De kleedjj der Engelsche koningin.
Vroege aardappelen.
De olie in bet Oosten.
Zenuwachtige kinderen.
ïn het Londensche Budrfngham-Paleifl, de
residentie yan koning George V van En*
geland en zijn gemalin, grenst aan de
kleedkamer van koningin Mary een groote
ruimte, die niets anders dan zeer groote,
aan de wanden geplaatste mahoniehouten
kasten bevat. In deze kasten bevinden zich
'de kleden der Koningin, zoowel de kost
bare staats- en ontvangtoiletteu, als de
eenvoudige kostumes, welke voor het dage-
lijksch. .gebruik dienen.
Een kamenier, bijgestaan door twee help-
Ötere, is belast met de zorg voor deze uit
gebreide kleerkast- Aan den avond van
iederen dag wordt de kamenier schriftelijk
medegedeeld, welk kleed de Koningin den
volgenden morgen wenscht te dragen en hoe
laat het in de kleedkamer gereed moet
liggen. Het kleed wordt door een getal aan
geduid, want de kleeden zijn door nummers
aangeduid, om het plaatsen en vinden in
de kasten te vergemakkelijken. Er wordt
nauwkeurig boek gehouden van de tijdstip
pen, waarop de kleeren gijn geleverd, en van
de dagen, waarop ze zijn gebruikt De regel
is, $lat de Koningin een kleed zes maanden
houdt en het ongeveer achttienmaal draagt
Dan wordt het geplaatst in een kast, die
voor het voorloopig bewaren der afgelegde
kleeren .bestemd is. Tweemaal per jaar wor
den deze afgelegde kleeren voor den dag
gehaald, om weggegeven of verkooht te
worden. De opbrengst van den verkoop
wordt voor weldadige doeleinden aange
wend en de Londensche firma, die met den
verkoop wordt belast, verplicht zich er
voor zorg te dragen, dat de kleeren niet in
Londen blijven, maar buiten de stad een
plaats vinden. Deze maatregel is ingevoerd
nadat koningin Alexandra, die op dezelfde
manier haar „afgedragen" kleeren van de
hand deed, bij een feestelijke gelegenheid
een dame tegenover zich zag zitten, die
een kleed droeg, jdat zij voor kort gedra
gen had en dat de meeste jnanwezigen her
kenden.
Koningin jMary is niet onder schitterende
Omstandigheden .opgegroeid en wordt voor
zeer zuinig gehouden. Maar de plichten,
welke pp haar rusten, zijn zóó veelvuldig,
dat haar toiletbudget een aanzienlijk bedrag
aanwijst. ^Wanneer zij het plan heeft haar
garderobe jrit te breiden, dan wordt den
tailleur, die de toiletten der Koningin le
vert, medegedeeld, dat de Koningin op een
bepaalden dag wenscht te „verschijnen",
waarbij het uur nauwkeurig wordt aange
geven en tevens de soort van kleed, die zij
wenscht. In een afzonderlijke ruimte van
het atelier wordt de Koningin ontvangen en
warden haar de verschillende modellen voor
gelegd. De Koningin kiest er een en geeft
de .veranderingen aan, welke zij wenscht.
Haar bevelen worden stenografisch ge
schreven en haar dan voorgelezen.
Het .aanpassen vindt in Buckingham-Pa-
leis plaats en het moet nogal ©enige moeite
kosten, om het Hare Majesteit precies naar
iden zin te maken.
Hier kan nog bijgevoegd worden, dat de
hofdames bij haar in-dienst-treding de be
lofte moeten afleggen, dat ze haar smaak niet
naar dien der Koningin richten, en ook niet
onderdeelen yan Haar kleeding mogen na
bootsen.
De teelt van vroege aardappelen is zeer
winstgevend, omdat de vroege aardappel
een gewild marktartikel vormt en er na dit
gewas nog best een tweede geteeld kan
worden. Wie van deze teelt de grootste
voordeelen wil trekken, moet beginnen met
goede variëteiten aan te schaffen, die zioh
vroeg ontwikkelen en daarbij een voldoend
beschot leveren. Als zoodanig zijn de School-
meesrers, vroege Hoorntjes en Muizen
alom gewild.
Maar deze soorten alleen zijn niet- genoeg.
Bij de teelt moeten de poters juist tot
vroegen groei worden aangewakkerd, en
dat gaat moeilijk in den bodem. Wanneer
onze poters in den kelder of aan den hoop
worden bewaard, krijgen ze daar al heel
spoedig lange, maar zwakke en witte scheu
ten of uitlcopers, omdat die gevormd zijn
in het donker. Sommigen meenen heel ver
standig te doen met die zwakke uitloopers
aan de aardappelen te laten. Deze rotten
echter in den "grond spoedig af en dan moet
de aardappel in die koude omgeving geheel
nieuwe vormèn.^Wil men, dat de aardap
pelen met forschi; krachtige kiemen worden
gepoot, dan kan men reeds in Januari of
begin Februari de poters voor den dag ha
len en die ontdoen van de geheel waarde-
looze scheuten. Daarna kan men ze leggen
in mandjes of bakjes en die plaatsen in een
warm vertrek; een koestal is daarvoor het
best. Hier ontwikkelen zich dan korte,
dikke en stevige scheuten, welke aan den
top eenigszins groen en aan den voet meer
paars gekleurd zijn. Als nu de maand Maart
ten einde spoedt, kan men deze voor gekiem
de aardappelen toevertrouwen aan den
grond, die voor snelle ontwikkeling dan ïn
den Tegel nog tamelijk koud is. Het is daar
om zaak er een vrij warm hoekje voor uit
te kiezen, goed beschut tegen Noorden- en
Oostenwind. Wanneer men een terrein
heeic, dat door een muur, een huis of stal
op natuurlijke wijze wordt beschermd, zou
den we geen beter plekje kunnen aanwij
zen maar een Tieten of strooien heining en
zelfs een dichte haag bieden vaak beschut
ting genoeg.
Yan de gewone aardappelziekte heeft
men bij de vroege soorten in den regel het
minst te lijden, aangezien deze worden ge
rooid vóór of tegen den tijd, dat de ziekte
zich vertoont. Als men ze goed zuiver
houdt, en dat is voor alle gewassen nood
zakelijk, dan is het volstrekt niet noodïg
die vroege aardappelen aan te aarden.
Wel moeten ze herhaaldelijk worden be-
hakt, om lucht en wam te vrijen toegang
tot den bodem te verschaffen. Waar men
den grond korstig laat, mislukt de teelt ge
wis, want deze aardappelen moeten in zeer
korten tijd groeien, en dat gaat niet zonder
lucht en warmte. Een zware bemesting is
eveneens noodzakelijk. Aan kali en phos-
phorzuur mag geen gebrek zijn; die geeft
men liefst in overmaat, ook met het oog op
een volgend gewas. En als de aardappelen
eenmaal op het' veld staan, moet men ze
verder drijven met stikstofmest. Reeds da
delijk bij het poten kan men daarmee be
ginnen. In sommige streken, vooral in het
Westland, wordt daarvoor veel gebruik
gemaakt van gier en beer, en het resultaat
iB zeer goed, wat ook niet te verwonderen
is, want in gier en beer komt nogal heel
wat stikstof voor. Tegenwoordig wordt
echter meer en meer gebruik gemaakt van
Chilisalpeter en soms niet zuinig ook. In
het Leerboek der Groenteteelt door Claas-
sen en Hazeloop vindt men zelfs vermeld,
dat een hoeveelheid van 1000 K.G. Chili
per H.A te Andijk de grootste financieel©
voordeelen opleverde.
Een goede naam is beter dan olie. Olie
en reukwerk verblijden het hart. Deze uit
drukkingen 2ijn geheel Oostersch, en voor
al niet op onze Westersche zeden en gebrui
ken van toepassing, tenzij de spreuken
schrijver in zijn „olie en reukwerk verblij
den het hart," olie bedoelt, wier geur onze
reukorganen streelt. Yan zulke geurtjes
weten wij ook mede te praten. Er zijn vele
soorten van olie, doch die, welker gebruik
bij de spijzen reeds bekend was, vóór het
gebruik van boter, is de zoogenaamde boom-
of olijfolie. In Zuid-Europa^ in Afrika en ui
Azië wordt de olijfboom veel gekweekt. De
gewone olijfboom, die ook het menigvul-
digst' voorkomt, is een heester, die van
doornen voorzien is en een hoogte van twee
tot drie meters bereikt. Hij draagt bloem
trossen met kleine, witte bloempjes, waar
uit langzamerhand vruchten te voorschijn
komen, die steenvruchten zijn en in vorm
wel wat op onze pruimen gelijken.
Deze vruchten zijn in December rijp, en
de goede kwaliteit van de olie, die men er
door persing uit verkrijgt, hangt geheel af
van de zorgvuldigheid, waarmede de vruch
ten worden ingezameld, en van de zinde
lijkheid der werktuigen, waarmede de uib
persing geschiedt. Het gebeurt; evenwel
niet zelden, dat men de olijven ©enigen tijd
ongeperst ïaat liggen, waardoor een zeker©
gisting ontstaat. De olie, die men dan aoofl
uitpersing verkrijgt, is van veel mindeB
kwaliteit.
Hij, die met het toezicht' op de olieberei
ding belast is, behoort blijkbaar tob dege
nen, van wie de wijze koning Salomo op een
andere plaats zegt: „Hij heeft een leeuwj
op den weg gezien." Het groote nut, dat
de olijfboom den Oosterling oplevert, deed)
dezen boom ai spoedig een naam boven all®,
andere krijgen. Een olijftak was het zinne
beeld des vredes: de overwinnaars in d4,
Olympische spelen ontvingen een krans
van olijftakken, en wanneer de knechts,
va-n beroemde Romeinsche veldk'eeren niet;
mede ten strijde waren getrokken, droegen
zij ook dergelijke kransen
Yoor plechtige offerande werd geen an
dere olie dan die van de vrucht der olijfi
gebruikt en voor feestelijke gelegenheden'
werden niet alleen de haren, maar allo
ledematen met olijfolie ingewreven*
Zeer groot is het aantal kinderen, datj
wegens zenuwlijden onder behandeling van!
den arts komt. Gewoonlijk wordt ook overj
last bij de voeding geklaagd, zonder dafci
de kinderen nu juist belangrijk ondervoed*
zijn.
Onderstaande voorschriften zijn van zeef
veel beteekenis; bij werkelijk ondervoede
kinderen, die een stevige voedingskuur be
hoeven, worden zij minder toegepast; roaaf
bij nerveuze kinderen, met bleeke gelaats
kleur en afwisselend goeden eetlust, zijn di®(
voorsohriften steekhoudend.
Het voorschrift voor de moeders luidti
Üw kind heeft zwakke zenuwen. U moet
daarom op drie dingen letten: In den ro
mer en ook in den winter veel lucht! Laat
uw kinderen buiten met andere kinderen
van hun leeftijd spelen. Zendt hen in do
vacantia naar bloedverwanten, die op het
land wonen, of anders naar vakantiekolo
nies. Kamers met veel ludht. Koel hoofd,
warme voeten 1
Slechts bijzonder magere kinderen moe
ten dik worden, maar alleen wanneer de
arts het noodig oordeelt. „Dik" en „ge
zond" gaat niet altijd gepaard! Voor dej
zenuwen is dikwijls een matige voeding'
doelmatig.Volgende zaken zijn vooral vej-
boden: chocolade, cacao, roetigheden van
allerlei aard, koffie, (behalve malz-koffie),
wijn, bier (ook niet malz-bier) en natuurlijk'
ook andere alcoholische dranken. Eieren
niet dagelijks en dan hoogstens één. Geen
krachtige bouillon, in 't algemeen in plaats
van bouillon dikwijls soep. Slechts een
maal daags vleeschl Melk hoogstens
liter.
Uw kind moet hebben: groenten en
vruchten, ook compöte (maar niatig zoet),
brij of pudding van gries-, rijst-, havermeel
enz., kaas, boter.
Veel slaap is noodzakelijk, ook des mid
dags één of anderhalf uur. Des avonds
precies en vroeg naar bed; zoodat de klei
ner om zeven uur, de jonge schoolkinderen
oan acht uur, de oudere om halfnegen
reeds slapen. De handen moeten hoven de
dekens worden gehouden. Des morgens
vroeg op. Valt den kinderen niet lastig mefe(
eten of onbeduidende dingen; maar duldt
geen leugen, snoepen, slechte gewoon-;
ten, ongehoorzaamheid bij het slapen enl,
het opstaan. Vergt van het kind niet meer,
dan met zijn gaven overeenstemt; ook moet
het niefc „vroeg-rijp" worden. Indien het
bij geestelijken of Hdbamelijken arbeid spoe
dig vermoeid is of geprikkeld, of wordt het
knorrig of went het zich bijzondere bewegin
gen aan, raadpleegt dan den arts!
Spreekt nooit in tegenwoordigheid van het
kind over zijn of over uw eigen ziekten.,
We est üiet prikkelbaar. Zendt het steeds
weg van ouderen, die overprikkeld zijn, en
laat het omgaan met (kinderen van zijn leef
tijd.,