25680. LEIDBGH DAG-BLAD, Zaterdag: 1 April. Tweede Blad. Axmol9il. Brieven van een Leidenaar. EEN GOEDGEKOZEN GESCHENK. Finaneieele Causerie. Gemengd Nieuws. CCC'L. Gedane zaken nemen geen keer en na- geiten bajit niet/' anders zou er een lieele boom kunnen worden omgezet over de vraag of de gemeenteraad wel verstandig heeft gedaan met de concessie tot aanleg en ex ploitatie van een telephoonnet in de ge meente Leiden aan de Algemeeno Te^ lepkoonmaatschappij voorheen Ribbink, van Bork en Co. in 1905 tot 1930 te verlengen. Ik zeg dit niet, omdat ik eenigerlei be zwaar heb tegen do wijze, waarop de Maat schappij zich van haar verplichtingen tegen over de gemeente en de aangeslotenen kwijt. Voor zoover ik daarover oordeelen kan, laat deze niet-s te wenschcn over en worden de aangeslotenen op uitstekende .wijze bediend. Maar wanneer de gemeente in 1905 de exploitatie zelf ter hand had genomen, zouden we nu reeds een flinke winst heb ben kunnen maken. Ik heb dezer dagen toen ik onder de nieuw aangeslotenen bijna het cijfer 1100 bereikt zag, nog eens even opgeslagen de „Ingekomen stukken" en de „Handelingen mn den gemeenteraad' van het jaar -1903, toen de nieuwe concessie-voorwaarden zijn besproken en door den Raad goedgekeurd. Er was toen slechts een zeer kleine min derheid twee leden die tot gemeente- exploitatie wilden overgaan en dit niette genstaande een deskundige, de heer J. S. Theunissen, directeur van do gemeentelijke telephoon te Amsterdam, in een zakelijk rapport daartoe adviseerde. Men had teen, als ik het wel heb, ongeveer 700 aangeslote nen. En nu was de berekening van den deskundige dat bij behoud van het bestaand telephoontarief van f 35 en rekenende op 700 aansluitingen het eerste jaar der exploi tatie' een voordeelig saldo zou opleveren van f 1300, bij 800 aansluitingen zou dit f2170, bij £03 f3041, bij 1C00 f3911 en bij 1100 f 4762 bedragen. B. en Ws. moesten dan ook bekennen dat na ëersto kennisneming van het rapport zich een zeer krachtige strooming in hun college voor overname der telephoon-ex- ploitatie in eigen beheer deed gevoelen. Indien zij later weer tot hun oorspronkelijke meening waren teruggekeerd, was dit m hoofdzaak te wijten aan de opmerkingen van den directeur van gemeentewerken, die heette te zijn gebaseerd op een meerdere bekendheid met de lokale toestanden. l)e deskundige was volgens den directe ïr te optimistisch en hij meende op een veel min der snelle toename te moeten rekenen. De Raad schaarde zich in dit opzicht met B. en Ws. aan de zijde van den direc teur'' van gemeentewerken en de concessie is tot aan 1930 verlengd. Ik'merk alleen nog op dat wij nu onge veer de 1100 aansluitingen hebben bereikt en de gemeente nu een j aarlijksche winst had -kunnen maken van een 4 a f 5000 zon der dat zooals bij de invoering van een of andere belasting de ingezetenen of groepen •van ingezetenen er bijzonder door werden getroffen. Doch zooals ik boven zeidegedane zaken nemen geen keer; wij zitten nu nog tot 1930. er aan vast en wij zullen zien dat het aantal abonné's nog voortdurend zal ver meerderen waardoor overneming dooi' de gemeente een steeds grooter bedrag zal vorderen. Want en hierop wilde ik nu de aan dacht vooral vestigen hoe talrijker de aansluitingen hoe meer waarde de tele phoon voor ieder in heb bijzonder krijgt. ToeD er 700 abonnés waren, kon elk hun ner slechts 699 anderen bereiken, thans kan ieder der 1]00 zich met 1099 in telephoni- sche verbinding stellen, en de behoefte wordt daardoor steeds grooter. Want het gaat er ook al weer precies mee als met de aansluiting aan de Electrische Centrale. Als de eene neringdoende de telephoon heeft, dwingt de concurrentie den ander om haar ook ie nemen. Doet hij dit niet, dan be loopt hij de kans het bij zijn concurrent, die wel aangesloten is, het te moeien afleggen- Meermalen werd nog reeds de vraag ge- Piet Poel was oen boste jongen. Hij had een flink, mannelijk voorkomen, hoewel hij nu juist geen Adonis was. Hij had goede manieren, was aangenaam cn. geestig in ge zelschap, werkte flink (hij „zat" voor zijn laatste examen als arts); hij was een jongen uit duizenden, maar liij had één gebrek, in dc eerste plaats lastig voor het meisje waarmede hij pas kort verloofd was: hij was namelijk jalocrsch. Ilij kon niet velen, dat een man Nelly aankeek, veel minder met haar sprak, laat staan door haar aan gesproken werd. En toch had hij er geen reden toe, want 'Nelly was een lief meisje, dat veel van haar Piet hield. Piet wist dit zelf ook 'goed en nam zich telkens voor zijn gebrek 'te bestrijden, maar toch kon hij geen par tijtje hijwonen, geen wandeling maken of 'de blik van een mannelijk wezen op Nelly bracht hem uit zijn humeur. -i Nelly moest de zachtzinnigheid zelve zijn jfen het onuitputtelijkst geduld beoefenen, om hem aan het verstand te brengen, dat „die I heer met die zwarte snor, die haar zoo Jaankeek", of „die kerel, die zoo dikwijls f Voorbij haar raam liep", niets met haar uitstaande had. i Op zekeren dag ging hij haar afhalen yoor een wandeling. Natuurlijk was zij nog niet klaar- Zij knoest nog „eventjes" haar hoed opzetten en (handschoenen aan gaan doen. jiot Piet steld of ik ook wist dat. bij een zeker maxi mum van aansluitingen de concessionaris sen zouden kunnen worden verplicht tot verlaging van het tarief. Ik heb nu de concessievoorwaarden er eens op nagelezen en er alleen deze bepaling daaromtrent ge vonden. Indien in een gemeente van nagenoeg gelijken omvang als Leiden, waar een ge meentelijke telephoon-installatie bestaat, minder dan f 35 als abonnementsprijs wordt geheven, en dit tarief gedurende minstens drie jaren is volgehouden, zal het tarief voor Leiden in gelijke mate moeten worden verlaagd." Deze bepaling heeft niet bijzonder veel waarde, dunkt mij. Vooreerst zijn er slechts weinig gemeenten, die voor deze vergelij king in aanmerking komen, en dan hangt daarbij nog alles af van de wijze van exploi tatie en den ondernemingsgeest en de wel vaart der bevolking van die plaats. Het is bijv. bekend dat in plaatsen als Gronin gen en Haarlem de Electr. Centrale lang niet zoo goed rendeert als in Leiden, en de exploitatie van onze Gasfabriek wint het geloof ik wel van alle andere in ons land. Zoo kan het ook wel zijn met de telephoon. Beter had het mij toegeleken dab men de bepaling had gemaakt of althans er bij gemaakt, dat ook het getal der -abonnés in vloed op het tarief werd gegeven. Maar waar dit niet zoo is, hangen wij tot 1930 geheel af van heb inzicht der conces- sionnarfssen zelf, en dat inzicht zal hoofd zakelijk geleid worden door financieele overwegingen. En nu dunkt mij uat ook in het financieel belang der felephoon-maat- schappij een verlaging van het tarief tot bijv. f 30 wel gewenscht zou zijn. Daardoor toch zou men bij do groepen van aangeslotenen, een nieuwe categorie voegen, voor wie een bedrag van f35 te hoog is. Het aantal abonnés, dat naar ik veronderstel bij het tegenwoordig tarief weldra haar maximum heeft bereikt, zou dan ongetwijfeld weder een b?langrijken sprong omhoog doen. Bovendien zullen concessionnarissen den abonnés en dus de gemeente, die de con cessie verleende, daarmede een belangrij ken dienst bewijzen. De Telephoonmaat- sbhappij, die, dit dient erkend, haar ver plichtingen tegenover de aangeslotenen op uitnemende wijza nakomt, wier toestellen naar de eischen van den tijd zijn ingericht en wier personeel zijn taak op loffelijke wij ze vervult, zou door een tariefsverlaging de gemeente Leiden en haar ingezetenen zeer aan zich verplichten. 'Wellicht zijn er menschen van invloed in de gemeente, die daarover eens met de directie willen praten. Als wij het zoover zouden kunnen krijgen, zou dit voor de gemeente een belangrijke verbetering zijn. De uitgave van het jaarlijksche verslag der Corporation of Foreign Bondholders te Londen geeft ons aanleiding, bij totale af wezigheid van eenig vermeldenswaardig feit ten opzichte, der fondsenmarkten een en ander te vertellen uit dit merkwaardige boek. De Corporatie werd opgericht in 't jaar 1868 en 't bestuur bestaat- thans uit 21 le den, waarvan de Centrale associatie van Bankiers er 6L de Londensche Kamer van Koophandel eveneens 6 leden kiest, ter wijl de resteerende 9 leden door de 12 an deren worden gekozen. Het doel der Ver- eeniging is te waken voor de belangen van de houders van buitenlandsche fondsen. Daartoe benoemt zij, in geval van betalings moeilijkheden of faillissement van een bui - tenlandschen staat, 'n comité, waaraan dan eenige bestuursleden der Corporatie wor den toegevoegd. Zij is zoo langzamerhand zeer bedreven geraakt in 't voeren van on derhandelingen en heeft haar hulp verleend in 't arrangeeren van schulden tot een totaal bedrag van een milliard pond ster ling. Nog steeds heeft zij een woordje mee te spreken in 't beheer van de Egyptische, Turksohe en Grieksche Staatsschulden, om niet te spreken van haar optreden tegen Spanje en Portugal, maar haar hoofdter rein ligt tooh altijd in Zuid-Amerika. Het zou ons te ver voeren om 't 418 pagina's dikke boek geheel door te gaan en daarom willen wij. ons bepalen tot een greep uit dit overvloedige materiaal en kiezen daartoo Mexico, dat nu al eenige tientallen jaren tot de fatsoenlijke leden der gemeenschap gerekend wordt en zijn 5 pCt. leening pl.nx pari genoteerd eiet, ondanks den opstand. De schuld van- Mexico bedroeg op 31 Dec. 1910 30,412,718 pd.st., in bui tenlandsche en Pesos 137,849,153 in binncn- landsche schuld. De oppervlakte van 't land bedraagt 767.000 vierkante mijlen, de bevolking (geschat) 15 millioen, waarvan de stad Mexico er 400.000 telt, terwijl de bui tenlandsche schuld per hoofd, der bevolking 2 pond 6 pence bedraagt.- Het jaarverslag geeft de volgende histo rische gegevens omtrent de door Mexico in den vreemde gesloten üeeningen: 1824. 5 pCt. leening van .3,200,000 pd. st\, uitgegeven tegen 58 pCt. in Engeland. 1825. 6 pCt. leening van 3,200,000 pd. st., uitgegeven tegen 89% pCt. m Engeland. Beide leeningen werden noodlijdend van Oct. 1827 af tot 1831- 1831. De achterstallige rente weTd ge fundeerd a 62i pCt'. bij de leening van 1824 en ad 75 pCt. bij die van 1825, in nieuwe schuld, die rente zou dragen van 1 April 1836 af. 1837—9, alle uitstaande leeningen werden geconsolideerd in een nieuwe leening van 9,247,378 pd. st., waarvan de helft zou be staan uit: obligatiën mét 5 pCt. rentegenot van October 1837 af en de andere helft met rentegenot ingaande 10 jaren later. 1846. De geheele buiieotandsche schuld werd geconsolideerd in een leening van 10,241,650, met onderpand van een vijfde der tolrechten van de havens Tampico en Vera Cruz, de tabaksbelasting en de uit voerrechten op zilver. Dit: besluit zou in werking treden op 1 Januari 1847, doch deed dit nooit wegens den oorlog met de Vereenigde Staten. 185051. Nieuwe 3 pCt'. obligation wer den uitgereikt tegen.de bestaande schuld brieven. De interest gedurende de eerste 3 jaren werd echter over 10 jaren verdeeld, waarna 'alle betalingen ophielden. In Juli 1863 bedroeg de achterstallige interest 2,918,870 pd st. 1864. In betaling der achterstallige rente werden nieuwe 3 pCt. obligation uitgege ven. De interestbetaling werd gestaakt in 1867. 18645. 6 pCt. leening van Maximiliaan, groot 12,365,000 pd. st., uitgegeven k 63 pC-t'. in Londen en Parijs, ten einde het keizerrijk op te houden tegen de Republi- keinsche partij, ten tijde der Fransche in terventie. In 1865 werd dezo leening groo- tendeels verwisseld tegen obligatiën in de Loterijleening van 20,000,000 pd. st.. waar op de Tentebetaling werd gestaakt in 1366. Toen de Republiek definitief werd hersteld in 1867, werden beide leeningen gerepu- dieerd op grond dat' zij waren aangegaan om de constitutioneel© Regeoring te be strijden Nadat toen beslag was gelegd op diverse gelden, die zich te Parijs bevonden in depót van 't Mexioaansehe Gouvernement, werd op deze leeningen pLm. 30 pCt. en 44 pC'b. respeotievelijk terug betaald. 1886 Geconsolideerde leening, in ruil te gen uitstaande schuldbrieven behalve die van 1864. Deze obligatiën droegen 1 pCt. rente in 1886, l£ pCt. in 1887, 2 pCt. in 1888, 2l pCt. in 1889 en 3 pCt. daarna. 188S. Van dat jaar af heeft Mexico zioli gerehabiliteerd. En leening werd uitgege ven groot 10£ millioen pd.st. in Londen, Berlijn en Amsterdam a 78i pCt., waar van 6.800.000 pd.st. tegen oude schuld. Het onderpand bestond uit 20 pCt. der netto Export en Import rechten. Geconverteerd in 1899. 1S89. 5 pCt. Tehuantepec Spoorweglee- ning van 2.700.000 pd.st., uitgegeven in Londen, Berlijn 77£ pCt. Geconverteerd in 1899. 1890. 6 pCt. Monterrey en Mexican Gulf Railway bonds van 6.700.000 doll, uitgege ven te Amsterdam en Berlijn ad 5 pCt. Geconverteerd in 5 pCt. Binnenlandsche schuld. 1890. 6 pOt. Buitenlandsche leening' groot 6.000.000 pd.st., uitgegeven in Amsterdam, Berlijn en Londen ad 93^ pCt. Gecon verteerd in 1899. 1893. Dito groot 3.000.000 pd.st. uit gegeven in Londen 1394.ad 63 pCt. Ge converteerd in 1899. 1899. 5 pCt). leening ter conversie der lee ningen van 1888, 1889, 1890 en 1S93, groot 22,700,000 pd. st., zeker gesteld door 62 pGt. der nationale in- en uitvoerrechten. De leeningen van 1888 en 1890 kregen bij oonversïe U pCt'.- premie die van 1S93 2 pCt., en die van 1889 1 pCt. 1903. 5 pCt. leening stad Mexico, groot 2,400,000 pd. st., uitgegeven k 85 pCt. in Januari 1889, ook dezo leening ïs feitelijk een Staatssohuld. 1904. 4 pCt. goudleening, groot !0 millioen Amerikaansche dollars, geplaatst; iu Lon den, New-York, Amsterdam a 94 pCt., tot intrekking van diverse obligation met hoo- ger rentetype, vervallende in 19056. 1910. 4 pGt. buiteniandsohe leening, groot 22,200,000, ter convensie der 5 pGtJ. leening van 1899. Zooals men uit deze gegevens ziet, is de geschiedenis der Mexicaansche schuld tus- schen 1824 en 1838 een voortdurend tobben en staken geweest. Eerst in het laatste jaar is de rehabilitatie begonnen, kort nadat Porfirio Diaz als President aan het bewind kwam. Wie de durf en het geluk heeft ge had zijn geld in Mexicanen te beleggen heeft van 188S af althans, prachtige zaken geihaakt. Vooral in de OOer jaTen is daarin veel verdiend, toen men uit de gepubli ceerdedouane-ontvangsten den vooruit gang van liet: land kon gadeslaan. Als we nu nog zeggen, dat de zwarte bladzijden uit Mexico's financiën nog volstrekt niet do donkerste pagina's uit het jaarboek der Council zijn, dan zal men het niet ons eens zijn, dat deze Vereeniging een nuttig werk verricht en dat zij daartoe in staat wordt gesteld, vooral door de bewonderenswaar dige chicanes der Zuid-Amerikaansche StatenW. Het is aan <le gemeente- en rijkspolitie te Loosduinen eindelijk gelukt, een hccle bende Haagsohe jongens op te sporCn, die zich daar aan verschillende diefstallen van kippen had schuldig ge maakt. Toen een hunner tot bekentenis was gebracht, nyerude hij zijn kameraads, allen jongens tusschen de 9 cn 14 jaar. Ras hoenders van hooge waarde verkochten zo bij een poelier voor zeven stuivers. De jon gens hebben ook een reeks diefstallen in Den Haag gepleegd. Te Rot te r dam zijn aan den Grondh-eerendijk aangehouden do (koopman II. van W. en de losse werkman A. v. d. P., beiden wonende in de Peperstraat. Zij bestuurden een handwagen, beladen met lompen en afval van papier, en waren daar mede op weg naar de veerboot „Heen en Weer", om zioh te laten overzetten. Een agent van politie hield hen aan, omdat hij leven in een van de zakken opmerkte. Er bleken in drie op den wagen geladen zak ken 24 kippen en een haan verborgen te zijn. Van de kippen waren er zeven dood. De aangehoudenen zeggen, dat zij de kip pen in de drie zakJkcn langs den weg von den liggen, nabij een koffiehuis te Baren- drecht. Men meldt ons' dat de f ir m a F. Korff Co., Cacaofabrikant© te Ara sterdam, op 5 April a. s. haar 100-jarig jubileum denkt te vieren. Uit Blarioum meldt men aa n de ,,N. R. Ct.": Burgemeester Hosang, die Woensdag1 zich in hechtenis moest begeven, is sedert Maandagnamiddag voortvluchtig. In do vorige week stierven bij den heer Van der Zandt te Beusichem twee kalveren, die op het erf begraven werden. Gisteren wilde men de cadavers opgraven om te onder zoeken, of de dieren aan mond- en klauw zeer waren gestorven. Men zoekt echter ver- wel naar Blauchard willen vragen, maar dat ging niet. Eindelijk, toen er een pauze in het ge sprek kwam, vroeg Piet: „Zeg, ken je ook een Blauchard?" „Blauchard? Bekende naam! Hoe is zijn voornaam Piet zat to boven op zijn stoel en moest zich geweld aandoen om „Jules" uit te bren gen. „Jules Blauchard, zeker, dien ken ik wel, wel, je bedoelt dion opticien op do Bree- straat L „Opticien zei Piet. i 1 „Nu ja, instrumentmaker op zijn Hol- landschl Nu, wat wou jo daarvan weten?" „Ach," loog Piet, „ik hij id ge trouwd met een meisje, dat ik ken, en nu wilde ik eens weten wat voor een man het is." „O, maar dan bedoelen wij niet denzelfden persoon, want deze is niet getrouwd." Piet kreeg een rilling over zijn rug. „Weet je het heel zeker?" „Heel zeker, hij komt wel in mijn sociëteit, 't is een flinke kerel van om en hij de dertig; heel zwart. „Neen, dan is hij het niet", en Piet bracht het gesprek op iets anders. Gelukkig mo^st Paul weer gauw weg, want het ware Piet onmogelijk geweest hem den geheelen dag bezig te houden. Toen Paul weg was, zonk Piet wanhopig in een stoel. „Niet getrouwd. Dus Nelly schrijft aan jonge, ongetrouwde heeren. Heel zwart, ja, daag xasl" jtfok geofs; men vreest, dat zij „consumable"' zijn gemaakt. D e h e c r J. U. S., o p z i c h t e r-m a* chinist bij de H. IJ.-S.-M., te Zutfen, is op het stationsemplacement aldaar door een trein aangereden. Inwendig gekneusd is hij per draagbaar naar het ziekenhuis ver-* voord. Zijn toestand was later redelijk. Te Müh'lhausen, in T h u r i n« gen, heefteen juffrouw terechtgestaan, wie ten laste gelegd was, dat zij aan een ge trouwden man een naamloozen brief had ge« schreven, waarin zij zijn vrouw beleedigde.i De brief was niet geschreven, maar samen gesteld uit letterreeksen, woorden en zin nen, welke uit kranten geknipt waren. Zelfs het adres was op zeer vernuftige manier bij elkaar geknipt'. Toen men huiszoeking bij haar hield, kwamen de verknipte kranten voor den dag. De beklaagde loochende stijf en strak alle schuld, maar de schepenrechter achtte haar schuldig on veroordeelde haar tot een maand gevangenisstraf. Durand, de secretaris van de vakvereeniging dèr kolendragers te Havre, schijnt malende te zijn en is in een zieken huis in observatie geplaatst. Men zal zich! herinneren, dat Durand de man is, die in de gevangenis gezeten heeft en ter dood veroordeeld werd, omdat hij beschuldigd werd bij gelegenheid van een staking aan gehitst te hebben een werkwillige te doo- den. In de gevangenis gaf Durand reeds blijken van verstandsverbijstering; hij werd. in vrijheid gesteld, toen de tegen hem in gebrachte beschuldiging onhoudbaar bleek'.. De brand in het Kapitool van den Staat New-York, te Albany, blijft de gemoederen en pennen in do Vereenigde Sta* ten bezig houden. Algemeen is men van. oordeel, dat vooral het verlies van de bi* hliothcek met de onschatbare en niet te ver* vangen oude documenten en bescheiden, tö betreuren valt. Wat het door liet vuur gehavende kapitool zelf aangaat, dat komt terecht, al behoorde dat gebouw tot de groots sto en kostbaarste van de Vereenigde Sta'* ten. Omtrent het verlies der Staatsbiblio* theck schrijft de correspondent te New- York van de Londensche „Daily Telegraph"? „Waarschijnlijk wel het grootste verlies is de volkomen vernietiging van de Staats-: bibliotheek, bevattende 600,000 doelen (an* dcro berichten spreken van 350,000 dealen), waaronder het kostbaarste genealogische werk van de Vereenigde Staten, en verder relieken en onschatbare documenten, onder, welke er waren die dateerden van den aanvang van den onafhankelijkheidsoorlog (1776). De boekerijen van den Senaat en van het Huis van Afgevaardigden bevatten.' duizenden doelen over het recht en de wet geving, die, evenals een aantal historische documenten en manuscripten, vernietigd zijn. Dc totale geldswaarde van deze drie hoeken rijen kan niet nauwkeurig worden geschat; maar zij heeft zeker meer bedragen dan, 6,000,000 gulden." Een telegram aan de „Daily Mail" yult deze bijzonderheden nog aan: „Meer dan 200,000 boeken, van welke zeker do helft niet lean worden vervangen, verbrandden met ongelooflijke snelheid. Do verkoolde bladen warrelden neer over een, uitgestrektheid van ettelijke KM. straal. Tegen zes uren 's ochtends (do brand Waaj om 2 uren na middernacht uitgebroken) he-i gon do zoldering van de vergaderzaal van het Huis van Afgevaardigden te branden; en enkele minuten later kwam' een reus*: achtigc lichtkroon, die verscheiden duizenden' kilo's woog, naar heneden. De zoldering der, zaal was een van de duurste posten geweest hij den bouw van het Kapitool. Men hield, het in den aanvang voor massief eikenhout; maar later werd ontdekt, dat het slechts imi* tatio eikenhout was, uitgevoerd in papier* maclié. Spoedig hingen de papier-maché.stroo* ken, die door liet water waren losgeweekt, naar heneden. De staatsie-trap in het Kapit-ool, die bij den aanleg circa 3.750,000 gulden had ge* kost cn die onder de schoonste ter wereld] werd gerekend, werd daarna een prcoi der vlammen, te gelijk met de kostbare hi sto* trische bustes, reliefs cn portretten. De gla* zen koepel stortte met een vervaarlijk ge* kraak in en sleepte den grooten granieten schoorsteen mee, die door zoldering en vlooi; radeloos aan zijn eigen lichtblonden liaar* dos. j Dien nacht kon hij niet slapen; gedurig zag hij in vurige letters: „Jules Bla,Ui. chard." f De dagen, dip volgden, waTcn voor Piet de treurigste, die hij ooit beleefd had. Hij wilde gedurig aan Nelly vragen, wat zij toch met dien Blauchard had uit iet staan, maar hij kwam er niet toe- Nelly merkte wel, dat hom iets hinderde', maar schreef dit toe aan het op handeu zijnde examen. Een week later was Piet jarig. Hij had er in 't geheel niet aan gedacht, toen 's mor* gens zijn hospita hem een pak bracht met veel felicitaties van juffrouw Nelly. Met een zucht nam Piet het aan en lasl eveneens zuchtend het liove, hartelijk^ briefje, dat cr hij was. i Toen ging hij aan het uitpakken en keurdd de fraaio handwerkjes, die hij anders zoq bewonderde, bijna geen blik waardig. I i Eindelijk was do doos leeg, maar wip beschrijft Piets verbazing en vreugde, toen' f hij een microscoop zag, waarnaar hij zoor j verlangdo, gewikkeld in een vloeipapier, dat bedrukt was: Jules Blauchard, Fabrikant van Physischo en Optische Instrumenten,' Elcetrische schellen, enz. 15 Breostraafy Volgde de plaatsnaam» Nelly wcnschte zich gelulc, dat ze zoon goede keus had gehad voor een cadeau jnOt dien microscoop, want Piet was met geenj enkel geschenk ooit zoo blij geweest. - --ie" daarom in de voorkamer, waar niemand anders was. "Wachtend liep Piet de kamer op en neer en kwam terecht voor Nelly's werkmandje, dat op een open tafeltje bij het raam stond. Gedachteloos lichtte hij het deksel op en zag een rose enveloppe liggen. Onverschillig las hij het adres en zijn haren rezen te berge. Er stond in Nelly's net schrift: Den Weled. Hoer Jules Blau- qard, Breestraat 15. En dan de plaatsnaam. Piet slingerde den brief van zich af, alsof -het een slang was. Zoo, dus Nelly schreef aan een heer! Ja, die naam klonk ook mooier dan Piet Poel. Jules! Juist een naam voor een meisje om mëo te dwepen! En den Blau chard, ook al Fransch! Maar hij zal liet haar dadelijk vragen, als zij beneden komt, direct! Daar blies het duiveltje der jaloezie hem in: „Vraag haar niets, zij zal een uitvlucht verzinnenzie liever te weten te komen, wie die man is Piet deed den brief in het mandje en stond met een nurksch gezicht voor het raam, toen Nelly beneden kwam. „Nu, zal ik eens opletten of zij er aan denkt, dat die brief in haar werkmandje ligt", dacht hij; en werkelijk. Nelly schom melde er in, en mompelde iets van „een schortje zoeken" en keek tersluiks met een blos op het gelaat naar Piet, terwijl zij den brief gauw in haar zak stopte- Piet deed of hij niets zag, maar was dien heelen dag uit zijn humeur, en of Nelly al vroeg: „Piet, wat scheelt er aan? Ben je niets goed? zjj kreeg slechts cj>i} kortj „Ik heb hoofdpijn" ten antwoord». v<v.^ „Wel, jongen," zei ze, „je studeert te hard", en vriendelijk vervolgde zij„Je moet jo wat ontzien, hoor!" „Wat een valschheid", dacht Piet, en na een korte, niet prettige wandeling, zat hij weer op zijn kamer; erg ontstemd, cn ja locrsch zooals hij nog nooit geweest was! „Wie kan die vreemde heer toch zijn," dacht liij. Ik heb dien naam nooit gehoord. Wat stopte zij dien brief gauw in haar zak!" „Maar," dacht hij weer, „misschien is het een familielid. !£k zal het haar morgen vragen; die lieve Nelly, wat was ik van middag onhebbelijk, ik zal haar gauw dien armband koopen, dien ze laatst zoo mooi vond. En Piet was al op straat. Daar liep hij tegen Nelly's broar ,aan. „Heila, Piet, ik kwam jo net halen. Ga je mee een borrel drinken „Welja, dat kan ik wel doen, dan kan ik straks dien armband wel koopen," dacht Piet. Nauwelijks op weg, vraagt hij aan zijn metgezel: „Zeg, Anton, is jouw familie ge parenteerd aan de Blauehards?" „Nooit van gehoord. Waarom vraag je dat?" „O, er werd laatst over gesproken," mom pelde Piet, cn sprak over wat landers, maar zijn humeur was voor dien dag bedorven, en Nelly kreeg geen armband. Den volgenden dag kreeg Piet bezoek van een oud schoolkameraad, Paul van Dijk, uit de stad, wau.r die Jules woonde- Zoodra Paul gezeten was, had hij hem

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 9