No. 15636. LBÏBSCIiE BAOBLAB, Zaterdag- 22 April. Tweede Blad. Anno 1911, Brieven yan een Leidenaar. De reddende haan. Gemenod Nieuws. CCCLIII. De Ltidsche gemeenteraad Heeft Donder dag het kohier der plaatselijke directe be lasting, dienst 1911 vastgesteld en wij we ten nu weer hoe veel procent wij dit jaar yan liet belastbaar inkomen naar den ge meenteontvanger zullen moeten brengen. B. en Ws. of, beter misschien de contro leur der gemeentebelastingen voor hen, heeft het nog weten klaar te spelen dat wij hetzelfde percentage zullen hebben te be talen als verleden jaar. Wij blijven geluk kig nog onder het cijfer 5, en het hooge cijfer waarmede de vroegere wethouder van financiën, wijlen de heer Juta, in een pes simistische bui eens dreigde, is nog niet be reikt. Nu is er ëchter nog een" andere factor voor de bepaling van het bedrag onzer be lasting noodig als het percentage. En dat is 'de som waarop het belastbaar inkomen is bepaald. Voor 1911 nu is aangenomen dat het belastbaar inkomen bedraagt thans f 9,294.613 en in 1910 werd dit bedrag ge steld op f 8,433,065, dat is een vermeerde ring van f 861,541. En daar er naar mijn .weten in den loop van het vorig jaar niet zooveel meer personen met groote inko-. Jnens in de stad zijn gekomen als er uit gegaan zijn, is dit cijfer alleen hieruit te verklaren dat van een aantal personen, mis schien van de meesten wel, de aanslag met ten meer or minder groot bedrag is ver hoogd. Wij zullen daardoor, ook al blijft het heffingsperoentage gelijk,- in 't algemeen genomen toch meer moeten opbrengen. Nu zal vooral door de neringdoenden mis schien in 1910 iets meer verdiend zijn dan Vorige jaren en door de meerdere levendig heid in zaken zullen de industrieelen wel licht ook vooruit zijn gegaan, maar dat al leen zal hoogst waarschijnlijk de vermcer- dcring van haast negen ton niet hebben veroorzaakt. Ik geloof dat het hierdoor zal gekomen zijn dat de controleur de duim schroeven wat sterker heeft aangezet. Het is voor buitenstaanders echter moeilijk om hieruit teenige gevolgtrekking te maken. Hebben de belastingschuldigen vroeger te weinig opgegeven, of schat de controleur ze thans te hoog? Wie zal het zeggen? .Maar als men zoo de gesprekken over .belasting en belastingbetalen aanhoort, dan krijgt men wel den indruk dat vele men- schen,- die overigens zich te eerlijk achten pin iemand nadeel te berokkenen, hun ge weten niet bezwaren met de belastingamb tenaren min of meer om den tuin te leiden. Dit is daarom zoo jammer omdat de strikt eerlijken, die een te lage aangifte terecht ook bedrog achten, moeten lijden voor hen, die het niet zoo. nauw met de ber-. lijkheid nemen. En wanneer er in Hef algemebn ontdo ken wordt, heeft het toch geen resultaat. Het noodigb geld moet over alle belasting schuldigen omgeslagen worden. Men be reikt er niets anders, mee dan een ver hoogd percentage. In een naburige gemeente heeft zich het zeldzame geval tweemaal voorgedaan dat eten belastingschuldige verklaarde te laag Ie zijn aangeslagen. Hier zou zoo iets niet loogclijk zijn, omdat wij zelf aangifte moe ten doen. Als het niet êen vrome ware. zou ik den wensch uitspreken dat ieder een eer lijke aangifte verstrekte, dan betaalde ieder datgene wat hij of zij naar recht en billijk heid betalen moest.; Natuurlijk waren we er dan nog niet. De vraag is toch of het billijk is dat van kleine en groote inkomens hetzelfde per centage wordt geheven en of er niet een, stelsel van pro- of degressie moet toege past worden. Heb ik wel begrepen waf Donderdag „Kun je er nu werkelijk niet toé hé- sluiten je beroep vaarwel te zegden?" vroeg Ajmetjo Bodenstein zacht met een oogop slag, waarvan zij jdé werking kende- „Je bent toch eigenlijk een geleerd koopman, en als zoodanig zul je mijn vader stellig .wolkom zijn, want hij wenscht niets zoo zeer als onze oude fimia eenmaal in han den van zijn schoonzoon te zien, daar hij geen zoon heeft en ik zijn eenig kind ben." „Versclirikkelijkriep Helmut Geisler, mot alle tien vingers door den genialen kiullebol strijkend, „wanneer men zoo wei nig begrepen wordt, terwijl men zijn heele 'ziel geeft! En juist vandaag zeg je mij dat alles." „Ik kan toch niet anders, daar juist van i° gastrol vandaag het eerste engagement afhangt, waardoor je toekomst beslist wordt," Sprak Annetje een beetje geprikkeld tegen- „Breng je vader vanavond maar mee in den schouwburg, misschien zal hij morgen dan anders over de zaak denken," antwoordde Holmut- Ik voorspel me een reuzensucces- Het stuk „De Volksziel" heeft nog noodt gefaald. Het is eenvoudig schitterend. En Michael Stark is een prachtrol- In de groote iredevoering, waarmee ik de -sluimerende .volksziel wek, sleep ik iedereen mee- En ik weet, vandaag zal ik beter spelen dan ooit. Wie weet, wat er gebeurt! Je vader heeft ook wel een kwetsbare plek. Mijn volksrede is als voor hem gemaakt- Wan neer ik me niet totaal in hem Vergis, zal hij morgen trots zijn mij als zoon te om armen. „Ach, maar moeder en de tanteszuchtte Annetje. „Breng ze maai' allemaal mee, ik ken de vrouwen! Zij zullen stroomen tranen ver- 'gi- ten en mjj verafgoden- Bereid ze daarop Voor, dat zij iets buitengewoons te zien door den voorzitter van den gemeenteraad, in antwoord op hetgeen de heer Bosch vroeg, is gezegd, dan hebben wij dezen zo mer een voorstel van B. en Ws. te wach ten, waarbij de kleinere inkomens ©enigs zins zullen worden ontlast. Van progressie, d.w.z. een gestadige verhooging van per-, centage bij stijgende aanslagen, schijnt ook de tegenwoordige voorzitter van den Raad bang te wezen. Hij sprak Donderdag reeds de vrees uit dat men daardoor de men-ï schen met groote vermogens wel eens de stad kan uitdrijven. Men schijnt de in komens beneden een zeker bedrag tegen een lager percentage te willen aanslaan en dus degressie te willen toepassen. Dit denk beeld is mij meer sympathiek dan het vrijstellen van personen beneden een inko men van f 600 of hooger, zooals in adres sen van werkliedenverenigingen is ge vraagd. Een bedrag van f 100 belastbaar inkomen dat is dus een inkomen van f 500, wordt tegenwoordig vrijgesteld en hooger moet men in Leiden dunkt mij niet gaan. Men moet zoo weinig mogelijk burgers uit zonderen, waar het geldt bij te dragon, in de lasten, die de gemeenschap verplicht is optc leggen. Waar men aan den eenen kant de rechten vraagt, moet men aan den anderen kant ook de verplichtingen op zich nemen. Ieder burger der gemeente kan genieten van hetgeen door het belas tinggeld wordt tot stand gebracht en on derhouden, hij moet ook het besef in zich kunnen omdragen daartoe naar zijn finan- cieele draagkracht iets bij te drageii.Slechts in de uiterste noodzakelijkheid mag men zich daaraan onttrekken. Laat het percen tage laag zijn en het bedrag klein, dat doet er niet toe, maar iets bijgedragen moet er worden. Men moet dit leeren voe len als een moreele verplichting jegens de gemeenschap, waarvan men deel uitmaakt. Dan eerst heeft men er recht op fier te we zen op zijn burgerschap. Hetgeen men ge niet, heeft meer waarde en beteekenis als men de overtuiging in zich omdraagt ct zelf toe bij te dragen. Daarom- lijkt het mij niet juist gezien van de leiders van arbeiders-organisaties om aan den gemeenteraad te verzoeken het aantal van hen, die van bijdragen in de algemeene lasten voor de gemeentelijke huishouding \vorden ontheven, belangrijk te vermeerderen. Beter had ik het geacht dat zij vroegen om een zeer klein percen tage te heffen opdat het te betalen aandeel zoo weinig mogelijk bezwarend is, al be hoort het ajtijd als een last te worden jjevoeld. Eischt men ook niet krachtens een juist beginsel in de arbeiders-organisatie van elk lid een contributie, zij het dan ook naar evenredigheid van de verdiensten? Men zou mij kunnen tegenwerpen dat ook de minst bedeelde waar hij zijn levens behoeften aanschaft,- in dc algemeene kas bijdraagt in den vorm van indirecte belas tingen. Ik zou 'er op kunnen antwoorden 'dat in elk geval dit niet ten goede komt aan de gemeentekas en ook daaruit niet de verplichting jegens de gemeenschap spreekt. Juist die indirecte belasting, die zoo ongemerkt wordt opgebracht, is het 'die den minder rijk bedeelde onevenredig zwaar treft. Laat men daartegen in het belang van den weinig verdienenden arbei der ijveren, en er zich tegen verzetten dal- in dien vorm geen meerdere lasten aan; den werkman worden opgelegd. Toch trachte men niet het deel der burgerij,- dat niet rechtstreeks bijdraagt aan 'het geen ook in stoffelijkcn zin voor de instand houding der. gemeenschap noodig is, uit te .breiden en daardoor het geme ens chaps- gevoel en het gevoel van eigenwaarde te verzwakken en de gemeente in minder goe de financieele positie brengen. Wil men ër voor ijveren dat de lasten, zullen krijgen. De regie heeft al het mo gelijke gedaan. De groote boerenhof, het tooneel van den volksoploop, is bijzonder natuurgetrouw iu scène gezet. Op do deel wondt werkelijk stroo gedorsclrt en in het kippenhok zijn levende kippen- In München moeten ze zelfs varkens en koeien op het tooneel gehad hébben; maar dat gaat niet bij do ruimte op dit tooneel- „Ik ben erg nieuwsgierig. Maar één ding moet je me beloven: Je mag je partner, Gisberta, niet echt kussen!" „Lieve kind, dat moet gebeuren, dat kan nu eenmaal niet anders. Daaraan moet je je gewennen. „Ru, da-ar wen ik me niet aan! Papa heeft groot gelijk, dat hij zijn dochter niet aan een tooneelspeler wil geven- Het is geen solied beroep. Maai* het is hoog tijd, dat ik naar huis ga.ik heb me al veel te lang ongehouden." Te gelijk knikte Annetje met haar aardig kopje en niettegenstaande de heftige pïo- testen van Geisler, was zij snel door een zijstraatje verdwenen. Hij bleef in hevigen tweestrijd achter en sloeg met een naden kend gezicht de tegenovergestelde richting in. De heele stad sprak dien dag van Hel mut Geislers gastrol en van de eerste voor stelling. De bladen hadden reclame gemaakt voor het 6tuk en voor Geisler en men ver-, keerde- in spanning. De jonge acteur kon zich in de algemeene belangstelling verheu- gem, daar hij als zoon van den overleden reehter Geisler in de stad geboren wasen hoe vele jaren hij er al niet meer woonde, toch herinnerden zich' nog velen hem uit hun schooltijd. De oude Geisler was een vriend van papa Bodenstein ge woest en ofschoon de laatste geen .schouwburgvriend was,, maakte hij in dit geval een uitzondering en besprak een geheel© loge voor zich en zijn familie". „Hefc spij-fc me voor den jongen, dat hij onder de komedianten gegaan is, want hij was §en fiksche kerel en had een helder ook die, welke de gemeente oplegt, degres sief zullen werken, men vindt in mij een me destander, maar ik wil niet medewerken aan de verslapping van het plichtsgevoel jegens de gemeenschap, wat ten slotte uit-: loopen zal op verlies aan volkskracht. Van de firma Van Koolber- gen, onder Zoeterwoude, is in den nacht een partij paardenvellen ontvreemd, welke als gewoonlijk, aan staaldraden geregen, ach ter de fabriek in den Leidschen Vliet lagen. Zij vertegenwoordigen een waarde van on geveer f 180. Er is van dezen distal aan gifte gedaan bij de politie. Uit Noordwijk schrijft men ons: De landbouwer J. v. E. had zijn koeien naar de weide gebracht. De dieren kwa men echter op eigen gelegenheid weer naar den stal terug. Zij werden wederom wegge bracht, dooh de pooit aan het erf der hof stede werd opengezet, en ziet... den volgen de morgen stonden zijn wederom voor de staldeuren, 't Is te hopen, dat een malsch regentje het gras zóó lekker maakt, dat de koeien niet meer de vlucht nemen. Aller wegen wordt naar regen verlangd. Jeugdige avonturiers. Te 's-Gravenhage worden sedert 17 April 1.1-, des voonuidaga te zeven uren, vermist Ja cob Alter en Aduard Mok, beiden 11 jaar oud en geboren in Den Haag. Zij zijn scho lieren, wonen respectievelijk Plein No. 9 en Luthersehen Burgwal 28, en beboeren tot het israëlietische Kerkgenootschap. De eerste Keeft uit de schrijftafel zijns vaders medegenomen f 465 aan bankpapier. Zij zijn des morgens waargenomen in de vestibule van liet Hollandsche Spoorweg station, te 's-Gravenhage, waar zij zich voor zien hebben van plaatskaartjes haar Rot terdam. Signalement van Alter: gewone lengte, hoog voorhoofd, licht blond haar, blauwe oogen, groote ver van elkander staande tanden, breed uitloopende neus, tamelijk dikke lippen, langwerpig aangezicht, bleeke kleur en tenger postuur; kleedingblauw colbertkostuum, donkere winterjas met 2 rijen knoopen, grijze jockeypet', korte of lange broek, staande boord met strikdasje en rijgschoenen. Signalement van Mok: lengte gewoon, hoog voorhoofd, zwart haar, donkere oogen, dikke neus, gave tanden, rond aan gezicht, gezonde kleur én flink postuur; kleedingblauw colbertkostuum, donker grijze overjas, donkergrijze jockeypet, platte boord met dasje en knoopschoenen. De Commissaris van Poh tie der 2de af- deeling te 's-Gravenhage Verzoekt namens de ouders hun aanhouding en terugbezor ging. Kosten worden verred. Te Rotterdam ije i n hei; Z i e- kenhuis aan de gevolgen van haar bekomen verwondingen overleden de ongeveer 6-jarige 'D. A. van der V., die gisfcervoor- middag spelende in een op straat staanden emmer heet water was gevallen en daarbij ernstige en uitgebreide brandwonden aan rug en beenen bekomen had. Gisternacht h a 1 f n i s de 23- jarige landbouwer Schouten, uit: Lent, met een kar groenten naar Arnhem vertrokken. Om kalftwee werd hij bij het viaduct onder Lent gevonden. De man was dood, het paard was gevallen en de kar beschadigd- Vermoedelijk is hij aangereden. Vooreen paar dagen werd b i^ het 1ste gesticht te Veenh'uizen in een berg stroo; naast de hoeve van den hoevenaar hoofd, dat voor iels beters bestemd was, maar ter wille van mijn ouden vriend Geisler zal ik took maar eens gaan kijken," zei hij. Zoo zat hij dan s avonds naast zijn vrouw iu de dure loge en mevrouw Bodenstein droeg een kostbaar kanten doekje, een ver-, jaarsgoschenk van haai* man, dat vandaag werd ingewijd en waarvan zij voorspelde, dat het do vriendinnen meer opwinden zou dan allo tooneeltjes en pakkende momenten uit „Do Volksziel." Zelfs tante Clémentine had voor dezen interessanten avond -alle pijnen vergeten en pronkte aan Bodensteins linkerzijde onder een nieuwen schouwburg- hoed met prachtige veer. Annetje Bodenstein trilde van spanning, toen zij naast haar ouders in de loge plaats nam. De spiegel had haar troostend de ver zekering gegweiï, dat zij het in haar bleek blauw japonnetje best tegen die Gisberta' zou kunnen opnemen, die door haar ge liefde vanavond voor aller Pogen in de armen genomen en gekust zou warden. O, wat haatte zij Gisberta en lijet heele too-, neel! Neen Jiot ging boven haar kraohten, zij wou geen tooneelspeler tot man! Te gelijk sidderde zij voor het succes van den geliefde en voor den indruk, dien hij op haar vader Zou maken. Lj De schouwburg was uitverkocht. Het eerste bedrijf bracht het martelaar'., schap _yan den held in een yreugdeloozo jeugd onder den druk van onwaardige dienst-, baarheid. .Van het eerste oogenblik af was men al levendig geïnteresseerd. Het aange name griezelen voor het ontzettende, dat als een spook op den achtergrond grijnsde, maakte zich van allen meester- In het tweede bedrijf werd het lijden nog grooter en de spanning steeg. De toestan-: den werden voor de geliefden Michaël en Gisbeirta onverdraaglijk. Helmut had niet te veel gezegdhet Vrouwelijke deel van het publiek snikte al. Annetje Bodcatein vergat de wereld om zich. hoen, zij vergat bijna hagr jaloerse!^ A. Lunshof, een begin van brand ontdekt. Door krachtig optreden werd de brand tot een minimum beperkt. Onmiddellijk werd gedacht aan brandstichting. Gisteren is nu gebleken, dat de brand was gesticht door een der verpleegden van het 1ste gesticht, die geen genoegen nam met de hem opge dragen werkzaamheden en daarom liever in de gevangenis zit. Hij heeft; bekend den brand te hebben aangestoken. G i sternamiddag keerden twee zoons van A. van Loon, te Dellewijnen (Bommelerwaard) huiswaarts met een hengst die ter keuring naar Geldermalsen was geweest. Terwijl de een het paard leidde, volgde de andere per fiets. Op een gegeven oogenblik sloeg plotseling de hengst achteruit en trof den fietsrijder zoodanig tegen Let hoofd, dat hij bewusieloos neer viel. Hij overleed in den loop van den nacht aan een schedelbreuk. Bijna elk voorjaar komonerin de venen der gemeente Emm en min of meer belangrijke branden voor. Hoewel de verve ning nog maar (kort aan den gang is, en de veengrond nauwelijks droog, heeft er nu reeds een brand in de Compascumer venen gewoed, waardoor behalve een groote voor raad turf en bagger van verleden jaar (waarde ongeveer f 2000), ook een woning en verschillende loodsjes zijn in de osoh gelegd. Hoe vangt men leeu wen met vliegenpapieH De maharadja Scandia van Gwalior is een groot leéuwenjager voor den Heer, maar de leeuwen waren uitge- delgd uit zijn wouden. Dus liet hij acht leeuwen uit Somaliland komen en sloot ze eerst in een hok op. Onlangs werden er vier in het bosch losgelaten. Maar de dieren waren zoo lang opgesloten geweest, dat zij verleerd hadden de dieren des wouds te vangenook hadden zij in de gevangen schap de vrees voor het aangezicht der menschen verloren. Toen zij dus honger kregen vielen zij het eerste het boste dorp binnen en versloegen negen-en-twintig van dec maharadja's onderdanen. De maharadja, die zich te Calcutta be vond, beval per telegraaf, ijlings de vier leeuwen weer te vangen, maar levend, want hij had z9 niet uit Somaliland laten ko men om ze door zijn rakkers te laten afma ken. Een hoofdman toog er met zijn knech ten op uit en bevond dat de leeuwen schuilden in een paar hutten van het verla ten dorp. Daarin wist hij ze op te sluiten. Maar hoe ze te vangen. 14 dagen dacht de hoofdman er over na. En al dien tijd le den de leeuwen honger. Eindelijk had hij er wat op gevonden. De hutten werden ver in den omtrek met duizenden stukken vlie- genpapior belegd, de belijmde kant naar boven gekeerd. Toen werden de hutten ge opend. De leeuwen stormden, er uit en raakten dadelijk met de pooten aan het vlie. gonpapier vast. In hun poging om zich te bevrijden, rolden zij over den grond en wer den over het gcheele lijf beplakt. Ook de kop en de oogen waren alras bedekt. Toen daagde de hoofdman met zijn rakkers op, sloegen touwen om de spartelende dieren en voerden ze in gevangenschap mee naar het hok, waarin zo nu nog zijn. Een groot Londcnsch blad staat voor de waarheid, van dit verhaal in, zegt de ,,N. R. Crt. Gemeld w or dt de vlucht van een Parijsohen bankier, Louis Rivier ge- lieeten, directeur van een onderneming, die ,,de tweemaandelijksche rente" heette. Ri vier zou er met meer dan een millioen frank van door zijn en een tekort achterlaten van meer dan drie millioen. Onder aller onwaar heid; zij leefde en leed met haai* held- Mama en tante schreiden op hot laatst zoo luid in haar zakdoeken, dat papa Boden stein verklaarde nooit weor naar den schouw burg té gaan. Maar hijzelf was ook zicht baar aangedaan en ergerde rich over zijn teergevoeligheid. Eindelijk kwam de groote scène in den boerenhof, waar Michael Stark, tot man gerijpt, de sluimerende volksziel Wekken zal, om de geknechte boeren tot verontwaardiging te prikkelen, tegen het despotisme. Alles ging schitterend. Het publiek was zeer be vredigd door de verbazingwekkende realiteit der enscèneCringer was zelfs een echte mesthoop op het tooneel- Hot dorsoben in de sohuur en het levende vee in de stal len maakten indruk. Mieliaël Stairks leven King aan' een zijdén draad, maar nu sprong hij op een omgeval len kar en begon de groote, machtige re-, devoering, die zich als oen onweer zon ont laden en de luoht reinigen- Ieder hield den adem in- In spanning leunde Annetje over de leuning der loge en haar oogen hingen aan den geliefde,, evenzeer bereid met hem te' leven en to sterven ak3 haar* mededingster Gisberta. „Broeders," riep hij juist tegen het volk, „hoort ge de stem niet, die u! roept?" „Kukeleku," klonk het plotseling uit het kippenhok. „De stem, die zoo duidelijk spreekt, die niet tot zwijgen te brengen ia Kukeleku, kukelekui 1 •„Die niet te overstemmen ié.*-. Kukeleku', kukelekuAls een Vroolijke fan-" I faire schetterde de' vreesélijke haan victorie. Éérst had món ónder het publiek stil letjes gegrinnikt; nu begon men te' lachen- Michael Stark spande alle krachten in om de situatie te redden. Het angstzweet bral hém uit; het moest hem gelukken de toe hoorders Zoodanig te boeien, dat niemand meer naar den haan luisterde. Zijn rede werd wilder, har tstochtetgkerzijn palhoe schijnlijkste voorwaarden, dolle voorwaar den, wist hij van onnatuurlijk-lichtgeloovige zielen geld los te krijgen. Na verloop van drie maanden keerde Lij hun het dubbele van de door hen gestorte sommen uit,'. Ge volg: het geld begon hem toe te stroomen. Klantjes van 25 franken werden nu klan ten van vier- en vijfduizend franken. De politie begon echter argwaan tegen zijn financieele operalies te krijgen en Rivier, werd verzocht eens bij een der hoogge plaatste politie-beambten te komen. Hij kwam niet, maar aan zijn kantoor, waar het storm liep van klanten, dte onraad begon nen te ruiken, had hij een briefje achterge laten van dezen inhoud: „Ik ben door de politie ontboden. Mijn gezondheidstoestand en mijn hooge leeftijd laten met toe, dat ik mij aan die nieuwe plagerij der politie onderwerp. Ik neem ontslag en laat de geïncasseerde fondsen aan mijn opvolger over, die om twaalf uren zal komen." Om twaalf uren verscheen er niemand en men weet niet in welke richting Rivier ge vlogen is. Eenvrouwelijke politi e-a g e n op Java. De „N- Soer. Ct." deelt het volgende mede: „We hadden dezer dagen te Banjcewangi het genoegen, kennis te maken met Minten, een ietwat bejaarde en hoekige dame, dio daar het ambt van politieoppasser bekleedt op zóó voorbeeldige wijze, dat verscheidene barer manlijke collega's er gerust een voor beeld aan kunnen nemen. „Op andere plaatsen zagen we reeds eer der vrouwelijke oppassers, doch alleen vocrr de visitatie van vrouwelijke verdachten. Maar als actief agent is Minten de eerste, de primula veris. Je moet haar zien op het station, als ze ord3 houdt onder het Inlandsche publiek, de onderlip waarop buiten diénst ver moedelijk een sirih pruim rust coquet vooruitgestoken. We hebben de matrone geïnterviewd. Hoeveel boosdoeners ze al had opgepakt. „WaL, banjak sekali, toean,"- teemde ze. Overdag loopt ze ongewapend, doch 's nachts trekt ze met de sabel er, op uit. Gelukkig, dat het mensck. nogal oud en hoekig is, anders kon ze zoo 's nachts wei eens in verkeerde handen vallen. Men weet, dat de wijngaarde niers in de Palts zioh op verschillende plaat sen verzetten tegeii het afborstelen van de wijnstokken, dat op last van de overheid gebeurt, om het schadelijke gedierte te be strijden. Woensdagmiddag zouden 30 vrou wen op bevel van hoogerhand een wijngaard te Si-.-Martin onder handen nemen. De eigenaar kwam daar met groot misbaar tegen op, en bij hem sloten zich andere wijngaardeniers en jongelui, die van een militaire inspectie thuis kwamen, aan. De! wijngaardeniers wapenden zich met schopt pen en namen een dreigende houding nan. Toen een hunner ook een mes trok, hield een gendarm hem een revolver voor. Df wijnbouwieeraar, die bij het werk het too< zicht moest houden, nam ten slotte dr vlucht en daarop slogen ook de bedreigde vrouwen op de vlucht. De oproerige wijngaardeniers zullen we'-» gens land vredebreuk vervolgd worden. Uit ijverige door deBrea- lau'sche politie gedane nasporingen, blijkt thans, dat de Silezische roover Kowoll, die verleden week door gendarmen ontdekt c-u" doodgeschoten werd, ook tal van misdaden op zijn geweten had in Rusland en Oosten* rijk. De politie te Roszberg ontvangt.no& steeds dreigbrieven van „Collega's" van den ex-bandiet. bereikte de hoogste hoogten, maar, o schrik l een van zijn collega's had hem te huljjl willen komen en den haan uit het hohj halen; maar hij was ontsnapt. En juist, toen Michael met zwaren klemtoon de volgende! woorden sprak over de verdrukking der. volksziel: „Schaamteloos schrijdt het ondier* voor onzo oogen, in het helle licht van den' dag," wandelde de brave liaan dwars over! het tooneel. Nu was ca* geen houden meer aanhefj publiek juichte en. brulde van den lach.; Da vertwijfelde regisseur deed een laatste! poging om den haan achtsr de coulissen; te jagen, maair het beest begreep hem ver-, keërd <ai redd© zich onder luid angstgeschrei' over het souffleurskastje heen naar het leeg© orkest en van daar, toen hot door een kcllnMj gevangen zou! worden, naar dc zaal. Hert nam zijn gevleugelden weg over deï hoofden, déi' menigte en nu ontstond een; ware paniek. Vrouwen schreeuwden, man-? nen brulden van het lachenmen jceg enj vervolgde den rustverstoorder, die van lieQ parket direct in de loge van de Bodjcnstcin^' vluchtte, waar hij zichtbare sporen achter* liet op mama Bodensteins sierlijkekanten^ sjaal, en, tante Clémentines hoed, als rust? plaats gebruikend, de mooie veer jammer* lijk knakte. Naar Mieliaël Starks rode werd door nie* mand meer gelnasterd; verontwaardigd ver* liet bij het tooneel, en het scherm moest zakken. Helmut Geisler heeft nooit van zijn levert de planken weer betreden. Hij kreeg eert flinke boete, omdat hij niet te bewegen wae geweest zijn rol tan einde te Spelen. Een; ander moest vóór hem' invallen. De haan',- die spoorloos verdwenen was, werd een vol* ganden dag op den derden rang teruggeven^ den. i; Annetje had op onverwachte wijze liet doel van haar wënsohen bereikt- De! geliefde had genoog Van het tooneel, 'en de schoonq Gisbortoj ,,wOrd dien £yoad met

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 9