-ZONDAGSBLAD LÉID5CH DAGBLAD No. 15668. 18 Maart. Axmo 1911. **•411' IN HET B10SC0QP-THEATEB. KIEVITEN. •i ji:;;i;i;;;jji;;;i|i;;;iji;;;i;i;;;iji;;;i;i;;s*^iSTCS*.t •V VAN HE.T Mevrouw Blanchon gai de juffrouw, die achter bet loket zat, een frank en trad, een gordijn oplichtend, in het donkere zaaltje van het bioscoop-theater. „De oude, die niet goed snik is, is er weer!'' zei de juffrouw aan de kas tot een grooten, mageren jongen, die aan de piano zat. „Zulke klanten kunnen wij gebruiken," «egt de pianist. „We hebben toch eigenlijk geen klagen; ?t is hier een goede plaats." Zij werden gestoord; er kwamen meer toeschouwers- „U kon wel een stukje muziek geven, meneer Paul," zei de juffrouw; „dan heb ben de lui meer geduld." „Meneer Paul" had geen haast; hij wil de eerst zijn sigaret uitrcoken. „Ja, dadelijk," antwoordde hij droome- rig. En spottend voegde hij er bij „Misschien komt die mevrouw Bdanchon too dikwijls om mij te hooren spelen." „Dat geloof je toch zelf met!" De pianist begon plotseling hard te lachen. ,,'t Zou een doodsschrik zijn als mevrouw Blanchon mij haar liefde eens verklaarde." „Dio arme vrouwIk vind, dat zij erg te beklagen ï'sl" zei de juffrouw heel mede lijdend. „Zij is zeker nog niet zoo heel oud; haar taille is nog zoo slank. Hoe onge lukkig!" 't Werd nu tijd. Paul wierp het restje van zijn sigaret weg, en weldra hoorde men hem op de toetsen hameren. Het bioscoop-theater was sedert tien da gen in de stad, en daar de zaken goed gin gen, wilde het nog een pcoe blijven. Het programma bestond uit slechts vijf nummers. Het voornaamste stuk was een ballet, getiteld: „Amors pijl", met muziek van Passelet'. Men ziet een dans van in sluiers gehulde nimfen; de prima ballerina, de schoonste en bevailigste der danseressen, wordt na eenige gecompliceerde dansfiguren en moeilijke passen als offer van Amor in het hart getroffen en valt in de armen van den liefdegod, die met haar de aarde verlaat. De overige nimfen vormen aan het slot een zeer schilderachtige groep. Dit nummer had altijd veel suoces. Me neer Paul speelde zoo goed als het ging op zijn rammelkast de muziek van den meester en het publiek applaudisseerde geest driftig. De juffrouw van de kas had de waarheid gesproken. Sedert de opening der tent had mevrouw Blanchon geen enkele voorstelling gemist. Zij was altijd een van de eersten, die kwamen, 't Was een weinig in-'t-oog- vallende vrouw, van onzekeren leeftijd, maar niet zonder eenige gratie in haar houding. Haar gezicht was door een dichte voile bedekt, maar niet zóó volkomen, cf wen. kon zien, hoe akelig haar trekken ver minkt waren, waarschijnlijk door brand wonden. Als zij de handschoenen uittrok, zag men, dat ook de handen, niet gespaard gebleven waren. In het stadje kende men haar vreeeelijke geschiedenis. Een jaar of zes geleden kon een bekend variété-theater zich ©r op be roemen, een bekoorlijke danseres van zeld zame gratie en schoonheid onder zijn mede leden te tellen.. Reusachtige aanplakbiljet ten met het portret van de ster in prachti ge, stout gedecolleteerde toiletten verkon digden den roem der danseres, die optrad onder den naam Etiennette de Sermoise. Daar berichtten op zekeren dag de bla den een zwaar ongeluk, dat de ballerina had getroffen. Etiennette do Sermoise stond juist op het punt om uit te gaan; reeds in hoed en mantel bukte zij zich om een spe-ld op tc rapen; daarbij kwam zij in aanraking met het vuur van den open haard en de vlammen tastten haar mantel aan. Heur haar raakte eveneens in brand; in een ©ogenblik stond de ongelukkige in vlammen. Etiennette kwam er levend af, doch on danks alle zorgen gelukte liet niet, de spo ren der brandwonden te doen verdwijnen. Zij was voorgoed verminkt. Uitvoerige ver halen van het ongeluk hielden het publiek eenige dagen bezig, doch spoedig dacht Parijs aan andere dingen... Etiennette was vergeten. Zij was in leven gebleven, maar dat leven had geen waarde meer. Zij moest, haar een maal zoo schoon gelaat verbergen achter een dichten eluier. Zij nam haar eigen Daarn, Blanchon, weer aan en ging wonen in de provincie, alleen overgelaten aan haar vreeselijk verdriet. En daar kwam op een goeden dag in het stadje het bioscoop-theater, en mevrouw kon op de biljetten de woorden lezen, die hanr diep ontroerden: „Amors pijl", ballet met muziek van J. Passelet. „Amors pijl," het ballet, waarin zij te Parijs was opgetreden, een haTer schitte rendste triomfen! Herinneringen bestormden haar. Was het niet op den avond der première van „Amors pijl," dat prins Belaskin op haar verliefd werd? En hoeveel gelukkige uren volgden... en daarna, die vreeselijk© nacht! Had zij dan werkelijk dat alles doorleefd 'i Het leek nu een gelukkige droom, waarop een ont zettend wreed ontwaken gevolgd was. Ja, zij herinnerde zich ook den dag, toen een fotograaf de kinematografische opna me gedaan had, terwijl zij, Etienne de Ser moise, dan9te. Haar gezicht had hij vast gehouden, haar bevallige bewegingen en haar lieven lach, en dat alles leefde nu weer. Eerst had mevrouw Blanchon een gevoel van vrees gehad; angst greep haar aan bij de gedachte, zichzelve als in een spiegel weer te zien; zij, die het haast niet meer wagen durfde, in het spiegelglas te blikken. Zij nam zich voor, niét meer naar dat kijkspel te gaan, waar zij haar eigen op standing beleven zou. Dan echter voelde zij zich zwak worden: de. wensch om hst won der te zien, beheerschte haar geheel; zij voelde zich' aangetrokken door onweer-1 staanbare nieuwsgierigheid en zij gaf toa* "Van toen af werd zij als gehecht aan deze theatertent. Alle voorstellingen woonde zij bij en zij verslond met; betraande oogea haar wonderbaar schouwspel. Zij doorleefde nog eenmaal die minuten van haar leven/ Het was als kon een doode voor enkele oogcnblikken op aarde terugkeerea, Zi| herkende haar eollega's, herinnerde zich haar namen; de muziek ontboeide in haar arm, vernietigd lichaam nog hetzelfde1 rhythme, dat haar eertijds deed springen en dansen. Etiennette de Sermoise was weer opge- Btaan; daar danste zij in werkelijkheid; haar sierlijke passen, wiegde zich in de heupen, sloeg de armen saam boven het! hoofd en tastte, door den liefdepijl getrof fen, naar haar hart. Dit was niet enkel het oproepen van herinneringen; h'et was leven, het was haarzelf Wie haar zoo geregeld naar binnen zagen gaan, begrepen haar niet Men maakte grappen over de vrouw, die er pleizier in had, telkens hetzelfde te zien. Mevrouw Blanchon sprak tot niemand een woord. Zij bewaarde zorgvuldig haar drukkend geheim, dat haar hart deed bloe den en dat toch zoo heerlijk was I In den Frieschen greidhoek gaat de, schooljeugd met polsen (lange stokken me^ houten klos aan den voet, om het weg zakken tegen te gaan) gewapend wee$ dagelijks onvermoeid het veld in, niet zck* zeer nog om kievitseieren te zoeken, want) deze zijn er nog bijna niet^ maar om heil terrein te verkennen en zich te oefenen in het slcotjespringen. Het eerste kievitsei! heet wel reeds gevonden te zijn den 26sten> Februari ].L, en wel in do buurt van Haar-i lem, maar de Friesche jeugd, er aan ge wend, dat het eerste eitje telken jare nielj in Noord-Holland, maar in Friesland gevom, den m ordt,heeft het courantenbericht be^ treffende dat eerste ei als óén man eenvou dig niet geloofd, in spijt van het OYerigenjj zeer groote gezag van geloofwaardigheid, dat het hoofdorgaan der provincie schiep onbeperkt geniet bij oud en jong in dat ge-, west. Nog nooit toch werd in deze provii*, cie, zoover menschenheugenis reikt, in dei maand Februari reeds een kievitsei gevon-» den. Verleden jaar werd het eerste eitje ge-, vonden te Molkwerum op den 14den Maartj cn dat was al bijzonder vroeg. Wel ia er eeaj oud gezegde, volgens hetwelk op den 20stei^ Maart het eerste kievitsei er zijn moet, al zal het ook op een ijsschots gelegd worden,- maar in werkelijkheid gebeurt het slechts; zelden, dat deze eersteling vóór den 20steu Maart gevonden wordt. Men is hier alzoo sterk geneigd te geloo- ven, dat dit eerste Noordhollandsche ei veel gelijkenis heeft met dat, hetwelk de in Friesland geboren dichter Staring bezongen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 19