LEIDSGH BAG3LAD, Dinsdag* April. Tweede Blad. Anno 19Ï1. Buitenlandseh Overzicht Faillissementen. FEUILLETON. ESe ware schuldige, Gisteren is liet E ng c 1 s c li e Lager huis begonnen aan de artikelsgcwijze be handeling van de veto-wet. Dit is het voor laatste bedrijf van de eonstitutioneele crisis. Zooals men weet zijn er 900 amendementen ingediend. De tijd voor de beraadslaging zal dientengevolge verlengd moeten worden. De heele wet bestaat slechts uit vier arti kelen. Hoewel het lot van de wet althans in het Lagerhuis vaststaat, zal er nog wel menig woordje vallen voordat ze aangeno men is. Terwijl dus regeeringspartij en oppositie op het punt staan een strijd op leven en dood te beginnen, gaan zij buiten het Parle ment hand in hand in hun sympathie voor de vredesbeweging. Zondag heeft minister Birrell in een vergadering van voorstan ders van arbitrage een rede gehouden, waarin hij uitweidde over de verklaringen, dezer dagen door den Duitschen Rijkskan selier in den Rijksdag afgelegd v. Beth- mann 'HolIweg had, zoo zeide Birrell, voor zien, dat zich omstandigheden zouden kun nen voordoen, die Engeland en Amerika konden nopen de arbitrage te laten rallen en hunne toevlucht totxde wapens te ne men. Maar zelfs, wanneer dit het geval mocht zijn, zou men toch nog kunnen trach ten een oorlog zoo lang mogelijk te ver mijden. Het verdrag, dat de regeering met do Yereenigde Staten hoopt te sluiten, betreft weliswaar de ontwapening niet direct, maar het raalct deze kwestie, die het eiud- dcel van de beweging moet zijn, toch wel. Er is nog een derde kant aan de En- gelsche politiek en dat zijn de Suffragettes. Bij de propaganda, die zij voor het vrou wenkiesrecht maken, worden wel eens mid delen aangewend, die althans in het oog van een nuchtercn bewoner van deze lage lan den, niet rechtsstreeks door den beugel kunnen. Men weet, dat dezo dames nog al eens weigeren belasting to betalen. Dat is nu nog te begrijpen. Maar nu hebben zij ook maat regelen beraamd om de groote volkstelling in Groot-Brittannië in de wa-r te sturen. Zij willen niet geteld worden en hebben een manifest verspreid, waarin alle vrouwen worden aangemaand, den nacht van de tel ling op straat door to brengen, dan kunnen zc niet geteld worden. De Regeering heeft echter maatregelen genomen om ze toch te tellen. Dat zal dus -verkwikkelijke nachtelijke booneelen geven. In den D u i t s e h e n R ij k s <1 a g heeft Prins Schoenaieli Caralath,, nat-ionaal- liberaal, de beteekenis der scheidsgerech ten uiteengezet en den wenscli uitgesproken dat zooveel mogelijk scheidsreehtelijke ver dragen zouden worden gesloten tusschen Duitachland en andere staten. De uiteenzettingen van den rijkskanselier zijn in do pers veelal niet juist opgevat. De geschillen, die tot oorlogen zouden kun nen leiden, verzwakken en doen verdwij nen, dat is de hoofdtaak van de inter-pai- lementaire Unie. De ministcricele crisis in Spanje is al weer beëindigd. De Ferrer-debatten in de Kamer en de daarop gevolgde ontslagaanvrage van het kabinet hebben aan de republikeinen prach tige stof verschaft voor hun agitatie tegen het huidige regeeringsstelsel. De republikeinsche afgevaardigde Sol y Ortega moet, volgens een telegram aan de „Voss; Zeitung", gezegd hebben, dat de doode Ferrer reeds den val van drie kabi netten veroorzaakt heeft en ten slotte ook de oorzaak zal zijn, dat aan het tegenwoor dig régime een einde komt. De republikeinen zullen een manifest uitgeven, waarin wordt gowezen op de laf hartige manier, waarop heb burgerlijk be stuur de vlag heeft gestreken voor de mili tairen. Ook in sommige niet-revolutionnaire krin gen is men van meening, dat van militaire zijde pressie is uitgeoefend en daarom zou minister-president Canalejas, zooals uit Madrid wordt gemeld, van plan zijn om zoodra liet parlement weer bijeenkomt, een red© te houden, waarin hij alle bechuldi- gingen, tegen het leger ingebracht, zal ont zenuwen. Overigens zoekt men aohter de agitatie voor het Fcrrer-proces, allerlei politieke bijbedoelingen, speciaal in verband met de anti-kerkelijke politiek van Canalejas. De nieuwe Tarieffwet. Eenige bladen wijden reeds beschouwin gen aan het ingediende ontwerp-Tarief- wet. „De Maasbode'' Uit de indiening van het ontwerp-Tarief- wet reeds nu mag allereerst worden opge maakt hoezeer er der Regeering aan gele gen is met heb sociaal program haast to ma ken, zooveel maar deze moeilijke stof ge doogt. Een sociale wet is de Tariefwet in tweeër lei opzicht. Uit de opbrengsten van het tarief zullen worden goedgemaakt de groo te uitgaven, die de voorname sociale wet ten zullen met zidh voeren. Maar tweedens is heb doel der wet, al staat dat niet op den voorgrond, ongetwijfeld ook bescher ming van inlandsch© bedrijven. Al kunnen wij nog niet oen eênigszins gegrond oordeel geven over de wet als geheel, toch mag al direct gezegd, dat de beginselen, waarop het ontwerp is gebaseerd, toejuiching ver dienen. Heb dubbel doel noemden wij reeds. Daauaast komt de noodzakelijkheid om bij -de tarief-politiek der ons omringende mo gendheden niet tob onze schade achter- tc blijven. Het feit, dat dan nóg de. rechten in ver gelijking met 'do buitenlandscke zeer matig .zijn, moge de tegenstanders ©enigszins ver zoenen. Daar komt bij, dat de maatregelen zóó genomen worden, althans zóó zijn be doeld dat een verhooging der prijzen er niet uit behoeft te volgen. Van een uitvoerig oordeel moeten wij ons heden onthouden. Over zulk een voorstel te spreken zonder het terdege te hebben be studeerd, ware vermetel en tegenover de Regeering onrechtvaardig. Wij kunnen wel voorspellen, dat het ont werp zijn verwoede tegenstanders vinden zal. Een luidruchtig verzet kunnen wij met zekerheid te gemoet zien. En uit welken hoek"? Van den kant natuurlijk van de aanhan gers der liberaal-economische leerstellingen die vooral op het gebied van vrijhandel en tarief dogmatisdb-onverdvaagzaam zijn. Van do voorstanders van het tarief mag men echter oen even warme verdediging verwachten, als de aanval fel wezen zal op dit reeds zoo lang verbeide ontwerp. ,.Het Centrum": Een vloed van -adressen zal vermoedelijk weder stroomen naar Den Haag, en in de Kamer zal het aan amendementen niet ont breken. Evenwel, hoezeer de meeningen mogen uiteenloopen, hierover zullen allen 't wel eens zijn, en eens moeten zijn, dat niet slechts de Regeering met deze tariefsher ziening haar woord gestand doet en haar belofte inlost, maar ook, dat zonder deze herziening aan de toegezegde verzekerings wetten niet kan worden gedacht. Deze wet is dus een noodzakelijkheid. Maar gelukkig geen droeve noodzakelijkheid. Want behal ve, dat zij er wellicht toe zal bijdragen, al maken wij ons op dit punt geen illusies sommige takken onzer nijverheid eeni- germate te bevorderen, zal zij als haar eerste en voornaamste doel het lot verzach ten van duizenden arbeiders, door invalidi teit of ouderdom niet langer in slaat, zich het noodige te verschaffen door het werk hunner handen. „Het Huisgezin": Deze twee zaken zijn onafscheidelijk: tarief en arbeidsverzekering. Wie het tarief afstemt' doet de arbeiders verzekering mislukken. En wie de arbeidersverzekering wil, moet ook het tarief willen. Voor rechts, waar men de verantwoorde lijkheid te dragen heeft, een reden te meer om bij de critiek op 't tariefontwerp groote ingetogenheid te betrachten. De „Nieuwe Rotterdamsche Courant": Het ontwerp stelt inderdaad, zooals de zer clagen het gerucht ging, meelrechten voor! Bloemreehten, gelijk zij dan nu, lief lijk, zullen moeten lïeeten. Dit is principieel uit den booze. Invoerrecht op meel, dat wil zeggen, duurder maken, kunstmatig, van brood, de eerste levensbehoefte van elk een, is vóór alles een aanval op de produc tie. Invoerrecht op meèl, d. w. z. verlioo- ging van den kostprijs van het brood» betee- kent niet' anders dan belasting op alle moge- lijkc voortbrengende kracht. Dat het brood door belasting van meel zal duurder worden, staat ook voor de Regeering vast. Immers, zij laat meel voor veevoeder onbelast, hei geen alleen zin heeft, indien ook zij zelve overtuigd is, dat het recht op meel den prijs daarvan, dus natuurlijk evenzeer dien van het brood, verhoogen zal. De Regeering ontziet hei' vee, maar den mensch' wil zij treffen. Het veevoeder blijft vrijduurder brood uit duurder bloem gebakken, wordt der mensehen lot. Dit gaat dus vierkant tegen hét' doel van het wetsontwerp in, dat immers heet de nationale nijverheid te wil len bevorderen. Zonder dat één voordeel daar tegenover staat. De eenigen, dio er baten van kunnen hebben, zijn de enkele eigenaren van meelfabrieken. Daarvoor moet dan al wie aan de productie deel neemt op den duur bloeden. En, verhou dingsgewijs genomen, meer, naarmate het inkomen geringer is. Wij behoeven er op het oogenblik niets meer .van te zeggen. Maar het voorstel is daarenboven zoo ergerlijk, wijl het lijnrecht ingaat tegen alle beloften en voorspiegelingen, die tot nu toe door de medestanders der Regee- rjpSi ia> door de Regeering zelve, gedaan zijn. Het voorstel is met slechts op de nij verheid een aanslag, maar ook op cle goede trouw in de staatkunde. Het blad illustreert die laatste bewering door eenige ciiaten en eenige vroegere ver klaringen en gaat dan voort: „Het is een gruwelijk feit. Niemand denkt aan meelrechten! Pure fantasie, dio meelrech'tenplannenbazuint men door het land, en onderwijl wordt gewerkt aan een ontwerp, waarbij die rechten voorgesteld worden. Dat is buitengemeen kras. Het is vooral daarom zoo kras, omdat al wie regeeringsverklaringen niet met een wantrouwend oog aan wiiLen zien, na 29 November zeker gerust gesteld moesten zijn. Nog óp 29 November j.l. heeft minister Kolkman verklaard: „Deze Regeering* is volstrekt niet van plan mot het tarief de eerste levensbehoeften te belasten. Ik denk er niet aan graan, tarwe» rogge te belasten. Graanrechten, zooals men die in algeinee- nen /in noemt, zal men dn mijn tarief niet vinden." Dat werd gezegd in antwoord aan den heer Troelstra, die bang was voor be lasting van eerste levensbehoeften, waaron der hij zelfs rijwielen rangschikte. Dat werd gezegd, toen het ontwerp-tarief reeds naar den Raad van State gezonden was, cn dus de Minister zijn besluit omtrent de „bloem reehten" genomen had De vraag is waarlijk niet gezocht of het antwoord aan den lieer Troelstra „Deze Regeering is volstrekt niet van plan ract liet tarief de eerste levensbehoeften te be lasten," nog wel een éérlijk antwoord mag heeten? Kon, mccht iemand, toen de Mi nister vlak daarop de opsomming maakte van: graan, tarwe, rogge daar de truc beter woord is er niet voor ac/hter zoe ken, dat dit a Ja letire te nemen was, en dus meel mir uichts, dir nichts van dc eerste levensbehoeften werd uitgeschakeld Het zou een beleediging hebben gesehenen, het te veronderstellen Toch blijkt thans, dat dio heele passage met groote zorg was overwogen, en dat er juist het omgekeerde in is gezegd, van het geen men er in verband met de gehouden discussion wel uit afleiden moest. In diezelfdo redo heeft minister Kolkman den heer Troelstra een Fransch socialist, Buisson, voorgehouden, die voor graanrech ten gepleit had. „Ik heb zei do Minister dadelijk het portret van den heer Buis son gekooht, het hangt in mijn kamer, en ik hoop, dat het mij bij do behandeling van het tarief zal inspireeren." Zie hier nu de diepere beteekenis van deze woorden die een grap schenen, opge helderd. Waarlijk er is thans niets grappigs meer aan. De Minister was reeds door Buis son geïnspireerd. Hij wist, dat hij de hulp van Buisson noodig zou heben. Maar of Buisson voldoende steun geven zal aan een minister, dio juist andersom handelt, dan hij beicoft, mag worden betwijfeld*" „De Tijd" bevat een artikel, dat in hoofd zaak een polemiek tegen de beschouwingen van dc „Nieuwe Rottcrdamsche Courant" is. Het blad schrijft o.a.: Indien het waai* zou zijn, dat het heffen van invoerrecht op bloem", op - gemalen graan, den prijs van heb brood noodzake lijk moet verhoogen, dan zouden toch niet slechts „enkele eigenaren van meelfabrie ken de eenige zijn, die daarvan baat heb ben." Aan do meelfabricagc werken ook an dere lieden dan uitsluitend patroons cn groote bloei in de meel-industrie zou al, wie tot dezen tak van nijverheid behoort, kleinen en grooten, en al wie er mee in aanraking komt: handel, vervoer, levering van machines, emballage, brandstof, mede de vruchten doen plukken. De uitdrukking „enkele eigenaren" is al te gemakkelijk ontleend aan oude verkiezingspapieren. Zoo ook volgt nog volstrekt niet uit liet voorstel van den Minister, om moei voor weevoeder vrij te laten van invoerrecht, dab dezo overtuigd is, dat dus... het heffen van recht op „bloem" voor de consumptie door den mensch den prijs van het brood zal verhoogen. Het „Handelsblad zou de aanneming van dozo ontwerp-Tariefwet een ramp voor het land achten. Er wordt, zegt het blad, eon zware cijns gelegd op den burgereen cijns die met geen draagkracht rekening houdt, en op den economisch zwakflte tienvoudig zwaarder drukt dan op den gegoeden bur ger, terwijl deze geplunderd© burger iiiet eens de genoegdoening heeft ten bate van liet algemeen zijn verhoogde prijzen te be talen. Hoe het volksvoedsel belast wordt, zegt het blad, blijkt uit de moclreohten, terwijl hier tevens weer het politieke element om den hoek komt kijken. Over de bestemming van do opbrengst der tariefrecüiten zegt het o.a. De inkomsten, in de eerste plaats uit do zakken der minst dra agkrach éigen getrok ken, zullen dan later, met een groot cn rijk gebaar ten bate van maatregelen voor die loontrekkende klassen besteed worden. Wij erkennen, dat daarin iets billijks is; wij er kennen, dat het voorzichtige politiek schijnt, niet dadelijk de gewone inkomsten met de opbrengst van deze rechten te ver meerderen. Toch zal nog moeten blijken of de Minister niet met wat meer luchthartig heid een eventueel groot nadeelig saldo op de gewone inkomsten en uitgaven zal aan schouwen, nu hij weet, dat er toch nog al tijd dat potje voor do kosten der verzeke ringswetten die er immers nog niet zfjn bestaat. M. a. w.zal die maatregel een papieren maatregel blijven 1 .,De Nieuwe Courant' De dag der indiening i9 een gewichtig oogenblik in onze economische geschiede nis. De eerste officieele stap is thans gezet op den weg der reactie tegen een meer dan een halve eeuw bij toeneming toegepast' stelsel van handelspolitiek, waaronder 's lands algemeene welvaart vermeerderde, de export-nijverheid een aanzienlijke hoog te bereikte en de landbouw, ondanks de ontzaglijk gewassen concurrentie op het gebied der landbouw-producten tariefbe scherming op den duur gemakkelijk bleek te kunnen missen. Het blad noemt een tariefherziening altijd een bij uitstek hachelijke onderne ming en zegt: Al is de ontwerper nog zoo gewetensvoD op zijn hoede geweest legen de groote ver-» leiding tot opzettelijke bevoorrechting vai* sommige groepen van nijveren of handela ren, aan liet gevaar, dat zijn gebrekkige- kennis van de belangen, waarnaar hij do, hand uitstrekt, onverdiend© bevoordeeling, of onbillijke benadeeling ten gevolge heeft* ontkomt hij niet. En de kans, dat op die wijze de volks wel vaart als geheel en de belangen van de ver bruikers, d. i. van het geheelo volk, schada Jijden, wrordt waarlijk niet minder door da tweeslachtigheid der gedachte, waarop deze tarief herziening berust. Een fiscaal, doel om de noodige fondsen voor sociale, dwangverzekering te vinden; een protec tionistisch deel, door minister Kolkmaa. half onwillig erkend, oni aan zekere takken van binnenlandsche industrie directe hulp te verleenen of, zooals het heet „te ge- moei te komen." Het blad eindigt: Dit enkele woord ter voorloopige aan kondiging van liet fatale plan, waarvan wel bijna geen onderdeel aan oritiek ontkomen zal. Ware de zaak niet zoo ernstig, men zen geneigd zijn in den datum der openbaar making 1 April een verblijdend voor- tceken te zien. „Het Volk" spreekt van „nieuwe lasten". Het blad somt op een aantal artikelen va» volksbehoefte, die mot invoerrecht bezwaart! en dus duurder worden en noemt het mis leiding liet te willen doen voorkomen alsof de baten voor de schatkist zullen ten goede komen aan pensionneering van arbeiders het geld voor arbeiderspensioen had toch uit belasting moeten gevonden worden. In plaats van een soort beweldacliging- der to pensionneeren klasse, zegt „Hot Volk", als Iboedanig de Regeering het voor stelt, beteekent dit ontwerp dus juist een achteruitgang in de vooruitzichten dier klasse, die thans geld zal moeten opbren gen, dat te voren andere klassen zouden moeten opbrengen. Dit ontwerp beteekent een nieuwen plundertocht op den schamelen levens standaard der onvermogende klassen. Het bete eiken t, van de zijde der Regeering, die van den boozen klassenstrijd zoo zegt te gruw en, een scheppen van de noodzakelijk heid voor de arbeiders om heb door de ver- Ibooging der invoerrechten omlaag te drij ven peil van hun levensstandaard, weer met behulp der vakorganisatie, met werk-' stakingen als het moet en heb zal vaak moeten omhoog te brengen. J. Hulsman Jr., makelaar, te 's-Graven tage. H. H. Bengen, smid, te Amsterdam. H. Bleekveld, winkelier in sigaren, Am sterdam. A. Germain, koopman in manufacturen te Nieuw-Pekcla. De vennootschap onder de firma A. Hel der en Zoon» een houthandel drijvende te Sybrandahuis, en hare leden A. Helder en J. Helder Azoon, aldaar. Mej. de wed. R. Barreveld, caféhoudster en koopvrouw, te Blauwkapel (gemeente Maartensdijk). A. van den Berg, aannemer te Woerden. M. A. Spoor enberg, koopman, te Ginne- ken. Uitlotingen. Premïeleening ge meente Rotterdam 3 pCt. f 100 van 1868.- Trekking 1 April. No. 9330 f 10,000; No. 49970 f 1500; No. 64507 f 1000; Nos. 95S1, 9957, 32069, 359C3, 36251, 46341 en 52428, elk f 500. De volgende Nos. elk f 200: 257 478 2476 56l5 6169 10115 11148 11194 13959 15555 16332 172-12 20910 22880 23953 25006 25322 30489 31150 33243 37735 39828 41061 43992 44052 44145 44469 49110 50132 51818 51827 55022 55406 56385 5649» 57274 60467 60659 60892 63100 G5417 65301 68043 68633 71230 Voorts 537 obligation a pari. 5) Ik vroeg of wij den koffer en het lijk konden zien. Toevallig was zulks nog mo gelijk. Heb lijk zou dien nacht op heb po litiebureau blijven en den volgenden mor gen vroeg naar de Morgüe gebracht wor den. Gaston Tasset voerde zijn neef en mij naar een aangrenzend vertrek. Het was een ruime, kale former, waar niets stoncl dan een groote tafel, eigenlijk eenige aan elkaar gevoegde planken op een paar schragen een lange bank en een groote wit geëmailleerde kachel. Zij had geen an deren uitgang dan door het kantoor van dch commissaris en wc-rd, geloof ik, in den regel als een soort wachtkamer voor de ge tuigen gebruikt. Op het lange, smalle tafelblad lag het lijk, zooals het uit den koffer genomen was. lik onderwierp het aan een nauwkeurig on- i derzoek. De doode had ongetwijfeld be hoord tot de gegoede klasse. Ik schatte haai* ouderdom op GO a 65-ja- *en. Zij droeg een lang, zwart kleed van goede wollen stof, dat echter allen opschik van kant en garneersel miste; mooie, wit te manchetten en een nauw aansluitend kraagje. Een zwart-kanten mutsje bedek te heur grijs haar, dat plat zioh om hot hooge voorhoofd legde. De uitdrukking van het smalle, perkamentachtige gelaat was zelfs in den dood verre van aange naam. De starende, blauwe oogen beza ten een stuggen blilk en er lag een eigen aardige trek om die dunne lippen. „Een ongemakkelijke oude tante", zei Leo. Mij dacht, d..t zulks meer dan waar schijnlijk was. Heur horloge was bevestigd aan een eenvoudig zwart koordje; ik be keek het uurweik nauwkeurig en noteerde het nummer er van, alsmede den naam van den malker. „Dat zal veel tot opheldering bijdragen," merkte ik aan, „als er niets anders gevon den wordt." In heur zak vonden wij haar portemon- naie met eenige losse zilveren munten en drie souvereins in goud in een afzonderlijke af deelingvoorts een hatisten zakdoek, ge merkt E. R. zooals al het overige keurige linnengoed der oude d&ne. Klaarblijkelijk was dus diefstal niet de beweegreden tot de misdaad geweest. Ik hief het hoofd van het lijk op en ver wij derde heb mutsje. Toen ik het dunne haar naar achteren streek, ontdekte ik een groote, donkere buil boven den linker-slaap. Gaston Tasset had die nog niet opgemerkt do lijkschouwing zou eerst den volgenden dag in de.Morgue plaats hebben, naar hij me zeide. Het was duidelijk, dat de ongelukkige door een slag bedwelmd was geworden; doch deze Ikon toch haast niet oogenblikke- lijk den dood ton gevolge gehad hebben. Waarschijnlijk zou het blijken, dat de oorzaak van den dood chloroform was ge weest, wanneer bij de lijkschouwing soms geen verschijnselen van vergiftiging gevon den werden, Kon een vrouw den slag hebben toege bracht? Ik bekeek de buil opnieuw. Zij zag er uit, alsof er groote ikracht was gebezigd, om haar toe te dienen, maar, natuurlijk, beslist kon men zoo iets niet zeggen. Over het geheel genomen achtte ik het zeer onwaarschijnlijk, dat een vrouw op die manier zou zijn opgetreden. Chloroform te gebruiken, dat scheen meer vrouwenwerk te zijn, maar zulk een slag kon men geen vrouw toerekenen. Ik verzocht verlof den koffer te onder zoeken. Ik deed zulks met de uiterste nauw gezetheid, doch zonder eigenlijk succes. Het was een eenvoudige, langwcrpig-vier- kante kist van dik hout, buiten zwart ge lakt. Het deksel bezat geelkoperen schar nieren, en van binnen was hij beplakt met gewoon, rood en wit gestreept papier. Aan de binnenzijde van 't deksel was het vier kant plaatje met den naam van den fabri kant, Browrne Elder, 117 Chcapside, een gerenommeeidc Londenschc firma, ge loof ik. Do koffer was ledig; alleen bevond zioh daarin het touw, dat er om gezeten en hetwelk de commissaris nu er in gelegd had. Bloedvlekken waren nergens te be speuren. Het papier vertoonde slechts een paar kleine scheurtjes en w*as door het in- wringen van het lijk op een paar plaatsen afgeschaafd. Het inwendige van den blijk baar nog geheel nieuwen koffer leverde dus niet de minste opheldering. Ook het uiterlijk sohcen op het eerste gezicht niet» te verraden. En toch was dat bestemd om een zeer belangrijke ont hulling te geven. Adres of eenigerlei op schrift was niet aanwezig en op mijn vraag daarnaar gaf Gaston Tasset mij ten ant woord dat ook hij zulks zeer vreemd gevon den bad. daar al andere stukken der baga ge zonder uitzondering voorzien waren van het briefje, dat ik ïeeds aan het sta tion had opgemerkt „Mevrouw O. Simpson, passagier va? Londen naar Parijs." Ik keek hem ernstig aan. „Noteer dat, monsieur", zeide ik. Mejuffrouw Simpson had nochtans het ontbreken van het adres op aannemelijke wijze weten te verklaren. De bagage-adres sen, door haar gebezigd, waren alle er op ingericht, om aan de voorwerpen te wor den vastgebonden (zoogenaamde labels). Op liet laatste oogenblik had men be speurd. dat de koffer geen riemen of ha ken bezat, waaraan men. iets kon beves tigen. Zonder daaromtrent gevraagd te zijn bevestigde heb dienstmeisje dit. Ik bekeek nu het briefje, dat de spoor wegmaatschappij op bagage plakt, welke naar het buitenland gaat. Boven op het deksel bevond zich een groote P op witten grond, welke vermoedelijk Parijs, maar misschien ook Passagiersgoed beteekende en bestemd was voor de tolbeambten; op den voorkant bemerkte ik een klein bleek groen papier met de woorden: „Londen (Charing Cross) naar Parijs via Calais" alle andere kanten van den koffer waren ten eenenmale ongerept. Ik moet hier aanstippen, dat men een slotenmaker bad ontboden, die na heb slot nauwkeurig to hebben onderzocht, ver- klaarde, dat de door mejuffrouw Simpson aangewezen sleutel onmogelijk ooit kon ge bruikt zijn, om don bewusten koffer te openen of te sluiten. Toen men de jonge dame zulks mededeelde, beweerde zij een voudig, dat de smid loog. Ik staarde een poosje naar den koffer zonder een woord te zeggen. „Jij zoudt ons het geheim kunnen op helderen, als je maar Ikondct spreken," dacht ik. „Wat verberg je voor ons? Wie wrong de ongelukkige vrouw in je en sloot toen het deksel over zijn misdaad? Was zi] dood of leefde zij nog eventjes, toen jij Tiaar opnaamt? Je zult en moet spreken!" riep een stem in mijn binnenste. Ik ver keerde in koortsachtigo opgewondenheid bij dc gedachte, dat de koffer zelf ons moest helpen zoeken. Plotseling kwam een denkbeeld bij mij op. Ik verzocht den heer Tasset, voor zichtig de plakbriefjes er af te wecken om te zien of wellicht andere daaronder ver borgen waren. Hij haalde zijn schouders op.. Ik geloof, dat bij den koffer niet durfde aanraken. „De mogelijkheid bestaat toch", drong ik bij hem aam „Bedenk ook, dat de zaak nu eenmaal in uw handen is. Welle een voldoening zou het voor u zijn, als ge iets van belang ontdektefc, alvorens de zaak. naar den rechter van instructie gaat. U immers gerechtigd dat te doen, nietwaar „Zeker, volkomen er toe gerechtigd." „Welnu, liaast u dan! Ik lieb er eem voorgevoel van, dat het' de moeite zal loo*- nen." Min of meer schoorvoetend bewilligde hij er in. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 5