N°. 15649 Vrijdag 24 Februari, A0. 1911. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. L. 33. 3629, LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIES V»n 16 regels /T.06. Iedere regel meer /'0.17J. Grootere letter» naar plaatsruimte. Kleine adrertentiën ran 30 voorden 40 Gents contant', elk tiental woorden meer 10 Gents. Voor het inoasseerenwordt/"0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Cents j per 3 maanden I f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30. Franco per post1.65. HISOIiBWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien liet adres van W. A. LEEMBRUG GEN, firma J. PARMENTIER en ZONEN, om vergunning tot uitbreiding der machi nale breierij van wollen goederen, aan de Binnenvestgracht met toegang aan de Lam mermarkt No. 56, kad. Sectie B. No. 2599, door plaatsing en in-werking-stelling van 12 draaistroommotoren, waarvan 2 van 3, 2 van 1.5, 1 van 1, 5 van 0.8, 1 van 0.75 en 1 Van 0.45 pk., ter vervanging van de be staande drijfkracht. Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet; geven bij deze kennis aan het publiek, dat genoemd verzoek, met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Vrijdag 10 Maart jfcanst. des voormiddag3 te elf uren, op het ■Raadhuis gelegenheid zaJ worden gegeven om bezwaren tegen dit verzoek in té brengen, terwijl zij er de aandacht op vesti gen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinder wet voor 't gemeentebestuur of een zijner le lden zijn verschenen ten einde hun bezwaien mondeling too te lichten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 24 Februari 1911. Andere inzichten. Het volgende bericht in ons blad ver dient ook om het belang, dat het indirect Voor onze gemeente heeft, nader bekeken te worden: ,,Een belangrijk plan is te Rotter dam verschenen, ter bebouwing van dat deel van Kralingen, dat zich uitstrekt tusschen den Oudendijk en den beken den Kralingschen Plas. Daarbij is ge- Tekend op doortrekking in de Voor schot enlaan en do Avenue Concordia met indeeling in zóó diepe bouwblok ken, dat er om do huizen voortuinen van 6.5 M. kunnen aangebracht wor den. Beide straten zuilen in gebogen vorm aan den Kralingschen Plas loo- pen. De directeur van gemeentewerken is bij uitwerking dier plannen van de overweging uitgegaan, dat men er toe zal moeten komen om in de verschil lende stadsgedeelten aaneengesloten oomplexen aan te wijzen voor verbou wing met betere woningen. Wat evenwel het ingediende plan het meest opmerkelijk maakt is, dat daartusschen een groot park is ontwor pen, bestaande uit do uitgestrekte, reeds aan de gemeente beboerende buitenplaats „Rozenburg" en de be westen gelegen te onteigenen weilan den; Om het plan te verwezenlijken worden de gezamenlijke terreinen van de Maatschappij „Vredehof" aange kocht voor f 330,000, terwijl voorts, be halve de genoemde weilanden, ook ge deelten van den Oudendijk met daar aan gelegen villa's zullen onteigend worden. Vooral de aansluiting van het nieuwe openbare park aan den Kralingschen Plas doet het ingedien de plan zeer aantrekkelijk voorkomen, terwijl het tevens ook bewijst, dat thans inderdaad met kracht de hand wordt geslagen aan de verbetering der voorstad." Daaruit blijkt wel, dat Rotterdam, ande re wegen gaat inslaan, dan liet onder burgemeester 's Jacob en directeur der gemeentewerken De Jong volgde; het gaat zorg dragen voor ontwikkeling van steden schoon, terwijl bet onder de vroegere be windhebbers alleen oog had voor z.g. nut tige en practische zaken. Te verwonderen is dit niet, want wel stroomen nieuwe in gezetenen nog in ruimen getale toe, maar de meergegoeden vestigen zich steeds meer in het wèl voor stads verfraaiing zorgende Den Haag, zoodat het eind zou zijn, dat Rotterdam met een kleine draagkrachtige en een groote zorgeischende bevolking zou blijven zitten. Tijdig gaat men nu de ba kens verzetten. Valt hieruit voor onze gemeente niet iets te lecren? Veel is er hier gedaan voor hygiene en volksgezondheid, maar wat deed men om het de draagkrachtige bevol king aangenaam te maken? Rotterdam zag nooit het nut van een park in, thans gaat het er een aanleggen. Waar is het Leidsche park, waaraan wij zoó'n behoefte hebben? Binnen de grenzen va-u ons gemeentelijk gebied liggen ruime terreinen, die geschikt zijn voor wandel en villa-parken, waar een gezeten bevolking zich kan vestigen en zoodoende bijdragen om de lasten onzer stad gemakkelijker te doen dragen. Men heeft in Rotterdam nooit veel wil len weten van voortuinen en thans ont werpt men ze liefst 6.5 M. diep. Valt hier uit voor Leiden niets te leeren? Wanneer verschijnt de gemeentelijke regeling, die in bepaalde deelen van hef: uitbreidings plan voortuinen verplichtend stelt? Rotterdam heeft er noo't iets van willen weten om bepaalde wijken aan te wijzen voor bebouwing met bepaalde soort wonin gen. Leiden evenmin, en zoo bederft hier soms één bouwer den aanleg van een straat, wellicht van een gelieele wijk en daarmee de financieel© plannen van zijn medebouwers. Waarlijk, or is in onze dagen meer noodig, dan de vaderlijke hand, die allen onbeperkte vrijheid laat en alléén in grijpt, als bot al te gek wordt. Rotterdam toont nu te beseffen, wat moderne steden bouw eischt. En aangezien Leiden blijk geeft door meerdere toeneming van bevolking een pe riode van weder-opicving te gemoet te gaan, is het hoog noodig, dat het vraag stuk van den stedenbouw ernstig onder de oogen wordt gezien. Leiden, 24 Februari. Voor het examen nuttige handweiik'en zijn te 's-Gravenhage geslaagd, de dames M. C. Vlotman en D. E. Flcntrop, beiden van Hillegom, cn L. M. Mekking, te Was senaar. De te Waddingsveen gehouden algc- meene vergadering van aandeelhouders der Stoombootmaatschappij BoskoopWad dingsveenGouda heeft het dividend vast gesteld op 14 pGt. Tot commissarissen wer den herbenoemd de heeren Herman en Ne- derhorst Sr., terwijl de heer J. van Gel de ren gekozen werd in de plaats van wijlen den heer A. Koster Mzn. Beroepen is naar de Geref. Kerk te Blokzijl de iieer W. van 't Sant-, -cand. to Reeuwijk. De gemeenteraad van Rotterdam be gon. gistermiddag de behandeling der voor stellen tot regeling der salarissen van on derwijzers en onderwijzeressen, welke gis teravond werd voortgezet. Bij de algemeene beschouwingen werden Hoofdzakelijk twee beginselkwesti'es ontwikkeld, die echter reeds belichaamd zijn 1 in verschillende amendementen, ml. om het minimum- salans op te voeren van f 600 tot f 700 en om de salarissen van de ondeiwvijzers en on derwijzeressen gelijk te stellen. Enkele an dere amendementen beoogden eveneens gunstiger verhoogingen dan door B. en Ws. werden voorgesteld. Heden voortzetting van liet debat. Naar het „Hbl." verneemt, is dr. De Gelder, gewezen onder-directeur der Ge meentelijke Eleetriciteitewerken te Amster dam, door nagenoeg alle ambtenaren der G. E. W. een tegel-tabjeau aangeboden, de Centrale aan de Hoogte Kadijk voorstel lende. Een ^oorkonde bevat de mededeeüng, dat dit geschenk aangeboden wordt, als bewijs van de aangename vest.ondHouding, welke tusschen dr. De Gelder, en de met hem samenwerkende ambtenaren heeft bestaan. Het college van curatoren over het stedelijk gymnasium te Kampen heeft op de aanbeveling geplaatst voor de benoeming leeraar in het Hebreeuwsch (vacature dr. A. Noordtzij) de heeren J. Keulen, te Kam pen en A. Frank, te Zwolle. Gisteravond te 10 uren is te Breda over leden, 55 jaar oud, de gCDeraal-majoor jhr. L. O. van den Brandeler, gouverneur der Koninklijke Militaire Academie. De overledene, opgeleid aan de Kon. Mil. Academie, werd benoemd tot 2den luite nant der infanterie op 2 Juli 1876, tot lsten luit. op 31 Maart 1881, tot kapitein op 20 Februari 1893, tot majoor op 22 Maart 1902, tot luit.-kolonel np 22 Maart 1904, tot kolo nel op 1 Mei 1908 en tot generaal-majoor op 1 November 1910. Door buitengewone bevordering was hij zijn tijdgenooten enkele jaren voor. De overledene heeft geruimen tijd bij den generalen staf gediénd en was als kapitein directeur der militaire verkenningen en als Hoofdofficier hoofd der 2de afdeeling van ht departement van oorlog. Op 16 October 1905 werd hij benoemd tot gouverneur der Kon. Mil. Academie. Generaal Van den Brandeler was ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw, officier in de orde van Oranje-Nassau en van het Legioen van eer, en ridder der Pruisische Kroonorde. Door de arr.-rechtbank te Breda is ter vervulling eener vacature van rechter m haar college opgemaakt de volgende alpha- betisch'e lijst van aanbeveling: mr. A. H. van Beusekom, mr. A. W. Kist en mr. J. A. van der Mersch, allen substituut-griffier, resp. bij de arr.-rechtbanken te Amsterdam, Maastricht en Breda. Bij resolutie van den minister van Koloniën van 22 Februari 1911 zijn J. D. H. Yane, te Rotterdam, H. Hofman, te Amsterdam en J. J. Somerwil, te Amster dam ter beschikking van den gouverneur- generaal van Ned.-Indië gesteld ten einde te worden benoemd tot commies 3de kl. bij den post-, telegraaf- en telephoondienst daar te lande. Verder zijn A. Both, te Rotterdam, M. Dekker te Amsterdam, P. Oh. H. M. Schol- berg te Rotterdam, mej. R. Snijders te 's-Gravenhage, J. H. Stroeve te Amster dam, J. van der Sluijs te Rotterdam, D. van Dijk te Leeuwarden, A. J. B. van Herwijnen te Amsterdam, H. P. Ritzema te Wildervank, mej. B. I. Segond von Ban diet te 's-Gravenhage, \V. G. F. M. Trijs- senaar te 's-Gravenhage, J. F. H. Verhae- gen te Goes, Rs W. "VViebenga te Harlingen én W. J. Woittiez te Breskens ter beschik king gesteld, ten einde daar te lande te worden benoemd-, wat de eerste vijf betreft, tot commies 3de ld., en wat de overigen betreft, tot klerk bij den post-, telegraaf- en telefoondienst. HAARLEMMERMEER. Bij den plaats gehad hebbende brand bij J. Kruk aan den Ringdijk, nabij Halfweg, heeft de brandmeester v. d. Fange zich zoodanig bezeerd, dat hij zich onder geneeskundige behandeling moest stellen en verder geen arbeid kon verrichten. De uitvoering, door het fanfarekorps „Excelsior", te Hoofddorp, in café ,,De Landbouw" gegeven, is zeer goed geslaagd. De met zorg saamgestelde muzieknummers, welke zeer maatvast en correct gespeeld werden, getuigden van ernstige studie, ter wijl het prachtige vioolspel, door den jon genheer v. d. Meer ten beste gegeven, he-D succes van den avond hielp voltooien. Dc directeur, de lieer L. v. d. Meer toont voor zijn taak berekend te zijn. Het muzieknummer, door hem persoon lijk gegeven, verwierf een warm applaus. Ook de reciteer verecniging „Onder Ons", welke welwillend tusschen de num mers door de aanwezigen vergastte op een reeks van voordrachten, mag genoemd worden. Het publiek, bestaande uit kunstlieven de leden en dames, 'heeft zich uitstekend geamuseerd. Een prettig bal besloot dezen genot vollen avond. KAT WIJK-AjYN-ZEE. Met het onderwerp .,Het Christendom in de twintigste eeuw" trad in de Gemeentezaal alhier op prof. H. Bavinok. Het gewone leven der intense-hen, aldus begon spr., is eentonig. Drie punten bren gen hen eoliter met de ganscko maatschappij in gemeenschap, n.l.: de belijdenis van de schepping van Hemel en aarde door God al machtig; de belijdenis van onzen Heere Jcsus Christus, die, ofschoon do waarachtige eeuwige Zoon Gods, toch de menscliolijke natuur heeft aangenomen; de verwachting voor de toekomst. In den Matsten tijd is ook de kennis reusachtig uitgebreid met betrokking tot do natuur en de geschiedenis. Er is echter 'een groot verschil welke wereldbeschoiiwing wij zijn toegedaan. Do evolutionistische wereld beschouwing, dat n.l. het hoogere sh voortgekomen is uit het lagere, jtaat vijandig tegen allen godsdienst. Een goede twintig jaren geleden dweepte men met de wetenf schap. Thans is daarin echter een kentering gekomen. Men wil nu, om een goeda toekomst fe» verkrijgen het huwelijk hervormen, schoof en opvoeding hervormen en alle menschep gelijk maken. Spreker wees op deer Christenen duTc drie-* voudige taak, n.l. een profetische, om de| Waarheid te handhaven en te verdedigen; een priesterlijke, om in den ruimsten zij des woords de barmhartigheid te beoefenen; een koninklijke, om aan de heidenen diej door het voortdragen der beschaving hurt' godsdienst hebben verloren, het Evangelie te verkondigen. De twintigste eeuw is. daarom! do eeuw der Zending cn evangelisatie bij1 uitnemendheid. De solioono rede van den zeer begaafden! spreker werd door alle aanwezigen met do. meeste aandacht gevolgd. NOORDWIJKERHGÜT. De lioutverkotf* ping aan Piet-Gijzenbrug was slecht be zocht. Het aantal koopers was niet groot' en de kooplust gering Eenige ingezetenen' waren hierdoor in de gelegenheid enkele vooöpj deelige koopjes te halen. NOORD WIJK. In ,,Hof van Holland" trad gisteravond liet duo-Van Laar, uit Amster dam, op, terwijl ook de proza-humorist Pas toral zijn medewerking verleende. De heer Zemrowsky had hch geëngageerd. liet be, zoek was gering. De thuisblijvers hebben veel gemist, wanti de heer on mevrouw Van Laar en de heer Pastorel vormen een trio, dat de kunst verstaat, de lever oeois te laten schudden. Zij hebben succes gehad van het begin tot! het einde. Zij hebben hun programma van een 12-tal nummers niet alle even nieuw! keurig afgewerkt. Voortdurend was een' daverend gelach liet bewijs, dat zij het pu bliek onder den indruk van liun humor wisten te brengen. NOORDWTJK-AAN-ZEE. Gisteren had op liet duin tegenover het café van den heer L. van Schie, die telken jare in den vasten-? avond deze sport gedenkt, vogelschieten' plaats. Ei* was zeer veel animo. Doordat in den namiddag het weer te bar werd, moes-: ten de wedstrijden gestaakt woerden. Er warv den daardoor slechts twee vogels geschoten. Op den eersten vogel warden 70 schoten gelost; de tweede was een „taaie", die vers eisdhte 304 schotten. Uitslag: lste vogelrompL. v. d. Berg, van! Noordwijk; lcop: P. H. v. d. Voort, van Noordwijk; vleugels: P. en J. Brama, beis den van Noordwij kerb outstaart: J. v. éU Meer, van Noordwijkr-rhoutvlag: A. v. d< Geest, van Warmond. 2dè vogel: romp: L. Zuidcrduiu, van, Noocrdwijk; staart en beide vleugels: A. Brai< ma, van Noordwijkerlioutkop: J. G. van Nooit, van Warmond; vlag: W. v. cl. Berg, van .Piet.-Gijzenbrug. Zoolang hot weer goed was, liecrschto een; opgewekte stemming onder de deelnemer», terwijl zeer velen vol belangstelling den' vredigen strijd gadesloegen. SASSENIIEIM. Uit gcede bron hebben wij vernomen, dat de gemeente-bouwkundige, do hoer Verhoog, uit Leiden, zich mjefa 1 Mei alliier gaat vestigen, tevens als particulier arohitect. Hij komt wonen in het voormalig pension-Wi nt el's. 15) „Kom, ga u mee, mejuffrouw, opclat wij VRn hiér wegkomen?" vroeg hij. En daarop wendde hij zic-h tot Augusta. „Neem een droschke, rijd daarmee naar huis en zeg daar, dal ik mij de vrijheid ver oorloof de juffrouw naar huis te begeleiden ten zelf nog te verschijnen." Augusta verwijderde zich met een veel- beteekenenden blik. Eindelijk waren zij alleen I Beiden haal den te gelijk diep adem, nis van een zwaren last bevrijd, en Reutern zeide: „U durft toch zeker nog wel door den Dierentuin gaan Nella knikte toestemmend. Hij trok haar arm door den zijne, alsof het vanzelf sprak. Zij liepen zeer langzaam 'en geen van beiden zeide een woord. ,,Dus afgeloopen," zeide de vrijheer ein delijk, en uit zijn toon klonk zoowel bitter heid als voldoening. De keel was Nella als toegesnoerd. Wan neer hij het zoo beschouwde, zoo gevoelde, wat bleef Haar dan nog te zeggen over? Zij "wilde spreken, maar er kwamen met veel meer dan een paar klanken over haar lippen. Ook sprak hij reeds weer, berustend en kalm. „Ik zou zulk een a\ond niet weer kunnen beleven en men zou mij ook, hier ten min ste, daartoe bezwaarlijk gelegenheid geven. Mijn woord er op, juffrouw Nella, ik zou *r mij bij neerleggen, dat het zoo spoedig tot een beslissing is gekomen, wanneer ik die verplichtingen jegens uw vader niet had." ,,0 maar en <dan was het dan werke lijk zoo erg? Hebben wij daaraan niet en vooral ik met dat in-de-Handen-klappen de voornaamste schuld?" Zij zeide dat stamelend, zoo geheel anders als op haar gewone vrije en onbevangen wijze. Yon Reutern gbmlachte. „Dus waart gij dat? Ik hoopte het." Hij drukte haar hand lang en innig. „Ik dank u, juffrouw Nella; gij meent het altijd zoo goed met mij. Mag ik nu ver der spreken? Mijn tweede en naar ik hoop laatste bekentenis?" Zij trok Haar hand schuw en langzaam uit zijn vingers. „Weet u, juffrouw Nella, eigenlijk heb ik er nooit naar verlangd om bij het Theater te gaan. Ik heb het mij zelf slechts wijs gemaakt en door anderen laten wijsmaken. Aldus heeft het zich weer eens bewaarheid, dat men niets in Het leven moet beginnen, waartoe men niet den rechten lust en de ware liefde heeft; dat wreekt zich steeds vroeg of laat. En vooral moet men niet bij het Theater gaan, zooals men bakker of slachter wordt. De tooneelkunst eischt te veel en heeft daarbij te veel dat afstoot voor hem, die er niet geheel in opgaat. Ik Heb slechts de keerzijde gezien, en ik moet u zeggen, juffrouw Nella, dat zij mij zóó tegenstaat, dat ik mij gelukkig zou prijzen, wanneer het met dezen eenen keer was afgedaan, zoo het andere er niet ware. Hoe zal ik uw vader ooit kunnen ver gelden, wat hij voor mij heeft gedaan?" .,0, mijnheer von Reutern, ik bid u, spreek daar niet over. Dat is immers bij zaak. Het komt er toch maar op aan, dal) gij weer opgewekt wordt, liet vertrouwen in u zelf terugkrijgt." Nella had dit wel onder tranen, maar op haar oude, energieke manier beweerd. Hij bleef 6taan en trachtte Haar m de oogen te zien; maar, helaas, het was daar voor te donker. Zacht legde Hij zijn hand op haar schouder. Hij zou maar al te gaar ne het lieve, jonge wezen tot zich hebben getrokken, doch hij durfde dat niet te d.»en. Zij was de dochter van zijn weldoener. Z<" u hij schuld op schuld hoopen? Mocht Hij nok nog zijn hand uitstrekken naar zijn kost baarste bezitting, zijn eenig kind? Nella beefde onder den lichten druk zij ner handen, doch hij wilde dat niet vOeleiL Heel zacKt trok hij haar arm weer ih or den zijne en liep langzaam met haar verder. „Ik heb zoo juist met den kapelmeester gesproken. Ook niiju onderwijzeres was boven bij mij. Beiden willen di hand nieD van mij- aftrekken; naar hun oordeel meet ik mij geheel aan het zingen van liederen wijden en daarin les geven, waDneer ik zoo» ver ben. Aan dat beroep zou ik mij met ge heel mijn hart kunnen wijden- maar hoe lang zal het duren, voordat net iets op levert?" Nu was het Nella, die staan bleef. Zij kon het niet langer aanhooren. Telkens en tel kens weer dat1 domme geld. Alsof haar va der zich niet vrijwillig had aangeboden zijn zanglessen te betalen. „Mijnheer..." Fritz," verbeterde hij. Nella sprak hem werktuigelijk na. Lieve Hemel, wanneer zij tocH maar woorden kon vinden voor hetgeen zij hem wilde zeggen; keggen moest! „Dus, mijnheer Fritz, luister eens." Doch zij zweeg weer. Het hielp echter niets; het moest er uit. „Ik namelijk dus wanneer u dat van mijn vader zoo vreeselijk drukt „Onbeschrijflijk. „Geef hem dan terug wat hij u heeft voorgeschoten. „Onmogelijk! Dan zou ik immers ergens anders schulden moeteu maken!" „Dat is ook juist mijn bedoeling. ïk weet iemand, die u het geld van harte gaarne zou geven j van harte gaarne I" „Ik niet." „Maar hoort u nu eens, mijnheer." „Fribz." Fritz. Nu goed. Gij moot echter niet moeilijk van begrip zijn, want het is niet gemakkelijk wat ik u moet uitleggen. Mijn moedor namelijk haar geld en zij had veel heb ik geërfd en het behoort mij toe en ik kan daarmee doen, wat ik wil." „Nella Juffrouw Nella 1 Wat denkt u van mij l Ik van uDan kwam ik immers van den regen in den drupIk uw schul denaar O neenZulk een offer kan men hoogstens - van een wildvreemde aannemen of van een persoon, die iemand zeer, teer na bestaat. Van u! Dat gaat niet, juffrouw Nella; het gaat werkelijk niet!" Zij trok met een ruk haar arm uit dsn zijne. „Dus ik ben niets voor u I En toch heb ik zulk een verdriet ter wille van u gehad I" Hot was weer geheel de oude, hartstoch telijke, opvliegende Nella, die uit haar sprak. „Gij moogt niet zoo spreken, lieve Nella., Ik kan u niet zeggen, ik mag hei* immers niet, hoezeer ik mij tot u voel aangetrok ken." Nu had hij weer zijn handen op haar schouders gelegd en ditmaal trok hij baar niet mede, ook niet, toen hij haar lichaam onder zijn vingers voelde beven. „Waarom moogt gij het mij nioi zeggen?" pruilde zij zacht. „Ook misschien vaawege mijn vader?" „Ja Nella, juist vanwege hem. Voor wat» zou hij mij houden? Eerst zijn geld en dan..." „En dan?" „Gij weet heel goed, Nella, wat ik wil zeggen-" Een gelukkig lachje speelde om haar mond „Ik weet het volstrekt niet! Zeg het toohl Toe. En dan?" „En danzijn kindO, Nella, Nella,- gij moest mij niet zoo'kwellen Het valt zoo bitter zwaar van u te moeten afzien, veel zwaarder dan al het andere." Hij had zijn hoofd afgewend, ofsohoon het tusschen de boomen veel te donker waa dan dat zij de oprechte smart in zijn oogen had kunnen waarnemen. Nu drukte zij zich zacht tegen hem aan en haar band in del zijne leggend, zeide zij teeder: „Wie verlangt dat dan van u?" „Mijn eergevoel." (Slot volgt).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 1