|]fo. 15650. 25 Februari. Derde Blad. Asmo iOil. Buitenlandsch Overzicht. FEUILLETON. Gerda. „Oud-Leiden.'' De politiek moet buiten bet leger gehou den worden. Het is daarom ongewenscht, dat officieren tevens afgevaardigden kun nen worden. Zoo sprak de minister. Het bericht dat niet de Keizer maar de Kroonprins van Duitschland dit jaar de jubileumfeesten te 11 o me zal bij wonen, heeft gemengde gevoelens opge wekt. Sommige bladen vinden de oplossing goed. Men weet, dat de Paus dit jaar geen buitenlandsche vorsten wenscht te ontvan gen. Ging de* Keizer dus toch ter wille van den koning van Italië, dan zou hij met den Paus gebrouilleerd raken. Nu heeft men er de bovenvermelde tussehenweg op gevon den. De „Vossische Zeitung" is er minder goed over te spreken en betoogt, dat men op het Yaticaan. in zijn vuistje zal lachen, want heb ziet zijn eisch triumpheeren, art Rome niet alleen door de katholieke maar ook door de niet-katholieke staatshoofden die op eep goedo verhouding tot den H. Stoel prijs stellen, gemeden zal worden. Heb is inderdaad voor den Duitschen (keizer een moeilijke kwestie. Gaat hij, dan komt hij in onmin met den Paus, gaat hij niet, dan zal Italië het hem kwalijk nemen. Het schijnt dat het geschil tussohen R u s- land en China wel in der minne zal worden bijgelegd. Niemand wil op het oogenblik oorlog. Men is niet klaar en er is zooveel te doen in de diplomatieke wereld, dat men geen tijd heeft, voorloopig voor een Russisch-Chineesohen oorlog. In een der bladen lezen wij een beschou wing, over het conflict van iemand die het weten kan. Beschouwt men de Russische politiek van een onbevooroordeeld standpunt, zoo wordt er gezegd, dan vindt men de voor naamste oorzaak voor bet Optreden van de regeering te St.-Petersburg in b'dreigde handelsbelangen. De Russische regeering heeft totdusver geen ultimatum gesteld, immers van een bepaalden termijn heeft zij niet gesproken. En al wijst zij ook op zekere gevolgen, die onvermijdelijk verbon den zijn aan het niet inwilligen liarer eisohen, dan is dat tegenover een regeering, die van oudsher beroemd is door ha.ir tac tisch talmen, geenszins verwonderlijk. Reeds sedert jaren stelt de regeering te Peeking Rusland's verlangen naar ophef fing der bestaande geschillen en moeilijk heden bezwaren in den weg. Energiek op treden, als Rusland nu toont, is dus ge boden. En begrijpelijk is, dat. Rusland de veelomvattende handelsbelangen, die bet in die streken heeft, verdedigt en verzekerd wil zien. De gisting, die sedert eenigen tijd weer in alle kringen der Chineeseke bevol king tegen al wat Europeescli is valt waar te nemen, dwingt Rusland, nog voordat iieb tegenwoordige verdrag is afgeloopen, zich een gunstige positie te .verzekeren. Het streven der Russische regeering, om zich een krachtige positie te verzekeren te genover de vijandigheid der Chineezen te gen Europeanen in het algemeen, is niet een specifiek Russisch, integendeel, het .moet van algemeen Euvopeesch belang ge achtworden. Wij geven ten slotte nog een moot uit de discussiën in de O o s t n r ij k s c h e delegatie. Ook daar wordt met den vrede druk gewerkt. Aehrenthal zeide, dat het stelsel van bondgenootschappen in Oos tenrijk ten zeerste wordt gewaardeerd. Oostenrijk heeft geen de minste neiging tot gebiedsuitbreiding, .maar het wil be houden wat het heeft. Hét moet sterk zijn, om bondgenoot schappen te kannen aangaan en den vrede te kunnen waarborgen. "Wat de ontwapening betreft, herinnert de minister aan de verklaringen van den commandant der marine, die gezegd heeft, dat Oostenrijk in dit opzicht afhankelijk is van bewapeningen van andere staten. De minister zal alle voorstellen tot ont wapening welkom heeten en steunen. Zoo'n rede, niet w aar, zegt alles en niets. Verinniging int Bev. der Bouwkunst le Lilden. Hor\dcr denveer lit nde vergaderinggehouden in hel Nulagebouw. Aan deze vergadering ging vooraf een kunstbeschouwing van de ingekomen ant woorden inzake den prijsvraag voor het bouwen van een Vredespaleis in Den Haag. Dit inderdaad zeer fraaie plaatwerk was ter expositie afgestaan door d'e firma Burgers- dijk en Niermans. De a&nwerigen vonden het zóó mooi, dat den secretaris verzocht werd de firma te vragen 't voor de vol gende vergadering nog eens te mogen ge bruiken. De voorzitter, de heer P. M. J. v. Oeile, opende de vergadering. De notulen wer den goedgekeurd, waarna het woord vra3 aan dr. J. H. Holwerda. Tob onderwerp had spreker gekozen „De Romeinsc-hc vesting in onze streken." Wan neer spreker zegt: „Onze streken," bedoelt hij daar ook mede het westelijk gedeelte van Germanie. Speciaal daar in de omge ving van den Rijn en andere Duifesohe ri vieren. De secretaris zag zich verplicht in 't kort te memoreeren dat spreker aan de hand van een prachtcollectie lichtbeelden dc aanwezigen hoogst aangenaam berig hield met verklaringen omtrent den fortenbouw der Romeinen, zoo voor als na Chr. ge boorte. Hoogst interessant vooral waren de licht beelden. van des heeren Holwerda's jongste onderzoekingen naar de 'overblijfselen van den vroegeren Romeinsclien burcht, thans Arendsburg te Voorburg, en do daar ge vonden voo-rwerpen uit het grijs verleden. Een vriendelijk woord van dank van den voorzitter aan den geachten spreker was zeer ad rem. Als nieuw lid werd aangenomen de heer M. Koert, twee nieuwe leden komen eerst daags in ballotage, terwijl wederom twee heeren 't verlangen kenbaar maakten als lid te willen toetreden. We zien dus: „Bouw kunst" heeft geen klagen. De vergadering betuigde adhaesie aan de plannen inzake de viering van liet 25-jarig bestaan der 3-Octoher-Vereeniging. Er werd gevraagd of er mogelijkheid op zou l>estaan dat de Vereeniging en club de in aanbouw zijnde werken van het Vredes paleis kon bezichtigen. Nu, daar wil de secretaris wel eens naar informeeren bij de autoriteiten. In de Maart-vergadering zal er een expositie plaats hebben van schilderijen, schetsen, enz., van wijlen onzen helaas te vroeg verscheiden stadgenoot Dissel veld. De voorzitter sloot de vergadering. F. A. W. Derde Soirée musicale. Kleine Statisznnl. Dc lieer Striening zal met genoegen ge constateerd hebben, dat deze derde en laat ste van de door hem georganiseerde soi- róes het best bezocht was. Evenals het publiek belangrijk was toegenomen, zoo had ook het programma van deze -soiree aan belangrijkheid gewonnen, na dc vo rige programma's; want uitgevoerd wer den: liet sext-ett van Brahms opus 18, een waar prachtwerk; terwijl een kwintett van Ivlughaidt zijne -eerste uitvoering hier be leefde. Behalve dóór den heer Striening met mejuffrouw Hanna Striening, werk ten mede de heeren Van Gulden en Wik mink, beiden alt, en de heeren Eberle en Wegerif, ocllo. Dit ensemble had een werkelijk gelukkigen avond, vooral trof het ons, dat er meer op zacht spelen werd gelet; het publiek geeft trouwens zelf aan, dat alles soms aan een te hard lijdt, dooi de eerste rijen onbezet te laten, en voor al achteraan te gaan zitten. Behalve enkele ongelijkheden en enkele hooge noten, die niet op haar plaats wa ren, was het samenspel in Brahm's sex- tett, 'dat „op verzoek" werd gespeeld, zeer vooruitgegaan, zoodat het aanhooren van dit werk een genot was. Brahms laat ieder instrument zoo mooi tot zijn recht -komen Nu het veto-ontwerp weer door Asquith is ingediend, kooien de amen dementen en tegenvoorstellers ook weer los. Daarbij blijkt dat de'oppositie weinig eens gezind is, en het zou wel eens kunnen blij ken dat daardoor het verloop van de crisis eeer werd begunstigd. Er is gevraagd of de Regeering met het öog op het) belang van het grondwettelijk Vraagstuk, nogmaals wil overwegen om het [Parlement in te liohten, in hoeverre de Tetoconferenbie van het vorige jaar tot punten van overstemming is gekomen. Verder zal kapitein Craig een motie in- Üienen, waarin hij betuigt, dat het Lager huis gaarne een wet-sontwerp ter hervor- jjm'ng van het Hoógèrhuis ingediend zal jrien, mits clit een werkelijke bevoegdheid ala Tweede Kamer behoudt, maar dat het Lagerhuis weigert verder medé te beraad slagen over de vebowet, die de regeering in 'de gelegenheid stelt, Ierland Home Rule $e> schenken tegen het besliste verzét van |ide gelieele bevolking van Ierland en zon der dat een zoo ver-reikende grondwette lijke wijziging aan het Parlement en de kiezers ter beoordeeling is voorgelegd. Ook is bekend geworden wat de inhoud is van Lansdowne's voorstellen. Zij zijn hoofdzakelijk gebaseerd op Curzon's ideeën. Deze wenschte een Hoogerhuis van 300 le den, waarvan 100 gekozen door en uil' de tegenwoordige peers, 50 leden, die voorna me openbare ambten hebben bekleed, 50 benoemd door den eersten-minister en 100 aangewezen door de „plaatselijke instellin gen van zelfbestuur", Met eenige wijzigin gen, mar in dezen -geest, zou lord Lans- downe een voorstel doen. Dat het kahinet-B r i a n d nog altijd niet "Zoo heel zeker is van zijn bestaan bleek gisteren weer duidelijk. Aan de orde was een inberpellatie-Meunier, over heb tekort" 'schieten van de bestaande wetgeving tegen !de congregaties. Briand antwoordde, dat men de congre gaties, die zoo diepe wortels in het land - hebben, zoo maar met) van vandaag of mor gen kan doen verdwijnen en vroeg de meer derheid haar vertrouwen in de regeering uit te spreken, na met nadruk zijn vroe gere verklaring herhaald te hebben, dat hij alleen aan het bewind wilde blijven, wan neer in de regeeringsmeerderheid een zui ver linksche meerderheid begrepen zou zijn. Daar zat het groote gevaar, want' nu ver loor de minister versoheiden stemmen van rechts. De congregatie-wet is altijd een teer "punt en menig kabinet is ei' al over ge struikeld. Ten slotte werd de vertrouwingsmotie slechts met 16 stemmen meerderheid aan genomen. Er was groote agitatie en men dacht i'eeds aan aftreden. Het ministerie heeft dc zaak overwogen gemeend wèl aan te kunnen blijven. Bij gelegenheid van de oorlogsbegrooting in den Duitschen R ij k s d a g is nog al critiek geoefend op de overdreven tucht in het leger. De minister wil daar echter niets van hooren. Ons doel is onvoorwaardelijk vast te houden aan tucht en onvoorwaardelijke ge hoorzaamheid. Een ongedisciplineerd le ger is geen duit waard. Het. is onaange naam voor heb legerbestuur, dat het den eisch tot verkooging van de soldij der man schappen met het oog op den financieelen toestand niet kan inwilligen. De in Prui sen toegepaste opvoeding van de jcugcf, waardoor .stokerij in anti-nationaien zin, ook door verhoogiug der lichamelijke ge oefendheid bestreden wordt, is een der be langrijkste plichten van den staat. Verkorting van den diensttijd is absoluut onmogelijk. Bij de bereden wapens hebben wjj driejarigen diensttijd noodig, om de manschappen voldoende af te richten voor den oorlog. Ik protesteer ten sterkste tegen de bewe ring, dat de soldaten slechter dan honden behandeld worden. Het is noodig om met- harde straffen te dreigen, om schrilk in te boezemen. i) „Het beste zal zijn, dat Gerda naar oom Bernard gaat; want het zou tooh vreeselijk zijn, als wij haar al die dagen hier-moesten hebben. Bovendien zou het eenvoudige kind rich' bij de drukte, die zooveel logés mee brengen, zeer ongelukkig gevoelen. Ik zal 'oom maar dadelijk schrijven, dab hij haar morgen kan verwachten." De dame, die aldus sprak, lag gemakke lijk in een fauteuil, terwijl haar dochter, een jong,'blond meisje, tegenover haar zat. Zij scheen het geheel eens met) haar moef der te zijn, want onderwijl deze sprak, had zij steeds met het hoofd geknikt. „Als u Gerda vertelt,, hoe druk het; hier zal zijn met uitgaan en ontvangen, dan ral zij zich zeker geen oogenblik bedenken cm het voorstel aan te nemen. Men moet er toch werkelijk zoo'n dorpskind voor zijn, om het verblijf op het land in den winter nog aangenaam te vinden. Ik zou het nu bij oom Bernard op „Rustoord" nooit uithou den." „Gelukkig, dat zoo iets wel nooit van je gevergd zal worden. Als je eerst met baron De Beaudieu getrouwd bent, zul je heb win terseizoen wel in de Residentie of in het Zuiden doorbrengen. Ga je nu kleeden yoor de wandeling, Tonny, dan zal ik het brief ja schrijven en met Gerda spreken." Mevrouw de weduwe Van Elsendonck be woonde een groot huis op een der stille, deftige singels van de stad A. Sinds den dood van haar echtgenoot nam haar oud ste zoon met een compagnon de uitgebrei de zaken waar. De jongste zoon was stu dent en haar eenige dochter Tonny, sinds een jaar van de kostschool in Genève terug, was nu verloofd met baron De Beaulieu. Het' was altijd een lievelingsWensch van de ijdele moeder geweest, dat haar dochter met iemand uit den adelstand zou huwen en daar het meisje tot een der rijkste par tijen van de provincie gerekend mocht wor den en een lief, aantrekkelijk gezichtje had, was zij, van af het oogenblik, dat zij door haar moeder in gezelschappen gepresen teerd was geworden, door cavaliers, zoowel adellijke als uit den burgerstand, omringd. Het was natuurlijk zeer tot genoegen der moeder, dat Tonny ten slotte een baron koos. Een paar jaar geleden was een nichtje van denzeüfden leeftijd als Tonny bij de familie komen wonen. Gerda Wilders was het eenige kind van een overleden zuster van mevrouw Van Elsendonck. De beide families hadden in onmin geleefd, omdat mevrouw Van Elsendonck het haar zuster niet kon vergeven, dat zij gehuwd was met iemand, die een betrekkelijk eenvoudige positie bekleedde; en toen de zuster na een huwelijk van vijf jaar overleed, had alle gemeenschap opgehouden, totdat er op zekeren dag in A. een brief kwam van het onbekende nichtje, meldende dat haar vader was overledeD. Ondanks alles bood mevrouw Van Elsendonck haar nichtje aan bij haar te komen wonen, wat door heb jonge meisje, dat nu heelemaal alleen stond dankbaar werd' aangenomen. Gerda Wilders voegde zich in alles naar de wenschen van haar tante, maar veel sympathie bestond er daarom niet tusschen die twee. Gerda, die zeer eenvoudig, maar degelijk was groot, gebracht, vond niet veel genoegen in het leven zonder eenige nuttige bezigheid, hetwelk zij nu leidde, en sprak zij hierover eens met haar tante, dan klaag de deze, dat haar nichtje zulke „burger lijke aspiraties" had en dat zij toch vooral zeo iets niet moest" zeggen tegen de ken nissen. Zoo was mevrouw nu op heb idee geko men, dat het beter was, dat Gerda eenjgen tijd uit logeer en ging, want' de familie van clen adellijken verloofde van Tonny zou komen. Tonny en Gerda hadden al voor een paar weken een uitnoodiging gekregen om op „Rustoord", het. eenige uren buiten A. gelegen landhuis tan oom Bernard, te ko men, en die uitnoodiging kon nu zeer ge schikt voor Gerda worden aangenomen. Bernard van Elsendonck, een man van nog geen veertig jaar, was de jongste broeder van Tonnv's vader en leefde, vol gens de familie, alleen voor zijn model boerderij; voor de partijtjes ten huize van zijn schoonzuster bedankte hij geregeld. Als hij in de stad kwam, was liet alleen om een concert of een tooneeluit'voering bij te wonen. Gerda hoorde wel eenigszins verwonderd op, toen haar tante haar het voorstel deed alleen naar „Rustoord" te gaan, maar niet temin nam zij het met groot genoegen aan, want de enkele dagen, die zij er nu en dan in den zomer met Tonny had doorgebracht, haddeneen zeer prertigen indruk nage laten. Toen Gerda twee dagen later op „Rust- soms treft de cello door een heerlijken inzet; dan weer viool en alt door een samenspraak; geestig is het Scherzo !dat wat zwaar van klank was bewerkt; het laatste deel, na een prachtigen inzet, >verd met gloed gespeeld. Na 'dc pauze kwam Klugliardt, als com ponist reeds zeer bekend, ons zijn kwintett voorstellen; beginnend met een soort ea- denz voor de eerste viool, waarna de 4 andere instrumenten aan liet woord ko men. Het eerste deel was wat gewichtig, wat zwaar op dc hand en tevens vrij zwaar voor de spelers; ook het tweede deel lang uitgesponnen, toch met meer afwisseling door een geestigen solo voor de tweecle viool, begeleid door de cello; liet derde deel al weer mooier door de samenspraak van de eerste viool met de cello, ter wijl het 4de deel het meest boeide door ccne schitterende bewerking, en een op gewekt tempo dat hoe langer hoe sneller werd, tot kort voor het einde, eenige be daarde malen met klankvolle accoorden wat rust brachten. Na liet aanhooren van het geheel, meenen wij wel, dat dit kwin tet belangrijk genoeg is om 't nog' eens tc willen hoor.en: het werd in Leipzig met héél veel succes ten gehoore gebracht. De toehoorders verdokken niet, alvo rens zij in een van warme stemming ge tuigend applaus dc medewerkers bedankt hadden voor de moeite, aan dc instudee ring van deze werken besteed. LeicSsusiiê Kunstvereeniging. Jan Het/se en Gr. Wesltrnvtoi. Een ongewonen aanblik levert de zaal in 't Nut. Dit jaar, liet scizoeu van exposeeren beter gezegd is geopend met het werk van Suze Bisschop Robertson. Haar ruige schilderijen waren wel een voorbeeld van het echte impressionisme: zuivere uiring van de llaagsche School. Monni kendam, dc aan de Amsterdamsche Academie ge vormde, beeldde in zijn kranige schilde rijen gedachte uit. Men weet hethet is dc Amsterdamsche School aan den spits stond Allebé die gedachte in dc kunst niet uit den boozc meent. Tegen het ongebreideld impressionisme hebben de Amsterdammers sinds lang hun schilderen in overwogenheid, hun bezon nenheid als reactie gesteld. Noemen wij slechts namen als Toorop, Jan Veth. Uit deze zelfde kunstgedachten gespro ten mag .men liet werk van de jonge kunstenaars wier namen hierboven gaan, aanmerken. Meer dan het louter schoon van de dingen uit te beelden, zooals hiui gevoel hun dat zou voorschrijven, willen zij een gedachte van hun versland tevens aan den man brengen. Hier is niets tegen. Mits het maar goe'd geschiede. En aangaande dit laatste hebben wij het voorrecht heel wat lofs tc zeggen. .Westerman's werk was ons reeds be kend. In het Stedelijk Museum tc Amster-. 'dam heeft deze artist twee jaar geleden met groot succes geëxposeerd. De roman tiek van zijn werk werd geroemd. Roman tisch is inderdaad dit werk! Zoowel door de romantische voorvallen en begrippen welke Westerman bij voorkeur uitbeeldt: de SchakingLegende enz., als wel door de wijze waarop hij schildert. De vrouwenfi guurtjes op dc kleine paneeltjes zijn het, door hun kleur, hun stand, hun niet on der woorden te brengen verbeelding; het kleine figuurtje van de badende „Ve nus" genoemd door den schilder, is het in zijn voorstellingswijs, het bewogen land schap, in donkere onheilspellende ldeur, dc vrouwen in heur doffe weelderige kleedij het is alles uiting van -wat wij onder het woord romantiek verstaan. De aandacht willen wij vooral vestigen on de kleine paneeltjes, waaronder zeer waardevolle werkjes zich bevinden. Van Westerman naar Hcyse 'dc stap is niet zoo groot als hij lijkt. Want oak Heyse blijkt de gedachte in kunst aller minst te schuwen. Zijn landschap sluit zich bij de mooie verbeeldingen welke hij van, Zeeuwsche vrouwen geeft, zeer wei aan. Het is bedeesd, bezonnen werk, voortko mend uit een teerc beschouwing der din gen. Een symbolische kant is ër aan zijn oord" kwam, werd zij hartelijk verwelkomd door den heer Van Elsendonck en mevrouw Hogers, een bejaarde weduwe, die de huis houding bestuurde. „U heb-t' groot gelijk, juffrouw Wilders, dat u de drukte bij mijn schoonzuster den rug toekeert," zei Bernard van Elsendonck na een poosje, ,,'t is nergens beter dan in •de vrije natuur; maar opdat, u het niet te eenzaam zult vinden bij ons, oude meu- .schen, hebben wij nog een jonge dame te logeeren gevraagd." „Nog een logé? Wie dan?" vroeg Gerda verwonderd. ,,Dat blijft tot morgen een geheim, als ten minste mevrouw Hogers het niet ver klapt." „Dan ga ik dadelijk probeeren of ik mij niet meester van dat groote geheim kan maken, want ik ben vreeselijk nieuwsgie rig." Gerda ging mevrouw Hogers, die de ka mer verlaten had, opzoeken en vond haar in de keuken. „Mevrouw, wat vind ik het gezellig, dat .er morgen nog een logé komt," zei ze. „O, heeft mijnheer het je dan verteld?" ,,Ja zeker ik weet er al alles van," jokte Gerda met een effen gezicht „hoe is u toch op dat aardige idee gekomen?" „Nu mijnheer het je tooh al verteld Reeft, kan ik je dat wel zeggen. Ik kan me intus- schen niet begrijpen, dat mijnheer de ver rassing niet tot morgen bewaarde; de man nen kunnen soms toch nog minder iete ver zwijgen dan de vrouwen. Toen wij het briefje van mevrouw Van Elsendonck kre gen, bedacht mijnheer, dat het hier veel te stil voor je zou zijn. en daarom heb ik gauw werk, die zich openbaart in een gestyleer-: de bloem, ter zij van een vrouwenkopje. Het meest waardeeren we ziin arbeid in deze werken, waar hij bij de werkelijkheid blijft, doch deze uit zulk een verheven stem ming schildert, dat wij van zelf er toe ko men de heiligheid van sommige gevoe lens: het moedergevoel bijv., te beseffen. Een zeer mooie tentoonstelling! De Hy Voor de Vereeniging „Oud-Leiden", dooi» een klein publiek vertegenwoordigd, heeft dr. W. J. Kühler in den huizo Prins gister avond gesproken over een {klooster, hetwelk in de onmiddellijke nabijheid van Leiden" heeft bestaan. Over het klooster Engelendaal is alleen dan een geheelen avond te spreken, wan neer men het in verband beschouwt met de geestelijke strooraing die van Geert Groote. is uitgegaan, de „moderne devotie". Wei bezit het Archief van Leiden het voorma lige kloosterarchief, maar de t-alrijko stuk ken bevatten zoo goed als njets dat op de (inwendige geschiedenis van het. klooster nieuw licht werpt. De spreker begon met uit het leven en van de werkzaamheid van Geert Groote le schetsen. Als Hervormer optredend wild* deze voEksprediker, wiens openbare werk zaamheid tusschen de jaren 1380 en it,33 valt, niet de leer der Kerk wijzigen, maar alleen het Christelijk leven tot hooger bloei brengen. De weg om het hemel***.e nabij te komen was voor hein: afsterving van do wereld en dooding van het aardecbe. Op drieërlei gebied heeft hij invloed ge oefend: vooreerst op de kloosters, wie» diep verval gekeerd is door heb eakcJe ja ren' na rijn dood gestichte "VVindesheim, dat weldra aan het hoofd kwam te staan een uitgebreid Kapittel. Van de zo Win- desheimsche kloosters nu is dat te Leiod..'- dorp er een geweest. Verder heeft ziob uc. der invloed van Geert Groote de Broeder- en Zusterschap van het Gemeene Ltncn gevormd, en eindelijk is de geest der mo derne devotie ook verspreid onder leeXon die op zichzelven bloven wonen. Spr. toon de aan, dat men van deze drie stroomiDgeu ook te Leiden sporen (kan vinden. Wat nu Engelendaal betreft: uitvoerig werd stilgestaan bij de stichting van.'het klöostèr die, reeds 'iri' 1306 voorbereid; eerst na 1-100 tot stand kwam, terwijl de inlijving in het Kapittel van Windesheim ongeveer in 1403 plaats had. Aanvankelijk heer6chte er groote' armoede onder de Broeders, maar weldra namen de tijdelijke goederen zóó toe, dat van Engelendaal, met toespeling op Genesis 49 20 gezegd 'kon worden: „Zijn brood is vet". De archief stukken stellen ons in staat na te gaan waaruit de rijke inkomsten bestonden. Voor geestelijke diensten als het houden van zielmissen ontving men belooning; het meest doorluchtige voorbeeld van dien aard is, dat toen twee der reguliere ka nunniken uit Engelendaal de ongelukkige gravin Jacoba van Beieren in haar uiterste hadden bijgestaan (1436), het klooster daar voor bedacht werd. Voorts brachten de Broeders liun bezittingen mede, ontvingen zij erfenissen enz., zoodat de stichting spoedig welvarend, ja rijk werd. Vooral het landbezit breidde zich uit, terwijl een andere bron van ruime inkomsten uit de renten bestond, die men naar middeleeuwscn gebruik kocht; Zulke renten had het kloos ter in menigte uifc huizen te Leiden, bijv. op de Hoogewoerd, den Ouden en dsn Nieuwen Rijn, de Voldersgracht, enz. Maar ook elders, te Utrecht, to Haarlem en te Delft-, had Engelendaal op deze wijze zijn geld uitgezet; stedelijke regeeringen, in de eerste plaats die van Leiden, leen den meermalen van heb klooster. Do levenswijze der Broeders kwam ver volgens ter sprake. Beschreven werd hun ordegewaad, het wiflte gewaad, door den Prior zelf, ongewijzigd, gedragen; de ver schillende soorten van kloosterbewoners en Ret bestuur, zooals dat in handen was van den Prior. Onder dezen stonden dë overi gen, die ieder hun ambt te vervullen had- naar mijn broeder in Brummen gesohreven, of mijn nichtje Clara ook met zou kunnen komen en die telegrafeerde dadelijk terug, dat zij morgen hier zou zijn." „Hoera, nu weet ik, dat het Clara Hogers is, die komt; dat ïs eerst prettig!" „Wist je dat dan nog niet?'' vroeg me vrouw verwonderd over dien uitroep van Gerda. „Ik meende, dat mijnheer het je ge zegd h'ad." „Dat diet ik met opzet zoo voorkomen, omdat u anders geen van beiden het geheim verraden zoudt' hebben. Als ik het te weten wilde komen, moest ik wel een list gebrui ken," lachte Gerda. „Nu, je hebt het zoo knap aangelegd, dat je wel voor diplomaat in de wieg schijnt gelegd te zijn." Clara Hogers kwam den volgenden dag en met' haar zooveel leven en vroolijkheid, dab de stille Gerda er zelfs door aangesto ken scheen te worden. Den geheelen dag klonken haar stemmen en lachen door het andere zoo stille huis. De beide meisjes kon- dan het heel goed samen vinden. Het pret tigste vonden zij het, om met den heer Van Elsendonck mee te gaan, om de bezit tingen te inspecteeren. Nooit had hij dat in zulk vroolijk gezelschap gedaan; en het scheen hem bijzonder goed te bevallen, want telkens richtte hij het zóó in, dat rij hem minstens eens per dag konden verge zellen. Toen, op een morgen, de heer Van Elsendonck gereed stond te paard uit te gaan, zei Clara: „Hé, Gerda, je moest ook paardrijden leeren; dan konden we nog vaker meegaan; ik heb heb verleden winteï! ook geleerd."- (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 13