Veeren als teekea van macht.
Vrouwelijke artsen in Engeland.
STOPGOUD.
.Wanneer wij nagaan, door wie in verschil
lende landen en in verschillende tijdperken
veeren gedragen werden, dan zien wij, dat
reeds in den ouden tijd vaak vederversie
ring de reden was, dat sommige ménschen
meer schenen dan hun natuurgenooten.
Terwijl de pauweveer bij de Chineezen
het teeken is van de klassen der Manda-
rijnen, terwijl een Indiaansch opperhoofd
door zijn hoofdversieffing van arendsveeren
gekenmerkt is, is, nog bij de hoofden der
Europeesohe legers, bij de hooge militaire
rangen, de vederversiering op den helm een
der voornaamste teekenen van macht. Het
spreekwoord „de kleeren maken den man"
mag dikwijls wel worden veranderd in ,,de
.veeren maken den man." In den riddertijd
reeds was het vereisohte, dat een voor
naam edelman getooid was met struisvee
ren en een tournooiveld leverde een ten
toonstelling van struisveeren van verschil
lende grootte en kleur. Zelfs werd het
eiketakje aan het kop stel van het paard,
dat, volgens een oud bijgeloof, den berijder
beschermde tegen gevaar, in den tijd van
overdreven weelde vervangen door een
.veer van een struisvogel.
,,Zoo heer, zoo knecht", zegt het spreek
woord. En ook de page sierde zijn elegante
baret met een struisveer, die in grootte
niet mocht onderdoen voor die van den
helm zijns meesters.
Het dragen van struisveeren is natuur
lijk ook aan de mode onderworpen ge
weest. In de middeleeuwen uit het Oosten
naar Europa overgebracht en weldra in
fidderkringen in overdreven massa ge
bruikt, drong het dragen van dit versier-
s.I langzamerhand ook in de burgerklasse
door, totdat ongeveer in 1540, in Duitsch-
land, ingevolge de kleedingverordening,
aan de handwerkslieden het dragen van
struisveeren verboden weid, daar het een
overdreven weelde en dus verkeerd heette
.te zijn.
Toen de kleine toque uit het in de tweede
helft der zestiende eeuw toonaangevende
Spanje zijn intrede had gedaan in de an
dere Europeesche landen, en dit hoofd
deksel slechts versierd werd door een
kleine korte veer, kwam het dragen van
lage, volle struisveeren weer wat uit de
mode, maar wist spoedig in de heersohen-
de kleeding weer zijn placate té heroveren;
naast den edelman begon nu ook de edeJ-
vrouw er zich mee te tooien; Rubens en
Van Dijk sohilderen ons o. a. aldus ver
sierde adellijke dames. 1750 was iet jaar
der meest cardcatuurachtige veerendrackt:
de bos vederen maakte de personen wan
staltig en bespottelijk, maar wegens de mo
de werd dit alles in hooge re standen mooi
gevonden.
De Bijbel aan het hof te Peking*
Vijftien jaar geleden boden tot het Chris
tendom bekeerde Chineezen uit het Zuiden
vn.ri China aan de thans overleden Kei
zerin-We du we ter gelegenheid van haar
zestigsten verjaardag eenBijbel (Oude
Testament) aan. Het was een prachtig
exemplaar, op zijde geschreven door een
bekend calligraaf, in een rijken band en
met zilveren sloten. Het geschenk, der
Vorstin alleszins waardig, was haar zóó
aangenaam, dat zij een eigenhandigen brief
schreef, om de schenkers te bedanken. Zij
bepaalde zich er niet toe,het boek te be
wonderen, maai' zij las het or en gaf het
aan keizer Cwang Hsu, wiens nieuwsgie
righeid zoozeer gepriikkeld werd, dat hij
onmiddellijk „het vervolg", n.\ het
Nieuwe Testament, liet bestel!;.1. Beide
boeken kregen een plaats in de nationale
bibliotheek, maar kwamen bij de plunde
ring van Peking in 1900 in handen van
Europeanen. Keizer Kwang Hsu had zich
ijverig met de lezing van het Nieuwe
Testament bezig gehouden, want overal
vond men in zijn exemplaar eigenhandig
gemaakte aanteekeningen. Het Oude
Testament werd in de vertrekken van de
Keizerin-Weduwe ge vonden
Het gevolg van deze eerste gift heeft een
aantal Ohineesche bekeerlingen op het
denl. beeld gebracht, nogmaals een Tijbel
aan de keizerlijke familie ten geschenke
te geven. Een inschrijving werd opengesteld
en reeds werd voor meer dan 20,000 francs
geteekend. Intusschen heeft de Amerikaan-
sche gezant te Peking een minder kostbaar
exemplaar aan de keizerlijke familie aan
geboden. De prins-regent Nija Teching
Wang dankte hem hartelijk en zeidei „Mijn
zoon, de Keizer, is nog te jong voor een der.
gelijke lectuur, maar als hij over eenige
jaren de ,„klas der droomen'* (het eerste
studiejaar) doorgemaakt heeft, zal hij dit
boek lezen en bestudeeren."
Oorsprong der stoffen.
Damast," „iadieime," „perse" en ma
dras" ontleenjen hun naam aan (ie janHan
van hun oorsprong.
i.Calicot" is afkomstig van .Caiic.ut, een
Indische stad.
5,Taffetas" pf taf komt van Het Perzische
s,taftah," verleden deelwoord van een
werkwoord, dat weven beteekent.
De woorden zijde"- en „satijn" (in het
Latijn ;,seta") zijn afgeleid van een Aziati
sche provincie Serica, waar men deze stof
fen fabriceerde.
„Gaas" komt van de stad Gaza, in Pa
lestina.
„Mousseline" verkreeg haar naam van
Mossoul,- in Aziatisch Turkije.
Van het woord „mo," dat een wilde geit
van Klein-Azië aanduidt,- en van het woord
v.hair", dat het haar van deze geit beteer
kent, hebben wij „mohair," gemaakt.
5,Faille" wordt in Vlaanderen gemaakt en
komt van 5,falie."
Uit het Oosten komt tjot' ons „sjaal", het
Arabisch schal," tapijt, want dit was het
gebruik; dat men oorspronkelijk van deze
doeken maakte.
s.AIpaga" komt van een runddier uit Zuid-
Amerika, beroemd om de lengte en de. fijn
heid zijner haren.
„Cachimire" is van de streek Kashimir af
komstig, evenals „Himalaya" van het ge
bergte van dien naam.
Eindelijk komt „fluweel" van het Italiaan-
sche ;,veUute," harig; „lustre'-' van het
Fransche lustre", glans.
Er heerscht bij sommigen nog vooroordeel
tegen vrouwelijke artsen. Men leze dan
eens de volgende cijfers.
Uit een verslag van het Nieuwe Vrou-
wenhospitaal te Londen blijkt, dat daar m
het jaar 1909 33228 patiënten uitsluitend
door vrouwen werden behandeld. Er wordt
de nadruk op gelegd, dat door vrouwelijke
chirurgijns de gevaarlijkste en meest ge
compliceerde operaties werden volbracht.
Ook bij de aanstelling van schoolartsen
wordt in Engeland in ruime mate aan de
vrouwen gedacht. In het jaar 1909 waren m
Engeland en Wales totaal 986 schoolartsen
werkzaam, onder wie 73 vrouwelijke artsen.
Die medicijnen ingeeft, meet ze nauwkeu
rig af, en die met woorden verbeteren wil,
bekreunt zich vaak in 't geheel niet om
maat.
Laurillard.
Er zijn wonden, wier diepte men slechts
aan de litteekenen peilt, die zij nalieten,
en van wier smart geen woorden gewagen.
Wallis.
Tra m-p syohologie vande d'a m e.
Als een dame de tram inkomt, gaat zij
zitten, opent haar tasckje, neemt de porte
monnaie er uit, sluit het taschje, opent de
portemonnaie, neemt een dubbeltje er uit,
sluit de portemonnaie, opent weer haar
taschje, d.et de portemonnaie er in, sluit
bet taschje en geeft het duhbeitje ui éts
conducteur.
Heeft zij het retourtje aangenomen, dan
opent zajj weer haar taeohje, neemt haar
portemonnaie er uit, sluit hear tasdhje,
opent haar portemonnaie, doet het kaartje
er in, sluit de portemonnaie, opent haar
taschje, legt de portemonnaie er in en
sluit het taschje.
Komt nu de controleur, dan doet de
dame haar taschje weer open, neemt de
portemonnaie er uit* sluit het tasckje,
maakt de portemonnaie open, neemt hét
kaartje er uit* sluit de portemonnaie en
geeft het kaartje aan den controleur.
Terwijl de controleur het kaartje mon
stert, opent de dame haar taschje, legt
haar portemonnaie er in, sluit het taschje.
De oontroleur is met zijn inspectie klaar,
de dame opent weer haar taschje, neemt de
portemonnaie er uit, sluit het taschje, opent
de portemonaie.,
Uit medelijden met den zetter gaan wij
hier niet verder,.
Verkeerd portret.
Hij op reis. Zij thuis. Zij heeft haar moe
der te logeeren, die haar is komen gezel
schap houden.
Eindelijk komt de langverwachte brie!
van hem. Met koortsachtige haast neemt zij
hem (den brief) aan, scheurt hem open en
begint te lezen. Opeens verbleekt zij, de
brief ontvalt haar handen en zij begint
wanhopig te snikken, is niet tot bedaren te
brengen. Mama neemt ten slotte ten einde
raad den brief in handen. Doch zie, haar
gelaat heldert op. Zij kijkt, kijkt nog eens-
Maar er is niets...
Mama: „Maar, kindje, het is toch een al
lerliefste brief 1"
Zij: „Hihihi..."
Mama: „Hij denkt voortdurend aan je,
is vol van je, zou zich eenzaam en diep
rampzalig gevoelen..."
Zij: „Hihihihihi."
Mama: „...als jij nietje portret..."
Zij „Hihihihihihi."
Mama: „had ingepakt, dat hij wel tien
keer per dag in handen neemt."
Zij (snikkend): „Dat... is... het... juist
Ik... had... bij vergissing in plaats van het
mijne... uw portret ingepakt. Hihihihihihi/'
Mama1111111
Een man de voorkeur.
Mevrouw: „Dus je wilt absoluut gaan
trouwen, Mina?"
Dienstbode: „Ja, mevrouw, ik word al
tijd nog liever door een man dan door een
vrouw getreiterd 1"
Man en vrouw één.
Rechter: „Je wilt je dus laten scheiden!
Heb je dan vergeten, dat er geschreven
staat: Man en vrouw zullen één zijn?"
Boer: „Edelachtbare heer, als u ooit
langs ons huis gekomen was, zou u gedaoht
hebben, dat we met z'n twintigen waren 1"
Verkeerd begrepen.
Kantoorchef, een stenograf© dicteërend:
„Kunt u mij volgen, juffrouwV'
Stenograf©: „Mijnheer, als u nog eens
zulke schuine dingen vraagt, zeg ik de be
trekking op." -
Toch waar.
Kroia: „Daar heb ik gisteren een huzaar
met een bochel zien loopen."
Stapperse (gepensionneerd wachtmeester
der huzaren): „Dat is onmogelijk; de man
zou afgekeurd zijn."
Kroin: „En toch ia het zoo, de huzaar
liep met iemand, die een bochel had."
Daarom.
„Weet jij waarom een telephoonjuffrouw
nooit ziekenverpleegster moet worden?''
„Neen."
„Omdat het dan erger zou zijn als zaj
weer eens verkeerd verbond."
Filosofie.
Soldaat: „Honger is de beste koki
maar liefde is de beste keukenmeid*"