25680. LEIDBGH DAG-BLAD, Zaterdag: 1 April. Tweede Blad. Axmol9il.
Brieven van een Leidenaar.
EEN GOEDGEKOZEN GESCHENK.
Finaneieele Causerie.
Gemengd Nieuws.
CCC'L.
Gedane zaken nemen geen keer en na-
geiten bajit niet/' anders zou er een lieele
boom kunnen worden omgezet over de vraag
of de gemeenteraad wel verstandig heeft
gedaan met de concessie tot aanleg en ex
ploitatie van een telephoonnet in de ge
meente Leiden aan de Algemeeno Te^
lepkoonmaatschappij voorheen Ribbink, van
Bork en Co. in 1905 tot 1930 te verlengen.
Ik zeg dit niet, omdat ik eenigerlei be
zwaar heb tegen do wijze, waarop de Maat
schappij zich van haar verplichtingen tegen
over de gemeente en de aangeslotenen
kwijt. Voor zoover ik daarover oordeelen
kan, laat deze niet-s te wenschcn over en
worden de aangeslotenen op uitstekende
.wijze bediend.
Maar wanneer de gemeente in 1905 de
exploitatie zelf ter hand had genomen,
zouden we nu reeds een flinke winst heb
ben kunnen maken.
Ik heb dezer dagen toen ik onder de
nieuw aangeslotenen bijna het cijfer 1100
bereikt zag, nog eens even opgeslagen de
„Ingekomen stukken" en de „Handelingen
mn den gemeenteraad' van het jaar -1903,
toen de nieuwe concessie-voorwaarden zijn
besproken en door den Raad goedgekeurd.
Er was toen slechts een zeer kleine min
derheid twee leden die tot gemeente-
exploitatie wilden overgaan en dit niette
genstaande een deskundige, de heer J. S.
Theunissen, directeur van do gemeentelijke
telephoon te Amsterdam, in een zakelijk
rapport daartoe adviseerde. Men had teen,
als ik het wel heb, ongeveer 700 aangeslote
nen. En nu was de berekening van den
deskundige dat bij behoud van het bestaand
telephoontarief van f 35 en rekenende op
700 aansluitingen het eerste jaar der exploi
tatie' een voordeelig saldo zou opleveren
van f 1300, bij 800 aansluitingen zou dit
f2170, bij £03 f3041, bij 1C00 f3911 en bij
1100 f 4762 bedragen.
B. en Ws. moesten dan ook bekennen dat
na ëersto kennisneming van het rapport
zich een zeer krachtige strooming in hun
college voor overname der telephoon-ex-
ploitatie in eigen beheer deed gevoelen.
Indien zij later weer tot hun oorspronkelijke
meening waren teruggekeerd, was dit m
hoofdzaak te wijten aan de opmerkingen
van den directeur van gemeentewerken, die
heette te zijn gebaseerd op een meerdere
bekendheid met de lokale toestanden. l)e
deskundige was volgens den directe ïr te
optimistisch en hij meende op een veel min
der snelle toename te moeten rekenen.
De Raad schaarde zich in dit opzicht
met B. en Ws. aan de zijde van den direc
teur'' van gemeentewerken en de concessie
is tot aan 1930 verlengd.
Ik'merk alleen nog op dat wij nu onge
veer de 1100 aansluitingen hebben bereikt
en de gemeente nu een j aarlijksche winst
had -kunnen maken van een 4 a f 5000 zon
der dat zooals bij de invoering van een of
andere belasting de ingezetenen of groepen
•van ingezetenen er bijzonder door werden
getroffen.
Doch zooals ik boven zeidegedane zaken
nemen geen keer; wij zitten nu nog tot
1930. er aan vast en wij zullen zien dat het
aantal abonné's nog voortdurend zal ver
meerderen waardoor overneming dooi' de
gemeente een steeds grooter bedrag zal
vorderen.
Want en hierop wilde ik nu de aan
dacht vooral vestigen hoe talrijker de
aansluitingen hoe meer waarde de tele
phoon voor ieder in heb bijzonder krijgt.
ToeD er 700 abonnés waren, kon elk hun
ner slechts 699 anderen bereiken, thans kan
ieder der 1]00 zich met 1099 in telephoni-
sche verbinding stellen, en de behoefte
wordt daardoor steeds grooter. Want het
gaat er ook al weer precies mee als met de
aansluiting aan de Electrische Centrale. Als
de eene neringdoende de telephoon heeft,
dwingt de concurrentie den ander om haar
ook ie nemen. Doet hij dit niet, dan be
loopt hij de kans het bij zijn concurrent, die
wel aangesloten is, het te moeien afleggen-
Meermalen werd nog reeds de vraag ge-
Piet Poel was oen boste jongen. Hij had
een flink, mannelijk voorkomen, hoewel hij
nu juist geen Adonis was. Hij had goede
manieren, was aangenaam cn. geestig in ge
zelschap, werkte flink (hij „zat" voor zijn
laatste examen als arts); hij was een jongen
uit duizenden, maar liij had één gebrek,
in dc eerste plaats lastig voor het meisje
waarmede hij pas kort verloofd was: hij
was namelijk jalocrsch. Ilij kon niet velen,
dat een man Nelly aankeek, veel minder
met haar sprak, laat staan door haar aan
gesproken werd.
En toch had hij er geen reden toe, want
'Nelly was een lief meisje, dat veel van
haar Piet hield. Piet wist dit zelf ook
'goed en nam zich telkens voor zijn gebrek
'te bestrijden, maar toch kon hij geen par
tijtje hijwonen, geen wandeling maken of
'de blik van een mannelijk wezen op Nelly
bracht hem uit zijn humeur.
-i Nelly moest de zachtzinnigheid zelve zijn
jfen het onuitputtelijkst geduld beoefenen, om
hem aan het verstand te brengen, dat „die
I heer met die zwarte snor, die haar zoo
Jaankeek", of „die kerel, die zoo dikwijls
f Voorbij haar raam liep", niets met haar
uitstaande had.
i Op zekeren dag ging hij haar afhalen
yoor een wandeling.
Natuurlijk was zij nog niet klaar- Zij
knoest nog „eventjes" haar hoed opzetten en
(handschoenen aan gaan doen. jiot Piet
steld of ik ook wist dat. bij een zeker maxi
mum van aansluitingen de concessionaris
sen zouden kunnen worden verplicht tot
verlaging van het tarief. Ik heb nu de
concessievoorwaarden er eens op nagelezen
en er alleen deze bepaling daaromtrent ge
vonden.
Indien in een gemeente van nagenoeg
gelijken omvang als Leiden, waar een ge
meentelijke telephoon-installatie bestaat,
minder dan f 35 als abonnementsprijs
wordt geheven, en dit tarief gedurende
minstens drie jaren is volgehouden, zal het
tarief voor Leiden in gelijke mate moeten
worden verlaagd."
Deze bepaling heeft niet bijzonder veel
waarde, dunkt mij. Vooreerst zijn er slechts
weinig gemeenten, die voor deze vergelij
king in aanmerking komen, en dan hangt
daarbij nog alles af van de wijze van exploi
tatie en den ondernemingsgeest en de wel
vaart der bevolking van die plaats. Het
is bijv. bekend dat in plaatsen als Gronin
gen en Haarlem de Electr. Centrale lang
niet zoo goed rendeert als in Leiden, en
de exploitatie van onze Gasfabriek wint het
geloof ik wel van alle andere in ons land.
Zoo kan het ook wel zijn met de telephoon.
Beter had het mij toegeleken dab men
de bepaling had gemaakt of althans er bij
gemaakt, dat ook het getal der -abonnés in
vloed op het tarief werd gegeven.
Maar waar dit niet zoo is, hangen wij tot
1930 geheel af van heb inzicht der conces-
sionnarfssen zelf, en dat inzicht zal hoofd
zakelijk geleid worden door financieele
overwegingen. En nu dunkt mij uat ook in
het financieel belang der felephoon-maat-
schappij een verlaging van het tarief tot
bijv. f 30 wel gewenscht zou zijn.
Daardoor toch zou men bij do groepen
van aangeslotenen, een nieuwe categorie
voegen, voor wie een bedrag van f35 te
hoog is. Het aantal abonnés, dat naar ik
veronderstel bij het tegenwoordig tarief
weldra haar maximum heeft bereikt, zou
dan ongetwijfeld weder een b?langrijken
sprong omhoog doen.
Bovendien zullen concessionnarissen den
abonnés en dus de gemeente, die de con
cessie verleende, daarmede een belangrij
ken dienst bewijzen. De Telephoonmaat-
sbhappij, die, dit dient erkend, haar ver
plichtingen tegenover de aangeslotenen op
uitnemende wijza nakomt, wier toestellen
naar de eischen van den tijd zijn ingericht
en wier personeel zijn taak op loffelijke wij
ze vervult, zou door een tariefsverlaging
de gemeente Leiden en haar ingezetenen
zeer aan zich verplichten.
'Wellicht zijn er menschen van invloed in
de gemeente, die daarover eens met de
directie willen praten. Als wij het zoover
zouden kunnen krijgen, zou dit voor de
gemeente een belangrijke verbetering zijn.
De uitgave van het jaarlijksche verslag
der Corporation of Foreign Bondholders te
Londen geeft ons aanleiding, bij totale af
wezigheid van eenig vermeldenswaardig
feit ten opzichte, der fondsenmarkten een
en ander te vertellen uit dit merkwaardige
boek.
De Corporatie werd opgericht in 't jaar
1868 en 't bestuur bestaat- thans uit 21 le
den, waarvan de Centrale associatie van
Bankiers er 6L de Londensche Kamer van
Koophandel eveneens 6 leden kiest, ter
wijl de resteerende 9 leden door de 12 an
deren worden gekozen. Het doel der Ver-
eeniging is te waken voor de belangen van
de houders van buitenlandsche fondsen.
Daartoe benoemt zij, in geval van betalings
moeilijkheden of faillissement van een bui -
tenlandschen staat, 'n comité, waaraan dan
eenige bestuursleden der Corporatie wor
den toegevoegd. Zij is zoo langzamerhand
zeer bedreven geraakt in 't voeren van on
derhandelingen en heeft haar hulp verleend
in 't arrangeeren van schulden tot een
totaal bedrag van een milliard pond ster
ling. Nog steeds heeft zij een woordje mee
te spreken in 't beheer van de Egyptische,
Turksohe en Grieksche Staatsschulden, om
niet te spreken van haar optreden tegen
Spanje en Portugal, maar haar hoofdter
rein ligt tooh altijd in Zuid-Amerika. Het
zou ons te ver voeren om 't 418 pagina's
dikke boek geheel door te gaan en daarom
willen wij. ons bepalen tot een greep uit dit
overvloedige materiaal en kiezen daartoo
Mexico, dat nu al eenige tientallen jaren
tot de fatsoenlijke leden der gemeenschap
gerekend wordt en zijn 5 pCt. leening
pl.nx pari genoteerd eiet, ondanks den
opstand. De schuld van- Mexico bedroeg
op 31 Dec. 1910 30,412,718 pd.st., in bui
tenlandsche en Pesos 137,849,153 in binncn-
landsche schuld. De oppervlakte van 't
land bedraagt 767.000 vierkante mijlen, de
bevolking (geschat) 15 millioen, waarvan de
stad Mexico er 400.000 telt, terwijl de bui
tenlandsche schuld per hoofd, der bevolking
2 pond 6 pence bedraagt.-
Het jaarverslag geeft de volgende histo
rische gegevens omtrent de door Mexico in
den vreemde gesloten üeeningen:
1824. 5 pCt. leening van .3,200,000 pd. st\,
uitgegeven tegen 58 pCt. in Engeland.
1825. 6 pCt. leening van 3,200,000 pd. st.,
uitgegeven tegen 89% pCt. m Engeland.
Beide leeningen werden noodlijdend van
Oct. 1827 af tot 1831-
1831. De achterstallige rente weTd ge
fundeerd a 62i pCt'. bij de leening van 1824
en ad 75 pCt. bij die van 1825, in nieuwe
schuld, die rente zou dragen van 1 April
1836 af.
1837—9, alle uitstaande leeningen werden
geconsolideerd in een nieuwe leening van
9,247,378 pd. st., waarvan de helft zou be
staan uit: obligatiën mét 5 pCt. rentegenot
van October 1837 af en de andere helft met
rentegenot ingaande 10 jaren later.
1846. De geheele buiieotandsche schuld
werd geconsolideerd in een leening van
10,241,650, met onderpand van een vijfde
der tolrechten van de havens Tampico en
Vera Cruz, de tabaksbelasting en de uit
voerrechten op zilver. Dit: besluit zou in
werking treden op 1 Januari 1847, doch
deed dit nooit wegens den oorlog met de
Vereenigde Staten.
185051. Nieuwe 3 pCt'. obligation wer
den uitgereikt tegen.de bestaande schuld
brieven. De interest gedurende de eerste
3 jaren werd echter over 10 jaren verdeeld,
waarna 'alle betalingen ophielden. In Juli
1863 bedroeg de achterstallige interest
2,918,870 pd st.
1864. In betaling der achterstallige rente
werden nieuwe 3 pCt. obligation uitgege
ven. De interestbetaling werd gestaakt
in 1867.
18645. 6 pCt. leening van Maximiliaan,
groot 12,365,000 pd. st., uitgegeven k 63
pC-t'. in Londen en Parijs, ten einde het
keizerrijk op te houden tegen de Republi-
keinsche partij, ten tijde der Fransche in
terventie. In 1865 werd dezo leening groo-
tendeels verwisseld tegen obligatiën in de
Loterijleening van 20,000,000 pd. st.. waar
op de Tentebetaling werd gestaakt in 1366.
Toen de Republiek definitief werd hersteld
in 1867, werden beide leeningen gerepu-
dieerd op grond dat' zij waren aangegaan
om de constitutioneel© Regeoring te be
strijden
Nadat toen beslag was gelegd op diverse
gelden, die zich te Parijs bevonden in depót
van 't Mexioaansehe Gouvernement, werd
op deze leeningen pLm. 30 pCt. en 44 pC'b.
respeotievelijk terug betaald.
1886 Geconsolideerde leening, in ruil te
gen uitstaande schuldbrieven behalve die
van 1864. Deze obligatiën droegen 1 pCt.
rente in 1886, l£ pCt. in 1887, 2 pCt. in
1888, 2l pCt. in 1889 en 3 pCt. daarna.
188S. Van dat jaar af heeft Mexico zioli
gerehabiliteerd. En leening werd uitgege
ven groot 10£ millioen pd.st. in Londen,
Berlijn en Amsterdam a 78i pCt., waar
van 6.800.000 pd.st. tegen oude schuld. Het
onderpand bestond uit 20 pCt. der netto
Export en Import rechten. Geconverteerd
in 1899.
1S89. 5 pCt. Tehuantepec Spoorweglee-
ning van 2.700.000 pd.st., uitgegeven in
Londen, Berlijn 77£ pCt. Geconverteerd
in 1899.
1890. 6 pCt. Monterrey en Mexican Gulf
Railway bonds van 6.700.000 doll, uitgege
ven te Amsterdam en Berlijn ad 5 pCt.
Geconverteerd in 5 pCt. Binnenlandsche
schuld.
1890. 6 pOt. Buitenlandsche leening' groot
6.000.000 pd.st., uitgegeven in Amsterdam,
Berlijn en Londen ad 93^ pCt. Gecon
verteerd in 1899.
1893. Dito groot 3.000.000 pd.st. uit
gegeven in Londen 1394.ad 63 pCt. Ge
converteerd in 1899.
1899. 5 pCt). leening ter conversie der lee
ningen van 1888, 1889, 1890 en 1S93, groot
22,700,000 pd. st., zeker gesteld door 62
pGt. der nationale in- en uitvoerrechten.
De leeningen van 1888 en 1890 kregen bij
oonversïe U pCt'.- premie die van 1S93 2
pCt., en die van 1889 1 pCt.
1903. 5 pCt. leening stad Mexico, groot
2,400,000 pd. st., uitgegeven k 85 pCt. in
Januari 1889, ook dezo leening ïs feitelijk
een Staatssohuld.
1904. 4 pCt. goudleening, groot !0 millioen
Amerikaansche dollars, geplaatst; iu Lon
den, New-York, Amsterdam a 94 pCt., tot
intrekking van diverse obligation met hoo-
ger rentetype, vervallende in 19056.
1910. 4 pGt. buiteniandsohe leening, groot
22,200,000, ter convensie der 5 pGtJ. leening
van 1899.
Zooals men uit deze gegevens ziet, is de
geschiedenis der Mexicaansche schuld tus-
schen 1824 en 1838 een voortdurend tobben
en staken geweest. Eerst in het laatste jaar
is de rehabilitatie begonnen, kort nadat
Porfirio Diaz als President aan het bewind
kwam. Wie de durf en het geluk heeft ge
had zijn geld in Mexicanen te beleggen
heeft van 188S af althans, prachtige zaken
geihaakt. Vooral in de OOer jaTen is daarin
veel verdiend, toen men uit de gepubli
ceerdedouane-ontvangsten den vooruit
gang van liet: land kon gadeslaan. Als we nu
nog zeggen, dat de zwarte bladzijden uit
Mexico's financiën nog volstrekt niet do
donkerste pagina's uit het jaarboek der
Council zijn, dan zal men het niet ons eens
zijn, dat deze Vereeniging een nuttig werk
verricht en dat zij daartoe in staat wordt
gesteld, vooral door de bewonderenswaar
dige chicanes der Zuid-Amerikaansche
StatenW.
Het is aan <le gemeente- en
rijkspolitie te Loosduinen eindelijk gelukt,
een hccle bende Haagsohe jongens op te
sporCn, die zich daar aan verschillende
diefstallen van kippen had schuldig ge
maakt. Toen een hunner tot bekentenis
was gebracht, nyerude hij zijn kameraads,
allen jongens tusschen de 9 cn 14 jaar. Ras
hoenders van hooge waarde verkochten zo
bij een poelier voor zeven stuivers. De jon
gens hebben ook een reeks diefstallen in
Den Haag gepleegd.
Te Rot te r dam zijn aan den
Grondh-eerendijk aangehouden do (koopman
II. van W. en de losse werkman A. v. d.
P., beiden wonende in de Peperstraat. Zij
bestuurden een handwagen, beladen met
lompen en afval van papier, en waren daar
mede op weg naar de veerboot „Heen en
Weer", om zioh te laten overzetten. Een
agent van politie hield hen aan, omdat hij
leven in een van de zakken opmerkte. Er
bleken in drie op den wagen geladen zak
ken 24 kippen en een haan verborgen te
zijn. Van de kippen waren er zeven dood.
De aangehoudenen zeggen, dat zij de kip
pen in de drie zakJkcn langs den weg von
den liggen, nabij een koffiehuis te Baren-
drecht.
Men meldt ons' dat de f ir m a
F. Korff Co., Cacaofabrikant© te Ara
sterdam, op 5 April a. s. haar 100-jarig
jubileum denkt te vieren.
Uit Blarioum meldt men aa n
de ,,N. R. Ct.": Burgemeester Hosang, die
Woensdag1 zich in hechtenis moest begeven,
is sedert Maandagnamiddag voortvluchtig.
In do vorige week stierven
bij den heer Van der Zandt te Beusichem
twee kalveren, die op het erf
begraven werden. Gisteren wilde men
de cadavers opgraven om te onder
zoeken, of de dieren aan mond- en klauw
zeer waren gestorven. Men zoekt echter ver-
wel naar Blauchard willen vragen, maar
dat ging niet.
Eindelijk, toen er een pauze in het ge
sprek kwam, vroeg Piet: „Zeg, ken je ook
een Blauchard?"
„Blauchard? Bekende naam! Hoe is zijn
voornaam
Piet zat to boven op zijn stoel en moest
zich geweld aandoen om „Jules" uit te bren
gen.
„Jules Blauchard, zeker, dien ken ik wel,
wel, je bedoelt dion opticien op do Bree-
straat L
„Opticien zei Piet. i 1
„Nu ja, instrumentmaker op zijn Hol-
landschl Nu, wat wou jo daarvan weten?"
„Ach," loog Piet, „ik hij id ge
trouwd met een meisje, dat ik ken, en nu
wilde ik eens weten wat voor een man
het is."
„O, maar dan bedoelen wij niet denzelfden
persoon, want deze is niet getrouwd."
Piet kreeg een rilling over zijn rug.
„Weet je het heel zeker?"
„Heel zeker, hij komt wel in mijn sociëteit,
't is een flinke kerel van om en hij de
dertig; heel zwart.
„Neen, dan is hij het niet", en Piet bracht
het gesprek op iets anders.
Gelukkig mo^st Paul weer gauw weg,
want het ware Piet onmogelijk geweest hem
den geheelen dag bezig te houden.
Toen Paul weg was, zonk Piet wanhopig
in een stoel.
„Niet getrouwd. Dus Nelly schrijft aan
jonge, ongetrouwde heeren. Heel zwart, ja,
daag xasl" jtfok
geofs; men vreest, dat zij „consumable"'
zijn gemaakt.
D e h e c r J. U. S., o p z i c h t e r-m a*
chinist bij de H. IJ.-S.-M., te Zutfen, is
op het stationsemplacement aldaar door een
trein aangereden. Inwendig gekneusd is hij
per draagbaar naar het ziekenhuis ver-*
voord. Zijn toestand was later redelijk.
Te Müh'lhausen, in T h u r i n«
gen, heefteen juffrouw terechtgestaan, wie
ten laste gelegd was, dat zij aan een ge
trouwden man een naamloozen brief had ge«
schreven, waarin zij zijn vrouw beleedigde.i
De brief was niet geschreven, maar samen
gesteld uit letterreeksen, woorden en zin
nen, welke uit kranten geknipt waren. Zelfs
het adres was op zeer vernuftige manier bij
elkaar geknipt'. Toen men huiszoeking bij
haar hield, kwamen de verknipte kranten
voor den dag.
De beklaagde loochende stijf en strak alle
schuld, maar de schepenrechter achtte haar
schuldig on veroordeelde haar tot een
maand gevangenisstraf.
Durand, de secretaris van de
vakvereeniging dèr kolendragers te Havre,
schijnt malende te zijn en is in een zieken
huis in observatie geplaatst. Men zal zich!
herinneren, dat Durand de man is, die in
de gevangenis gezeten heeft en ter dood
veroordeeld werd, omdat hij beschuldigd
werd bij gelegenheid van een staking aan
gehitst te hebben een werkwillige te doo-
den. In de gevangenis gaf Durand reeds
blijken van verstandsverbijstering; hij werd.
in vrijheid gesteld, toen de tegen hem in
gebrachte beschuldiging onhoudbaar bleek'..
De brand in het Kapitool van
den Staat New-York, te Albany, blijft de
gemoederen en pennen in do Vereenigde Sta*
ten bezig houden. Algemeen is men van.
oordeel, dat vooral het verlies van de bi*
hliothcek met de onschatbare en niet te ver*
vangen oude documenten en bescheiden, tö
betreuren valt. Wat het door liet vuur
gehavende kapitool zelf aangaat, dat komt
terecht, al behoorde dat gebouw tot de groots
sto en kostbaarste van de Vereenigde Sta'*
ten. Omtrent het verlies der Staatsbiblio*
theck schrijft de correspondent te New-
York van de Londensche „Daily Telegraph"?
„Waarschijnlijk wel het grootste verlies
is de volkomen vernietiging van de Staats-:
bibliotheek, bevattende 600,000 doelen (an*
dcro berichten spreken van 350,000 dealen),
waaronder het kostbaarste genealogische
werk van de Vereenigde Staten, en verder
relieken en onschatbare documenten, onder,
welke er waren die dateerden van den
aanvang van den onafhankelijkheidsoorlog
(1776). De boekerijen van den Senaat en
van het Huis van Afgevaardigden bevatten.'
duizenden doelen over het recht en de wet
geving, die, evenals een aantal historische
documenten en manuscripten, vernietigd zijn.
Dc totale geldswaarde van deze drie hoeken
rijen kan niet nauwkeurig worden geschat;
maar zij heeft zeker meer bedragen dan,
6,000,000 gulden."
Een telegram aan de „Daily Mail" yult
deze bijzonderheden nog aan:
„Meer dan 200,000 boeken, van welke
zeker do helft niet lean worden vervangen,
verbrandden met ongelooflijke snelheid. Do
verkoolde bladen warrelden neer over een,
uitgestrektheid van ettelijke KM. straal.
Tegen zes uren 's ochtends (do brand Waaj
om 2 uren na middernacht uitgebroken) he-i
gon do zoldering van de vergaderzaal van
het Huis van Afgevaardigden te branden;
en enkele minuten later kwam' een reus*:
achtigc lichtkroon, die verscheiden duizenden'
kilo's woog, naar heneden. De zoldering der,
zaal was een van de duurste posten geweest
hij den bouw van het Kapitool. Men hield,
het in den aanvang voor massief eikenhout;
maar later werd ontdekt, dat het slechts imi*
tatio eikenhout was, uitgevoerd in papier*
maclié. Spoedig hingen de papier-maché.stroo*
ken, die door liet water waren losgeweekt,
naar heneden.
De staatsie-trap in het Kapit-ool, die bij
den aanleg circa 3.750,000 gulden had ge*
kost cn die onder de schoonste ter wereld]
werd gerekend, werd daarna een prcoi der
vlammen, te gelijk met de kostbare hi sto*
trische bustes, reliefs cn portretten. De gla*
zen koepel stortte met een vervaarlijk ge*
kraak in en sleepte den grooten granieten
schoorsteen mee, die door zoldering en vlooi;
radeloos aan zijn eigen lichtblonden liaar*
dos. j
Dien nacht kon hij niet slapen; gedurig
zag hij in vurige letters: „Jules Bla,Ui.
chard." f
De dagen, dip volgden, waTcn voor Piet
de treurigste, die hij ooit beleefd had.
Hij wilde gedurig aan Nelly vragen, wat
zij toch met dien Blauchard had uit iet
staan, maar hij kwam er niet toe-
Nelly merkte wel, dat hom iets hinderde',
maar schreef dit toe aan het op handeu
zijnde examen.
Een week later was Piet jarig. Hij had
er in 't geheel niet aan gedacht, toen 's mor*
gens zijn hospita hem een pak bracht met
veel felicitaties van juffrouw Nelly.
Met een zucht nam Piet het aan en lasl
eveneens zuchtend het liove, hartelijk^
briefje, dat cr hij was. i
Toen ging hij aan het uitpakken en keurdd
de fraaio handwerkjes, die hij anders zoq
bewonderde, bijna geen blik waardig. I i
Eindelijk was do doos leeg, maar wip
beschrijft Piets verbazing en vreugde, toen' f
hij een microscoop zag, waarnaar hij zoor j
verlangdo, gewikkeld in een vloeipapier, dat
bedrukt was: Jules Blauchard, Fabrikant
van Physischo en Optische Instrumenten,'
Elcetrische schellen, enz. 15 Breostraafy
Volgde de plaatsnaam»
Nelly wcnschte zich gelulc, dat ze zoon
goede keus had gehad voor een cadeau jnOt
dien microscoop, want Piet was met geenj
enkel geschenk ooit zoo blij geweest.
- --ie"
daarom in de voorkamer, waar niemand
anders was. "Wachtend liep Piet de kamer
op en neer en kwam terecht voor Nelly's
werkmandje, dat op een open tafeltje bij
het raam stond. Gedachteloos lichtte hij
het deksel op en zag een rose enveloppe
liggen. Onverschillig las hij het adres en
zijn haren rezen te berge. Er stond in Nelly's
net schrift: Den Weled. Hoer Jules Blau-
qard, Breestraat 15. En dan de plaatsnaam.
Piet slingerde den brief van zich af, alsof
-het een slang was. Zoo, dus Nelly schreef
aan een heer!
Ja, die naam klonk ook mooier dan Piet
Poel. Jules! Juist een naam voor een
meisje om mëo te dwepen! En den Blau
chard, ook al Fransch! Maar hij zal liet
haar dadelijk vragen, als zij beneden komt,
direct! Daar blies het duiveltje der jaloezie
hem in: „Vraag haar niets, zij zal een
uitvlucht verzinnenzie liever te weten
te komen, wie die man is
Piet deed den brief in het mandje en
stond met een nurksch gezicht voor het
raam, toen Nelly beneden kwam.
„Nu, zal ik eens opletten of zij er aan
denkt, dat die brief in haar werkmandje
ligt", dacht hij; en werkelijk. Nelly schom
melde er in, en mompelde iets van „een
schortje zoeken" en keek tersluiks met een
blos op het gelaat naar Piet, terwijl zij
den brief gauw in haar zak stopte- Piet
deed of hij niets zag, maar was dien heelen
dag uit zijn humeur, en of Nelly al vroeg:
„Piet, wat scheelt er aan? Ben je niets
goed? zjj kreeg slechts cj>i} kortj „Ik heb
hoofdpijn" ten antwoord». v<v.^
„Wel, jongen," zei ze, „je studeert te hard",
en vriendelijk vervolgde zij„Je moet jo
wat ontzien, hoor!"
„Wat een valschheid", dacht Piet, en na
een korte, niet prettige wandeling, zat hij
weer op zijn kamer; erg ontstemd, cn ja
locrsch zooals hij nog nooit geweest was!
„Wie kan die vreemde heer toch zijn,"
dacht liij. Ik heb dien naam nooit gehoord.
Wat stopte zij dien brief gauw in haar
zak!"
„Maar," dacht hij weer, „misschien is het
een familielid. !£k zal het haar morgen
vragen; die lieve Nelly, wat was ik van
middag onhebbelijk, ik zal haar gauw dien
armband koopen, dien ze laatst zoo mooi
vond. En Piet was al op straat. Daar liep
hij tegen Nelly's broar ,aan. „Heila, Piet,
ik kwam jo net halen. Ga je mee een
borrel drinken
„Welja, dat kan ik wel doen, dan kan
ik straks dien armband wel koopen," dacht
Piet.
Nauwelijks op weg, vraagt hij aan zijn
metgezel: „Zeg, Anton, is jouw familie ge
parenteerd aan de Blauehards?"
„Nooit van gehoord. Waarom vraag je
dat?"
„O, er werd laatst over gesproken," mom
pelde Piet, cn sprak over wat landers, maar
zijn humeur was voor dien dag bedorven,
en Nelly kreeg geen armband.
Den volgenden dag kreeg Piet bezoek van
een oud schoolkameraad, Paul van Dijk,
uit de stad, wau.r die Jules woonde-
Zoodra Paul gezeten was, had hij hem