No. 15636.
LBÏBSCIiE BAOBLAB, Zaterdag- 22 April. Tweede Blad.
Anno 1911,
Brieven yan een Leidenaar.
De reddende haan.
Gemenod Nieuws.
CCCLIII.
De Ltidsche gemeenteraad Heeft Donder
dag het kohier der plaatselijke directe be
lasting, dienst 1911 vastgesteld en wij we
ten nu weer hoe veel procent wij dit jaar
yan liet belastbaar inkomen naar den ge
meenteontvanger zullen moeten brengen.
B. en Ws. of, beter misschien de contro
leur der gemeentebelastingen voor hen,
heeft het nog weten klaar te spelen dat wij
hetzelfde percentage zullen hebben te be
talen als verleden jaar. Wij blijven geluk
kig nog onder het cijfer 5, en het hooge
cijfer waarmede de vroegere wethouder van
financiën, wijlen de heer Juta, in een pes
simistische bui eens dreigde, is nog niet be
reikt.
Nu is er ëchter nog een" andere factor
voor de bepaling van het bedrag onzer be
lasting noodig als het percentage. En dat is
'de som waarop het belastbaar inkomen is
bepaald. Voor 1911 nu is aangenomen dat
het belastbaar inkomen bedraagt thans
f 9,294.613 en in 1910 werd dit bedrag ge
steld op f 8,433,065, dat is een vermeerde
ring van f 861,541. En daar er naar mijn
.weten in den loop van het vorig jaar niet
zooveel meer personen met groote inko-.
Jnens in de stad zijn gekomen als er uit
gegaan zijn, is dit cijfer alleen hieruit te
verklaren dat van een aantal personen, mis
schien van de meesten wel, de aanslag met
ten meer or minder groot bedrag is ver
hoogd. Wij zullen daardoor, ook al blijft het
heffingsperoentage gelijk,- in 't algemeen
genomen toch meer moeten opbrengen. Nu
zal vooral door de neringdoenden mis
schien in 1910 iets meer verdiend zijn dan
Vorige jaren en door de meerdere levendig
heid in zaken zullen de industrieelen wel
licht ook vooruit zijn gegaan, maar dat al
leen zal hoogst waarschijnlijk de vermcer-
dcring van haast negen ton niet hebben
veroorzaakt. Ik geloof dat het hierdoor zal
gekomen zijn dat de controleur de duim
schroeven wat sterker heeft aangezet. Het
is voor buitenstaanders echter moeilijk om
hieruit teenige gevolgtrekking te maken.
Hebben de belastingschuldigen vroeger te
weinig opgegeven, of schat de controleur
ze thans te hoog? Wie zal het zeggen?
.Maar als men zoo de gesprekken over
.belasting en belastingbetalen aanhoort, dan
krijgt men wel den indruk dat vele men-
schen,- die overigens zich te eerlijk achten
pin iemand nadeel te berokkenen, hun ge
weten niet bezwaren met de belastingamb
tenaren min of meer om den tuin te leiden.
Dit is daarom zoo jammer omdat de strikt
eerlijken, die een te lage aangifte terecht
ook bedrog achten, moeten lijden voor
hen, die het niet zoo. nauw met de ber-.
lijkheid nemen.
En wanneer er in Hef algemebn ontdo
ken wordt, heeft het toch geen resultaat.
Het noodigb geld moet over alle belasting
schuldigen omgeslagen worden. Men be
reikt er niets anders, mee dan een ver
hoogd percentage.
In een naburige gemeente heeft zich het
zeldzame geval tweemaal voorgedaan dat
eten belastingschuldige verklaarde te laag
Ie zijn aangeslagen. Hier zou zoo iets niet
loogclijk zijn, omdat wij zelf aangifte moe
ten doen. Als het niet êen vrome ware. zou
ik den wensch uitspreken dat ieder een eer
lijke aangifte verstrekte, dan betaalde ieder
datgene wat hij of zij naar recht en billijk
heid betalen moest.;
Natuurlijk waren we er dan nog niet.
De vraag is toch of het billijk is dat van
kleine en groote inkomens hetzelfde per
centage wordt geheven en of er niet een,
stelsel van pro- of degressie moet toege
past worden.
Heb ik wel begrepen waf Donderdag
„Kun je er nu werkelijk niet toé hé-
sluiten je beroep vaarwel te zegden?" vroeg
Ajmetjo Bodenstein zacht met een oogop
slag, waarvan zij jdé werking kende- „Je
bent toch eigenlijk een geleerd koopman,
en als zoodanig zul je mijn vader stellig
.wolkom zijn, want hij wenscht niets zoo
zeer als onze oude fimia eenmaal in han
den van zijn schoonzoon te zien, daar hij
geen zoon heeft en ik zijn eenig kind ben."
„Versclirikkelijkriep Helmut Geisler,
mot alle tien vingers door den genialen
kiullebol strijkend, „wanneer men zoo wei
nig begrepen wordt, terwijl men zijn heele
'ziel geeft! En juist vandaag zeg je mij
dat alles."
„Ik kan toch niet anders, daar juist van
i° gastrol vandaag het eerste engagement
afhangt, waardoor je toekomst beslist wordt,"
Sprak Annetje een beetje geprikkeld tegen-
„Breng je vader vanavond maar mee in
den schouwburg, misschien zal hij morgen
dan anders over de zaak denken," antwoordde
Holmut- Ik voorspel me een reuzensucces-
Het stuk „De Volksziel" heeft nog noodt
gefaald. Het is eenvoudig schitterend. En
Michael Stark is een prachtrol- In de groote
iredevoering, waarmee ik de -sluimerende
.volksziel wek, sleep ik iedereen mee- En
ik weet, vandaag zal ik beter spelen dan
ooit. Wie weet, wat er gebeurt! Je vader
heeft ook wel een kwetsbare plek. Mijn
volksrede is als voor hem gemaakt- Wan
neer ik me niet totaal in hem Vergis, zal
hij morgen trots zijn mij als zoon te om
armen.
„Ach, maar moeder en de tanteszuchtte
Annetje.
„Breng ze maai' allemaal mee, ik ken
de vrouwen! Zij zullen stroomen tranen ver-
'gi- ten en mjj verafgoden- Bereid ze daarop
Voor, dat zij iets buitengewoons te zien
door den voorzitter van den gemeenteraad,
in antwoord op hetgeen de heer Bosch
vroeg, is gezegd, dan hebben wij dezen zo
mer een voorstel van B. en Ws. te wach
ten, waarbij de kleinere inkomens ©enigs
zins zullen worden ontlast. Van progressie,
d.w.z. een gestadige verhooging van per-,
centage bij stijgende aanslagen, schijnt ook
de tegenwoordige voorzitter van den Raad
bang te wezen. Hij sprak Donderdag reeds
de vrees uit dat men daardoor de men-ï
schen met groote vermogens wel eens de
stad kan uitdrijven. Men schijnt de in
komens beneden een zeker bedrag tegen
een lager percentage te willen aanslaan en
dus degressie te willen toepassen. Dit denk
beeld is mij meer sympathiek dan het
vrijstellen van personen beneden een inko
men van f 600 of hooger, zooals in adres
sen van werkliedenverenigingen is ge
vraagd. Een bedrag van f 100 belastbaar
inkomen dat is dus een inkomen van f 500,
wordt tegenwoordig vrijgesteld en hooger
moet men in Leiden dunkt mij niet gaan.
Men moet zoo weinig mogelijk burgers uit
zonderen, waar het geldt bij te dragon,
in de lasten, die de gemeenschap verplicht
is optc leggen. Waar men aan den eenen
kant de rechten vraagt, moet men aan den
anderen kant ook de verplichtingen op
zich nemen. Ieder burger der gemeente
kan genieten van hetgeen door het belas
tinggeld wordt tot stand gebracht en on
derhouden, hij moet ook het besef in zich
kunnen omdragen daartoe naar zijn finan-
cieele draagkracht iets bij te drageii.Slechts
in de uiterste noodzakelijkheid mag men
zich daaraan onttrekken. Laat het percen
tage laag zijn en het bedrag klein, dat
doet er niet toe, maar iets bijgedragen
moet er worden. Men moet dit leeren voe
len als een moreele verplichting jegens de
gemeenschap, waarvan men deel uitmaakt.
Dan eerst heeft men er recht op fier te we
zen op zijn burgerschap. Hetgeen men ge
niet, heeft meer waarde en beteekenis als
men de overtuiging in zich omdraagt ct zelf
toe bij te dragen.
Daarom- lijkt het mij niet juist gezien
van de leiders van arbeiders-organisaties
om aan den gemeenteraad te verzoeken
het aantal van hen, die van bijdragen in
de algemeene lasten voor de gemeentelijke
huishouding \vorden ontheven, belangrijk
te vermeerderen. Beter had ik het geacht
dat zij vroegen om een zeer klein percen
tage te heffen opdat het te betalen aandeel
zoo weinig mogelijk bezwarend is, al be
hoort het ajtijd als een last te worden
jjevoeld. Eischt men ook niet krachtens een
juist beginsel in de arbeiders-organisatie
van elk lid een contributie, zij het dan ook
naar evenredigheid van de verdiensten?
Men zou mij kunnen tegenwerpen dat
ook de minst bedeelde waar hij zijn levens
behoeften aanschaft,- in dc algemeene kas
bijdraagt in den vorm van indirecte belas
tingen. Ik zou 'er op kunnen antwoorden
'dat in elk geval dit niet ten goede komt
aan de gemeentekas en ook daaruit niet de
verplichting jegens de gemeenschap
spreekt. Juist die indirecte belasting, die
zoo ongemerkt wordt opgebracht, is het
'die den minder rijk bedeelde onevenredig
zwaar treft. Laat men daartegen in het
belang van den weinig verdienenden arbei
der ijveren, en er zich tegen verzetten dal-
in dien vorm geen meerdere lasten aan;
den werkman worden opgelegd. Toch
trachte men niet het deel der burgerij,-
dat niet rechtstreeks bijdraagt aan 'het
geen ook in stoffelijkcn zin voor de instand
houding der. gemeenschap noodig is, uit
te .breiden en daardoor het geme ens chaps-
gevoel en het gevoel van eigenwaarde te
verzwakken en de gemeente in minder goe
de financieele positie brengen.
Wil men ër voor ijveren dat de lasten,
zullen krijgen. De regie heeft al het mo
gelijke gedaan. De groote boerenhof, het
tooneel van den volksoploop, is bijzonder
natuurgetrouw iu scène gezet. Op do deel
wondt werkelijk stroo gedorsclrt en in het
kippenhok zijn levende kippen- In München
moeten ze zelfs varkens en koeien op het
tooneel gehad hébben; maar dat gaat niet
bij do ruimte op dit tooneel-
„Ik ben erg nieuwsgierig. Maar één ding
moet je me beloven: Je mag je partner,
Gisberta, niet echt kussen!"
„Lieve kind, dat moet gebeuren, dat kan
nu eenmaal niet anders. Daaraan moet je
je gewennen.
„Ru, da-ar wen ik me niet aan! Papa
heeft groot gelijk, dat hij zijn dochter niet
aan een tooneelspeler wil geven- Het is
geen solied beroep. Maai* het is hoog tijd,
dat ik naar huis ga.ik heb me al veel
te lang ongehouden."
Te gelijk knikte Annetje met haar aardig
kopje en niettegenstaande de heftige pïo-
testen van Geisler, was zij snel door een
zijstraatje verdwenen. Hij bleef in hevigen
tweestrijd achter en sloeg met een naden
kend gezicht de tegenovergestelde richting in.
De heele stad sprak dien dag van Hel
mut Geislers gastrol en van de eerste voor
stelling. De bladen hadden reclame gemaakt
voor het 6tuk en voor Geisler en men ver-,
keerde- in spanning. De jonge acteur kon
zich in de algemeene belangstelling verheu-
gem, daar hij als zoon van den overleden
reehter Geisler in de stad geboren wasen
hoe vele jaren hij er al niet meer woonde,
toch herinnerden zich' nog velen hem uit
hun schooltijd.
De oude Geisler was een vriend van papa
Bodenstein ge woest en ofschoon de laatste
geen .schouwburgvriend was,, maakte hij in
dit geval een uitzondering en besprak een
geheel© loge voor zich en zijn familie".
„Hefc spij-fc me voor den jongen, dat hij
onder de komedianten gegaan is, want hij
was §en fiksche kerel en had een helder
ook die, welke de gemeente oplegt, degres
sief zullen werken, men vindt in mij een me
destander, maar ik wil niet medewerken
aan de verslapping van het plichtsgevoel
jegens de gemeenschap, wat ten slotte uit-:
loopen zal op verlies aan volkskracht.
Van de firma Van Koolber-
gen, onder Zoeterwoude, is in den nacht een
partij paardenvellen ontvreemd, welke als
gewoonlijk, aan staaldraden geregen, ach
ter de fabriek in den Leidschen Vliet lagen.
Zij vertegenwoordigen een waarde van on
geveer f 180. Er is van dezen distal aan
gifte gedaan bij de politie.
Uit Noordwijk schrijft men
ons: De landbouwer J. v. E. had zijn koeien
naar de weide gebracht. De dieren kwa
men echter op eigen gelegenheid weer naar
den stal terug. Zij werden wederom wegge
bracht, dooh de pooit aan het erf der hof
stede werd opengezet, en ziet... den volgen
de morgen stonden zijn wederom voor de
staldeuren, 't Is te hopen, dat een malsch
regentje het gras zóó lekker maakt, dat de
koeien niet meer de vlucht nemen. Aller
wegen wordt naar regen verlangd.
Jeugdige avonturiers. Te
's-Gravenhage worden sedert 17 April 1.1-,
des voonuidaga te zeven uren, vermist Ja
cob Alter en Aduard Mok, beiden 11 jaar
oud en geboren in Den Haag. Zij zijn scho
lieren, wonen respectievelijk Plein No. 9
en Luthersehen Burgwal 28, en beboeren
tot het israëlietische Kerkgenootschap.
De eerste Keeft uit de schrijftafel zijns
vaders medegenomen f 465 aan bankpapier.
Zij zijn des morgens waargenomen in de
vestibule van liet Hollandsche Spoorweg
station, te 's-Gravenhage, waar zij zich voor
zien hebben van plaatskaartjes haar Rot
terdam.
Signalement van Alter: gewone lengte,
hoog voorhoofd, licht blond haar, blauwe
oogen, groote ver van elkander staande
tanden, breed uitloopende neus, tamelijk
dikke lippen, langwerpig aangezicht, bleeke
kleur en tenger postuur; kleedingblauw
colbertkostuum, donkere winterjas met 2
rijen knoopen, grijze jockeypet', korte of
lange broek, staande boord met strikdasje
en rijgschoenen.
Signalement van Mok: lengte gewoon,
hoog voorhoofd, zwart haar, donkere
oogen, dikke neus, gave tanden, rond aan
gezicht, gezonde kleur én flink postuur;
kleedingblauw colbertkostuum, donker
grijze overjas, donkergrijze jockeypet,
platte boord met dasje en knoopschoenen.
De Commissaris van Poh tie der 2de af-
deeling te 's-Gravenhage Verzoekt namens
de ouders hun aanhouding en terugbezor
ging. Kosten worden verred.
Te Rotterdam ije i n hei; Z i e-
kenhuis aan de gevolgen van haar bekomen
verwondingen overleden de ongeveer
6-jarige 'D. A. van der V., die gisfcervoor-
middag spelende in een op straat staanden
emmer heet water was gevallen en daarbij
ernstige en uitgebreide brandwonden aan
rug en beenen bekomen had.
Gisternacht h a 1 f n i s de 23-
jarige landbouwer Schouten, uit: Lent, met
een kar groenten naar Arnhem vertrokken.
Om kalftwee werd hij bij het viaduct onder
Lent gevonden. De man was dood, het
paard was gevallen en de kar beschadigd-
Vermoedelijk is hij aangereden.
Vooreen paar dagen werd b i^
het 1ste gesticht te Veenh'uizen in een berg
stroo; naast de hoeve van den hoevenaar
hoofd, dat voor iels beters bestemd was,
maar ter wille van mijn ouden vriend Geisler
zal ik took maar eens gaan kijken," zei hij.
Zoo zat hij dan s avonds naast zijn vrouw
iu de dure loge en mevrouw Bodenstein
droeg een kostbaar kanten doekje, een ver-,
jaarsgoschenk van haai* man, dat vandaag
werd ingewijd en waarvan zij voorspelde,
dat het do vriendinnen meer opwinden zou
dan allo tooneeltjes en pakkende momenten
uit „Do Volksziel." Zelfs tante Clémentine
had voor dezen interessanten avond -alle
pijnen vergeten en pronkte aan Bodensteins
linkerzijde onder een nieuwen schouwburg-
hoed met prachtige veer.
Annetje Bodenstein trilde van spanning,
toen zij naast haar ouders in de loge plaats
nam. De spiegel had haar troostend de ver
zekering gegweiï, dat zij het in haar bleek
blauw japonnetje best tegen die Gisberta'
zou kunnen opnemen, die door haar ge
liefde vanavond voor aller Pogen in de
armen genomen en gekust zou warden. O,
wat haatte zij Gisberta en lijet heele too-,
neel! Neen Jiot ging boven haar kraohten,
zij wou geen tooneelspeler tot man! Te
gelijk sidderde zij voor het succes van den
geliefde en voor den indruk, dien hij op
haar vader Zou maken. Lj
De schouwburg was uitverkocht.
Het eerste bedrijf bracht het martelaar'.,
schap _yan den held in een yreugdeloozo
jeugd onder den druk van onwaardige dienst-,
baarheid. .Van het eerste oogenblik af was
men al levendig geïnteresseerd. Het aange
name griezelen voor het ontzettende, dat
als een spook op den achtergrond grijnsde,
maakte zich van allen meester-
In het tweede bedrijf werd het lijden nog
grooter en de spanning steeg. De toestan-:
den werden voor de geliefden Michaël en
Gisbeirta onverdraaglijk. Helmut had niet
te veel gezegdhet Vrouwelijke deel van
het publiek snikte al.
Annetje Bodcatein vergat de wereld om
zich. hoen, zij vergat bijna hagr jaloerse!^
A. Lunshof, een begin van brand ontdekt.
Door krachtig optreden werd de brand tot
een minimum beperkt. Onmiddellijk werd
gedacht aan brandstichting. Gisteren is nu
gebleken, dat de brand was gesticht door
een der verpleegden van het 1ste gesticht,
die geen genoegen nam met de hem opge
dragen werkzaamheden en daarom liever in
de gevangenis zit. Hij heeft; bekend den
brand te hebben aangestoken.
G i sternamiddag keerden
twee zoons van A. van Loon, te Dellewijnen
(Bommelerwaard) huiswaarts met een
hengst die ter keuring naar Geldermalsen
was geweest. Terwijl de een het paard
leidde, volgde de andere per fiets. Op een
gegeven oogenblik sloeg plotseling de hengst
achteruit en trof den fietsrijder zoodanig
tegen Let hoofd, dat hij bewusieloos neer
viel. Hij overleed in den loop van den
nacht aan een schedelbreuk.
Bijna elk voorjaar komonerin
de venen der gemeente Emm en min of meer
belangrijke branden voor. Hoewel de verve
ning nog maar (kort aan den gang is, en de
veengrond nauwelijks droog, heeft er nu
reeds een brand in de Compascumer venen
gewoed, waardoor behalve een groote voor
raad turf en bagger van verleden jaar
(waarde ongeveer f 2000), ook een woning
en verschillende loodsjes zijn in de osoh
gelegd.
Hoe vangt men leeu wen met
vliegenpapieH De maharadja Scandia
van Gwalior is een groot leéuwenjager voor
den Heer, maar de leeuwen waren uitge-
delgd uit zijn wouden. Dus liet hij acht
leeuwen uit Somaliland komen en sloot ze
eerst in een hok op. Onlangs werden er
vier in het bosch losgelaten. Maar de dieren
waren zoo lang opgesloten geweest, dat zij
verleerd hadden de dieren des wouds te
vangenook hadden zij in de gevangen
schap de vrees voor het aangezicht der
menschen verloren. Toen zij dus honger
kregen vielen zij het eerste het boste dorp
binnen en versloegen negen-en-twintig van
dec maharadja's onderdanen.
De maharadja, die zich te Calcutta be
vond, beval per telegraaf, ijlings de vier
leeuwen weer te vangen, maar levend,
want hij had z9 niet uit Somaliland laten ko
men om ze door zijn rakkers te laten afma
ken. Een hoofdman toog er met zijn knech
ten op uit en bevond dat de leeuwen
schuilden in een paar hutten van het verla
ten dorp. Daarin wist hij ze op te sluiten.
Maar hoe ze te vangen. 14 dagen dacht de
hoofdman er over na. En al dien tijd le
den de leeuwen honger. Eindelijk had hij
er wat op gevonden. De hutten werden ver
in den omtrek met duizenden stukken vlie-
genpapior belegd, de belijmde kant naar
boven gekeerd. Toen werden de hutten ge
opend. De leeuwen stormden, er uit en
raakten dadelijk met de pooten aan het vlie.
gonpapier vast. In hun poging om zich te
bevrijden, rolden zij over den grond en wer
den over het gcheele lijf beplakt. Ook de
kop en de oogen waren alras bedekt. Toen
daagde de hoofdman met zijn rakkers op,
sloegen touwen om de spartelende dieren
en voerden ze in gevangenschap mee naar
het hok, waarin zo nu nog zijn.
Een groot Londcnsch blad staat voor de
waarheid, van dit verhaal in, zegt de ,,N.
R. Crt.
Gemeld w or dt de vlucht van
een Parijsohen bankier, Louis Rivier ge-
lieeten, directeur van een onderneming, die
,,de tweemaandelijksche rente" heette. Ri
vier zou er met meer dan een millioen frank
van door zijn en een tekort achterlaten van
meer dan drie millioen. Onder aller onwaar
heid; zij leefde en leed met haai* held-
Mama en tante schreiden op hot laatst zoo
luid in haar zakdoeken, dat papa Boden
stein verklaarde nooit weor naar den schouw
burg té gaan. Maar hijzelf was ook zicht
baar aangedaan en ergerde rich over zijn
teergevoeligheid.
Eindelijk kwam de groote scène in den
boerenhof, waar Michael Stark, tot man
gerijpt, de sluimerende volksziel Wekken zal,
om de geknechte boeren tot verontwaardiging
te prikkelen, tegen het despotisme. Alles
ging schitterend. Het publiek was zeer be
vredigd door de verbazingwekkende realiteit
der enscèneCringer was zelfs een echte
mesthoop op het tooneel- Hot dorsoben in
de sohuur en het levende vee in de stal
len maakten indruk.
Mieliaël Stairks leven King aan' een zijdén
draad, maar nu sprong hij op een omgeval
len kar en begon de groote, machtige re-,
devoering, die zich als oen onweer zon ont
laden en de luoht reinigen-
Ieder hield den adem in- In spanning
leunde Annetje over de leuning der loge
en haar oogen hingen aan den geliefde,,
evenzeer bereid met hem te' leven en to
sterven ak3 haar* mededingster Gisberta.
„Broeders," riep hij juist tegen het volk,
„hoort ge de stem niet, die u! roept?"
„Kukeleku," klonk het plotseling uit het
kippenhok.
„De stem, die zoo duidelijk spreekt, die
niet tot zwijgen te brengen ia
Kukeleku, kukelekui 1
•„Die niet te overstemmen ié.*-.
Kukeleku', kukelekuAls een Vroolijke fan-"
I faire schetterde de' vreesélijke haan victorie.
Éérst had món ónder het publiek stil
letjes gegrinnikt; nu begon men te' lachen-
Michael Stark spande alle krachten in om
de situatie te redden. Het angstzweet bral
hém uit; het moest hem gelukken de toe
hoorders Zoodanig te boeien, dat niemand
meer naar den haan luisterde. Zijn rede
werd wilder, har tstochtetgkerzijn palhoe
schijnlijkste voorwaarden, dolle voorwaar
den, wist hij van onnatuurlijk-lichtgeloovige
zielen geld los te krijgen. Na verloop van
drie maanden keerde Lij hun het dubbele
van de door hen gestorte sommen uit,'. Ge
volg: het geld begon hem toe te stroomen.
Klantjes van 25 franken werden nu klan
ten van vier- en vijfduizend franken. De
politie begon echter argwaan tegen zijn
financieele operalies te krijgen en Rivier,
werd verzocht eens bij een der hoogge
plaatste politie-beambten te komen. Hij
kwam niet, maar aan zijn kantoor, waar het
storm liep van klanten, dte onraad begon
nen te ruiken, had hij een briefje achterge
laten van dezen inhoud:
„Ik ben door de politie ontboden. Mijn
gezondheidstoestand en mijn hooge leeftijd
laten met toe, dat ik mij aan die nieuwe
plagerij der politie onderwerp. Ik neem
ontslag en laat de geïncasseerde fondsen
aan mijn opvolger over, die om twaalf uren
zal komen."
Om twaalf uren verscheen er niemand en
men weet niet in welke richting Rivier ge
vlogen is.
Eenvrouwelijke politi e-a g e n
op Java. De „N- Soer. Ct." deelt het
volgende mede:
„We hadden dezer dagen te Banjcewangi
het genoegen, kennis te maken met Minten,
een ietwat bejaarde en hoekige dame, dio
daar het ambt van politieoppasser bekleedt
op zóó voorbeeldige wijze, dat verscheidene
barer manlijke collega's er gerust een voor
beeld aan kunnen nemen.
„Op andere plaatsen zagen we reeds eer
der vrouwelijke oppassers, doch alleen vocrr
de visitatie van vrouwelijke verdachten.
Maar als actief agent is Minten de eerste,
de primula veris.
Je moet haar zien op het station, als ze
ord3 houdt onder het Inlandsche publiek,
de onderlip waarop buiten diénst ver
moedelijk een sirih pruim rust coquet
vooruitgestoken. We hebben de matrone
geïnterviewd. Hoeveel boosdoeners ze al
had opgepakt. „WaL, banjak sekali, toean,"-
teemde ze. Overdag loopt ze ongewapend,
doch 's nachts trekt ze met de sabel er,
op uit.
Gelukkig, dat het mensck. nogal oud en
hoekig is, anders kon ze zoo 's nachts wei
eens in verkeerde handen vallen.
Men weet, dat de wijngaarde
niers in de Palts zioh op verschillende plaat
sen verzetten tegeii het afborstelen van de
wijnstokken, dat op last van de overheid
gebeurt, om het schadelijke gedierte te be
strijden. Woensdagmiddag zouden 30 vrou
wen op bevel van hoogerhand een wijngaard
te Si-.-Martin onder handen nemen. De
eigenaar kwam daar met groot misbaar
tegen op, en bij hem sloten zich andere
wijngaardeniers en jongelui, die van een
militaire inspectie thuis kwamen, aan. De!
wijngaardeniers wapenden zich met schopt
pen en namen een dreigende houding nan.
Toen een hunner ook een mes trok, hield
een gendarm hem een revolver voor. Df
wijnbouwieeraar, die bij het werk het too<
zicht moest houden, nam ten slotte dr
vlucht en daarop slogen ook de bedreigde
vrouwen op de vlucht.
De oproerige wijngaardeniers zullen we'-»
gens land vredebreuk vervolgd worden.
Uit ijverige door deBrea-
lau'sche politie gedane nasporingen, blijkt
thans, dat de Silezische roover Kowoll, die
verleden week door gendarmen ontdekt c-u"
doodgeschoten werd, ook tal van misdaden
op zijn geweten had in Rusland en Oosten*
rijk. De politie te Roszberg ontvangt.no&
steeds dreigbrieven van „Collega's" van
den ex-bandiet.
bereikte de hoogste hoogten, maar, o schrik l
een van zijn collega's had hem te huljjl
willen komen en den haan uit het hohj
halen; maar hij was ontsnapt. En juist, toen
Michael met zwaren klemtoon de volgende!
woorden sprak over de verdrukking der.
volksziel: „Schaamteloos schrijdt het ondier*
voor onzo oogen, in het helle licht van den'
dag," wandelde de brave liaan dwars over!
het tooneel.
Nu was ca* geen houden meer aanhefj
publiek juichte en. brulde van den lach.;
Da vertwijfelde regisseur deed een laatste!
poging om den haan achtsr de coulissen;
te jagen, maair het beest begreep hem ver-,
keërd <ai redd© zich onder luid angstgeschrei'
over het souffleurskastje heen naar het leeg©
orkest en van daar, toen hot door een kcllnMj
gevangen zou! worden, naar dc zaal.
Hert nam zijn gevleugelden weg over deï
hoofden, déi' menigte en nu ontstond een;
ware paniek. Vrouwen schreeuwden, man-?
nen brulden van het lachenmen jceg enj
vervolgde den rustverstoorder, die van lieQ
parket direct in de loge van de Bodjcnstcin^'
vluchtte, waar hij zichtbare sporen achter*
liet op mama Bodensteins sierlijkekanten^
sjaal, en, tante Clémentines hoed, als rust?
plaats gebruikend, de mooie veer jammer*
lijk knakte.
Naar Mieliaël Starks rode werd door nie*
mand meer gelnasterd; verontwaardigd ver*
liet bij het tooneel, en het scherm moest
zakken.
Helmut Geisler heeft nooit van zijn levert
de planken weer betreden. Hij kreeg eert
flinke boete, omdat hij niet te bewegen wae
geweest zijn rol tan einde te Spelen. Een;
ander moest vóór hem' invallen. De haan',-
die spoorloos verdwenen was, werd een vol*
ganden dag op den derden rang teruggeven^
den. i;
Annetje had op onverwachte wijze liet
doel van haar wënsohen bereikt- De! geliefde
had genoog Van het tooneel, 'en de schoonq
Gisbortoj ,,wOrd dien £yoad met