RECEPT.
ALI.EH.laEI.
ran het te ver gevorderde jaargetijde niet
tneer te paeseeren, zoodat de vrouw van
haar Zondagsuitetapje eerst den volgenden
zomer, bijna drie vierendeel 's ja&rs later,
terugkeerde.
Gastvrijheid is de oude deugd, die de
IJ slanders nog altijd beoefenen, en bekend
ie het, hoe zij de sagen en legenden uit de
oude IJslandsche letterkunde in eere hou
den. Ofschoon de kinderen der ver uiteen
wonende gezinnen slechts sporadisch on
derwijs ontvangen van rondgaande onder
wijzers, is toch de trap van beschaving,
waarop cLe mensohen staan, een hoogê
zoo goed ais alle IJslanders kunnen lezen
en schrijven. De hoofdstad Reykjavik heeft
even boven 7000 inwoners. Op haar markt
plein staat een beeld van brons van Thor-
waldsen, dien het eiland opeisoht als zijn
grootsten zoon uit den nieuwerem tijd;
maar die in het geheel niet daar, cloch op
den zeeweg van IJsland naar Kopeuhagea
werd geboren.
PetPoieumdrinkende pBanten»
De petroleum werkt op de dieren als
vergif, terwijl de planten, naar algemeen
wordt aangenomen, er niet onder lijden.
Dit is dan ook de reden, waarom zij ge
bruikt wordt voor de vernietiging van in
secten en andere voor planten schadelijke
dieren, dat wil zeggen, vermengd met
water.
Schadelijke inwerkingen op de gewassen
sdjn daarbij inderdaad nog niet waargeno
men, maar het was toch eigenlijk onwaar
schijnlijk en onbegrijpelijk, dat een stof als
de petroleum op zulke teere eij gevoelige
wezens als planten zijn, geen werking zou
uitoefenen.
Om zulks nader te onderzoeken, heeft
Ferdinand Kryz, te Weenen, proeven ge
nomen, waarvan hij de merkwaardige uit
komsten in het „Zedtschrift für Pflanzen-
krankheit" mededeelde.
Hij beeft daarbij twee bekende planten
gebruikt, den doornappel en de water-
weegbree, en gaf nu aan deze planten, die
anders zeer taai zijn, een petroleumoplos-
sing, maar nu niet door uitwendige be
sproeiing, maar door de aarde te begieten,
zoodat de stof door de wortels moest op
genomen woTden. Het bleek, dat de groei
inderdaad door de petroleum niet be
ïnvloed werd, maar dat de bladeren, bloe
sems en vruchten zich goed ontwikkelden.
Dit eigenaardige weerstandsvermogen
kon slechts door het zonderlinge feit ver
klaard worden, dat de petroleum in de
plant als zoodanig bleef bestaan en door
de weefsels niet werd opgenomen.
De stengel, de bladeren en ten slotte ook
de vruchten van den doornappel bijvoor
beeld scheidden de petroleum weer af. Als
men een stengel afbrak, dan kwamen er
druppeltjes petroleum van onveranderde
samenstelling uit. Hetzelfde gebeurde met
de vruchten en met de bladeren; men kon
op een blad papier petroleumvlekken ma
ken. De waterweegbree gedroeg zich even
zoo.
Werd de ,,petroliseeTing'; echter te 'lang
voortgezet, dan was er een sterke belemme
ring in de levensverrichtingen der planten
te constate eren, waarschijnlijk echter min
der ten gevolge van vergiftiging dan wel
van een storing in de stofwisseling, door
dat de weefsels te veel petroleum bevatten.
Denken wij snel?
Denken wij zoo snel als de gedachte?
Deze vraag stelde een Amerikaansche
geleerde in een te New-York verschijnend
blad en hij komt in zijn over dit onderwerp
geschreven verhaal tot de slotsom, dat de
uitdrukking: ,,snel als de gedachte'' niet
meer groote snelheid aangeeft.
Het geduid gaat negenmaal zoo snel als
do gedachte, terwijl het licht negen-mil-
lioen-maal zoo snel gaat. De snelheid van
overbrengen van gedachten kan zelfs nog
niet wedijveren met een renwagen in volle
vaart of een vliegmachine, die den wind
achter heeft,
De Amerikaansche geleerde beschouwt
hierbij de gedachte als de tijd van waar
neming van een indruk door de hersenen.
Men heeft biervoor noodig bijna één dui
zendste van een minuut per meter. Deze
tdjd mag kort genoemd worden, doch bij
vergelijk met andere snelheden is hij nog
betrekkelijk lang. Een duizendste minuut
over één meter beteekent één minuut ovetr
één kilometer. Stel u voor een man met
een arm van 120 K.M. lengte, die een
ander een hand geeft. Eer deze lang
armige man tot bet bewustzijn komt, dat
hij een hand gegeven heeft, kan de ander
reeds zeven kilometer verder gewandeld
•zijn en op zijn gemak hij heeft eT nog
allen tdjd voor gaan middagmalen.
Men zal er in deze tijden van steeds groo-
tere snelheden nog toe komen om te spre
ken van: „langzaam als de gedachte."
Broodschotel met rabarber.
12 dunne sneetjes oud brew 1 zonder korst,
pl.HL. 60 gr. boter, 3 a 4 rabarb erstelen,
suiker.
Bereiding: De rabarber al of niet
schillen, wasschen, in stukjes snijden en
gaar koken met iets water, fijn wrijven,
vermengen met iets dubbel koolzure soda
en voldoende suiker. Het brood aan nette
stukjes snijden, aan één kant met boter be
smeren. De zeer dunne rabarber nu laag
om laag met het brood in een vuurvast
schoteltje leggen, de bovenst© Cbrood) laag
bedekken met een mengsel van suilker en
kaneel, hier en daar nog een stukje boter
leggen en het schoteltje in een vrij warmen
oven laten bruin worden.
Beroepskeuze.
„Zoo, beste jongen, en wat denk je wel
te worden, als je groot bent?'' vroeg de
dominee aan een zijner leerlingen,
„Boer, dominee."
„Heel goed, jongen; je voorziet dan de
mensohen van natuurlijk voedsel. Heel
goed. En jij vroeg hij aan een tweede.
„Ik word schoolmeester, dominee."
„Nog beter, jij vult den geest van bet
opkomend geslacht met geestelijk voedsel.
Ja, dat is nog beter."
„En jij?" vroeg hij, zioh tot een derde
wendend.
„Ik word predikant, dominee."
„Dat is nog het beate van alles; de ziel
met geestelijk voedsel vullen beeft nog
meer waarde dan den geest of bet lichaam
te vullen. En waarom wil je dominee wor
den?"
„Omdat we altijd leklker ©ten als u
komt, dominee11"
Hij was voorzielitig.
Aat, een Engelsoh staatsman werd, nadat
hij een redevoering voor zijn kiezers had.
gehouden, door een zijner tegenstanders de
vraag gedaan, of hij zijn stem zou geven
aan de wet, waarbij het huwelijk met de
zuster der overleden vrouw wordt veroor
loofd.
„Mag ik vragen", zei de redenaar glim
lachend, „of hij, die mij de eer aandoet die
vraag te stellen, gehuwd is?"
„Dat ben ik."
„Heeft uw vrouw een zuster in leven?"
„Dat heeft zij."
„Is uw vrouw hier in de zaal?"
„Neen."
„Nu, mijn vrouw is bier wel en zij beeft
ook een zuster in leven."
De vergadering lachteen de vrager deed
er verder bet zwijgen toe.
Hoedewindis.
Heer: „Jongen, kan je mij ook zeggen
hoe de wind is?"
Jongen: „Ik zal eens even ruiken."
Heer: „Wat zeg je? Ruiken?"
Jongen: „Ja, meneer. Rechts van de
gracht is een parfumeriewinkel en links een
kaaspakhuis. Als het lekker ruikt, dan heb
ben wij noordenwind; iB bet een kaaslucht,
dan hebben we zuidenwind. Ruik ik niets,
dan is het oosten- of westenwind."
Reclame.
De voorstelling begint I Haast u, dames
en heeren! Gaat de wonderbare Afrikaan-
sohc hyena zien. Ze meet veertien voet van
bet puntje van 'r nens tot het eindje van
baar staart en ook zoo denzelfden afstand'
terug, makende samen acht en twintig vost.
Woordafleiding.
Zij deed aan woordafleiding... De ge
dienstige kwam aan mijnheer meed eel en,,
dat zijn jongste bediende de boodschap had
afgegeven: „hij zou een uur later komen,
want hij moest mee padden zoeken."
Mijnheer, vlug van begrip: „Hij moeet
zeker met de padvinders moe
„Justement, mijnheer."
Twee wensohen.
Kunstdame: „lik hoop vurig, dat wij dit
seizoen onze primadonna «au de opera
houden I"
Huismoeder: „En ik, dat mijn meid
blijft. Dat is de eerste goede, dit ik dit
jaar heb 1"
Zwakheid.
„Ja, edelachtbare heeren", bekende be
klaagde voor de rechtbank, „ik heb in een:
oogenblik van zwakheid die karrevracht
koper gestolen."
„In een oogenblik van zwakheid", riep
de president uit, „maar kerel, wat zou je
dan wel gestolen hebben in een oogenblik
van kracht?"
Voor deblinden.
Een winkelier hing voor zijn raam een
bus met het opschrift: „Toor de blinden."
Yele voorbijgangers gaven een kleinig
heid.
Een dame, die geregeld bijdragen bad
verstrekt, miste ra een week of drie de
bus.
„Bk zie de bus niet meer", zei zij.
„Ja", zei de winkelier, „ik heb die weg
genomen; bet was genoeg, dank u."
„Genoeg?"
„Ja, kijk u maar hier." En hij wees op
een paar nieuwe blinden, die aan de win
kelkast waren aangebracht!
Herkenning.
Professor tegen zijn vroegere dienstbo
de, die bdj met baar man ontmoet:
„Zoo, dag Sientje, dag meneer! Wat
komt je man me toch bekend voor, Sientje;
is dat niet vroeger je "rijer geweest 1"
Verschil tuaschen koning
George en dit jaar.
Een Engelsohe woordspeling, die zioh niet
goed vertalen laat.
„What is the difference between King
George and this year?"
„One penny."
„Why?"
„Because King George is a Sovereign
and this year is nineteen eleven."
Al bij voorbaat hetgevaL
„Zeg, kun je even vijf en twintig pop
missen
„Zal wel moeten, want ik heb ze niet"
Snel beradts.
Hij: „Ik bemin bet goede, het ware, het
schoone."
Zij: „Ach, bet komt zoo onverwacht.,
spreek met mama."