No. 156*71. LEIDSCR DAGBLAD, Woensdag* 22 Maart. Tweede Blad. LICHT. Buitenlandseh Overzicht. Tweede Kamer. Anno 1011. Uit de „Staatscourant". Burgerlijke Stand. Men moet een winter beleefd hebben, zoo lumber als de jongste, om het lioht te waar- deeren, dat ons zoo spaarzaam werd toege beten. Trouwens, wat men in overvloed geniet, waardeert men zelden. Wij kunnen ons liot leven en de dingen piet. zonder licht voorstellen. Wij begrijpen piet hoe het zou moeten gaan, wanneer wij de omtrekken van de zaken niet konden 5mderscheiden en een bang gevoel maakt fcich van ons meester zoodra wij, gedwon gen, .slechts eenige oogenblikken in een tastbare duisternis moeten verkeeren. Wij kurihen ons evenmin een wereld voor- Stellen, waarin' de eene zaak niet van de andere onderscheiden was, en alle zaken met dezelfde tinten overgoten waren. Want, het lioht doet ons niet alleen de Voorwerpen rondom in hun uitwendige gedaante waarnemen, vertoont ons niet al leen lijnen, maar ook kleuren. Maar al kunnen wij, zienden, ons bezwaar lijk voorstellen hoe het zonder die lijnen jen kleuren zou zijn, ons hart wordt toch met medelijden vervuld, wanneer wij den ken aan het lot van hen die, naar de woor den van het bekende dichtstuk, een leven leven zonder dag en zonder licht en zonder kleuren, en begrijpen zeer goed dat, behou dens deze uitzonderingen, de menschenwe- reld in het algemeen en hare verrichtingen ponder het licht onbestaanbaar zouden zijn. Vandaar dan ook dat men het lioht de jKsnoonete van alle stoffelijke hemelgaven poe int. Vandaar dat wij on-s zoo goed kun- pen indenken in wat dat oude eerwaarde verhaal ons leert: boe het licht als het ware 'de kroon zette op het werk. der schepping. Het licht is de bron van leven bij uitne mendheid, van levensgenot en* van levens vreugd. Het woord„Er zij licht", wordt nog >teeds en ook tot ons gesproken. Niet in de bet eekenis van het gewijde varhaalwant licht scheppen in den eigenlijken 'in des iwoords kunnen wij niet. Maar wij kunnen het wel sterker doen wordenwij kunnen het ook verzwakken en van zijn invloed en vermogen berooven. Er is een ander zeer verheven woord, dat Spreekt van het plaatsen van licht op een kandelaar of onder een korenmaat-, 's Is oen eenvoudig beeld, maar juist daarom zoo treffend waar en het behoeft wel geen be toog, dat het vooral ziet op het lioht, dat .Verspreid wordt door deugd en 'goede ze den, door wetenschap en kennis, in één Jwoc rd door het licht in zedelijken zin. Wat de stoffelijke wereld betreft, daar is cle mensch als van nature een liöhtvriend. Slechts de boozen zoeken bij voorkeur de nachtelijke ure voor hun werk der duister nis. Voor het overige genieten wij liefst zoo- Teel mogelijk van de kostbare gave des lichts, tenzij wij vermoeid mochten wezen van het genot en rwtar verpozing bakeü. Zoo kunnen wij ons met innig welbehagen verzamelen in het stille schemeruur, als de {dagtaak tijdelijk wordt afgebroken. Dan is het ons alsof de golven des levens zich een öogenblik neerleggen. Dan overvalt ons een gevoel van weldadige rust, als alle voor werpen langzamerhand dezelfde tinten aan- toemon en overgaan naar het zwart; wan neer de omtrekken .sA flauwer en flauwer Worden en alleen een schemerig lioht van de plaats waar de dagvorstin wegzonk, het geheel voor een volkomen ineensmel- 'óng behoedt. Zoo cloet de, duisternis vooral het gezonde lichaam weldadig aan, ala de taak voor dien jdag is afgeweven en cle verkwikkende rust ivan den slaap wordt gezocht in de stille Pre van den naolit. In de zedelijke wereld is de raensch niet Bleeds een vriend des lichts. Groot er trou wens is het getal dergenen die het licht .v r e e z e n. Zij haten het niet zoo zeer, maar zij duchten zijn invloed. Waartoe toch? Lioht geeft lioht. De bestemming van het licht is om ons in staat te stellen beter en meer te zien, te genie ten, en do dingen juister te beoordeclen. En evenals een kaars het vertrek beter Verlicht, indien wij ze plaatsen op de ver hevenheid die wij kandelaar noemen, zoo zijn ook kennis en wetenschap, die immers beide voortspruiten uit dezelfde bron Waaruit het stoffelijk licht voortkwam, be stemd om de mensoltheid duurzaam den Weg te wijzen in de voor haar bestemde lichting. Als wij) de stralen van het lioht der kaar© tegenhouden door de wanden van een ko renmaat of van welk ander voorwerp dan 'ook, dan zullen wij niet dan met zeer groote moeite ons bewegen en stellig gevaar loe pen voor jninder gewensclite ontmoetingen. Maar heffis in de onstoffelijke wereld niet anders. Wij zullen het licht van wetenschap 'en beschaving slechts tijdelijk kunnen te genhouden. Op den duur haten al onze po gingen ons niets. Juist dat bewijst het ver keerde er vanhet dwaze en ijdele van on zen strijd, die vooral daaruit voortvloeit Wat wij als op zoo menig ander gebied, het •licht niet begrijpen. Dan gaan wij er ons blind op staren, in plaats van het geestelijk oog langzaam en met verstand aan zijn in vloed te gewennen. Handelen wij ook niet 'dwaas en gevaarlijk door met alle geweld in de zon te willen staren? Zij verblindt en idoet het oog pijn; maar is dat de schuld van het licht of van ons zeiven? Laat- ons vrienden des lichts zijn. Dan zal ons zedelijk leven langzamerliand de rein beid van het licht aannemen. Dan zal de Wetenschap ons oog verhelderen en onzen geest in het goede spoor houden. Ons leven zij een beeld des lichts! Eens komt de tijcl waarin wij het op onze aard- sche loopbaan niet meer noodig hebben; het is d&n, als wij vermoeid zijn van 's levens strijd. Maar juist als wij ware vrienden des lichts zijn geweest, dan zullen wij met vreug de de neigende avondschaduwen des levens begroeten, 't Is 't schemeruurtje, waarin de lijnen zich voor altijd samensmelten, de kleuren zich mengelen tot een wazig geheel. Zalig schemeruurtjeWe zien nog eens de gansche lange dagtaak, met haar licht en duister. Zij is nu volbracht en daarom steken we geen ander licht meer op, maar leggen óns ter ruste in den slaap die noodig is, om eenmaal de bron van het licht zelve te kennen. Nemo. Het zijn twee gebeurtenissen waarvan men overal in het buitenland den min of meer sterken terugslag kan waarnemen. De v red es-rede van minister Grey en de herdenkingder Italiaansche eenheid. Yan den indruk van Grey's woorden hebben wij reeds meermalen gewaagd. Zij hebben vrijwel overal sympathie ondervon den en al zal geen verstandig meusch nu onmiddellijk verwachten, dat deze woorden in daden worden omgezet, te zijner tijd zullen de gevolgen niet uitblijven. Als tweede punt noemden wij de jubi leumsfeesten in Italië. De Italiaansche eenheid staat in nauw verband met het ver lies van de wereldlijke macht des Pausen en daardoor is er tusschen het Koninkrijk Italië en het V^ioaan een breuk ontstaan. Nu Italië in zijne tegcnVoordigen staatkun digen vorm vijftig jaren* bestaat, past het, dat de bevriende mogendheden een teeken van geluk'wensch sturen. Doch het bezwaar is, dat de Katholieke bevolking in de ver schillende landen ter wille van den Paus nooit genoegen kan nemen met een jubi leum als dit en vandaar in de verschil lende parlementen heftige tooneelen tusrohen Ka tholieken en riiet-Katholieken als deze kwes tie aan de orde komt. Zoo bijv. gisteren in Br u s s e 1. In de Kamer stelde de socialist Yan der Yelde, voor ora aan de Italiaansche Karner een gelukwensch te zónden ter gelegenheid van het Italiaansche jubileum. De voorzitter merkte op, dat de Kamer hierover niet een stemmig denkt en stelde daarom voor 'le ge luk wensehen van een deel der Kamer over te brengen. De katholiek Yerhaegën her innerde, dat de eenheid van Italic was ge grond op de ruïnen van den Pauselijken Staat, waarop de radicaal Lcrand opmerkte, dat de Pauselijke regeering een schande was voor de mensohneid en in bloed en slijk is ten onder gegaan onder de toejui.h'nge-i van Europa Na een heftig protest van den katholiek Woeste werd liet voorstel-Yander- velde bij zitten en opstaan door liberalen en socialisten aangenomen. De rechterzijde nam aan de stemming geen deel. Ook in de II o n g a a r s c h e K a m e r ging het niet voetstoots. Toch machtigde de Kamer den Pre.sident, ondanks de bezwa ren der Katholieken, om een telegram van gelukwenscbing te zonden aan de Italiaan sche Kamer ter gelegenheid van het 50- jarig feest der Italiaanse he eenheid. In de Franscne Kamer is gisteren de instelling van een onder-staatssecreta riaat voor justitie aan de orde geweest. Men herinnert zieh de kwestie, die wij hier uit voerig hebben besproken. De heer Malvy, de omverwerper van het kabinet-Briand, moest beloond worden en voor hem schiep men dezen nieuwen post. Het debat hierover is nog al geanimeerd ge weest. Yele sprekers verklaarden zich tegen den post. Een oogenblik heerschte er schrikkelijke verwarring en dreigde er een handgemeen. De oorzaak was een minder gelukkige, althans in de hitte van het debat minder juist begrepen uitdrukking van mi nister-president Monis. Ten slotte stelde Monis 'de kwestie van .vertrouwen, en werd de kredietaanvraagfmet 363 tegen 103 stem men aangenomen. Malvy blijft dus onder minister. Een telegram bracht ons reeds op de hoogte van het aftreden van het 1t a- lïaansohe kabinet. Achteraf blijkt dat de radicale fractie, die de gevolgen van haar stap blijkbaar niet had voorzien, het gebeurde gaarne ongedaan zou maken en zich uitput in verzekeringen, dat haar optreden niet' tegen het kabinet gericht was. De „Tribuna" wijdt een zeer waardee- rend artikel aan het démissionnaire kabi net. Het blad zegt o. a.,,De geest van ons leven wordt; steeds vooruitstrevender, de mocratischer. De toekomstige regeering zal daarmede rekening moeten houden. Yan een reactionnaire richting kan geen sprake meer zijn. Dat is de verdienste van de regeering, die thans heengaat, maar wier arbeid, ondanks gebreken en onvast heid, niet onvruchtbaar is geweest. De on beperkte vrijheidsgeest, liet heldere inzicht in de nieuwe, sociale behoeften, die het minïsterie-Luzatti steeds heeft betoond, zijn de beste nalatenschap voor zijn op-_ volger." Uit Lissabon wordt gemeld, dat de algemeene werkstaking volkomen mislukt is. De rustiger elementen hebben zich onthou den van verstoring der orde. De beweging wordt toegeschreven aan de partijgenooten van Casta, den minister van justitie, de ul tra-radioalen. In de Spaansche Kamer raakt men maar niet uitgepraat over de benoe ming van den Koning van Italië tot kolo nel bij het Spaansche leger. Een interpel latie met langdurig debat is aan de kwestie gewijd. Minister president Canalejas zeide, dat hij de zeer bijzondere wereldpersoonlijk heid, die de Katholieke Kerk zich heeft verworven, buiten het. internationale recht om, erkent. Maar al ontkent men niet de geestelijke souvereiniteit van den H. Stoel buiten het stuksken gronds, dat door het Yaticaan wordt ingenomen, toch kan men niet zeggen, dat de H. Yader de sou- verein van Italië is. Er is, juridisch gespro ken, slechts een vertegenwoordiger van het Italiaansche volk en die woont op het Quirinaal. Spr. stelde met vertrouwen de kwestie in handen van de meerderheid. Uit Mexico kom^ wel allerlei nieuws, maar het is nu en d^n zoo gekleurd, dat men er weinig op kan afgaan. Uit San Antonio inïTexas wordt bericht, dat' men daar van meaning is, dat de Aine- rikaansche troepen spoedig naar de Mexi- caansche grens zullen oprukken. Vijftig dui zend khaki-uniformen, die 'voor de man schappen op de Philippijnen bestemd wa ren, zijn nl. van Manilla naar Amerika te ruggezonden en te San-Antonio staan 120 personenwagens gereed, "blijkbaar voor het "vervoer van troepen. Minister Limentour, die te Mexico city is teruggekeerd, zonder dat hij onderweg eenigen overlast van de opstandelingen had ondervonden, is, volgens te New-York ont vangen telegrammen, van meening, dat aan den opstand in-Mexico spoedig een einde zal komen, niet echter als gevolg van krasse maatregelen, door de Begeering te nemen, maar door de invoering van her vormingen, over welke noodzakelijkheid allen het eens zij el Gedurende deze geheele week zal presi dent Diaz vergaderen met den heer Limen tour en andere hooggeplaatste ambtenaren ter bespreking van maatregelen voor de wijziging van h'et Kabinet en voor de in voering van hervormingen. Men verwacht, dat zoodra de genomen besluiten afgekondigd zullen zijn, de op standelingen, met uitzondering van énkele belhamels, de wapens nederleggen, de am nestie aanvaarden en opnieuw den eed van trouw aan de regeering zullen afleggen. Dit laatste klinlkt nu haast al te mooi. Zoo vlot zal het wel niet gaan. Een heuglijk bericht komt uit Turk ij e n.l. 'het tot-stand-komen van een nieuwe overeenkomst in zake den Bagdad-spooi^ weg. Deze spoorweg is jarenlang een oor zaak van internationale wrijving' geweest. Speciaal Turkije, Engeland, Duitschland en llusland hebben menigmaal hierover gekib beld en voortdurend was deze kwestie min of meer een gevaar voor den vrede. Nu is zij menschelijkërwijze gespreken, opgelost en geregeld. Alle partijen zijn vol daan on de voltooiing van de lijn Konstan- tinopel tot de Perzische Golf zal nu met kracht worden voortgezet. Yoor ons, die de verschillende grootere of kleinere politieke belangen, die sommige mogendheden bij den. aanleg 'hebben, vrijwel koixd laten, zal de voltooiing dezer lijn dit gevolg hébben, dat in afzienbaren tijd als bok de Transpcr- zische lijnen klaar zijn, in aansluiting op het reeds bestaande spoonregnet van Voor- en Achter-Indië ons land per spoor recht streeks met Nederlandsch-Indift verbonden zal zijn. Dat is te zeggen bij Singapore over varen. Bij de gisternamiddag voortgezette be handeling van het wetsontwerp tot wijziging der Arbeidswet verklaarde de M i- nister minder bezwaar te hebben tegen het amendement van den heer Aalberse op art. 5 (de heer Aalberse wensohte, lie ver dan in dit artikel met een sprong den beschermden leeftijd van 16 op 18 jaar te brongen, de Kroon cle bevoegdheid te ge ven, personen beneden de 18 jaar van be paalde werkzaamheden uit te sluiten). De heer Goeman Borg-osius ver klaarde zijnerzijds, met volle overtuiging te zullen stemmen voor het amendemcnt-Duys, aangezien men volstrekt niet minder jeug dige personnen in dienst zal nemen, indien zij öc(k na hun 17de jaar beschermd blijven. Na repliek van den Minister maakte de heer Yan Idsinga een opmerking van redactioneelen aard. Het amendement-Schaper, om deD be schermden leeftijd van 17 op 18 jaar te brengen, werd daarop verworpen met 42 te gen 30 stemmenhet amendement-Aalberse, om de bevoegdheid hiertoe voor bepaalden arbeid aan de Kroon te geven, werd zonder stemming aangenomen. Bij artikel 3 (arbeidsverbod voor een kind beneden 13 of nog leerplichtig kind) ver dedigde de heer Ter Laan een amende ment, om het arbeidsvei'bod te brengen op 14 jaar, vooral in het belang der bclicharac- lijke, geestelijke on zedelijke ontwikkeling van het kind. Kinderarbeid bevordert lage loonen. Ver bod daarvan tot hot 14de jaar is in het belang van het voortgezet onderwijs. Des noods geve men den oudei's het door hun kinderen gedorven loon als schadeloosstel ling. Avondvergadering van Dinsdag. Voorzitter de heer Yan Nispen tot Seve- naer (Nijmegen). Voortgezet werd de beraadslaging over het wetsontwerp tot wijziging der A r- beidswet en wel over art. 4 van het ontwerp (art. 3 der Arbeidswet), bepalen de, dat een kind beneden 13 jaar of nog leerplichtig geen airbeid mag verrichten. De heer Teenstra lichtte een door h'em en zea anderen ingediend amendement toe, om aan het' Regeeringsartikel een nieu we alinea van den volgenden inhoud toe te voegen: „Een kind beneden dertien jaar of nog leerplichtig mag geen werkzaamheden in of voor een landbouw-, tuinbouw- of boschbouwonderneming' of een veehouderij verrichten." Spreker stelde in het) licht, dat de bedoeling van zijn amendement is, om, nu hij geen kans ziet den landbouw in zijn geheel onder de wet te brengen, althans den kinderarbeid in den landbouw lë verbieden. Uitvoerig schetste spreker het vei'derf- lijke van dien arbeid, welke ook de ont wikkeling in den weg staat. Hij bestreed de in „De Standaard" verschenen driestar, waarbij de kinderarbeid werd verdedigd, en het ergerde hem, dat de Minister dit artikeltje min of meer in bescherming nam. Nog betoogde spreker, dat de kinderarbeid absoluut overbodig is. De heer Aalberse lichtte een door henren den heer Passtoors ingediend amen dement toe, om aan het Regeenngsartikel een alinea toe te voegen, luidende: „Een kind beneden 14 jaar mag in fabrieken en werkplaatsen niet langer arbeid verrichten dan 6 uren per dag." Spreker betoogde, dat het amendement beoogï in beginsel te gemoet te komen aan de voorstanders van het amendement-Scha per c.s. (verbod van kinderarbeid beneden 14 jaar), maar die bezwaar hebben daaraan hun stem to geven, omdat niet te gelijk de leerplichtwet gewijzigd wordt, ten gevolge waarvan leegloopen der scholen wordt ge vreesd. Sprekers voorstel is geheel in over eenstemming met het Duitsche stelsel. Ook wees hij op den nadeeligen Invloed van arbeid van te jonge kinderen en verklaarde overigens o. a. een voorstander te zijn van verhooging van den leerplichtigen leeftijd De heer De Wijkerslooth de W e e r d e s t e ij n ontwikkelde verschil lende bezwaren tegen het amendement- Teenst-ra, dat z, i. zeer onvolledig is. Het verbiedt niet arbeid maar /.vverk.^iamhe- den" m land-, tuinbouw- en .hcv-ohhcdrijf r.f veehouderijen dit'zal nïet^t'rafbaar zijn, aangezien de desbetreffende bepaling h'et verrichten van „arbeid" strafbaar stelt. Werkzaamheden in het landbouwbedrijf vallen toch onder het begrip „arbeid." Ook spreker is voor tegengaan van mis bruiken, maar het amendement gaat ver der. Hij geeft toe, dat de schrijver in „De Standaard" te veel heeft gegeneraliseerd, maar de voorstellers, die van uitbuiting spreken, generaliseeren evenzeer en nog meer ten onrechte. Spreker verwachtte greote nadeelen van de aanneming van het amendement-Teenstra, al fs hij het eens met het beginsel, dat er aan ten grondslag ligt. De heer T y d e m a n oordeelde, dat het amendemeut-Teensbra niet past in het ka der van het ontwerp. Het vormde z.i. er een geheel los aanhangsel van, waardoor groote moeilijkheden ontstaan, al juichte ook hij het doel der voorstellers too. Spreker had er ook bezwaar tegen dat het amendement geen rekening houdt met de regeling van den leerplicht, in verband met den landbouw, evenmin als met de va- oantiën en ook niet. met de kwestie van het eigen bedrijf (der ouders). Spreker wilde niet verder gaan clan tot een regeling van den loonarbeid, dus we] rekening hou den met eigen bedrijven. Spreker verklaarde zich voor uitbreiding van den leerplichtigen leeftijd, maar liever zag hij het initiatief daartoe genomen door de Regeering dan door een Kamerfractie. Voorts verklaarde hij zioh tegen het amen dement van de heer en Schaper c.s. en tegen dat van de heeren Aalberse en Passtoors, omdat ze geen rekening houden met het onderwijs. De heer Van der Molen ontwikkelde eveneens bezwaren tegen het amendement- Schaper c.8. en tegen het amendement- Teenstra o.s. en behield zich even dat van de heeren Aalberse en Passtoors, dat z. i. een tusschenweg inslaat, zijn stem voor. In den loop van zijn betoog oordeelde deze spreker, dat het juist is, dat de 6-ja- rige volksschool niet meer geeft wat men er van verwacht, maar men moet z.i. niet trachten het doel te bereiken door een wijzi ging der Arbeidswet. De heer K et e la a r betuigde zijn ge noegen, dat men van rechts herziening (ver- hocgingj van den leerplicht 'Vehsóltt. Yan die zijde is dus eventueel e steun te ver wachten, wanneer die zaak aan de orde komt. Spreker verklaarde, dat hij en zijn vrienden uit. volle overtuiging voor het amendement-Schaper zullen stemmen. Tegen het amendement-Aalberse ontwik kelde hij eenige bezwaren, al achtte hij het beter het aan te nemen, indien het amen dement-Schaper mocht worden verworpen. Verder bepleitte spreker cle aanneming van het mede door hem onderteekend araen- dementeTeenstra c.s. De Minister (de heer T a 1 m a) wenschte de Kamer ernstig op het hart te drukken, dat met betrekking tot den landbouw een wettelijke regeling in voorbe reiding is en het nog slechts een kwestie ran eenige maanden is, vóór het ontwerp er zijn zal. De Minister ontraadde beslist het amendement-Teonstra, dat niet is uit te voeren, zonder groote schade toe tè brengen aan groote belangen. De heer Teenstra zij, merkte .spreker op, voldaan met de instemming, die de grondgedachte van zijh"amendement allerwege heeft onder vonden. Al was de Minister ernstig tot de over tuiging gekomen, dat lager onderwijs tot- het 14de jaar noodig is, opperde hij be denkingen tegen het amendement-Scha per, terwijl hij ook het amendement-Aalber se ernstig ontraadcTerT)e Minister oordeelde ten slotte, dat de amendementen eigenlijk moties zijn, maar, dat zij, in de wet opge nomen, een bron zouden worden van moei lijkheden bij de uitvoering van de wet. Bij het verder debat handhaafde de heer Ter Laan het amendement-Schaper en trok de heer T eens tra zijn amendement in, omdat hij het lot er van niet twijfelach tig oordeelde. De heer De Geer verklaarde vóór hef amendement-Sehaper te zullen stemmen, indien hij niet nader door den Minister oveiv tuagd wordt. Aanneming van het amende ment zal herziening van de leerplichtwet urgent maken en hij vreesde ook niet zulke gevaarlijke gevolgen van het amendement. Na depliek van den Minister werd het amendement-Schaper c.a. verworpen met 32 tegen 20 stemmen. Tegen: de rechterzijde, behalve de hee< ren De Geer en Yan Lennep, en van links de heeren Tydeman en Yan Foree&t. Het amendement-Aalberse werd verwor- pen met 28 tegen 24 stemmen. Art. 4 werd daarop zonder hoofdelijk* stemming goedgekeurd. Hedenmorgen is aan de orde art. 0., Wijziging der Arbeidswet. De regeering heeft een Nota van "Wijzi ging ingediend waarbij een reeks van wij zigingen worden voorgesteld op artikel XI van het wetsontwerp. Deze wijzigingen honden verband met het aangenomen amendement van <1© L'eerea Aalberse c.s., ten gevolge waarvan de alge meene maatreg«el van bestuur ingevoüge art. 4 der Arbeidswet zich mede tot zeventien- jarigen kan uitstrekken, 't Schijnt, zegt da regeering in haar toelichting, m«t hot oog daarop nl. wenschelijk het vereischt© vaa een arbeidskaart ook te doen gelden vooe zeventienjarigen, wier arbeid ingevolge artJ. 4 slechts onder voorwaarden zal zijn toe gelaten. Aan de Kanier is overgelegd een overzicht' van de amendementen (15 in aantai) voor gesteld op artikel YI van het wetsontwerp, (artikel 5 der Arbeidswet). Yer gunningen tob het voeren van de Nederlandsohe ?l»g. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzf. ging van de wet van 28 Mei 1869 betrekke lijk de afgifte van zeebrieven en vergum ningen tot het voeren van de Nederfandsohe- vlag. Krachtens artikel 12 van deze wet kun* nen de bij Koninklijk besluit daartoe aan gewezen consuls of andere autoriteiten tij delijk vergunning verleenen tot het voeren der Nederlandsche vlag, doch slecht© voor schepen, welke alléén voor de rivier- of kustvaart geschikt zijn en welke daartoe buiten Europa gebruikt wordea In de praktijk heeft deze bepaling er toe geleid, diat een /gevraagde vergunning moest geweigerd worden, omclat het schip zeewaardig was. Het komt der regeering voor, dat dit on redelijk is en dat ten onreöhte de mogelijk heid wordt afgesneden om van het wettelijk voorschrift gebruik te maken ten aanzien van-schepen welke met vrucht, bijv. in do Middellandsche Zee of in het hooge Noorden voor Voeclingfllijnen van Nederlandsche scheepvaartlijnen zouden kunnen worden gebezigd. Daarom kwam het der regeering voor, dat in plaats van: „buiten Europa" gelézen moet worden „buiten Nederland". Teneinde duidelijk vist te stellen, dat de tijdelijke vergunning tot het voeren va< de Nederlandsche 'vlag geen bevoegdheid' geeft om cQq vlag ook in open zee te voe ren, is liet voorschrift opgenomen, dat zij die de vergunning geeft, daarflT""uitdrukke lijk zal moeten vermelden voor welk gebied de vergunning geldt. Bij Kon. besuit ia aan dr. F. J. P. van Calker, op zijn verzoek, met 18 September 1911, eervol ontslag verleend als hoogleeraar in de faculteit der wis-en natuurkunde aan de rijks-universiteit te Groningen, met dankbetuiging voor de door hem gedurende vele jaren in die' betrekking bewezen diensten met 1 Sept. 1911 aan G. A. J. Franke op zijn verzoek eervol ontslag verleend als leeraar aan de Rijks Roogere Burgerschool te Sappe meer. ALP11EN. Ile v all on: N. vaa Zwiefcen geb. Wiegman Z. (van Aarlandervoen). K. Naglegaal geb- De Geus D. M. C. van Schai c geb. Kleijn D. Overleden: F ranacisca van ileutereo 76 j. C. IIa3per Z. 4 j. <i BODEGRAVEN. B o v a 11 n: N. de Ruijtor geb. Muijt D. A. Koning geb. KriegerZ. Tromp geb. Noorlandur Z. M. A. 0-ikam geb. Van Dam Z, Overleden: T. Koo!e 2 maauden. HAZERSWOUDE B v al 1 en. A. J. Westgeesl geb. Van dar Pool 0. Overleden: J. de Druijn jm. 76 i. J. A Averdieck L 9 j. LISSE. Geboren: Anna Corne ia, D. van N. v. d ElatonM. Groenendijk. Thereaia Maria, l), van Roeuwjjk en C. van der Poel. Jacobaen Pieter, D en van A. de Bruijn en J. van Elk. Joaina, D. van .1. de Groot en M. Piena. Cornelia Maria Petronolla, D. va.i W. A. Verbaar en 0. P, Raadscbelder. Overleden. Pietie Nella vaa Luik, 22 m. NOORDWIJKERSOCJT. Geboren: Johannes Wilhelmus, van D. Duivenvoorden en AL Q-. Mesman. Hendrikus Jo^ephue, Z. vmJ. H. vaa Paroira ea M. van Denzen. Gehuwd. J.Uittenbogaard23 j. von Oegsfcgeeal: en G. J. v. Dijk 24 i Overleden: Twee levenl. aangegeven Zonen van G. M. Halten en G. M. van Noort. NIEUW VEEN. Bevallen: L. C. Rietveld gob. De BockD. TER AAR. Bevallen: A. van Eijkgeb.MeyerZ. Overleden: Th. J. A. Koeleman 3 m. 0. J. A. van Dam 3 m. WOUBRUGGE. Overleden: Chr. van den Berg Z. 7 d. ZWAMMERDAM. Bevallen: M. Beokergeb Van Egmoi;d D. H. H-vao Breene geb. Kruia D, Overleden: P- J. Heemskerk Z. 2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 5