Gemeenteraad van Leiden.
Telegrammen.
Advertentiën,
jj. W. O., wegens diefstal van lood te
[Wassenaar, tot zes maanden (eisch ook zes
maanden).
Diefstal te Leiden.
J. A., Leidsch koopman, reeds herhaalde
malen wegens diefstal veroordeeld, stond
na weer terecht voor zulk een feit, bedre-
yen op den löden Januari. H. R. had in het
{Venduhuis aan „Den Burcht" voor luttelen
prijs een oud rijwiel gekocht, en het even
neergezet. Van dit rijwiel maakte de jonge
A. zich meester. Per wagen vervoerde hij
het naar het pakhuis van Van S., in de Pa
radijssteeg, waar hij het onttakelde en
daarna eenige deelen verkocht bij opkoo-
pers.
Te voren werd A. voor dit feit veroor
deeld tot zes maanden gevangenisstraf. Met
deze strai was hij niet tevreden. Hij vond
haar te zwaar en was niet alléén schuldig.
Daarenboven dacht hij geen kwaad gedaan
te hebben met dit oude ding, staande bij
een vuilnisbak, te hebben gekaapt.
Het O. M. vroeg bekrachtiging van het
vonnis.
Mishandeling te Leiden.
Hiervoor stond terecht, onder veel be
langstelling van mede-studenten, de 22-
jarige Leidsche student H. E. M. v. S. A.,
wonende aan den Haagweg onder Zoeter-
woude.
In den nacht van 25 op 26 September na
het verlaten van de sociëteit Minerva",
had hij op straat den student M. A. Gewin
een paar slagen toegebracht in het gelaat,
waardoor dezen het bloed uit den mond
kwam en zijn gebit werd beleedigd, zoodat
hij zich onder behandeling moest stellen
van tandarts Schouten, die een heele ope
ratie had bewerkstelligd, welke den heer
Gewin, behalve ongemak en pijn, f 120
kostte. Het slachtoffer had den student
Van S. A. geschreven, hem verzoekende
verontschuldigingen aan te bieden en de
tandartsrekening te betalen. Anders zou hij
de justitie van de zaak in kennis stellen.
Hieraan voldeed bekl. niet, waarom de heer
Gewin thans ook langs gerechtelijken weg
de sohade wil vergoed zien, waarvoor hij
maatregelen heeft genomen.
Bekl. beweerde, dat ook de heer G. hem
gevoelig, het eerst, tot bloedwens toe, had
geslagen. Eerst had de heer G. zich in de
sociëteit, naar hij zei, onhebbelijk gedra
gen tegenover introducés van bekl,. later
drong in de sociëteit door het gerucht eener
schermutseling in de sociëteitsv&Sabule,
wuamaar benl. nieuwsgierig was. En als ge
volg van die nieuwsgierigheid kwam hij op
straat mjt den heer G. in aanraking. De
schade had bekl. niet willen betalen, omdat
de heer G. eigenlijk de oorzaak van alles
was.
De heer G. ontkende bekl. het eerst te
hebben geslagen. Hij had pas geslagen na
dat bekl. hem geraakt had.
Een getuige-student had niets gemerkt
van onhebbelijkheid in de sociëteit van de
zijde van G. Om halfvijf 's ochtends was
er echter een woordenwisseling, geen vecht
partij, tusschcn den heer Gewin en een
clubgenoot van beklaagde, in de vestibule
van Minerva." Daarna voegde zich bekl.
bij G. en sprak op heftige wijze.
De heer G. stond met de handen in den
zak. Bekl. sloeg hem in het gelaat en de
heer G. viel achterover op den grond, even
nadat hij een slaande beweging naar bekl.
had gemaakt, wiens gelaat vertoonde een
lange, bloedende kras. Bekl. moest van ver
der vechten teruggehouden worden.
Ge huge verklaarde, dat K. geen ruzie
maker is, geen vechtersbaas, maar wel eens
last heeft van dezen en genen, die hem nu
juist niet aangenaam vinden.
13ek 1beweerde gruwelijk beleedigd te
zijn geweest door G. en dat hij maar één
klap gegeven had, die, waardoor G. op den
gr nd viel. Te voren had G. hem geslagen-
Een andere student, de bewuste clubge
noot van L/daagde, wist te vertellen, dat
>okl. aan Gewin had gevraagd waarom
leze was weggelóopen en toen was een du
wen en slaan gevolgd. De eorste „duw"
werd gegeven door Gewin.
Nog een studeerend jongmensch had o.
ai. gezien, dat G. de rechterhand in den zak
had gestoken, die er had uitgehaald en
daarna had geslageD. Er was toen even
wel al geduwd en geslagen.
Bekl. beweerde niet opgewonden te zijn
geweest en niet direct te hebben gezien,
dat G. verwond waa
Het- O. M. mi*. Brantjes, eischte een
zelfde bedrag boete als de vordering loopt
ui. f 120. of zestig dagen hechtenis.
Rechter Schlingemann had het beter ge
oordeeld, vanneer bekl. do schade had be
taald, en de president beschouwde held. als
do eenige oorzaak van het gebeurde, het
geen bekl. niet zeide in te zien.
Mishandeling van een politie
agent te Leiden.
A. S-, de beklaagde, 2-1 jaren, van Lei
den, is niet verschenen. Op 25 Maart
's avonds zag de politie-agent in uniform
B- K., su rv ei 11 eerend e op de Van-der-
Werf-straat, eenige personen kibbelend uit
een tapperij komen. H maande hen, een
vechtpartij voorziende, tot (kalmte aan.
Eén hunner, A. S., trok den agent ach
terover op den grond, ging op hem zitten
en kneep hem gevoelig in de keel.
Eisohveertien dagen gevangenisstraf.
Beleediging van oen politie
agent t© Leiden.
Mej. M. B., de beklaagde in deze zaak,
is ook niet. Op 7 Maart voegde zij, be
woonster van een huis te Leiden, waar
vanwege de politie wordt gesurveilleerd en
de namen van bezoekers worden geno
teerd, den agent D. B. o. m. toe do woor
den doodskop en salamander, waardoor hij
zich beleedigd achtte
Eisch: tien gulden boete.
Beleediging van een jacht
opziener te Leiden.
W. v. d. B. Azn., 31 jaren, tuinder te
Koord atond terecht ter zake,.
dat hij ter zitting van het kantongerecht
te Leiden van 13 Maart, wijzende op den
jachtopziener 0. H., van Noord wijk-aan-
Zee, van dezen gezegd had, dat hij geen
jachtopziener kon wezen; dat hij was een
schandelijlke leugenaar, een ondier, dat
thuis behoort op den mesthoop.
Beklaagde beweerde dit in het algemeen
van zulke jachtopzieners te hebben ge
zegd, maar niet speciaal van dezen man.
Getuigen verklaarden anders.
Het O. M., van meening, dat deze bekl.
weinig goeft om geldboeten, eischte acht
dagen gevangenisstraf,
Bekl. hoopte en wenschte, dat de hoeren
bij den burgemeester van Noordwijkerhout
zouden onderzoeken wat voor een persoon
hij is.
Overtreding Jachtwet.
Dezelfde beklaagde van zooeven stond
deswege terecht. De zaak diende te voren
voor het Leidsche kantongerecht, dat hem
vrijsprak, waarmee de ambtenaar van het
O. M. bij dat kantongerecht niet accoord
kon gaan, waarom de zaalk heden in boo-
ger beroep werd behandeld.
Bekl. ontkende ook nu bij de Noord wijk-
sclie duinen op 19 Februari zich op jacht
terrein te hebben bevonden, bezig zijnde
met wildstrikken.
Het O. M. eisch tte vernietiging van het
vrijsprekend vonnis van den kantonrechter
en veroordeeling van bekl. tot tien gulden
of vier dagen.
Vernieling te Leiden.
Daarvoor had zich te verantwoorden J.
B. H. L., een werkman, die niet was ver
schenen.
Die man kwam op een goeden dag te
Leiden den banketbakkerswinkel van den
heer Th. Stijnman binnen en vroeg daar
om een kleinigheid. De winkeljuffrouw
voldeed niet maar zoo dadelijk aan 's mans
verlangen en nu wierp deze een grooten
keisteen door een ruit, een gróote, van
tweehonderd gulden waarde.
Bij verstek werd tegen beklaagd© ge-
eischt een gevangenisstraf van drie maan
den.
Ten slotte werd nog met gesloten deuren
behandeld een kinderzaak, met C. W. O.
als beklaagde van diefstal, waarin mr. Dee
van Leiden, als verdediger optrad.
Uitspraak in al deze zaken op 22 Mei.
Vergadering van hedenmiddag te twee uren.
Voorzitter: de Burgemeester.
Aanwezig by aanvang 29 leden.
De Voorzitter opent do vergadering.
Afwezig met kennisgoving zyn de hoeren
Van Hoekeü, wegens ongesteldheid, en
Aalberse wegens verhindering.
De notulen der vorige vergadering wordt
goedgekeurd.
De Voorzitter doet mededeeling van
ingekomen stukken o. a
Mededeeling van de hcer-en A. M. Touw
en mr. Q. J. Terpstra, dat zij hun benoe
ming tot lid van het bestuur der Practi-
sclie Ambachtsschool aannemen.
Mededeeling van mr. Ph. B. Libourel,
dat hij zijn benoeming tot Commissaris
der Stadsbank-van-Leening aanneemt.
Dankbetuiging van den majoor-comman
dant van de Ilde afdeeling van het 2de
regiment veld-artillerie voor de beschik
baarstelling van een bedrag van f 100, voor
het onthalen van die onder of ficieren en
manschappen .op 1 Mei.
Voor kennisgeving aangenomen.
Adres van de Leidsche Schouwburg-ver-
eeniging houdende bezwaren tegen de in
gediende verordening, regelende de belas
ting op de openbare vermakelijkheden. (Zal
worden behandeld bij de verordening op de
openbare vermakelijkheden.)
.Verzoek van C. Henner om het gebruik
van het gymnastieklokaal der school 2de
kl. voor Jongens en Meisjes. (In handen
van B. en V/s. gesteld.)
Verzoek van de Commissie tot huldiging
van het Bestuur Ser 3-October-Vereeni-
ging, om het kosteloos gebruik van de
Stadsgehoorzaal op Zaterdag 13 Mei a.s.
Wordt dadelijk behandeld. B. en Ws.
stellen voor de zaal voor f 10 af te staan
met het oog op het late aanvangsuur (tien
uren).
Aldus wordt zonder hoofdelijke stem
ming besloten.
Rekening dienst 1910, van de gestichten
„Endegecst" en ,,Rhyngeest" (in handen
gesteld van de Commissie van Financiën).
Verzoek van M. de Tombe om wijziging
te brengen in de rooilijn van de geprojec
teerde straat langs de Stads-Molensloot,
Sectie M. No. 272. (In handen gesteld
van B. en Ws.)
Adhaesiebetuiging van de Vereeniging
van Ambtenaren in dienst der gemeente
Leiden aan het voorstel inzake de toetre
ding tot de Vereeniging van Neder'and-
sche gemeenten. (Te behandelen bij punt
20).
Nog wordt medegedeeld, dat aan de
eervol ontslagen eerste onderwijzeres in
de handwerken aan de school in de Hee
renstraat, mej. J. W. Menkhorst, met in
gang van 1 April 1911 een wachtgeld is
verleend van f150 'sjaars; dat de na
volgende pensioenen zijn verleend: aan L.
A. J. Wieber, eervol ontslagen magazijn
knecht aan de Stedelijke Lichtfabrieken,
ad f364; aan G. de Haan, eervol ontsla
gen gasstoker aan de' Stedelijke, Gasfa
briek, ad f422; aan C. Penseel, eervol
ontslagen terreinwerker aan de Stedelijke
Gasfabriek, ad f 291allen met ingang van
1 Mei 1911.
Voorstellen om de" jaarwedde jen dein
pensioensgrondslag van den leeraar in de.
Nederlandsche en in de Duitschje taal aan
de afd. A van de Kweekschool voor On
derwijzers,- H. Oberman, met ingang van
1 Mei 1911,- wegens 8-jarigen dienst t<3
brengen van f2400 op £2500.
Aan de orde is thans:
1» Benoeming van inwoners deer aameentcw
tevens kiezers in het kiesdistrict, voor- den
tijd van twaalf maanden, tot leden of
plaatsvervangende leden in de stembureaus
voor de verkiezing van leden van de Twee
de Kamer der Staten-Generaal, de Provin
ciale Staten en den Gemeenteraad. (108).
"Worden overeenkomstig dë voordracht be
noemd.
2. Benoeming van een onderwijzer met ver
plichte hoofdakte aan de school der 2de
klasse aan de Heerenstraat. (107).
Benoemd wordt de heer P. van der Hoe
ven.
3. Benoeming van een onderwijzer met ver
plichte hoofdakte aan de school der 2de
klasse aan de Heerenstraat. (107).
Benoemd wordt de heer S. Broekhuizen.
4. Benoeming van een onderwijzer aan de
school der 2de klasse aan de Heerenstraat.
(107).
Benoemd wordt de heer J. H. Otto.
5. Benoeming van een onderwijzeres aan
de school der 2de klasse aan de Heeren
straat. (107).
De Voorzitter deelt mee, dat mej.
Ritman, No. 1 van de voordracht, in Den
Haag is benoemd, welke benoeming door
haar is aanvaard.
Benoemd wordt mej. H. M. Ittmaun, No.
2 van de voordracht.
6. Benoeming van een onderwijzeres aan
de school der 2de klasse aan de Heeren
straat. (107).
Benoemd wordt mej. W. J. Eyndhoven.
7. Benoeming van een 4de onderwijzeres
in de handwerken aan de school der 3de
klasse No. 3. (106).
Benoemd wordt mej. A. G. Borgerding.
8. Benoeming van een 4de onderwijzeres
in de handwerken aan de school der 4de
klasse No. 2. (106).
Benoemd wordt mej. W. C. dc Nie.
9. Verzoek van mej. *W. H. Dollee om eer
vol ontslag als leerares in het teekenen aan
de Kweekschool voor onderwijzers en on
derwijzeressen en aan de Meisjesschool
2de klasse. (98).
Wordt eervol verleend.
10. Verzoek van J. A. Buys om eervol
ontslag als onderwijzer met verplichte
hoofdakte aan de school der 3de klasse
No. 3. (104).
11. Verzoek van W. Kruithof om eervol
ontslag als onderwijzer met verplichte
hoofdakte aan de school der 4de klasse
No. 2. (105).
Beide ontslagen worden eervol verleend.
12 Verzoek van J. J. van Hoeken om
vergunning tot het bouwen van een nieuwe
houtloods op het terrein aan de Slacksloot>
Sectie K No. 990 en 20. (99).
Wordt toegestaan.
13. Rekening, denst 1910, van de Kamer
van Koophandel en Fabrieken. (115).
14. Rekening, dienst 1910, van de Ge
zondheidscommissie. (116).
15. Voorstel tot het verleencn van af
schrijving van plaatselijke directe belasting,
dienst 1910. (114).
16. Verordening, houdende wijziging der
verordening regelende de invordering van
belastingen voor het gebruik van het Open
baar Slachthuis te Leiden. (113).
17. Voorstel tot toekenning van een grati
ficatie aan den Conrector van het Gym
nasium, voor de waarneming van het Rec
toraat. (100).
18. Vaststelling van de mïnimum-loonen
voor de werklieden der gestichten „Ende-
geest" en I^hijngeest." (109).
19. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden ten behoeve van de verbetering der
rioleering van het gesticht „Endegeest."
(110).
Worden alle goedgekeurd.
20. Verzoek van mr. E. P. van Lanschot
e. a. in zake de oprichting van een ver
eeniging van Nederlandsche Gemeenten.
(103.)
Conform het pracadvies wordt besloten, dat
de gemeente tot deze Vereeniging als lid
zal toetreden.
21. Verzoek van het Bestuur der vereeni
ging „Openbare Leeszaal en Bibliotheek te
Leiden" om toekenning van een jaarlijksch
subsidie ad f 450. (102).
De heer Reimeringer juicht het ge
dane voorstel toe, maar vindt het verkeerd
het eens gegeven subsidie, terug te vragen.
De Vereeniging staat financieel nog niet sterk.
Spr stelt als amendement voor, dat uit het
voorstel zal worden geschrapt de voorwaar
de, dat de gegeven f 1000 moet worden te
ruggegeven.
De heer 5 t s m a ondersteunt het voor
stel. Spr. meent, dat het een onwaardige po
litiek is om nu het eens gegeven subsidie
terug te vragen. Het komt hierop neer, dat
men de helft van het gevraagd .subsidie van
het. Rijk terug wil zien te krijgen. De Lees
zaal, wil zij beantwoorden aan haar doel,
moet over ruime financiën beschikken.
De heer Bosch meent, dat de heer
Sijtsma vergeet de geschiedenis van die f 1000.
Uitdrukkelijk is toen bepaald, dat dit een
gift zou zijn voor ééns en dat er voortaan
geen kwestie was van subsidieeren. Het stand
punt van B. en Ws. is dus volkomen juist
De heer Fockema Andreae gelooft
niet, dat hier getracht wordt op slinksche
wijze terug 'te krijgen van het Rijk wat
de gemeente vroeger heeft gegeven. Spr. vindt
overigens het standpunt van B. en Ws. zeer
juist, maar vraagt zich af: Moeten we nu
die heele f 1000 terug vragen? Als de Lees
zaal verleden jaar eens om f 450 gevraagd
had, zouden wij het dan geweigerd hebben?
Spr. zou dus van die f 1000 slechts f 550
willen terugvorderen.
De heer Van der Eist merkt op, dat
het bestuur van de Leeszaal zich heeft ge
steld op het standpunt van den heer Fockema
Andreae. De thans voorgestelde subsidieering
ia noodig om do voorwaarden, die het Rijk
stelt. Spr. hoopt, dat in den geest van
den heer Fockema Andreae zal worden ge
handeld.
De heer Vergouwen vraagt, of, als het
bestuur van de Leeszaal zelf maar f 450 terug
verwacht, zooals de heer Van der Eist mee
deelt, wU dan /T000 teruggeven moeten,
zooals de heer Reimeringer wil. Dat is „plus
royaliste que le rol."
De heer Sjjtsma weet niet of de heer
Van der Eist het gevoelen van het bestuur
vertolkt. Spr. meent, dat het beetuur eigenlijk
wel op die /T000 gerekend had.
De heer Meuleman is tegen het amen
dement, evenals tegen het geheele voorstel.
Spr. acht de pressie van het Ryk zeer onge-
weuscht. De gemeente behoeft zich daaraan
niet te storen. De financiën zyn niet zoo
schitterend. In antwoord op den heer Fockema
Andreae meent spr., dat het nog niet zoo
zeker zou zyn geweest, dat het eubsldi# zou
zyn toegestaan, als de Leeszaal verleden jaar
ook reeda een jaariyksoh subsidie had ge
vraagd'.
De heer Fokker verbaast zloh over het
verwyt, dat de heer Meuleman het Ryk maakt.
Van pressie is geen sprake; het ia een
kwestie van voorwaarde.
Spr. vindt het bedrag niet te hoog.
De heer Meuleman bestrydt den heer
Fokker.
De heer. Reimeringer handhaaft zyn
amendement.
De heer Carpentier Alting stelt by
verwerping van het amendement-Reimeringer
voor het bedrag te verlagen van f 1000 op
f 550.
De Voorzitter verdedigt het praeadvies.
Spr. meent, dat indertyd het idee Is geweest
een gift ineens. Wil men nu jaarlyko subsi
dieeren, dan moet alles eerst terug. B. en Ws.
zouden het jammer vinden, dat de Leeszaal
het Rykssubsidie moest derven. Vandaar hun
voorstel.
Het amendement Reimeringer wordt ver
worpen met 22 tegen 7 stemmen.
Voor de heoren Carpentier Alting, Fokker.
Van Qruting, Hoogenboom, Reimeringer,
Roem en Sytsma.
Het amendement Carpentier Alting, om
slechts f 550 terug te vragen komt nu aan
de orde.
De heer Van der Lip meent, dat dit
amendement geen aanbeveling verdient. Wy
mosten zeggen: Van nu af aan krfjgt gy
6ubsidlel Die eens gegeven 1000 moet gy
teruggeven, dat was zoo afgesproken. Dit is
een normaal standpunt.
De heer Carpentier Alting, ver
dedigt zyn amendement, omdat de omstan
digheden van de leeszaal thans en verleden
jaar niet dezelfde zyn.
Daarom kunnen wy niet alles beschouwen
als van hot vroegere standpunt.
De heer Fockema Andreae zal tegen
het amendement-Carpentier Alting stemmen,
omdat hij vreest, dat, als dit aangenomen
wordt, het geheele voorstel van B. en Ws.
misschien schipbreuk zou lijden.
Het amendement-Carpentier Alting wordt
verworpen met 19 tegen 10 stemmen.
Voor de h.h. De Boer, Carpentier Alting, v.
der Eist, Fokker, Van Gruting, Hoogenboom,
Reimeringer, Roem, Sijtsma en Zwiers.
Het voorstel van B. en Ws. wordt aange
nomen met 16 tegen 13 stemmen.
Voor de heeren De Boer, Carpentier Alting,
Van der Eist, Fockema Andreae, Fokker,
Van Gruting, Van Hamel, Hoogenboom, Ko-
xevaar, Van der Lip, Reimeringer, Roem,
Sijtsma, De Vries, Wildeboer en Zwiers.
22. Vaststelling van de verordening, re
gelende het beheer van het Openbaar
Slachthuis en den rang, het getal, de bezol
diging en de wijze van benoeming van het
daaraan verbonden personeel. (111).
De V oorzitter deelt mee, dat de be
trokken Commissie voorstelt den salaris-wij
zigingen terugwerkende kracht te verleenen
tot 1 Jan. 1911. Spr. merkt op, dat B. en
Ws. echter hun standpunt handhaven.
De heer P e r a maakt enkele opmerkin
gen over het salaris van den tweeden machi
nist.
De heer Fokker bespreekt de wensche-
lijkheid om het getal keurmeesters in de ver
ordening vast te lgggen.
De heer S ij t s m a gaat met den heer Pera
mee en licht dit met cijfers van elders toe.
De heer Van derLip meent, dat eigen
lijk alles, wat de heer Fokker gezegd
heeft, thuis behoort onder de algemeene
beschouwingen. Spr. deelt mede, dat er
geen aanleiding is het aantal van 4 keur
meesters terug te nemen. Het is een proef,
en als zij tegenvalt, kan het immers weer
veranderen.
De heer Fokker is voldaan.
De heer Roem vraagt inlichting over
de verhouding tusschen den arbeid van den
lsten en 2den machinist.
De heer Pera stelt voor het salaris
van den tweeden machinist tweemaaL tel
kens na 2 jaar dienst te. verhoogen met
f75.
Spir. licht toe, dat de verantwoordelijk
heid van den tweeden machinist zeergroot
is en dat deze ook zeer bekwaam is. Er
is dus veel te zeggen voor deze verhooging.
De heer Van der Lip deelt mede, dat
de tweede machinist alleen verantwoorde
lijk is als hij de machine drijft. Zijn ver
antwoordelijkheid is dus kleiner dan die
van den eersten machinist, die altijd ver
antwoordelijk is.
Het salaris is een kwestie van meer len
en minder. B. en Ws. meenen, dat het
thans voorgestelde salaris voldoende is.
De heeren Bots en Zwiers verklaren,
dat zij het amendement steunen. Het amen
dement wordt aangenomen met 25 tegen
4 stemmen. Tegen de heeren Van Hamel,-
Ker stens, Ko re vaar en Van der Lip.
Daarop wordt de geheele verordening
aangenomen.
23. Verzoek van P. Hop e- a., werklieden
van het Openbaar Slachthuis, om toeken
ning van loonsverhooging. (112).
Het praeadvies van B en Ws. wordt zon
der hoofdelijke ^temming aangenomen.
Bij de rondvraag maakt de heer
5 ij t s m a een opmerking over het optre
den van de politie bij de samen
scholing op 1 Mei vóór de Stads-
z a al en vraagt of de Voorzitter daarop ant
woorden wil.
De V oorzitter meent, dat hij daarvoor
geen verantwoording schuldig is en meent,
dat het hier voor dergelijke discussie niet de
plaats is.
De heer S ij t s m a vindt deze houding
jammer, ofschpon odk de voorgangers van
dezen voorzitter er zoo over dachten. Toch
zal hij vertellen, wat hij t:> zeggen heeft.
Op 1 Mei 's avonds was er meeting in de
StadszaaL Voor de deur hoopte zich een
menigte op. De politie kwam in do zaal
en deelde een en ander mede. De vrouwen
en kinderen zouden achter uitgaan. De
anderen vooruit en zonder vaandels en ge
zang. Spr. meent, dat deze opvatting ver
keerd is. Als de gemeente de zaal ver
huurt, moet zij er voor zorgen, dat die
huurders ongehinderd kunnen heengaan.,
De politie had die samenscholing qp de
Breestraat moeten verwijderen. Dit zou,
meent spr., de juiste opvatting geweest
zijn.
Als zulks weer gebeurt, zou spr. gaarne
zien, dat als een Vereeniging, welke het
ook zij, ook de Chr. Oranje-Vereeniging,
de zaal had gehuurd, de politie geen sa
menscholingen toestaat. Ieder burger ia
gelijk. Het rechtvaardigheidsgevoel heeft
spr. zoo doen spreken.
De heer Pera meent, dat er wel b é-
weging was op de Breestraat, maar dat
van samenscholing geen sprake waa.,
Dronkenschap en luidruchtigheid waretfj
zeer gering. Spr. heeft Oranjeliederen ge
hoord, maar ook andere, die daar dwara
tegen ingingen en zeer kwetsend waren.*
voor het Oranjehuis.
Spr. meent, dat de politie in deze geen
blaam treft. t
De V oorzitter zegt alleen, dat de
opmerkingen van den heer Sijtsma vol oa«\
nauwkeurigheden zijn.
Dc politic heeft niet gezegd, dat het op"
straat voor de vergadering gevaarlijk zo-ui
zijn en zoo meer.
Overigens kon de taak, die dc heer Sijtsfri
ma zich op zulke dagen voorstelt van dpi
politie niet gevergd worden.
Spr. zal al dergelijke gevallen steedsf
onpartijdig behandelen en meent, dat oojkj
thans gedaan te hebben.
De heer S ij t s m a komt' nog even terug?
op de kwestie, en verheugt zich over def
onpartijdige houding die de Voorzitter zidi
voorstelt.
De discussie wordt £ëslofen. I
De heer F ok ker vraagt voorziening ini
het aantal wenlkuren van do beambten vanj
„Endegeest", die in Ingekomen stuk 101
worden genoemd, zooals portier, magazijn-1
kneoht, enz.
De Voorzitter zegt, dat deze men*i
schen wel verbonden zijn, maar niet steeds»
arbeiden. Vandaar doze overuren. Niemand
•wordt verplicht tot overmatiglen arbeid-,
Daarop krijgt de heer Fokker verlofl!
eenige vragen te stellen over het gebruik van£
Portlandcement in de bestekken.
De vergadering wordt daarop gesloten. Ij
Kil linger.
Hedenmorgen arriveerde te Amsterdam p®tf
S.S. „Prins Maurits" om ongeveer negen uur*
J. F. Klllinger, de ex-inspectour van politic
te Paramaribo, die xich had schuldig gemaakt
aan samenzwering tegen het Gouvernement.
Op reis heeft hy zich goed gedragen en
veroorzaakte niet don minsten last, doch
atond Bteeds onder bewaking van twe®
beambten van Politie. By aankomst in d®
verschillende havens werd hy echter achter
slot gezet om zoo mogeiyk ontvluchting tegen
te gaan.
Per celwagen werd hy naar de gevangenir
te Amsterdam overgebracht. Er was weinig
publiek aanwezig by zyn overbrenging.
Beursbericht.
Amsterdam. Hollandaohe fondsen
openden heden opnieuw belangrijk hooger,
vooral de Integralen, dooh Uepen door eterk
aanbod aanzienlijk terug. Looale fondaeu
gunstiger voor tabakken en olie waarden met
meer handel. Amerikaansche fondsen luata*
|Oos en voor de meeste soorten Iets lager.
Een Grondwet voor Elzas-
ïiOtkaringen.
BERLIJN, 11 Mei. (R. O.) De Rijksdag*
oommissie voor de Grondwet van Elzas-
Lotharingen verwierp heden het regee-
ringsontwerp in eindstemming met 13 te
gen 12 stemmen.
BER-JJN, 11 Mei (R. O.) Deze wet zal
naar den Rijksdag teruggezonden worden.
In zijn vergadering zullen de bemoeiingen
om tot een vergelijk te komen worden
voortgezet.
De opstand in Alarokko.
TANDZJER, 10 Mei. (R. O.) Op 4 Mei
uit Fez verzonden brieven melden, dat de
Beni Mtirs do stad hebben aangevallen,
maar zijn afgeslagen met verlies van 80
dooden. Het garnizoen had 30 doodon..
De opstand in Kexico.
NEW-YORK, 10 Mei. (R. O.) Blijken®
een telegram uit Douglas hebben de regee-
ringstroepen Agua Friëta ontruimd ©n zijn
naar het Zuiden opgerukt.
EL PASO, 10 Mei. (R. O.) Juarez is doof
de opstandelingen ingenomen.
De Russische Boemfla
ST.-PETERSBURG, 10 Mei. (R. O.) Na
een debat, dat tot kwart na tweeën in den
nacht duurde, nam de Doema met 202 tegen
82 stemmen de volgende, door de Octo*
bristen voorgestelde motie aan. De Doema
verklaart van meening te zijn, dat de mi
nister-president door het besluit van den
ministerraad om Semstwo's in zes weste
lijke gouvernementen in te voeren, aan de
keizerlijke goedkeuring te onderwerpen, in
breuk heeft gemaakt op de grondwet en dus
een onwettige daad heeft begaan en. acht
de verklaringen van den minister-president
onbevredigend.,
Getrouwd:
JAN H0F3TRA
SH
JOHANNA CHRISTINA MATER,
dis hun dank batuigan voor d« vele
blijken van belangstelling, bJJ hun
huwelijk ondervonden.
iiUDim, 18 Mei. MM 9