[J p. 15730 V rijdag 2 juib A® 1911. (§eze fêourant wordt dagelijks, met uitsondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Officieel® Kennisgeving. hinderwet. Onder onze Vroede Vaderen. FEUILLETON. Door eigen schuld. :3 PEL'S DEB ADVERTENTIEN: V»B 1—6 regels fh05. Iedere regel meer /"0.17 J. - Grootere letters nasr plaatsruimte. Kleine advertentiën Tan 30 woorden 40 Oents oontantelk dental woorden meer 10 Oento.- - Voor het inoaaseeren wordt/"0.05 berekend* PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Cents per 3 maanden f 1.10. Bniten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sijn 1.30. Franco per post 1.65. Bflond- en klauwzeer* Koken der melk* De Gezondheidscommissie te Leiden meent wederom te moeten waarschuwen tegen het gevaar, dat het gebruik van rauwe of on gekookte melk veroorzaken kan. Zij doet dit naar aanleiding van het feati dat in da omgeving dezer gemeente vele ge vallen van mond- en klauwzeer zijn waar genomen. Zij raadt een ieder aan de melk voor het gebruik minstens 5 minuten te koken. De Gezondheidscommissie: L. VAN ITALLIE, Voorzitter. J. POHLMANN, Secretaris. Leiden, 2 Juni 1911. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, 1ste alinea, der Hinderwet; Brengen bij f'eze ter algemeen© kennis, dat door hen op heden vergunning is ver leend aan G. F. BARTELSMAN, en rechtverkrijgenden tot het oprichten van een kalkblussche rij in het perceel CaeciHa- ctraat No. 21, Sectie H. No. 333. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 1 Juni 1911. Haastige spoed. Toon gistermiddag in den Gemeenteraad de discussies over punt 16, het voorstel tot invoering van een progressief schoolgeld voor de Meisjes H. j£.-S., waren ten einde gebracht, was het vijf uur. Onze reporter deelde ons mede, dat er geen wonder! een zwoele atmosfeer in de zaal hing waar 1de stedelijke afgevaardigden bijeen zaten. Nauwelijks was dan ook de motie-Van der Eist aangenomen, of van alle kanten hoorde pmn, volgens het verslag, stemmen van: j,uitscheidenMen had ca* genoeg van volkomen begrijpelijk. Van de 27 aanwezige leden waren reeds 2 vertrokken. Be Voorzitter voelde er echter veel voor om nog wat door te werken. Hij klaagde dat fle Raad altijd met onafgewerkte agenda's bleef ritten en liet het tot een stemming komen. Met 14 tegen 11 stemmen werd be sloten door te werken. Het gevolg was dat treer een 5-tal leden, die blijkbaar niet lan- !jger tegenwoordig konden zijn, verdwenen. Met 20 man dook de Raad toen in geheime Vergadering, waarin de voorgestelde nieuwe Directeurswoning van „Endegeest" zou be sproken worden. Wij vragen ons af of met een dergelijke ge forceerde voortzetting mot 20 van de 31 leden wel een goed voorbeeld is gesteld en of het gemeentebelang er mee gediend is, dat men rich op deze wijze door een agenda heenslaat. Zou het dan geen aanbeveling verdienen, om bij een agenda waarvan men verwachten kap dat zij veel tijd in beslag zal nemen, wat eerder te beginnen? Zou men niet eens rondzien hoe andere steden de uren van de vergaderingen rege len? Vergissen wij ons niet, dan beginnen de meeste rittingen van den Raad elders vroeger. Meestal toch zijn het de belangrijkste pun ten, die lijden ander een dergelijke behan deling, als nu; die staan altijd aan het slot. Wij weten wel dat deze kwestie er een is, die geheel tot 's Raads prudentie be hoort. Het was er ons alleen om te doen de vraag eens op te werpen of hier hot spreek woord van den haastigen spoed ten opzichte van onze gemeentezaken ook toepasselijk kon zijn. Dat het met de agenda gisteren niet zoo vlot zou loopen als in de twee voorafgaan de vergaderingen, was te denken. Er ston den althans twee punten op, die tot zware discussion aanleiding konden geven. Een progressief of geen progressief schoolgeld op de H. B.-S. voor Meisjes heeft men nog afgehandeld, maar tot het andere punt belasting op de openbare vermakelijkhe den ia men niet gekomen. De belang stellenden in dit onderwerp op de publieke tribune zagen het halverwege de vergade ring aankomen en werd wen en. Het was trouwens in de Raadzaal niet bijzonder belangwekkend en de discussie dikwijls meer jolig dan interessant. Daartoe werkten twee factoren mede. Al lereerst het feit, dat de vergadering niet door den burgemeester werd geleid. Onze raadsleden rijn als een klasse schooljongens uit onzen kindertijd (om het niet aan den stok te krijgen met den Bond van Ned. On derwijzers meiken we tusschen haakjes op, dat dit al heel lang geleden is) als de bo venmeester er niet was, veroorloofden we ons allerlei vrijmoedigheden. Zoo deed de Raad nu ook en de wethouder mr. Van der Lip gaf zelfs niet eens aan de gewone le den een goed voorbeeld, wat wij den Ben jamin in het achtbaar College van B. en Ws. op zoo'n warmen dag echter gaarne vergeven. Want en dit is de tweede van de door ons bedoelde factoren de hooge temperatuur in de Raadzaal maakte de heeren ook ongedurig. De Voorzitter, de heer v an Hamel, even welwillend en gemoedelijk als de burge meester zelf, en nog een beetje meer goed-, lachadb, liet de heeren maar praten en wierp er zoo nu en dan nog een grapje doorheen, wat dan weer aanleiding tot eenige vroolijkfbeid gaf. Zoo zijn w© den langen warmen namiddag doorgekomen. Onder de ingekomen stukken kwam dit maal een zeer hartelijke en welgemeende dankbetuiging aan den Raad voor van nie mand minder dan van den garnizoenscom mandant voor de ophooging van het Schut tersveld. Dat ie nu geheel klaar en als exercitieveld in gebruik genomen. Het had d© verwachting der militaire autoriteiten verre overtroffen. Een pluimpje voer den wethouder Korevaar allermeest. Het was sommigen raadsleden ook aan to zien, dat rij er door gestreeld waren. Voor de Commissie voor de Landbouw tentoonstelling was de mededeeling van Ged. Staten dat de Koningm geen machti ging kon verleenen voor de vergunning tot den verkoop in het klein van sterken drank op het terrein dezer tentoonstelling, een teleurstelling zeker. De cantine zou met deze vergunning belangrijk meer pacht hebben opgeleverd. Waarom verleden jaar deze vergunning dan wel mogelijk gemaakt voor de cantine op het terrein van het lus trumfeest, zou men vragen kunnen? Overi gens blijven er nog verversohingen genoeg over te gebruiken, en wie er klare of bit ter wil hebben, kan in de cafés nog altijd terecht. De tentoonstelling zal er op zich zelf niets bij verliezen. Eindelijk vermelden wfj hier nog het adres van den pachter der Graanbeurs om restitutie van 't hem toekomend abonne mentsgeld en huur der tafels in de Graan beurs tot een bedrag van f 258, wat door den vorigen pachter werd geïnd, en waar geen verhaal op schijnt te rijn. We weten nog niet hoe precies de zaak zit, maar het komt ons voorloopig voor dat men den pachter deze schade niet alleen mag laten dragen. Na een klein voorpostengevecht nog met betrekking tot het reglement op de Bank van Leening, naar aanleiding van het adres van eenige beambten der Bank, die zich benadeeld achten wanneer in plaats van de'bestaande persoonlijke borgstelling, rij nu zullen genoodzaakt worden zakelijke zekerheid te stellen, waarbij voldoende aan het licht kwam dat B. en Ws. voorne mens zijn aan deze bezwaren te gemoet te komen, werd aan de agenda zelf begonnen. Het liep eerst heel vlug, doch bij het voorstel tot aankoop van* een tiental huis jes van de Holl. Electrische Spoorweg- Mij begon het debat ah De heer Reimerin- ger was tegen dezen aankoop. De huisjes rijn toch voorbeschikt om afgebroken te worden, waarom moet dó gemeente ze nu van de Maatschappij overnemen? De heer Korevaar merkte op dat deze huisjes door de Maatschappij zijn onteigend voor f 1600. Zoolang zij er staan kunnen ze 10" pCt. aan buur opbrengen, terwijl er weinig onderhoud aan is. Moet de gepro jecteerde straat eenmaal worden aange legd, dan is het goed dat de gemeente ze in het bezit heeft. Indien men ze dan moet onteigenen zal men eerst moeten bloeden. De heer R alleen was nog niet overtuigd dat de gemeente met dezen aankoop goede izaken zou doen, en bleef er zich tegen ver klaren. Wij zien er dit bezwaar niet in, en zijn van meening dat de gemeente goed deed deze perceelen voor dien prijs aan te koopen. De overeenkomst met de gemeente Ha- zerswoude in zake de gaslevering gaf geen aanleiding tot eenig debat. Wel vroeg de heer Pera bij ajrt. 11 der overeenkomst het woord, maar het bleek dat hij met zijn gedachten was vooruitgeloopen tot de nieuwe verordening op de Bank van Leening, waarom eens hartelijk werd ge lachen. De heer Pera troostte rich met de ge dachte dat vergissen menschelijk is, en hij bad gelijk. Over deze laatste verordening die nu volgde is trouwens heel wat geschermut seld. Het waren voornamelijk de heeren Fokker, Pera en Zwiers, die bij de benoeming van commissarissen opkwamen voor de rechten van den Raad. Daarin hadden B. en Ws. eenige wijziging gebracht, in dien zin, dat in plaats van uit een alphabetische voor dracht van drie personen, zooals thans, de Raad voortaan uit twee personen zal te kie zen hebben, voorgedragen door heeren commis sarissen zelf. De heer Fokker dacht dat men deze be paling gemaakt had om er den commissarissen onwillige personen uit te houden en de heer Pera knikte toestemmend. Beide leden heb ben het bij ervaring gehad, dat de betrokken oommissies ontslag vroegen of er mee dreig den toen zij werden benoemd, de laatste in do Commissie van Beheer op „En de- geest", de heer Fokker in de Commissie voor de Bajik-van-Leening. Mr. van der Lap, voorzitter van commis sarissen, bijgestaan door de heeren Fockema Andreao en .Meuleman, bestreden deze op vatting. De Commissarissen weten het best wie zo voor een benoeming kunnen voor dragen. Zij dragen de verantwoordelijkheid; men moet hnn ook wat macht geven. Ook in andere Commissiën is het benoemingsrecht zoo geregeld. Tegen dit laatste werd. weer aangevoerd, dat het dan de benoeming van Raadsleden gold, wat hier niet altijd, het geval is. Een amendement, alleen beoogende, dat behalve twee, drie personen op de voor dracht zouden worden geplaatst, werd teai 6lotte echter nog verworpen. Bij artikel 14 van het reglement, betreffende het kapitaal der Bank, dat op voorstel van de Commis sarissen zou kunnen worden verhoogd, kwam dezelfde kwestie nog eens op den voorgrond. Een paar in dien geest voorgestelde amen dementen vielen echter eveneens. Voor dë Commissarissen was het een goede dag. Waar om de meerderheid van den Raad er zoo bang voor is om dit College iets meer zeg genschap te doen toekennen in de zaken der Bank begrijpen we niet. Men behoeft er immers niet meer gebruik van te maken dan noodig i9 en er behoeft toch geen wan trouwen tegen het College van Commissa rissen uit te spreken. Wat e® verder over te berde werd gebracht had weinig te beteekenen. Het betroffen re dactiewijzigingen en taal- en spelfouten. Dat men hierbij nogal eens peuterig te werk ging bleek uit de opmerking, dat het woord klerk met een kleine voorletter en assistent met een groote letter was geschreven. De lange verordering kwam eindelijk in wezen geheel onveranderd uit het vrij lange debat te voorschijn De feitelijke verande ringen, buiten die door de Pandhuis wet noo dig geworden, welke zijn aangebracht, be treffen voornamelijk dat nu ook Rijkspensi oe nen kunnen worden beleend, een aanvulling die goed zal werken, en voorts dat de con troleur voortaan don titel van directeur zal dragen, een naamverandering die door het ambt is gewettigd. Hierop volgde een uitvoerig debat over de vraag of aan de H. B.-S. voor Meisje evenredig schoolgeld zal warden ingevoerd B. en Ws. wilden naar aanleiding van de voorstellen van de heeren mr. Van detr Eist c.s. en van de heeren Vergouwen en Meuleman dienaangaande eerst een uit spraak. De heer Van der Eist maakte het B. en Ws. gemakkelijk met onmiddellijk een motie in dien geest voor te stellen. Werd deze aangenomen, dan zouden B. en Ws. later zelf mot een voorstel kunnen komen, De motie word kortelijk door den voor steller toegelicht die er aan herinnerde, dat de Commissie van Toezicht op het M. O. met zijn voorstel zich kon vereenigen en het principe zelf werd meer uitvoerig door den heer Vergouwen verdedigd, daarin bijgestaan door de heeren Pera en Meuleman, welke laatsten, voornamelijk de heer Meule man, vrij duidelijk lieten uitkomen, dat een aanval op deze onder wijs-inrichting aan hun voorstellen niet xpoemd was. Laten, zoq_ sprak de heer Afculeman. de liberiüeri, alsf zij een bijzqndog^--opleiding voor hun kin deren willen, daa&'oor zelf sc h olen-:bouwen, zooals wij ook-rtoen. Do lieer Fockema Andreae bestreed heb principe van progressie en deed dit vooral op dezen grond, dat voor dezelfde diensten van ieder hetzelfde moet warden gevorderd, een stelling die o. i. in het algemeen niet opgaat. De heer Roem in het kort, de heer Carpentier Alting sloten zich daarbij aan. Er zijn echter niet veleandere argumenten gebezigd, dan die reeds vermeld stonden in het praoadvies van B. en Ws. waarin een meerderheid en een minderheid aan het woord rijn. Van elkaar overtuigen was natuurlijk geen sprake en als zoodanig had het debat weinig waarde. De Voorzitter drong daarom, eindelijk terecht op sluiting van het debat aan. De auti-revolutionnairen, chr.-liistori- schen en vrijzinnig-democratische leden stemden voor, al de andere vrijzinnigen mot den heer Van dor Lip tegen. Willen B. en Ws. aan de in de motie ge geven uitnoodiging govolg geven, dan komt er eerlang een voorstel van hen. Dan krijgt men eerst den finalen strijd en vermoede lijk zal er dan geen eenstemmigheid meer zijn bij rechtsohe leden en de uiterste lin- kergroep in den Raad. Allee hangt hier van de toepassing van het beginsel af. Een matige progressie in het schoolgeld, terwijl het minimum nog iets lager ia dan het be staande, zal de school niet sahaden, maai| een te sterke opklimming zou aanleiding kunnen zijn tot vermindering van het aan- tal leerlingen en derhalve tot achteruit* gang der school. Wij zullen afwachten. Er stonden nu, behalve de ver ordering} houdende regeling eener belasting op de publieke vermakelijkheden nog op de agenda het voorstel tot verbouwing van het kasteel „Endegeest" tot een af deeling voor verple ging van krankzinnigen cn den bouw van! een nieuwe directeurswoning. De heer Meu-:' leman, zooals men weet lid der Commissi ei van Toezicht en Beheer op de gestichten; „Endegeest" en j.Rhyngeest", scheen daaiv voor een ritting met gesloten deuren aan te vragen, on nu ontstond or een verward debat over de vraag of men met de behan deling der agenda zou doorgaan, met de laatste verordening zou beginnen, of het' bijltje er nu bij zou neerleggen. Enkele raadsleden voelden voor het laat» ste en de daad bij het woord voegend, gingen! zij heen. De Voorzatter wilde liever nog eenigeai' tijd doorgaaner schijnen nog andere gen wichtige voorstellen in aantocht te zijn. Het slot was dat er werd gestemd. Daarbij bleken de heeren De Boer, Carpentier Alting, Dn essen, Fokker, Van Hame], Hoogenboam* Meuleman, Reimeringer, Roem, Sijtsma, Van Tol, De Vries, Wildeboer en Van der Eist voor de voortzetting en de heeren Bots!, Briët. Fockema Andreae, Van Gruting, Kar stens, Korevaar, Van der Lip, A. Mulder, U) Het vorstelijk-uitgelezen diner verstreek volgens het programma en liet zioh welbe haaglijk dragen door de golven van den rijkdom; graaf Wusterode vergat zelfs rijn *rok. Rudiger was wel een weinig ontstemd door Hella's koele houding tegenover hem, doch hij werd door rijn beide buurvrouwen in beslag genomen, de barones en gra vin Reiohena-u, dat hij ge°n oogenblik ge legenheid vond, zich ook maar door een glimlach of blik over de tafel heen om haar te bekommeren. „Mama," had Hella, even voordat zij aan tafel gingen de gravin gevraagd; hoe be valt Lanke u Gejaagd waren die woorden over haar lippen gekomen: ,,Wat zou u ®oggen, mama...." en ophoudend keek rij haar moeder aan, alsof deze moest voelen, •Wat zij wilde zeggen. „Wel mijn kind", had gravin Valerie haar geantwoord, „ik kan slechts zeggen: oenig mooi! Wilke's toekomstige vrouw...." Maar nu had haar dochter plotseling haar gelaat vertrokken: „Wat gaat mij die aai*en was de kamer uitgesneld. Hoe de gravin er ook over nadacht, zij vond geen verklaring voor dit zonderling, dwaas gedrag. Wat ging er in haar doch ter om? Had zij eindelijk Wilkes stille, vol hardende vereering opgemerkt? Wilde zij bescherming zoeken of raad halen? Ja, hellicht haar toestemming verlangen voor het jawoord, dat zij den aanbidder wilde geven? Dus had zaj Rudiger niet lief? Wanneer de rijkdom haar zoo gemakke lijk in een ander kamp kon lokken, dan konden haar gevoelens voor haar neef ook niet bijzonder diep rijn. Neen, zij wilde niet© doen, evenmin er tegen noch er vóór, en de dingen hun loop laten. Dat was het beste. En wat zij moest wenschen? Ja, zij moest bekennen, beide vooruitzichten sche nen even aangenaam. Slechts geen toestand van lang wachten, van hangen en verlan gen. Rudiger, nu ja, rij had hem lief als een zoon; het zou haar smarten, wanneer rijn wenschen niet vervuld werden, hem ver driet veroorzaakten, maar toch..... Hella's wenschen en Hella's geluk gingen bovenal. Gravin Valeries glimlach was een weinig gedwongen, haar oogen keken onderzoe kend, ja ernstig, toen zij in de vestibule den jongen heer des huizes aantrof, die haar den arm bood om naar de ontvang zalen te geleiden. „Gij zult haar toch ge lukkig maken, wanneer ik haar aan je overlaat?" stond op haar gelaat te lezen. Hij had zich echter over liaar hand ge bogen, om die lang en eerbiedig aan zijn lippen te drukken. De strakke, blauwe oogon hadden een voohtigen glans gehad en de arm, die den haie bield, had van hevige ontroering gebeefd. Toen had zij plotseling geweten, dat hem niet alleen de eerzucht dreef, Hella Wusterode tot rijn vrouw te begeeren. De jeugd wilde dansen. Er was een strijk kwartet en de onvermoeide Jobst bood zich als voordanser aan. Hij leidde een vroolijke polonaise door de zalen en over het door de maan beschenen terras, waar aan het geheele aanwezige gezelschap deel nam. Zelfs de oude Wusterode had de blee- ke, stijve mevrouw von Zenkow in een soort galgenhumor zijn arm aangeboden. „Kom, mijn waarde mevrcuw, wij willen nog eens meedoen." En mevrouw von Zenkow nam haar grijs staatsie-gewaad voorzichtig op en trippelde met een zoetzuur glimlachje, naast de Hunengestal te Hella liet zich Wilkes gezelschap welge vallen; ja, zij lokte zijn bewondering en attenties zelfs uit. Zij lachte uitgelaten en danste onvermoeid. Haar gedachten .varen verward en onsamenhangend. „Wanneer Rudigor het maar ziet, wanneer hij maar bemerkt, dat ik hem niet noodig heb. Neen, ik heb hem niet noodig! Ik behoef slechts de hand uit te steken om meesteres van Lanke te worden." Zij zag haar gestalte in de hooge spiegel wanden der zaal; zag over een sohat van bloemen, welke kwistig overal waren aange bracht door een reeks prachtige vertrek ken, zag een vorstelijke menigte gladge schoren lakeigezichten voor haar buigen, en plotseling welde een brandend gevoel van macht in haar op. Voelde hij het dan niet? Wist hij niet wat hem bedreigde? Haar oogen zóchten voortdurend dengeen, die, onbezorgd zeker, niets van deze gisting, dezen strijd in haar binnenste vermoedde- Gerard Wilke maakt een degelijken in druk, had Gertrude gevonden, en hij be mint mij, terwijl gravin Reichenau niehr voor hera be teekent, beredeneerde zij bij zichzelve, terwijl zij haar waaier krampach tig vasthield alsof hij anders uit baar kou de, half verstijfde ringers gou kunnen glij den. Zij stond voor een schilderij van Murillo en hoorde slechts half, wat Wilke haar van den Spaanschen meester vertelde. Haar oogen dwaalden van het beroemde schilde rij naar het Japansche tochtscherm, het welk haar van het aangrenzend vertrek scheidde en waarop wonderlijke langbeeni- ge vogels met phantastisch kromme snavels trotsch rond wandel dep. Zij wilde iets zeggen over de komische deftigheid der dieren, toen zij een stem door heb vertrek hoorde klinken: „Neen, slechts eenige oogenblikken. Ik moet eens naar mijn nichtje omzien, dat mij anders met haar ongenade zal straffen." De overmoedige woorden van deze wel bekende stem troffen Hella als een slag op de wang. Al het bloed week uit haar gelaat. Een zacht lachje van een vrouw en het luide ritselen van een langen zijden sleep klonken tergend in de ooren van het als wezenloos voor zich uitstarende meisje. „Is uw nichtje jaloersch? Hemel, gij zult elkaar immers nog lang genoeg in Hohen- Pachau"de stemmen verloren zich. Ook Gerard Wilke was getroffen. Hij waagde het niet zijn oogen op te slaan. Slechts één gevoel werd steeds sterker, steeds bepaalder: „Nu heeft hij zijn geluk verspeeld En toch was het hem te moede, alsof hij de laatste kaart ongelukkig had uitgespeeld. Wat zou zij doen? Uit den chaos van ge dachten cn gewaarwordingen drong deze vraag zich als vanzelf aan hem op. Toen zijn starende blik eindelijk niet meer op het tapijt was gericht, vuig hij een schier hartstochtelijke bede uit de donkere vrouwenoog en op, welke wijd geopend, doordringend op hem waren gevestigd. Neen, geen bede, een bijna dréigonden eisch! meende hij daarin te lezen. Zijn eigen wil scheen te niet gedaan, een vreemde macht dreef hem voorwaarts, liet hem onder den invloed van een plotselinge openbaring woorden vinden. „Hella, gravin"... Hij greep haar hand, welke zwaar en slap in de plooien van haar japon hing. „Gij voelt het, gij weet, wat mij alleen nog slechts bezielt." Hij draalde, de groote oogen maakten hem bevangen, en' haperend ging hij voort: „Allcj, mijn ge heele leven ligt in uw hand, in uw wil..." Nu sloeg zij haar blik neer en een zachte blos overtoog haar gelaat. Mijn verloving, dacht zij in ziekelijke, nieuwsgierige span ning, en plotseling haalde zij als verruimd adem. Hij redde haar van dezen smaad, hij, gaf haar het wapen tot wraak in de hand; hij hielp haar over de vernedering heen. Met hartstochtelijke haast beantwoordde zij den druk van zijn arm... Als met de wan hoop van een reddeloos verlorene in het hart voelde zij een kus op haar vast opeen geklemde lippen. Het noodlot dreef hen verder, als twee schuldbewusten in innerlijke overeenstem ming. Hij voelde slechts zijn koortsachtig verlangen naar haar bezit en zij wenschto en dacht aan niets anders dan den man t© vernederen, die haar trots gekrenkt had; zijn overmoedig laohjo te doen verdwijnen, rijn zelfbewustheid te buigen. En het scheen alsof tegen haar vurigen wil niets bestand was, alsof elke tegenstand zich vanzelf op-, loste. (.Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 1