Gemeenteraad van Leiden. Telegrammen. Advertentiën, jj. W. O., wegens diefstal van lood te [Wassenaar, tot zes maanden (eisch ook zes maanden). Diefstal te Leiden. J. A., Leidsch koopman, reeds herhaalde malen wegens diefstal veroordeeld, stond na weer terecht voor zulk een feit, bedre- yen op den löden Januari. H. R. had in het {Venduhuis aan „Den Burcht" voor luttelen prijs een oud rijwiel gekocht, en het even neergezet. Van dit rijwiel maakte de jonge A. zich meester. Per wagen vervoerde hij het naar het pakhuis van Van S., in de Pa radijssteeg, waar hij het onttakelde en daarna eenige deelen verkocht bij opkoo- pers. Te voren werd A. voor dit feit veroor deeld tot zes maanden gevangenisstraf. Met deze strai was hij niet tevreden. Hij vond haar te zwaar en was niet alléén schuldig. Daarenboven dacht hij geen kwaad gedaan te hebben met dit oude ding, staande bij een vuilnisbak, te hebben gekaapt. Het O. M. vroeg bekrachtiging van het vonnis. Mishandeling te Leiden. Hiervoor stond terecht, onder veel be langstelling van mede-studenten, de 22- jarige Leidsche student H. E. M. v. S. A., wonende aan den Haagweg onder Zoeter- woude. In den nacht van 25 op 26 September na het verlaten van de sociëteit Minerva", had hij op straat den student M. A. Gewin een paar slagen toegebracht in het gelaat, waardoor dezen het bloed uit den mond kwam en zijn gebit werd beleedigd, zoodat hij zich onder behandeling moest stellen van tandarts Schouten, die een heele ope ratie had bewerkstelligd, welke den heer Gewin, behalve ongemak en pijn, f 120 kostte. Het slachtoffer had den student Van S. A. geschreven, hem verzoekende verontschuldigingen aan te bieden en de tandartsrekening te betalen. Anders zou hij de justitie van de zaak in kennis stellen. Hieraan voldeed bekl. niet, waarom de heer Gewin thans ook langs gerechtelijken weg de sohade wil vergoed zien, waarvoor hij maatregelen heeft genomen. Bekl. beweerde, dat ook de heer G. hem gevoelig, het eerst, tot bloedwens toe, had geslagen. Eerst had de heer G. zich in de sociëteit, naar hij zei, onhebbelijk gedra gen tegenover introducés van bekl,. later drong in de sociëteit door het gerucht eener schermutseling in de sociëteitsv&Sabule, wuamaar benl. nieuwsgierig was. En als ge volg van die nieuwsgierigheid kwam hij op straat mjt den heer G. in aanraking. De schade had bekl. niet willen betalen, omdat de heer G. eigenlijk de oorzaak van alles was. De heer G. ontkende bekl. het eerst te hebben geslagen. Hij had pas geslagen na dat bekl. hem geraakt had. Een getuige-student had niets gemerkt van onhebbelijkheid in de sociëteit van de zijde van G. Om halfvijf 's ochtends was er echter een woordenwisseling, geen vecht partij, tusschcn den heer Gewin en een clubgenoot van beklaagde, in de vestibule van Minerva." Daarna voegde zich bekl. bij G. en sprak op heftige wijze. De heer G. stond met de handen in den zak. Bekl. sloeg hem in het gelaat en de heer G. viel achterover op den grond, even nadat hij een slaande beweging naar bekl. had gemaakt, wiens gelaat vertoonde een lange, bloedende kras. Bekl. moest van ver der vechten teruggehouden worden. Ge huge verklaarde, dat K. geen ruzie maker is, geen vechtersbaas, maar wel eens last heeft van dezen en genen, die hem nu juist niet aangenaam vinden. 13ek 1beweerde gruwelijk beleedigd te zijn geweest door G. en dat hij maar één klap gegeven had, die, waardoor G. op den gr nd viel. Te voren had G. hem geslagen- Een andere student, de bewuste clubge noot van L/daagde, wist te vertellen, dat >okl. aan Gewin had gevraagd waarom leze was weggelóopen en toen was een du wen en slaan gevolgd. De eorste „duw" werd gegeven door Gewin. Nog een studeerend jongmensch had o. ai. gezien, dat G. de rechterhand in den zak had gestoken, die er had uitgehaald en daarna had geslageD. Er was toen even wel al geduwd en geslagen. Bekl. beweerde niet opgewonden te zijn geweest en niet direct te hebben gezien, dat G. verwond waa Het- O. M. mi*. Brantjes, eischte een zelfde bedrag boete als de vordering loopt ui. f 120. of zestig dagen hechtenis. Rechter Schlingemann had het beter ge oordeeld, vanneer bekl. do schade had be taald, en de president beschouwde held. als do eenige oorzaak van het gebeurde, het geen bekl. niet zeide in te zien. Mishandeling van een politie agent te Leiden. A. S-, de beklaagde, 2-1 jaren, van Lei den, is niet verschenen. Op 25 Maart 's avonds zag de politie-agent in uniform B- K., su rv ei 11 eerend e op de Van-der- Werf-straat, eenige personen kibbelend uit een tapperij komen. H maande hen, een vechtpartij voorziende, tot (kalmte aan. Eén hunner, A. S., trok den agent ach terover op den grond, ging op hem zitten en kneep hem gevoelig in de keel. Eisohveertien dagen gevangenisstraf. Beleediging van oen politie agent t© Leiden. Mej. M. B., de beklaagde in deze zaak, is ook niet. Op 7 Maart voegde zij, be woonster van een huis te Leiden, waar vanwege de politie wordt gesurveilleerd en de namen van bezoekers worden geno teerd, den agent D. B. o. m. toe do woor den doodskop en salamander, waardoor hij zich beleedigd achtte Eisch: tien gulden boete. Beleediging van een jacht opziener te Leiden. W. v. d. B. Azn., 31 jaren, tuinder te Koord atond terecht ter zake,. dat hij ter zitting van het kantongerecht te Leiden van 13 Maart, wijzende op den jachtopziener 0. H., van Noord wijk-aan- Zee, van dezen gezegd had, dat hij geen jachtopziener kon wezen; dat hij was een schandelijlke leugenaar, een ondier, dat thuis behoort op den mesthoop. Beklaagde beweerde dit in het algemeen van zulke jachtopzieners te hebben ge zegd, maar niet speciaal van dezen man. Getuigen verklaarden anders. Het O. M., van meening, dat deze bekl. weinig goeft om geldboeten, eischte acht dagen gevangenisstraf, Bekl. hoopte en wenschte, dat de hoeren bij den burgemeester van Noordwijkerhout zouden onderzoeken wat voor een persoon hij is. Overtreding Jachtwet. Dezelfde beklaagde van zooeven stond deswege terecht. De zaak diende te voren voor het Leidsche kantongerecht, dat hem vrijsprak, waarmee de ambtenaar van het O. M. bij dat kantongerecht niet accoord kon gaan, waarom de zaalk heden in boo- ger beroep werd behandeld. Bekl. ontkende ook nu bij de Noord wijk- sclie duinen op 19 Februari zich op jacht terrein te hebben bevonden, bezig zijnde met wildstrikken. Het O. M. eisch tte vernietiging van het vrijsprekend vonnis van den kantonrechter en veroordeeling van bekl. tot tien gulden of vier dagen. Vernieling te Leiden. Daarvoor had zich te verantwoorden J. B. H. L., een werkman, die niet was ver schenen. Die man kwam op een goeden dag te Leiden den banketbakkerswinkel van den heer Th. Stijnman binnen en vroeg daar om een kleinigheid. De winkeljuffrouw voldeed niet maar zoo dadelijk aan 's mans verlangen en nu wierp deze een grooten keisteen door een ruit, een gróote, van tweehonderd gulden waarde. Bij verstek werd tegen beklaagd© ge- eischt een gevangenisstraf van drie maan den. Ten slotte werd nog met gesloten deuren behandeld een kinderzaak, met C. W. O. als beklaagde van diefstal, waarin mr. Dee van Leiden, als verdediger optrad. Uitspraak in al deze zaken op 22 Mei. Vergadering van hedenmiddag te twee uren. Voorzitter: de Burgemeester. Aanwezig by aanvang 29 leden. De Voorzitter opent do vergadering. Afwezig met kennisgoving zyn de hoeren Van Hoekeü, wegens ongesteldheid, en Aalberse wegens verhindering. De notulen der vorige vergadering wordt goedgekeurd. De Voorzitter doet mededeeling van ingekomen stukken o. a Mededeeling van de hcer-en A. M. Touw en mr. Q. J. Terpstra, dat zij hun benoe ming tot lid van het bestuur der Practi- sclie Ambachtsschool aannemen. Mededeeling van mr. Ph. B. Libourel, dat hij zijn benoeming tot Commissaris der Stadsbank-van-Leening aanneemt. Dankbetuiging van den majoor-comman dant van de Ilde afdeeling van het 2de regiment veld-artillerie voor de beschik baarstelling van een bedrag van f 100, voor het onthalen van die onder of ficieren en manschappen .op 1 Mei. Voor kennisgeving aangenomen. Adres van de Leidsche Schouwburg-ver- eeniging houdende bezwaren tegen de in gediende verordening, regelende de belas ting op de openbare vermakelijkheden. (Zal worden behandeld bij de verordening op de openbare vermakelijkheden.) .Verzoek van C. Henner om het gebruik van het gymnastieklokaal der school 2de kl. voor Jongens en Meisjes. (In handen van B. en V/s. gesteld.) Verzoek van de Commissie tot huldiging van het Bestuur Ser 3-October-Vereeni- ging, om het kosteloos gebruik van de Stadsgehoorzaal op Zaterdag 13 Mei a.s. Wordt dadelijk behandeld. B. en Ws. stellen voor de zaal voor f 10 af te staan met het oog op het late aanvangsuur (tien uren). Aldus wordt zonder hoofdelijke stem ming besloten. Rekening dienst 1910, van de gestichten „Endegecst" en ,,Rhyngeest" (in handen gesteld van de Commissie van Financiën). Verzoek van M. de Tombe om wijziging te brengen in de rooilijn van de geprojec teerde straat langs de Stads-Molensloot, Sectie M. No. 272. (In handen gesteld van B. en Ws.) Adhaesiebetuiging van de Vereeniging van Ambtenaren in dienst der gemeente Leiden aan het voorstel inzake de toetre ding tot de Vereeniging van Neder'and- sche gemeenten. (Te behandelen bij punt 20). Nog wordt medegedeeld, dat aan de eervol ontslagen eerste onderwijzeres in de handwerken aan de school in de Hee renstraat, mej. J. W. Menkhorst, met in gang van 1 April 1911 een wachtgeld is verleend van f150 'sjaars; dat de na volgende pensioenen zijn verleend: aan L. A. J. Wieber, eervol ontslagen magazijn knecht aan de Stedelijke Lichtfabrieken, ad f364; aan G. de Haan, eervol ontsla gen gasstoker aan de' Stedelijke, Gasfa briek, ad f422; aan C. Penseel, eervol ontslagen terreinwerker aan de Stedelijke Gasfabriek, ad f 291allen met ingang van 1 Mei 1911. Voorstellen om de" jaarwedde jen dein pensioensgrondslag van den leeraar in de. Nederlandsche en in de Duitschje taal aan de afd. A van de Kweekschool voor On derwijzers,- H. Oberman, met ingang van 1 Mei 1911,- wegens 8-jarigen dienst t<3 brengen van f2400 op £2500. Aan de orde is thans: 1» Benoeming van inwoners deer aameentcw tevens kiezers in het kiesdistrict, voor- den tijd van twaalf maanden, tot leden of plaatsvervangende leden in de stembureaus voor de verkiezing van leden van de Twee de Kamer der Staten-Generaal, de Provin ciale Staten en den Gemeenteraad. (108). "Worden overeenkomstig dë voordracht be noemd. 2. Benoeming van een onderwijzer met ver plichte hoofdakte aan de school der 2de klasse aan de Heerenstraat. (107). Benoemd wordt de heer P. van der Hoe ven. 3. Benoeming van een onderwijzer met ver plichte hoofdakte aan de school der 2de klasse aan de Heerenstraat. (107). Benoemd wordt de heer S. Broekhuizen. 4. Benoeming van een onderwijzer aan de school der 2de klasse aan de Heerenstraat. (107). Benoemd wordt de heer J. H. Otto. 5. Benoeming van een onderwijzeres aan de school der 2de klasse aan de Heeren straat. (107). De Voorzitter deelt mee, dat mej. Ritman, No. 1 van de voordracht, in Den Haag is benoemd, welke benoeming door haar is aanvaard. Benoemd wordt mej. H. M. Ittmaun, No. 2 van de voordracht. 6. Benoeming van een onderwijzeres aan de school der 2de klasse aan de Heeren straat. (107). Benoemd wordt mej. W. J. Eyndhoven. 7. Benoeming van een 4de onderwijzeres in de handwerken aan de school der 3de klasse No. 3. (106). Benoemd wordt mej. A. G. Borgerding. 8. Benoeming van een 4de onderwijzeres in de handwerken aan de school der 4de klasse No. 2. (106). Benoemd wordt mej. W. C. dc Nie. 9. Verzoek van mej. *W. H. Dollee om eer vol ontslag als leerares in het teekenen aan de Kweekschool voor onderwijzers en on derwijzeressen en aan de Meisjesschool 2de klasse. (98). Wordt eervol verleend. 10. Verzoek van J. A. Buys om eervol ontslag als onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de school der 3de klasse No. 3. (104). 11. Verzoek van W. Kruithof om eervol ontslag als onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de school der 4de klasse No. 2. (105). Beide ontslagen worden eervol verleend. 12 Verzoek van J. J. van Hoeken om vergunning tot het bouwen van een nieuwe houtloods op het terrein aan de Slacksloot> Sectie K No. 990 en 20. (99). Wordt toegestaan. 13. Rekening, denst 1910, van de Kamer van Koophandel en Fabrieken. (115). 14. Rekening, dienst 1910, van de Ge zondheidscommissie. (116). 15. Voorstel tot het verleencn van af schrijving van plaatselijke directe belasting, dienst 1910. (114). 16. Verordening, houdende wijziging der verordening regelende de invordering van belastingen voor het gebruik van het Open baar Slachthuis te Leiden. (113). 17. Voorstel tot toekenning van een grati ficatie aan den Conrector van het Gym nasium, voor de waarneming van het Rec toraat. (100). 18. Vaststelling van de mïnimum-loonen voor de werklieden der gestichten „Ende- geest" en I^hijngeest." (109). 19. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de verbetering der rioleering van het gesticht „Endegeest." (110). Worden alle goedgekeurd. 20. Verzoek van mr. E. P. van Lanschot e. a. in zake de oprichting van een ver eeniging van Nederlandsche Gemeenten. (103.) Conform het pracadvies wordt besloten, dat de gemeente tot deze Vereeniging als lid zal toetreden. 21. Verzoek van het Bestuur der vereeni ging „Openbare Leeszaal en Bibliotheek te Leiden" om toekenning van een jaarlijksch subsidie ad f 450. (102). De heer Reimeringer juicht het ge dane voorstel toe, maar vindt het verkeerd het eens gegeven subsidie, terug te vragen. De Vereeniging staat financieel nog niet sterk. Spr stelt als amendement voor, dat uit het voorstel zal worden geschrapt de voorwaar de, dat de gegeven f 1000 moet worden te ruggegeven. De heer 5 t s m a ondersteunt het voor stel. Spr. meent, dat het een onwaardige po litiek is om nu het eens gegeven subsidie terug te vragen. Het komt hierop neer, dat men de helft van het gevraagd .subsidie van het. Rijk terug wil zien te krijgen. De Lees zaal, wil zij beantwoorden aan haar doel, moet over ruime financiën beschikken. De heer Bosch meent, dat de heer Sijtsma vergeet de geschiedenis van die f 1000. Uitdrukkelijk is toen bepaald, dat dit een gift zou zijn voor ééns en dat er voortaan geen kwestie was van subsidieeren. Het stand punt van B. en Ws. is dus volkomen juist De heer Fockema Andreae gelooft niet, dat hier getracht wordt op slinksche wijze terug 'te krijgen van het Rijk wat de gemeente vroeger heeft gegeven. Spr. vindt overigens het standpunt van B. en Ws. zeer juist, maar vraagt zich af: Moeten we nu die heele f 1000 terug vragen? Als de Lees zaal verleden jaar eens om f 450 gevraagd had, zouden wij het dan geweigerd hebben? Spr. zou dus van die f 1000 slechts f 550 willen terugvorderen. De heer Van der Eist merkt op, dat het bestuur van de Leeszaal zich heeft ge steld op het standpunt van den heer Fockema Andreae. De thans voorgestelde subsidieering ia noodig om do voorwaarden, die het Rijk stelt. Spr. hoopt, dat in den geest van den heer Fockema Andreae zal worden ge handeld. De heer Vergouwen vraagt, of, als het bestuur van de Leeszaal zelf maar f 450 terug verwacht, zooals de heer Van der Eist mee deelt, wU dan /T000 teruggeven moeten, zooals de heer Reimeringer wil. Dat is „plus royaliste que le rol." De heer Sjjtsma weet niet of de heer Van der Eist het gevoelen van het bestuur vertolkt. Spr. meent, dat het beetuur eigenlijk wel op die /T000 gerekend had. De heer Meuleman is tegen het amen dement, evenals tegen het geheele voorstel. Spr. acht de pressie van het Ryk zeer onge- weuscht. De gemeente behoeft zich daaraan niet te storen. De financiën zyn niet zoo schitterend. In antwoord op den heer Fockema Andreae meent spr., dat het nog niet zoo zeker zou zyn geweest, dat het eubsldi# zou zyn toegestaan, als de Leeszaal verleden jaar ook reeda een jaariyksoh subsidie had ge vraagd'. De heer Fokker verbaast zloh over het verwyt, dat de heer Meuleman het Ryk maakt. Van pressie is geen sprake; het ia een kwestie van voorwaarde. Spr. vindt het bedrag niet te hoog. De heer Meuleman bestrydt den heer Fokker. De heer. Reimeringer handhaaft zyn amendement. De heer Carpentier Alting stelt by verwerping van het amendement-Reimeringer voor het bedrag te verlagen van f 1000 op f 550. De Voorzitter verdedigt het praeadvies. Spr. meent, dat indertyd het idee Is geweest een gift ineens. Wil men nu jaarlyko subsi dieeren, dan moet alles eerst terug. B. en Ws. zouden het jammer vinden, dat de Leeszaal het Rykssubsidie moest derven. Vandaar hun voorstel. Het amendement Reimeringer wordt ver worpen met 22 tegen 7 stemmen. Voor de heoren Carpentier Alting, Fokker. Van Qruting, Hoogenboom, Reimeringer, Roem en Sytsma. Het amendement Carpentier Alting, om slechts f 550 terug te vragen komt nu aan de orde. De heer Van der Lip meent, dat dit amendement geen aanbeveling verdient. Wy mosten zeggen: Van nu af aan krfjgt gy 6ubsidlel Die eens gegeven 1000 moet gy teruggeven, dat was zoo afgesproken. Dit is een normaal standpunt. De heer Carpentier Alting, ver dedigt zyn amendement, omdat de omstan digheden van de leeszaal thans en verleden jaar niet dezelfde zyn. Daarom kunnen wy niet alles beschouwen als van hot vroegere standpunt. De heer Fockema Andreae zal tegen het amendement-Carpentier Alting stemmen, omdat hij vreest, dat, als dit aangenomen wordt, het geheele voorstel van B. en Ws. misschien schipbreuk zou lijden. Het amendement-Carpentier Alting wordt verworpen met 19 tegen 10 stemmen. Voor de h.h. De Boer, Carpentier Alting, v. der Eist, Fokker, Van Gruting, Hoogenboom, Reimeringer, Roem, Sijtsma en Zwiers. Het voorstel van B. en Ws. wordt aange nomen met 16 tegen 13 stemmen. Voor de heeren De Boer, Carpentier Alting, Van der Eist, Fockema Andreae, Fokker, Van Gruting, Van Hamel, Hoogenboom, Ko- xevaar, Van der Lip, Reimeringer, Roem, Sijtsma, De Vries, Wildeboer en Zwiers. 22. Vaststelling van de verordening, re gelende het beheer van het Openbaar Slachthuis en den rang, het getal, de bezol diging en de wijze van benoeming van het daaraan verbonden personeel. (111). De V oorzitter deelt mee, dat de be trokken Commissie voorstelt den salaris-wij zigingen terugwerkende kracht te verleenen tot 1 Jan. 1911. Spr. merkt op, dat B. en Ws. echter hun standpunt handhaven. De heer P e r a maakt enkele opmerkin gen over het salaris van den tweeden machi nist. De heer Fokker bespreekt de wensche- lijkheid om het getal keurmeesters in de ver ordening vast te lgggen. De heer S ij t s m a gaat met den heer Pera mee en licht dit met cijfers van elders toe. De heer Van derLip meent, dat eigen lijk alles, wat de heer Fokker gezegd heeft, thuis behoort onder de algemeene beschouwingen. Spr. deelt mede, dat er geen aanleiding is het aantal van 4 keur meesters terug te nemen. Het is een proef, en als zij tegenvalt, kan het immers weer veranderen. De heer Fokker is voldaan. De heer Roem vraagt inlichting over de verhouding tusschen den arbeid van den lsten en 2den machinist. De heer Pera stelt voor het salaris van den tweeden machinist tweemaaL tel kens na 2 jaar dienst te. verhoogen met f75. Spir. licht toe, dat de verantwoordelijk heid van den tweeden machinist zeergroot is en dat deze ook zeer bekwaam is. Er is dus veel te zeggen voor deze verhooging. De heer Van der Lip deelt mede, dat de tweede machinist alleen verantwoorde lijk is als hij de machine drijft. Zijn ver antwoordelijkheid is dus kleiner dan die van den eersten machinist, die altijd ver antwoordelijk is. Het salaris is een kwestie van meer len en minder. B. en Ws. meenen, dat het thans voorgestelde salaris voldoende is. De heeren Bots en Zwiers verklaren, dat zij het amendement steunen. Het amen dement wordt aangenomen met 25 tegen 4 stemmen. Tegen de heeren Van Hamel,- Ker stens, Ko re vaar en Van der Lip. Daarop wordt de geheele verordening aangenomen. 23. Verzoek van P. Hop e- a., werklieden van het Openbaar Slachthuis, om toeken ning van loonsverhooging. (112). Het praeadvies van B en Ws. wordt zon der hoofdelijke ^temming aangenomen. Bij de rondvraag maakt de heer 5 ij t s m a een opmerking over het optre den van de politie bij de samen scholing op 1 Mei vóór de Stads- z a al en vraagt of de Voorzitter daarop ant woorden wil. De V oorzitter meent, dat hij daarvoor geen verantwoording schuldig is en meent, dat het hier voor dergelijke discussie niet de plaats is. De heer S ij t s m a vindt deze houding jammer, ofschpon odk de voorgangers van dezen voorzitter er zoo over dachten. Toch zal hij vertellen, wat hij t:> zeggen heeft. Op 1 Mei 's avonds was er meeting in de StadszaaL Voor de deur hoopte zich een menigte op. De politie kwam in do zaal en deelde een en ander mede. De vrouwen en kinderen zouden achter uitgaan. De anderen vooruit en zonder vaandels en ge zang. Spr. meent, dat deze opvatting ver keerd is. Als de gemeente de zaal ver huurt, moet zij er voor zorgen, dat die huurders ongehinderd kunnen heengaan., De politie had die samenscholing qp de Breestraat moeten verwijderen. Dit zou, meent spr., de juiste opvatting geweest zijn. Als zulks weer gebeurt, zou spr. gaarne zien, dat als een Vereeniging, welke het ook zij, ook de Chr. Oranje-Vereeniging, de zaal had gehuurd, de politie geen sa menscholingen toestaat. Ieder burger ia gelijk. Het rechtvaardigheidsgevoel heeft spr. zoo doen spreken. De heer Pera meent, dat er wel b é- weging was op de Breestraat, maar dat van samenscholing geen sprake waa., Dronkenschap en luidruchtigheid waretfj zeer gering. Spr. heeft Oranjeliederen ge hoord, maar ook andere, die daar dwara tegen ingingen en zeer kwetsend waren.* voor het Oranjehuis. Spr. meent, dat de politie in deze geen blaam treft. t De V oorzitter zegt alleen, dat de opmerkingen van den heer Sijtsma vol oa«\ nauwkeurigheden zijn. Dc politic heeft niet gezegd, dat het op" straat voor de vergadering gevaarlijk zo-ui zijn en zoo meer. Overigens kon de taak, die dc heer Sijtsfri ma zich op zulke dagen voorstelt van dpi politie niet gevergd worden. Spr. zal al dergelijke gevallen steedsf onpartijdig behandelen en meent, dat oojkj thans gedaan te hebben. De heer S ij t s m a komt' nog even terug? op de kwestie, en verheugt zich over def onpartijdige houding die de Voorzitter zidi voorstelt. De discussie wordt £ëslofen. I De heer F ok ker vraagt voorziening ini het aantal wenlkuren van do beambten vanj „Endegeest", die in Ingekomen stuk 101 worden genoemd, zooals portier, magazijn-1 kneoht, enz. De Voorzitter zegt, dat deze men*i schen wel verbonden zijn, maar niet steeds» arbeiden. Vandaar doze overuren. Niemand •wordt verplicht tot overmatiglen arbeid-, Daarop krijgt de heer Fokker verlofl! eenige vragen te stellen over het gebruik van£ Portlandcement in de bestekken. De vergadering wordt daarop gesloten. Ij Kil linger. Hedenmorgen arriveerde te Amsterdam p®tf S.S. „Prins Maurits" om ongeveer negen uur* J. F. Klllinger, de ex-inspectour van politic te Paramaribo, die xich had schuldig gemaakt aan samenzwering tegen het Gouvernement. Op reis heeft hy zich goed gedragen en veroorzaakte niet don minsten last, doch atond Bteeds onder bewaking van twe® beambten van Politie. By aankomst in d® verschillende havens werd hy echter achter slot gezet om zoo mogeiyk ontvluchting tegen te gaan. Per celwagen werd hy naar de gevangenir te Amsterdam overgebracht. Er was weinig publiek aanwezig by zyn overbrenging. Beursbericht. Amsterdam. Hollandaohe fondsen openden heden opnieuw belangrijk hooger, vooral de Integralen, dooh Uepen door eterk aanbod aanzienlijk terug. Looale fondaeu gunstiger voor tabakken en olie waarden met meer handel. Amerikaansche fondsen luata* |Oos en voor de meeste soorten Iets lager. Een Grondwet voor Elzas- ïiOtkaringen. BERLIJN, 11 Mei. (R. O.) De Rijksdag* oommissie voor de Grondwet van Elzas- Lotharingen verwierp heden het regee- ringsontwerp in eindstemming met 13 te gen 12 stemmen. BER-JJN, 11 Mei (R. O.) Deze wet zal naar den Rijksdag teruggezonden worden. In zijn vergadering zullen de bemoeiingen om tot een vergelijk te komen worden voortgezet. De opstand in Alarokko. TANDZJER, 10 Mei. (R. O.) Op 4 Mei uit Fez verzonden brieven melden, dat de Beni Mtirs do stad hebben aangevallen, maar zijn afgeslagen met verlies van 80 dooden. Het garnizoen had 30 doodon.. De opstand in Kexico. NEW-YORK, 10 Mei. (R. O.) Blijken® een telegram uit Douglas hebben de regee- ringstroepen Agua Friëta ontruimd ©n zijn naar het Zuiden opgerukt. EL PASO, 10 Mei. (R. O.) Juarez is doof de opstandelingen ingenomen. De Russische Boemfla ST.-PETERSBURG, 10 Mei. (R. O.) Na een debat, dat tot kwart na tweeën in den nacht duurde, nam de Doema met 202 tegen 82 stemmen de volgende, door de Octo* bristen voorgestelde motie aan. De Doema verklaart van meening te zijn, dat de mi nister-president door het besluit van den ministerraad om Semstwo's in zes weste lijke gouvernementen in te voeren, aan de keizerlijke goedkeuring te onderwerpen, in breuk heeft gemaakt op de grondwet en dus een onwettige daad heeft begaan en. acht de verklaringen van den minister-president onbevredigend., Getrouwd: JAN H0F3TRA SH JOHANNA CHRISTINA MATER, dis hun dank batuigan voor d« vele blijken van belangstelling, bJJ hun huwelijk ondervonden. iiUDim, 18 Mei. MM 9

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 3