvangrijke reorganisatie door het
christelijk ministerie voorbereid, nu zou de
Regeeringepartij kunnen toonen haar ernst
en haar wil, om een toestand, die het af
treden van het kabinet-De Meester heette te
wettigen, te louteren en te verheffenen
de katholieken laten hun vriend Colijn in den
steek: veertien hunner helpen mede de Mi-
li tio weit van het program werken tegen den
jiitdrukkelijken wenscli der Regeering in.
De gevolgen van dit votum duuken ons
feïnstig, ons komt het tpch voor, dat nu do
tweo eerste jaren van de behandeling dezer
wet wel geen sprake meer zal zijn. Het Ka
binet resten nog tweo jaar vóór de algemeene
verkiezingen, d. w. z. één vol, een zeer klein
halfjaai-, om zich met legislatioven arbeid
bezig te houden in de Kamer, buiten de be
handeling der begrootingen. Op het program
6taat de geheele sociale wetgeving, staan
de Tariefwet en andere belastingwetten.
Spreekt het niet vanzelf, dat de Kamer met
de verkiezingen aan den horizon socialen en
fiscalen wetten de voorkeur zal geven en
blijkt zulk9 niet reeds uit de stem, door de
katholieken uitgebracht? De kans is groot,
dat het kabinet-Heemskerk, ter wille der
defensie opgetreden, zes jaren geregeerd zal
hebben zonder iets anders te hebben uitge
broed dan het beruchte tweeploegenstelsel I
O'est un succes.
..De Nederlander" schrijft over hot besluit
van de Kamer, de Militiewet niet meer in
dit zittingjaar in behandeling te nemen, o. a.
dit:
Wij betreuren dezen loop van zaken ten
zeerste, en achten de genomen beslissing in
verschillende opzichten van zeer ernstigen
aard. Dat de liberale partij, als gewoonlijk,
zich tegen een afdoende regeling der de
fensie verzet, we kunnen het begrijpen,
hoewel niet billijken. Dat de Roomscken hen
daarbij steunen, zelfs voorgaan, is een hou
ding, die ten zeerste teleurstelt, en geenszins
gerechtvaardigd wordt door de overweging,
dat uitstel bevorderlijk zou zijn aan een kal
mer en doelmatiger behandeling.
Men kan uitstellen zoolang als men wil,
oppositie en langdurige debatten zal men er
met mee voorkomen. Daarvan gaven de so
cialisten blijk door de aankondiging van
'a amendementen-regen. Maar waar wel geen
énkel onderdeel, dat bij de regeling van onze
Nationale Militie kan ter 6prako komen,
voor do Kamer gloednieuw is, behoeft men
zich voor die oppositie niet al te beducht
te maken. Kon de wèt dan al niet op 1 Jan.
1912 in werking treden, de Tweede Kamer
zou er mee gereed hebben kunnen zijn, en
daarmee hebben getoond, dat het haar ernst
is met de belangen onzer defensie.
Reeds bleek gebrek aan dien ernst bij het
De Üse'ü'de overworn
3)
Over het dunne laagje Maartsche sneeuw
kwam de Newfoundlander aandraven. Toen
hy ochter de zweep zag, die zyn meesteres in
de hand had, bleef hy staan en keek haar
vragend aan.
Zy knikte hem toe en, gerustgesteld, sprong
hy luid blaffend tegen haar op.
.Kom, Lord, er wacht ons een moeilüke
tocht l"
EL
Het mooiste huis in Rotheneck behoorde
aan Christiaau Havestrand. Een groote, goed
verzorgde tuin lag er omheen.
Daar had hy niet altyd gowoond, de oud-
makelaar; eerst toen hy zich met grondspecu-
latie een reusachtig kapitaal had gewonnen,
had hy zich deze weelde kunnen veroorloven.
By bad toen een villa laten bouwen en was
daar als rentenier gaan wonen, terwyi hy de
leefwijze van een man van aanzien ging volgen.
Hy meende, dat hy dit alles aan zyn zoon
verplicht was. Zijn zoon moest trotsch op zyn
vader kunnen zyn. Hy moest er op kunnen
^ijzenziet, mftn vader woont in een prachtige
'lila, en hy kan doen en laten wat hy wil.
Bit heelt hu door zyn arbeid verkregen; op
gewerkt heelt hy zichzelf van arbeider tot aan-
«ienlyk en ïyk man.
Havestrand hechtte aan zyn rykdom; hy
Pronkte er gaarne mee, evenals met zyn stu
deerenden zoon. Minstens zooveel hechtte hy
*an zyn rykdom als barones Van der Eichen
omkegelen van minister Cool, betwelk een
betreurenswaard oponthoud gaf. Gelukkig
waren thans èn „Standaard" èn a.-r. Kamer-
club overtuigd, dat er iets goed te maken
viel van hetgeen toen is bedorven, en wenscb-
ten zij, men mag zeggen, eenstemmig,
de behandeling van de gereedliggende wet.
Toch moet, waar het een zoo ernstige zaak
gold, de afwezigheid van zoovelen worden
betreurd. Slechts 70 van de 100 Kamerleden
waren aanwezig, onder de absenten waren
onderscheidene anti-revolutionnairen, bij wie
dus blykbaar het partijverband ditmaal wei
nig sterk schijnt te zijn, wat verbazing wekt,
omdat het hier een wet gold van den eigen
Minister, die den heer Cool is opgevolgd.
Het schijnt trouwens, dat de wijze, waarop
in „Do Standaard" van uit de Kanaalstraat
aan do Kamer „haar marschroute wordt voor-,
geschreven", ditmaal geen effect heeft ge
had, althans niet buiten den eigen kring,
ja eer het tegendeel schijnt teweeggebracht
te hebben.
Ons zij ten slotte de opmerking veroor
loofd, dat zij, die niet dulden kunnen, dat
er van Christ-.-Hist, zijde wordt aangedron-
Ken op ernstige bestudeering, niet van reeds
lang en breed besproken denkbeelden, maar
van nieuwe, diep-ingrijpende maatregelen op
het gebied van ons volksleven, thans, door
een dringend-noodige hervorming op de lange
baan te schuiven, alle reoht van spreken
ten ©enenmale verloren hebben.
De buitengewone ijver van minister Co-
lijn dit is het betreurenswaardig resul
taat is beloond met een votum, dat wij
niet aarzelen een droevig einde van het
werkjaar te noemen.
Ook „De Standaard" is over het besluit
niet te spreken:
Wat we eerst gevreesd hadden, en toen
weer hoopten, dat niet zou gebeuren, is
dan toch droeve werkelijkheid geworden: de
Militiewet is voor deze zitting in de Twee
de Kamer afgelmd.
En afgeluid niet door de oppositie, ma.ur
door de Roomsch-Katholieke bondgenooten,
die nog wel cp voorstel van dr. Nolens,
met behulp van de Hnksche groepen, net
uitstel tot een feit maakten.
Waar bleef nu het overleg? Het overleg
tusschen de drie groepen onderling, en het
overleg met de Regeering?
Op zulk een wijze van handelen is noch
voor de Regeering noch voor de coalitie
peil te trekken.
Een volgend jaar zal men de hinderlijke
gevolgen van dit ondoordacht besluit op
zijn weg ontmoeten.
Ons dunkt, althans had men de Regee
ring gelegenheid en tijd moeten geven, om
duidelijk te maken, wat haar tot het drin
gen op spoed bewoog.
Door den Kameroverzicht-schrijver van
„De Tijd" wordt in de volgende bewoor
dingen van het feit melding gemaakt:
"Voor het Regeeringsbeleid is het een ge
voelig échec, want niet alleen door zich
zeer te haasten, had zij getoond op spoedi
ge behandeling den meesten prijs te stel
len, maar zij had dit daarenboven doo*
den voorzitter op zeer nadrukkelijke wijze
laten med-edeelen.
Desalniettemin weigerde de grootste be
vriende Kamerfractie baar op dit pad te
volgen.
De aDtirevoJutionnairen en christelijk-
historischen stemden allemaal vóór den
grootsten spoed.
Deze regeling van werkzaamheden was
the topic of the day; zij haalde alle aan
wezige leden om de sprekerstribune, maar
onmiddellijk daarna liep de Kamer weer
leeg...
„Het Volk" zegt onder het hoofd „Een
nederlaag":
Het door de Kamer genomen besluit om
de Militiewet in deze zitting niet meer in
behandeling te nemen, is een nederlaag van
de Kuypergarde en van haar speciale wacht
post in het ministerie, van minister Colijn.
Het was „De Standaard," die er voortdu
rend op had aangedreven, om de Militie
wet nog vóór de zomervacantie af te doen.
De katholieke Kamerclub heeft echter een
streep door die rekening gehaald door bijna
algemeen vóór uitstel te stemmen.
aan haar adel, aan haar voorouders, die allen
van adel waren, maar van wie nu mets ovor
was dan de aty ve schilderden in huize „Eichen-
kamp," en aan haar landgoed, dat in tieurigen
toestand van verval verkeerde.
Dat de toestand Yan „Eichenkamp" treurig
was, wist Chri8tiaan Havestrand al jaren lang.
Maar desniettemin, ja juist nog te meer daarom,
had hy de barones steeds weer geld geleend,
zooveel als zy vroeg.
Het ideaal van Havestrand was om lieer en
meester te worden op „Eichenkamp. Het
landgoed moest zyn bezit worden en met het
landgoed de barones Van der Eichen, zyn
eigendom door de macht van zyn geld 1
En daarom had hy maar steeds weer ge
leend, hoeveel de schuld ook de waarde van
„Eichenkamp" te boven ging. Thans had hy
gemeend, dat de tyd voor zyn triumf gekomen
was, en om de barones tot wanhoop te
brengen, om haar wat tot toegeefiykhoid te
bewegen, had hy haar doen aanzeggen, dat
zy haar schuld spoedig betalen moest.
En nu, op dezen dag, dat hy gehoopt had
trlumfanteiyk van zyn bezoek aan haar te
zullen terugkomen, op dezen dag had hy een
schandelyke vernedering moeten ondergaan.
Hy had zoo ste lig gemeend, dat zyn plan
zou slagen; hy had zich er al op gespitst hoe
hy zyn zoon zou verbluffen met het heuglyk
bericht, waarvan deze niet in het minst ver
moeden had gehad. En thans 1 Thans had zy
hem de deur gewezen, hem haar huis uitgejaagd I
Met zware schreden ging Christiaan Have
strand in zyn kamer op en neer. Hy had het
benauwd in zyn huis on daarom had hy zyn
raam hoog opgeschoven en ook zyn deur wyd
opengezet. Zyn hoofd gloeide en voortloopend
praatte hy in zich zelf, af en toe korte vloek
woorden uitstootend.
Die stemming heeft nog een andere be-
teekenis. Zij is een nieuwe bijdrage tot het
volledige fiasoo van deze Kamermeerder
heid en deze Regeering op het punt, waar
aan zij haar optreden te danken hebben.
Het kabinet-Heemskerk is ontstaan nadat
de rechterzijde met minister Yan Rappard
het liberale kabinet-De Meester had helpen
ten val brengen, omdat dit „de landsverde
diging verwaarloosde." Minister Sabron
voerde toen 't tweeploegenstelsel in, waar
van minister Colijn nu verklaart, dat het
een mislukking is. Minister Cool werd mede
door de antirevolutionnaire Kamerleden
gewipt- Voorts kwam bet gesol met het
kustverdedigingsohtwerp a 46^ millioen
gulden, dat eerst met alle-geweld op'staan
d-en voet er door gejakkerd moest worden
en later kalm achteraf geschoven werd.
En nu weer maakt minister Colijn de
meest razende haast om de militiewet te
herzien, doch zegt de Katholieke meerder
heid: Ho wat, niet zoö'n vaart, wij zullen
het een jaartje uitstellen.
Het is wel kras, dat zelfs op militair ge
bied de sterke kerkelijke meerderheid tot
wetgeven volkomen buiten staat blijkt. Een
bijdrage te meer tot het clericaal volks
bedrog.
„Holland Express" (uitgave Gelyns,
Rotterdam), komt met den ontwakenden
zomer recht op dreef.
De „Zeelandia" van de Koninklijöce
Hollandsche Lloyd, een prach j gebouwd
schip, dat het vorig jaar in de vaart werd
gebracht, wordt hier in plaatjes getoond.
De luxe, 'fc oonfort van zulk een boot doet
niet onder voor een inrichting als in 't
Palace-hótel. Het trappenhuis, het wandel-
dék, de eetzaal, het veranda-café, de rook
zaal eerste klasse en kiekjes van hutten
worden iii goed uitgevoerde plaatjes ge
toond.
De reis wordt gedeeltelijk beschreven.
We lezen verder: „Met de „Hollandia",
de „Frisia" en bovenal nu met dit mooie
nieuwe schip mag de Lloyd gerust in het
wereldverkeer de concurrentie aanbieden."
Onder den verderen inhoud van het
tijdschrift noemen we het vervolg van Yan
Hulzen's roman: „Het nestje van Onze
Lieve Heer."
De naam Pickwick.
De zoon van Charles Dickens heeft zich
voor eenigen tijd uitgelaten over de her
komst van den naam Pickwick, den hoofd
persoon in een der bekendste romans van
zijn vader. In een klein procesje, waarbij
hij een der partijen was, had zijn advo
caat een getuige gedagvaard, die Pick
wick heette. De gomoedelijke rechter vond
daarin aanleicÖng, tot schertsen en zeide,
dat iemand van dien naam een zeer passend
getuige was voor een Dickens.
Dickens Jr. voegde hieraan toe, dat deze
getuige inderdaad afstamde van den Mo-
zes Pickwick, wiens naam de romanschrij
ver had gebruikt, en die een klein koffie
huis te Bath beheerde, waar Dickens veel
kwam.
Yan Victor Bauffs is er in de villa
„Erica" te Soheveningen een tentoonstel-
bug.
De „Wereldkroniek" toont een paar
plaatjes van zomerweelde, reproducties van
schilderijen van dezen schilder.
Een ander plaatje toont dezen schilder
voor 2ijn ezel in 't atelier. Aangaande de
pesthestrijding op Java wordt een arti
keltje gepubliceerd. De plaatjes geven een
kijkje op de inspuiting van inlanders met
de vaccinestof van inlanders-
Noemen wij nog een plaatje met bij
schrift handelend over het gelukkige her
stel van Koningin Elisabeth van België
en de toohtbeschrijving van Prins Hendrik,
verder een kiekje van de vergadering van
letterkundigen op de Witte Brug te Sche-
vemhgen.
Yan Prins Hendriks tocht vertelt ook
„Het Leven." Een bijzonderheid in dit
„Leven"-nummer zijn een aantal zwartjes
Een uur wa6 hot geleden, dat hy was terug
gekomen, en aldoor was hy zoo op en neer
gegaan.
Daar klonk de huisbel.
Havestrand schrok van het geluid van de
bel. Er klapte eon deur hy «vilde zelf gaan
zien wie er was. Snel rukto hy de kamerdeur
open en kook door de gang naar de geopende
buitendeur. Hy kon zijn oogen byna niet ge-
looven. Daar stond Edeia van der Eichen; de
dochter werd das door de moedsr gezonden
om haar zaak by hem nog te bepleiten. De
trotsch® barones had dua ton slotte toch inge
zien, dat hel beter was als zy toegaf
„Ga liggen, Lordl" beval Edela en het ver
standige dier gehoorzaamde en ging voor de
huisdeur liggen, terwyi Edela op Havestrand
toetrad Deze was altyd nog wat verbluft van
het onverwachte bezoek en had nog geen woord
gezpgd, ook nog geen groat geuit.
&y maakte het hem gemakkeiyk door het
eerst te spreken.
„Meneer Havestrand, Ik kom u een vraag
doeu," zei ze met vaste stem.
„Komt u binnen, komt u binnen, freule."
Stotterend kwam die uitnoodiging uit Have-
strands mond. Hy was zichzelf nog niet ge
heel meester; de hoogmoedige toon en de
troteche houding van het jonge meisje brachten
hem in de war. Hy had daartegen geen wapen.
Wat wilde dat meisje hier?
Edela was binnengetreden. Yluchtig keek
zy naar de moderne versierselen in de gang.
Toen deed zy nog een stap* naar Havestrand,
die met onvaste hand de deur achter haar
sloot en haar vóór was gegaan naar zyn kamer.
„Ik moet u spreken, meneer Havestrand;
maar ik wil niet veel woorden gebruiken.
Zie my aan en gy zult weten waarom ik
hier ben."
silhouetjes a la Bodenheim. Deze zijn van
Co Breman, earicaturiseeren de vrouwen
mode, en worden als schimmenspel door
Ko Arnoldi op het Haagsche Oud-Hol-
landsche marktplein vertoond.
Het Tweede Kamerlid Duys maakte de
woorden er bij. Alles bij elkaar niet bijzon
der aardig. Yan valsche munters geeft
„Het Leven" in deze week plaatjes en
tekst.
Op 8 Juli a. s. zal ten paleize Soestdijk
een groote openluoht-tooneelvoorstelling
gegeven worden ten voordeelo van Oranje-
Nassau's Oord.
Hare Majesteit de Koningin-Moeder
heeft daartoe uitgenoodigd de Koninklijke
Yereeniging het Nederlandscli Tooneel,
die het eerste bedrijf van „Romanesk"
van Edm. Rostand zal opvoeren, de N. V.
„Het Tooneel," dir. W. RooyaaTds en de
Wagner-Vereeniging, die een der bedrij
ven van „die Meistersinger" uitvoert.
George Brandes.
De beToemde Deensche schrijver George
Brandes zal nog bij zijn leven een gedenk-
teeken krijgen. De beeldhouweres Nielsen
heeft de opdracht voor koning Christiaan
IX een ruiterstandbeeld te modelleeren,
dat in den slottuin van Christiaansborg fh
Kopenhagen zal worden opgericht.
De beeltenis van Brandes zal aangebracht
worden aan den voet, in relief gehouwen.
Rudolf Schild kraut.
Rudolf Sohildkraut, die tot dusverre
sinds een jaar la Henn de Vries in ver
schillende Duitsche steden in „Feesten"
van Heyermans optrad, heeft zch verbon
den aan het Joodsch Theater in Londen.
Verloting Politiebond. - De
verloting door een Haagsoh comité op t >uw
gezet ten bate van de stichting van den Al-
gemeenen Nederlandschen Politiebond heeft
f 18.000 opgebracht.
Te Rotterdam werd brand
ontdekt in het pakhuispand van het Leyd-
sche Veem, aan de Wijnhaven, in welk
pakhuis groote partijen tabak zijn opge
slagen. De brand is uitgebroken in een
houten bergplaats gelijkvloers, die tegen
de naar do verdiepingen voerende trap is
gebouwd en dient tot berging van gereed
schap.
De brand had in den aanvang een ern
stig aanzien, uit alle luiken van het groote
pakhuis kwam een dikke rook te voor
schijn.
In een uur tijds was de brand geblusoht.
De bergplaats brandde uit; de trap en een
gedeelte van den vloer der eerste erdie-
ping zijn doorgebrand en eenige vaten met
tabak hebben waterschade gekregen. De
schade wordt door verzekering gedekt.
De vergiftige kunstboter.
Voor de strafkamer te Altona is gisteren
het geding tegen den marg&rine-
f abrikant Johann Heinrich Mobr be
gonnen, wegens het bereiden van kunstbo
ter, dié schadelijk en gevaarlijk voor de
mensohelijkc gezondheid is. De akte van
beschuldiging voert aan, dat verleden jaar
in ruim 60 plaatsen van Duitschland meer
dan 900 menschen na het gebruik van zijn
kunstboter, merk „Backa," en ongeveer
100 anderen na het gebruik van zijn mer
ken „Luisa" en „Frisher Mohr" brakingen
en diarrhee hebben gekregen. Deze" drie
soorten werden eiken dag gemiddeld in
een hoeveelheid van 130,000 pond aan de
verbruikers verzonden.
In den laatsten tijd was Mohr er toe
overgegaan, in plaats van de vroeger ge
bruikte dierlijke vetten, goedkoop© plan ten-
vetten als grondstof te gebruiken en wel
voornamelijk kokosvet en palmpittenolie
Om het merk „Backa" echter nog goed-
kooper te kunnen leveren, zag hij naar nog
gemeenere plantenvetten, om, zooals de
morore-olie, een vet dat totdusver alleen
in de zeepziederijen gebruikt werd, en een
andere olie, die onder den naam van car-
damon-olie in den handel gebracht werd.
Hy keek haar aan, zag haar tro'sche hou
ding, haar vastberaden, bleek gelaatzag hoo
zy haar lippen vast op elkaar drukte. Plotse
ling begreop hy: zy komt niet om my om
genade te smeeken.
Nu veranderde hy plotseling van houding.
Hy stak zyn handen in de zakken en ging
breed voor haar staan.
„Ik weet hot niet, freule Yan der Eichen,
maar zeg my maar wat de boodschap is, die
uw moeder u voor my heeft opgedragen."
„Myn moedert" Driftig en luid riep zy dat.
„Noem haar naam niet, zy zou het niet toe
staan, dat ik den drempel overschryd van hot
huls van den man
„Van den man, die het geld, dat hy we!
zoo goed is aan de adeliyke heeren te leenen,
op eeriyke wyze verdiend heeft; van den man,
voor wiens vriendschap niemand zich behoeft
te^scbamen; den man, die ook aan wyien
baron Van dor Eichen wel geld wilde leenen.
Horinner daar uw moeder maar eens aan."
Edela bedv/ong met moeite haar drift.
„Waag het niet de nagedachtenis van myn
vader te beleedigen, zooals gy myn moeder
beleedigd hebt, waarvoor ik u thans reken
schap kom vragen."
Havestrand ontstelde van die woorden.
„Wat wilt ge van my vragen? riep hy en
trad torug, om meer ruimte te hebben om zyn
armen te kunnen bewegen.
„Rekenschap komt gy my vragen? Een
wijsneus als gy I Zeg, freuletje, weet ge wel
wat ge zegt en tegen wien ge spreekt? Ge
staat tegenover een man, die u morgen aan
don dag met uw moeder er by op straat kan
zettenI Verstaat ge my?"
„Zeker, versta ik dat, meneer Havestrand.
Maar gy overschat uw kracht. Eichenkamp"
ls meer waard dan gy denkt en souden wy ss
De cardamon-olie, die de oorzaak van de
vergiftiging schijnt geweest te zijn, werd
gezuiverd, om reuk en smaak er van weg
te nemen. Volgens een verklaring van het
hygiënische instituut te Hamburg wordt
cardamon-olie bereid uit de zaden van de
Indische plant Hydor corpus. De beklaag
de zeide, dat verschillende wetenschappe
lijke instellingen in Hamburg, Halle, Til-
bingen en Berlijn dit vet onderzocht en
uitgemaakt hebben, dat het geen bekende
plantaardige of anorganische vergiffen
bevatte. Maar bij physiologische proeven in
het hygiënische instituut is gebleken, dat
het vet een bacterie bevatte.
Mohr gebruikte voor de bereiding van
het merk „Backa" 50 tot 60 pCt, voor de
andere soorten 5 tot 6 pOt. van de goed-
koope plantenvetten.
De beklaagde betuigde gisteren zijn on
schuld. Hij had zich niet aan nalatigheid
schuldig gemaakt, daar hij eerst het advies
van deskundigen over de bruikbaarheid
van oardamon-olie had ingewonnen. Het
scheikundig onderzoek was gunstig uitge
vallen. Zelfs de douane overheid had toege
geven, dat cardamon-olie, na behoorlijk
gezuiverd te zijn, voor mensohelijk gebruik
geschikt te maken was.
Het O -M bracht hiertegen in, dat de
beklaagde in dwaling verkeerd had aan
gaande hetgeen men onder een behoorlijke
zuivering te verstaan had, en wel in een
dwaling, die het gevolg was van schuldige
nalatigheid.
Et zijn voor dit prooes 22 deskundigen en
31 getuigen gedagvaard. Verschillende ge
tuigen legden gunstige verklaringen raken
de het karakter van Mohr af. Mohr had
zijn zaak, zeiden zij, wel uit eerzucht,
maar niet uit geldzucht in betrekkelijk
korten tijd een heel eind vooruitgebracht.
De makelaar Pohl vertelde, dat hij aan
Mohr de cardamon-olie aangeboden had.
De samenstelling en de aard van het vet
was hem niet bekend Het was afkomstig
van een Engelsche firma, die hem mede
deelde, dat liet vet misschien wel voor be
reiding van kunstboter te gebruiken was.
In het geheel had hij 65,000 K.G. aan
Mohr geleverd. De prijs bedroeg 75 mk. de
100 K.G. Een pond cardamon-olie kwam.
na de reiniging 4 pf. goedkooper dan de
anders gebruikte vetten.
De scheikundige PeJtzer moest de ge
bruikte vetten onderzoeken. Hij had aan
het cardamon-vet niets bijzonders kunnen
ontdekken. Ook de meesterknechts vonden
het onberispelijk. Een hunner verklaarde,
dat hij er, zonder er nadeel van te onder
vinden, 100 gram van gegeten had.
Te Frankfort a. d. M. is oen
bedrog ontdekt, dat in handelskringen op
zien baart. Een van de grootste machine
fabrieken, de firma Pokomy en Wittekind,
had sedert eenigen tijd opgemerkt dat zij,
hoewol men haar dikwijls prijsopgaaf voor
groote leverancies vroeg, nooit meer be
stellingen kreeg. De firma stel lo een on
derzoek in bij al haar vertegenwoordigers
in Duitschland en kreeg ten ai«"vv mi- I dat
er steeds een of twee dagen later van bui-
tenlandsche firma's wie men heelemoal met
om prijsopgaaf gevraagd had, een goedkoa-
pere aanbieding was gekomen. De directie
van de firma kreeg zoodoende de overtui
ging, dat er onder haar kantoorpersoneel
ernstig misbruik van vertrouwen gepleegd
moest worden en ontsloeg al haar bedienden
op staanden voet. Daarop kwamen er 2 hun
ner bij den directeur, om dezen mede te
deelcn, dat zij verdenking koesterden tegen
een jongen boekhouder Heinen, die dikwijls
in brieven en stukken neusde, waarmee hij
niets te maken had. Deze Heinen is werke
lijk, toen men de politie in den arm nam,
door de mand gevallen. Hij bekende, dat
hij tot het Berlijnsohe agentschap van de
(Amerikaansche) „Internationale Press-
luftgesellschaft" in betrekking stond en
zich had verhonden, om dat agentschap aan
alle aanbiedingen, die de firma Pokorny en
Wittekind gedaan had, telegrafisch of door
een expresse-brief in kennis te stellen. Dat
had hij drie maanden lang gedaan.
De Frankfortsche firma schat de schade,
die zij in dien tijd geleden heeft, op onge
veer 300,000 mk.
geen geld van anderen op kunnen krygen als
de nood daartoe dringt?"
„Meent ge dat? Nu, wacht dan maar eens
af wat er zal gebeuren, gy hoogmoedig kind.
Maar uw moedor had wèl zoo verstandig ge
daan u niet hierheen te sturen; haar privaat-
aangelegenheden worden door u zeker niet op
goede wyze behartigd."
Met groote verachting keek zy hem aan.
„Ik weet niets van myn moeder dan dat
ik haar vlak na uw vertrek in een toestand
vond, waaruit Ik opmaakte, dat gil haar op
laffe en schandelijke wy-ze beleedigd hadt. Waf
ik thans van u eisch, is, dat g\1 die beleedigende
woorden terugneemt; dit te eischen is do plichS
van my als dochter van de vrouw, die g^'
hebt durven krenken 1" 4
Er was iets in het optreden van Edela, dat'
hem zekore onzekerheid had gegevenmaar
thans kwetste zy zyn ydolheid en kreeg hy
zyn kalmte weer terug.
„Myn moeder oneerbiedig te naderen, dat zou
ik van niemand dulden, zelfs niet van men
schen uit onzen stand. Gy echter," zy
kwam nog een schrede nader „gy hebt
meer durven doen, gy hebt haar iets aange
daan, dat ik niet weet, maar dat schandelyk
en laag moet geweest zyn, en daarom
Hy liet haar niet uitspreken.
„Schandelyk?" iiep hy woedend, do vuist
tegen haar opheffend. Zy moest my op haar
knieön gedankt hebben voor d-i eer, die ik
haar aandeed, gy wysneusl Zy moest he(
dankbaar hebben aangenomen, toen een ryk
man als ik haar kwam vragen om zyn vrouw-
te worden. Wat? Is het geen eer esn huweiykn*
aanzoek te krygen van een man als ik?"
(Wordt vervolgd).