Ho. 15*725. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag* 27 Mei. Derde Blad, Anno 1911. Offieieele Kennisgeving. Buitenlandseh Overzicht. Burgerlijke Stand. Faillissementen. Kunst, letteren, enz. Vergadering van de» Gemeenteraad van Leiden, op Donderdag 1 Juni 1911, dea namiddags te twee uren. Te behandelen onderwerpen 1. Benoeming van de leden en plaats- re rvangende leden m het stembureau ter verkiezing van een lid van de Kamer van Arbeid voor de Winkel- en Grossiersbe- drijven. 2. Benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de Jongensschool 2de klasse. (122). 3- Verzoek van mej. W. van der Waals Ttolloos om bestendiging in de betrekking van Stadsvroedvrouw. (123). 4. Verzoek van mej. Ritman om eer vol ontslag als onderwijzeres aan de school der 4de klasse No. 2. (128)- 5. Verzoek van mej. J. J. M. Tettecode om eervol ontslag als onderwijzeres aan de school der 2de klasse voor jongens en meis jes. (135). 6. Suppletoir© staat van begrooting, dienst 1910, van de Stads-Bank van Leer ning. (136). 7. Verzoek van C. Henner om privaat onderwijs te mogen geven in het gymnas tieklokaal der school 2de klasse voor jon gens en meisjes. (129). 8. Voorstel tot verhooging van eenige posten der begrooting, dienst 1911. (130 en 137). 9. Voorstel tot voldoening van een twee tal onbetaald gebleven vorderingen over 1908 en 1909 mt den post Onvoorziene HJitgaven," voor 1911. (1300 en 137). 10. Adres van het Bestuur der vereeni- ging van Nederlandsche Loodwitfabrikan- ten in zake het gebruik van loodwit bij de uitvoenng van verf werken. (120). 11. Voorstel om een gedeelte van het 'Prinsensteegje en van hét Vogelstraatje aan den openbaren dienst te onttrekken en dat terrein te verheelen aan dat deT Stede lijke Lichtfabrieken. (127). 12. Voorstel tot aankoop van de percee- ïen Sectie K Nis 483, 4S4, 485, 489, 490, 493, 494, 497, 498 en 501 en tot beschikbaarstel ling van de voor dien aankoop benoodigde gelden. (12G en 137). 13. Voorstel: a. tot vaststelling van een •overeenkomst betreffende de levering van gas aan de gemeente Hazerswoude b. tot aanvulling van het uitbreiding- en vernieuwingsfonds der Stedelijke Gasfa briek, mqt een bedrag van f 70,000; c. tot vaststelling van den desbetreffen- den begrootingsstaat. (121 en 137). 14. Verordening, houdende Reglement van de Gemeentelijke Bank van Leening te Lel den. (124). 15. Verordening, houdende wijziging van de verordening op de Straatpolitie van 1 April 1897 (Genublad No. 6), laatstelijk ge wijzigd bij de verordening van 27 October 1910 (Gem.-blad No. 23). (134). 16. Voorgtel naar aanleiding van de door de heeren Van der Eist c. s. en Meuleman en Vergouwen ingediende voorstellen in zake de invoering van een progressief schoolgeld aan de Hoogere Burgerschool yoor Meisjes. (132). 17. Voorstel tot bescldkbaartelling van gelden voor de verbouwing van het kas teel „Endegeest" en den bouw van een nieuwe Directeurswoning. (133). 18. Verordening, Tegelende de heffing yan een belasting op tooneelvertooningen en andere openbare vermakelijkheden in de gemeente Leiden. (94 en 125). 19. Verordening, regelende de invordering yan de belasting op tooneelvertooningen en andere openbare vermakelijkheden in de gemeente Leiden (94 en 125). De strijd om de schoolwet in Bel- g ie begint hoe burger hoe meer te ver scherpen. Gisteren werd er in de Kamer beraadslaagd over drie voorloopige twaalf den van de begrooting. De linkerzijde wei gerde echter aan de discussie deel te ne men, omdat vijf twaalfden reeds aange sproken zijn, voordat de vorige begrooting iWas afgehandeld. Zij verweet de rechterzijde dat deze dit bad gedaan om de debatten over de school wet, die door een overgroote meerderheid in het land wordt veroordeeld, mogelijk te maken. Daarop verliet de linkerzijde de zaal. De 85 overgebleven leden keurden daarop de voorloopige twaalfden goed. Zooals men ziet, de obstructie is al vrij bef tig, en het zal nog heel wat voeten m de aarde hebben voordat de schoolkwestie met wederzijdsch goedvinden is geregeld. De begTafenis van minister Herfceaux heeft zooals een telegram gisteren reeds meldde, onder veel toeloop en prachtig weer plaats gehad. In de 'Avenue du Bois de Boulogne deed zich een incident voor. Iemand drong door de solda ten heen en wierp zijn hoed tusschen de bloemen die de lijkkist bedekten. Hij werd gegrepen, maar weigerde de fede voor zijn daad op te geven. Het schijnt dat men met een zonderling te doen beeft. Als opvolger van Berteaux is niet Cle- mentel aangewezen, zooals aanvankelijk Verluidde, maar generaal Goivan. De verhouding tusschen Rusland en' T u r k ij e ie er de laatste dagen niet op •verbeterd. Gisteren deelden wij reeds iets hierover mede. De ontijdige publicatie van de mededee- hng, die de Russische gezant te Konstan- tiüopel, Tscharykof, namens zijn regee- rmg aan de Porte deed, en de vrij scherpe toon waarin die publicatie door het offi cieuze Russische Telegraaf agentschap was gekleed, hebben in Turkije zoowel als in tos!and ontstemming veroorzaakt. De Rus- fllsche regeering heeft er niet aan gedacbb een ultimatum aan Turkije te stellen; slechts wilde zij voorkomen, dat de maat regelen tot onderwerping van den opstand in Albanië leiden zouden tot een strijd met Montenegro, die noch dooT dit land, noch door Turkije kan gewensckt worden. In het belang van den vrede wilde Rusland een stap doen, die niet mag worden opgevat als een bedreiging van Turkije. Rusland meende slechts, dat de verzekeringen en plannen van de Turksche staatslieden in tegenspraak waren met de handelingen der militaire bevelhebbers, en wilde daarom de aandacht der Porte daarop wijzen. Intusschen wordt met deze uitlegging maar allesbehalve genoegen genomen. De stemming in Turksche kringen is zeer verbitterd. In militaire kringen verklaart men onomwonden, dat de Turksche troepen, wanneer Montenegrinnsohe "troepen aan den strijd op Ottomaansch gebied deelnemen, zonder eenigen vorm van prooes do grens zullen overtrekken. Het heet dat reeds or ders in dezen zin gegeven zijn. Misschien houdt deze verzekering van genoemden correspondent verband met een •uitlating van Forgoet Sjefket pasja, den bevelhebber van de Turksche troepen in Albanië, die ronduit heeft verklaard, dat hij, wanneer hij had afgerekend met de Al- baneezen, den Montenegrijnen een billijke afstraffing zou toedienen. Inderdaad schijnt de houding van Mon tenegro in de Albaansche kwestie niet ge- ibeel en al zuiver. Een telegram van hedenochtend meldt, dat blijtkéns door de Port© ontvangen be lichten Rusland aan andere groote mogend heden zou gevraagd hebben, zich aan te sluiten bij den bij de Porte naar aanleiding van Montenegro gedanen stap. Allen hebben echter geweigerd. De toestand in Marokko is, wij we zen er reeds op, in eon uiterst belangrijk stadium gekomen. Generaal Moinier is Fez binnengerukt, maar wat moet er nu ge beuren'? Dat is de groote vraag. De -.Temps" betoogt met klem, dat de bezetting tegelijkertijd moet zijn tijdelijk en doeltreffend, en raadt aan, om dit te bereiken, terug te keeren tot de oorspron kelijk gevolgde politiek; politiek, gegrond op samenwerking met den sultan en ten doel hebbende handhaving van de integri teit van het keizerrijk, van de souvereini- teit van den sultan en doorvoering van het stelsel van de ï.open deur." Ook de Duitscbe pers geeft haar oor deel over de bezetting van Fez en consta teert, dat nu het „kritieke oogenblik" ge komen is. De „Frankf. Zeitung" schrijft: De Franschen zijn Fez binnengemar cheerd en de daar door hen aangetroffen toestand bewijst, dat de berichten van den Franschen consul valsch en opzettelijk over dreven waren. Deze berichten hebben echter beant woord aan hun doelden opmarsch naar Fez rechtvaardigen. De „bedreigde Euro peanen," die men redden moest, blijken niet bedreigd te zijn. Thans heet het, dat de positie van Mou- lay Hafid moet versterkt en orde en rust in het land moet gebracht worden. Men zie naar Tunis. Gelooft nog iemand, dat de Franschen de Marokkaansche hoofdstad weer zullen verlaten Met ziet, de Duitsche pers, gisteren haal den wij een soortgelijk wrevelig artikeltje van de „Köln. Zeit." aan, kan zich nog niet goed met het Fransche succes vereenigen. Uit Mexico komt het bericht, dat De La Barra als voorloopig President den eed heeft afgelegd en deze functie tot de al ge meene verkiezingen zal bekleeden. DE MILITIE WET. Voorloopig Verslag. Aan het verslag van het afdeelmgsonder- zoek der Tweede Kamer nopens de voorge stelde „regeling van de verplichtingen ten aanzien van de militie" is het volgende ont leend Militair beleid van het Kabi net. Sommige leden meenden dat een beoor deeling van het militair beleid van het Ka binet slechts tot ongunstige conelusiën kan leiden. Wat de levende strijdkrachten be treft, heeft het Kabinet, in stede van die weder op te richten uit het verval, waarin het vorige Ministerie ze heette te hebben gebracht, na driejarige werkzaamheid niet meer weten te bereiken dan een toestand, die door den Raad van Defensie, zij het ook niet zonder overdrijving," als een staat van verwording wordt gekenschetst. Met betrekking tot de doode weermidde len heeft het Kabinet ten vorigen jare een ontwerp tot verbetering der kustverdedi ging ingediend, waarvan de totstandkoming blijkbaar geen uitstel kon lijden. Sedert dien was nauwelijks een halfjaar verloopen, een halfjaar, waarin een stroom van cri- tiek over de voorstellen is uitgestort - of de Regeering gaf te kennen, dat zij op spoe dige behandeling van het wetsontwerp geen prijs stelde. Men schijnt te moeten aannemen, dat het Kabinet zelf, bij nadere overweging van haar voorstellen, waarme de toch een zeer belangrijk bedrag is ge moeid, die voorstellen minder aanbevelens waardig, ail thans minder urgent heeft ge oordeeld. Een derde moment in het militaire beleid van het Kabinet is gelegen in zijn houding ten opzichte van een betere salarieering der officieren. De tegenwoordige minister van Oorlog is opgetreden met de klaarblij kelijke bedoeling, spoedig een voorstel te zullen indienen tot herziening van de trak tementen en pensioenen der officieren. Blij kens de woorden, door den Minister in de Eerste Kamer gesproken, bestaat er echter geen uitzicht, dat bedoelde herziening spoedig zal kunnen worden voorgesteld. Het opgevatte plan bleek onuitvoerbaar. Men kon voor dit geheel kwalijk bewon dering koesteren. Daaruit spreekt, naar men meende, een onvastheid, die het ver trouwen in het militair beleid van het Ka binet niet kan versterken. Van andere zijde werd tegen deze be schouwingen met nadruk opgekomen. In de eerste plaats ontkenden deze leden, dat,het tegenwoordig Kabinet aansprake lijk mag worden gesteld voor den tegen- woordigen, door den Raad van Defensie zoo scherp gecritiseerden toestand van het Nederlandsche leger. Met betrekking tot de houding van het Kabinet ten opzicht© va-n het vraagstuk djr kustverdediging meenden deze leden, zioh thans te kunnen bepalen tot de opmerking, dat de plannen .ran het Kabinet op dit ge bied geheel liggen in de lijn van hetgeen het Ministerie-De Meester heeft gewild. Yrat de quaestie van de positieverbete ring der officieren betreft, verklaarde men het niet te ve i staan, hoe op dit punt aan het Kabinet een verwijt kan worden ge maakt. Het Kabinet heeft voorstellen van die strekking ter tafel gebracht en dat die voorstellen niet tot verwezenlijking zijn ge komen, is in geen enkel opzicht aan de Re geering, uitsluitend aan de Kamer te wij ten. Alge meene indruk. Yele leden verklaarden zioh ingenomen met de indiening van dit wetsontwerp, dat bevrediging schenkt aan de vrijwel algemee- ne overtuiging, dat de wijziging onzer Mi- litiewet zeer wenschelijk en zelfs urgent is. Naast deze leden s,tond een groep ande re, die, eveneens van oordeel, dat het wets ontwerp verbetering brengen zal, nochtans hun teleurstelling niet wilden verheelen, dat de Minister niet doortastender te werk is gegaan, in de richting, in liet advies van den Raad van Defensie aangegeven. Yan andere zijde verklaarde men de woorden van hulde, gebracht aan den sa mensteller van het wetsontwerp en don steller der Memorie van Toelichting ten voL le te onderschrijven. Maar men merkte op, dat het wetsontwerp blijkbaar heeft gele den onder den spoed, dien de Minister ge meend heeft te moeten betrachten. Bij al zijn bekwaamheid kon de Minister, toen hij, voor weinige maanden, tot zijn gewichtig ambt werd geroepen, niet geacht worden met de tegenwoordige legertoestanden bier te lande volkomen vertrouwd te zijn. Een andere reder, waarom verscheidene leden het betreurden, dat de Minister uist de indiening van het wetsontwerp niet nog wat had gewacht, was hierin gelegen, dat de militiewetgeving ingrijpend wórdt her zien nog voor dat de sluitsteen van ons weerstelsel is gelegd, als hoedanig steeds de regeling van den Landstorm heeft ge golden. Yele andere leden gingen verder in hun afkeurend oordeel. Huns inziens vertoont het wetsontwerp zulke groote gebreke i, dat zij er zich met beslistheid tegen moesten verklaren. Samengevat kwamen rij hierop neer, dat volgens dit wetsontwerp ons weerstelsel veel te samengesteld zal zijn, terwijl juist aan vereenvoudiging daarvan zoo dringend behoefte bestaat. Voorts acht ten zij het uit een sociaal oogpunt om echt- vaardig en bevorderlijk aan een e-tandenai- scheiding, die van overheidswege moet wor den bestreden in plaats van bevorderd. Verscheidene leden merkten op, dat zij, na den ontmoedigenden indruc, welken dc gebeurtenissen der laatste iarc-i c.p het ge leed der defensie bij hen hadden achtei ge laten, waren teleurgesteld, "at de Memorie van Toelichting niet overtuigender in het licht stelt, dat het tot stand komen dezer wet onze weerkracht op het vereisciite peil zal brengen. Zij verklaarden zioh geenszins ongenegen de noodzakelijke gelden vo^r de defensie toe te staan en daartoe aanzienlij ke persoonlijke lasten op het volk te leggen^ maar daarvoor moest hun in de eerste plaats van de zijde der Regeering de over tuiging worden bijgebracht, dat met die gel den en die lasten inderdaad wordt verkre gen wat liet land noodig heeft. Advies van den Raad van Defensie. Verscheidene leden verklaarden het met de in dat advies gegeven schets van den te gen woordi gen toestand onzer defensie in hoofdzaak eens te zijn. Dat advies had hen bevestigd in hun overtuiging, dat de toe stand onzer Hensie alles te wenscken over laat, althans op verre na niet in goede even redigheid staat tot de aanzienlijke persoon lijke en iinancioele offers, welke de natie daarvoor jaarlijks heeft op te brengen. Verscheidene anderen waren daarente gen van meening, dat het advies èn in zijn uiteenzetting van den toestand èn in de verklaring daarvan in meer dan één op zicht onjuist is en dan ook als middel tot voorlichting bij de beoordeeling van het wetsontwerp met groote bedachtzaamheid moet worden gebezigd. Het had hun ver blijd, dat de Regeering, die zioh immers door dat advies niet heeft laten bewegen van haar aanvankelijke plannen belangrijk af te wijken, blijkbaar oolk die zienswijze is toegedaan. Ook waren verscheidene leden van oor deel, dat de toestand onzer defensie op verre na niet zoo ongunstig is als de Raad in zijn advies beweert-. Dat de geest in het leger niet- is zooals wenscbelijk ware, verklaarden verschillende leden niet te kunnen ontkennen. Gebrek aan toewijding treedt meermalen aan dm dag; ook laat de tucht soms te wensohen over. Maar er is ook geen enkele reden om d&t aan de werking der geldende Militiewet toe te schrijven. Naar de meening dezer ixlen moet de sohuld van den mm<Lr goeden geest vo- r een deel worden gezc-cht in do opvattingen, die nog verscheidene officiem bezielen. Bij hen ontbreekt die toewijding, welke in den tegenwoordigen tijd onontbeerlijk ia om een goeden geest te vormen t»- te onderhou den. Dat het vernietigend oordeel van den Raad van Defensie over onze weerkracht is gepubliceerd, had vele leden ten zeerste verbaasd en zij wensohten daartegen een krachtig protest te laten hooren. Eenige leden waren van oordeel, dat aan de publicatie van het rapport de gedachte niet vreemd is, dat daarmede een indruk kan worden gewekt in de Staten-Genoraal, welke de kansen op aanneming van dit wetsontwerp ten goede moet komen. In zooverre heetten zij die publicaties tenden tieus en meenden zij dat die niet kan wor den goedgekeurd. NOORD WIJK. Geboren: Maarten, Z. van C. Hoek en S. Janeen. GijsberL, Z. van D. van der Niet en J. »an Roon. Engelmundua Thomas, Z. van W. Caspers en A Vink. Neeltje, D. van J. Duin .'am en T. van der Meulen. Jans.e, D. van Th II. Verhave en van M. J. Beerens. Ondertrouwd: Petrus Jakobus Nicolaas Sanders 31 jaar, te Lis-e, e»i Elisabeth Mariivan Abswoude, 29 iasr, te Noordwijk. Getrouwd: Gerrit Voogt 40 jaar en Wil hel min» Marijt 43 jaar. wel. vao P. D. Meijer. Gerrit van der Boon, 59 jaar. te Den Haag, wedn. v*n J. Rooms, en Maria vVassenaar 54 jaar, te Noordwiik, wed. vaa C. Hoek. NOORD WIJ KfiftÜOUT. Geboren: Petras Adiianus, Z. vaa P. v. d. Raadt en J. Heemskerk. Johannes Petrus. Z. van P. Me ij or en J. do llol- lardor Petrus Carol us, Z. van C. L. Berkhout en A. Sprokkelenburg. Jacoba Agalha, D. van G. v. d. Slot en A. Broekhof. Overleden. Ida van Dril weduwe van Willem Duivenvoorden 76 j. Alida Margaretba Zuider duin 1 j. Gehuwd: Nicolaas Grimbergen 26 j. van Rijnsburg en Amarentia Cornelia Caspera 24 j. RIJNSBURG. Goboren: Hendrik Arie, Z. van H. Bo.iman en N. de Bloois Overleden: Lydi*. 4 j., D. van A- v. Delft en J. v. d. Vijver Willem Leendert, 5 j., Z. van W. L. v. d Gugton en G. W. Biussee Gehuwd: T. v. Egmond jm. 21 j. en W. v. Delft jd. 23 j. F. O. R. Petzold, koopman, handeldrij vende onder fïnnabenaming„Handels- en Industriekantoor Gummi tin", te Haar lem. A. Snel, koopman to Utrecht. Naaml. vennootschap. Noorder Kandij- fabriek," te Sneek. J. M. C. Kramers, kantoorbediende te Oss. H. J. Hengcveld, tooneelspeelster bij de N. V. ,,Het Tooneel," te Amsterdam. J. Truijens, koopman en winkelier in grutterswaren, ie Amsterdam. B. A. de "Wind, koopman te Amsterdam. H. Broerse, sigarenfabrikant, te Amster dam. De handelsvennootschap onder de firma Bekkers Oster, fa-brikante van en hande laarster in heeren- en kinderkleeding, ge vestigd te Rotterdam aan den Haringvliet en hare leden B. Bekkers en J. J. Oster, beiden wonende te Rotterdam, eerstgenoem de Nieuwe Haven, laatstgenoemde Delfscho. vaart. In het Engelsehe weekblad „Nature" wijdt prof. H Kamerlmgh Onnes te Leiden een w-armgosteld artikel' aan de nagedachtenis van prof. Bosscha. Museum van Kunstn ij verheid. Sedert de opening van de tentoonstelling van Kleoderdrachten in het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem is een algomee- no belangstelling voor dit onderwerp merk baar. De sitsen kleedingstukken, die in vroeger dagen zoo veelvuldig godragen werden, waar onder een oompleet oud-Hindelooper kos tuum met onderdeden en sieraden, trekken door hun groote verscheidenheid van pa tronen. de algemeene aandacht. De heide Chincesche groepen kunnen als uitstekend geslaagd worden beschouwd, ter wijl hoeden en mutsen van de meest verschil lende vormen en typen een groote afwisseling in "het geheel ^brengen. De tentoonstelling zal tot 11 Juni ge opend blijven. Zilckon heeft 29 schilderijen op de ten toonstelling to Roubaix, grootendaels Afri- kaansche landschappen. De pers is vol lof. De „Figaro" sclirijft over de aristocratische harmonie van de Algerijnsche schilderijen van M. Ph. Zilcken, den uitnemenden Hol- landschen schilder. „Dc Temps" zegt o.m.: Men kan evenzeer behagen vinden in den gereserveerden en bescheiden toon van Zilcken als in de vervoering van een Lepere. Van beiden is dc originaliteit groot en beide kunstenaars zijn evenzeer getroffen door de landschappen, die zij bewonderden, en door liun atmosfeer. Heeft Verkade weinig sympathie van 't publiek te boeken, thans komt de tooneclken- ner Róssing in het „Nieuws van den Dag" verklaren „Eduard Verkade heeft den drang in zioh gevoeld om leemten in de gewone manier van tooneelvootstollingen aan te vullen, om aandacht te schenken aan wat te veel als bij zaak werd beschouwd, om de opvatting van kostumeering te doen beantwoorden aan de waarheid en de schoonheid, om cere te bren gen aan kleur en samenstemming van kleur. In kostuum en kleur heeft hij, met mede werking van juffrouw Cato Neeb, alles be reikt. In tooneelkcstumearing heeft hij om-, keer en vernieuwing gebracht." De gift van Carnegie. Garnegie begint aldus den blief, waarin hij gt welke bestemming hij aan die gift Wenseht gegeven te zien: „Ik heb met vreugde vernomen van don heer Bryan, dat Z. M. de Koning en het Belgisch gouvernement de uitbreiding voor België aanvaarden van het Hero Fund (Hel-* den Fonds). De goede uitslag welke dit fondaj geeft in Noord-Amerika, alsook in Groot- Brittannië en Frankrijk, heeft mij doen be sluiten er de voordooien van uit te breiden' over België, het land der Vlamingen, die aan Engeland het spinnen en weven geleerd hebben, bet land dat de bakermat is dei: schoone kunsten en Letwelk nu als groot middenpunt van industrieele bedrijvigheid een voorbeeld vormt voor heel de wereld. (Nieuwe Gazet). Willem Mengelberg. De bladen bo Turijn schrijven alle met bewondering over Mengelberg, dio een con cert op de tentoonstelling aldaar, geleid heeft. „H Momento", de „Gazetta di Torino", „Ga-* zetta del Popoio" en „La Stampa" roemen den dirigent als een schitterend kunstenaar, wiens grootscho eigenschappon in de „Eroïca" en in Liszt's „Les Préludes" uitgeblonken hebben. Het bestuur van de Vereeniging*. „die Haghe" heeft het initiatief genomen voor eene op 3 Juni a.s. in het Zuid-Hollandscli Koffiehuis te 's-Gravenliage te houden ver gadering, waartoe een 25-tal vercenigin- gen zijn uitgenoodigd, om te komen tot op richting van een „Bond tot Bescherming- der Schoonheid van 's-Gravenhagc," met het doel te waken voor het behoud van het eigenaardig schoon der stad en hare; onmiddellijke omgeving, zoowel van bouw kundigen, als van historischen en van na tuurlijken aard. Blijkens de ontwerpstatu ten ligt het in de bedoeling een Bond van vcreenigingen te vormen, om aldus te ver krijgen een aaneengesloten actie, van welke meer kracht kan uitgaan, dan ooit door een speciale vereeniging kan worden ont wikkeld. Opnieuw hebben de lieer en mevrouw J. C. I. DruckerFraser te Londen, den Nederlandschen Staat met een kunstschat begiftigd. Na de collectie moderne nicest ters, welke dit echtpaar den Staat schonk, thans als aanvulling een 17-tal Israëlsen: 12 schilderijen en 7 aquarellen. Voorloopig is de schenking in bruikleen. Deze nieuwe aanwinst in het Rijksmu seum zal Dinsdag a.s. voor het publiek te bezichtigen zijn. Uit een causerie van Jan Veth over dc| oud-Hollandsche schilderijen te Parijs, ver nemen wij hoe de schets Jan Six aan hef venster, welke hier als van Rembran.lt' doorging, blijkt twijfelachtig van af':o- te zijn. Hij schrijft ervan Sinds het toentertijd in Leiden werd ge ëxposeerd, zijn er meer kenners bij geko men, die aan dc echtheid van het stukje; niet meer gelooven. Zoo Valentiner, die er in zijn Deutsche-Verlags-Anstalt-Rembrandt nog aan vasthoudt, maar het sindsdien, naar; hij mij mondeling zeide, heeft losgelaten. Dr. Hofstede de Groot intusschen houdt het nog voor echt." I>e pest op Java. Mr. Van Geuns, de hoofdredacteur vau het „Soerabaiasch Hbl." seint aan de „N. R. C." dat de besmetverklaring van Soerabaia door de pest is ingetrokken. [Om een kring niet langer als besmet te doen beschouwen is het, volgens de conven tie van Parijs, noodig, dat van overheids wege vastgesteld worde: lo. dat er noch sterfgevallen ncch nieuw© gevallen van pest zijn voorgekomen gedu rende vijf op de afzondering, den dood of de genezing van den la at sten pestlijder vol gende dagen; 2o. dat alle ontsmettmgsmaatregelen zijn toegepast, en dat de maatregelen tegen de ratten ten uitvoer zijn gelegd.] Algcmeene arbitrage. Het Tweede Kamerlid Hugenholbz heeft» aan den minister van buitenlandseh e mk^n de volgende vragen gericht Heeft de regeering haren wensch te ken nen gegeven aan de regeering van de Ver- eenigde Staten van Amerika, om, evenals Engeland en Frankrijk, beraadslagingen te voeren over een algemeen ar bi trage-ver drag, hetwelk alle geschillen zal omvatten die met ons land zouden kunnen rijzen, en, indien niet, is de regeering voornemen© dien wensch alsnog kenbaar te maken'? („Het Volk.") liet nienwe lid van. de Algeineeno Itekenkamer. De Haagsche correspondent van d© „Leeuw. Ct." schrijft, o. a. De heer A. J. Stumpff Jr., dcor de Twee de Kamer reeds bij eerste stemming aan gewezen als de candidaat voor de vacature- Le Bron bij de Algemeene Rekenkamer, be* gon in 1882 als 2de klerk zijn ambtelijk© loopbaan bij het staatscollege, dat hemi nu binnen enkele dagen, naar anciënniteit en naar levensjaren, als zijn jongste lid zal mogen begroeten. Na in 1886 tot lsten klerk en in 1891 tob adjunct-commies te zijn bevorderd, volgde m 1897 zijn benoeming tot commies. Waa ree-s zeer spoedig gebleken, dat de Re kenkamer in den heer Stumpff een ambte naar van zeer buiteDgewone gaven aan zich had verbonden, zijn bevordering bij keuzo in 1907 tot den rang van referendaris was een bewijs te meer, dat 't college prijs stel de op het behoud van dezen verdienstelijk ken staatsambtenaar, die eenigen tijd te voren door minister Bergansius was aange zocht om op te treden als chef van de af- deeding comptabiliteit aan het departement van oorlog. In 1864 reboren, ziet de heer Stumpff op 47-jarigen leeftijd een ambtelijke carrière bekroond, die ongetwijfeld evenzeer schit terend als voorspoedig mag genoemd wor den.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 13