Ingezonden. DE JUPE-CULOTTE OP PANTALON-ROK. De Pluimvee-tentoonstelling. Faillissementen. Burgerlijke Stand. Het leven der vrouw. Vragen en Antwoorden. Mijnheer de Redacteur! ïn Uw geacht Dagblad van 13 Februari hebben wij een verslag ontvangen van de behandeling der zaak tegen den heer D e Haas. Met weerzin is deze vervolging ver- Domen, en met groote belangstelling is na- fegaan, wat de behandeling aan het licht eeft gebracht. En dan meen ik, dat wij te weten zijn ge komen, dat bij gediplomeerde doctoren de patiënten vrij dood mogen gaan, zonder dat 'de genees- en heelmeesters er over lastig xvorden gevallen, maar bij den heer D e Haas mogen zij niet alleen niet doodgaan, maar zij moeien zelfs allen volkomen her stellen. Onze gediplomeerde doctoren mogen zich bok vergissen, zonder dat er verder een haan naar kraait. Dit is b.v. bewezen en kele jaren geleden hier in Leiden, toen bleek, dat de kwaal van een onzer voorna me mannen door den behandelenden genees heer niet werd begrepen, wat' toen aan het licht is gebracht door een met praktizee- rend geneeskundige. Maar wanneer de heer De Haas zich eens mocht vergissen, wee zijn gebeente 1 Wat dat vergissen aangaat, nog dit. Eenige jaren geleden was een vriend van mij, in wiens leven ik groot belaDg stelde, lijdende. Hij was onder behandeling van den uïtnemenden dr. Idzerda. Deze ver klaarde, dat' een operatie noodzakelijk was, doch verzweeg niet, dat aan deze operatie levensgevaar verbonden was.Mijn vriend kag er zeer tegen op, en wenschte zich nog 'door een gerenommeerd professor, niet in Leiden wonende, te laten onderzoeken. Omdat mijn vriend ook aan doofheid leed, Vergezelde ik hem en was ook bij het onder hoek tegenwoordig, dat liggende op een ba nap plaats had. Resultaat van het onderzoek was: O. dat «al best schikken, ik zal u geneesmiddelen geven, en dan zal het wel in orde komen. Professor was klaar, maar ik niet ge rust, en dit om het groote vertrouwen wat ik in dr. Idzerda stelde. Ik deed aan pro fessor een vraag, waarop hij „neen" ant woordde. Deze vraag had een nieuw onderzoek ten gevolge, doch nu staande, waarbij profes- Bor tot een geheel anderen uitslag kwam. Er moest geopereerd worden, zonder twij fel, en „hij h'ad het zelf gevonden." Ik voeg hier geen woord bij. Wat het getuigenverhoor aangaat, van één weet ik, dat de persoon, na de behan deling door den heer De Haas, met veel lof sprak over het succes; thans scheen dat lücces van minder beteekenis. Waarom? De vertegenwoordiger van het Staatstoe zicht is niet tevreden met de wijze, waarop de heer Deïïaas tot de diagnose komt, daarbij natuurlijk uitgaande van het stand punt, waarop de wetenschap het tot hier toe gebracht heeft. Maar wie durft bewe gen, dat de wetenschap de uiterste grenzen Van kennis bereikt heeftl Eenrtièntal jaren geleden was op een dorp ïn den om- Vrek van Leiden een jongmensch onder be handeling van den plaatselijken dokter, die een gevaarlijke operatie noodig ver klaarde, Een professor, uit Leiden ge baald, was het met den dokter eens. De ouders, bovenal ïn angst om dat „gevaar lijke," wendden zich tot Biïïaas, onder Wiens behandeling het jongemensoh in kor ten tijd opknapte, en op dit oogenblik zijn tooveelste reis in Amerika maakt. Uit zulke feiten leid ik, met mijn leeken-verstand, af, af, dat er nog iets meer is, dan wat tot op dit oogenblik de geneeskundige wetenschap, het hare kan noemen. De Ambtenaar van het O. M. noemde als bewijs van het kwaad door den heer D e Haas gesticht een juffrouw Boer, die ten slotte naar een krankzinnigengesticht moest Worden gebracht Vreeselijk, nietwaar? Hu komt echter haar man meedeelen, dat Eijn vrouw nimmer medicijnen van den heer De Haas gebruikt heeft. De Ambtenaar blijkt dus met zijn voorbeelden niet bijzon der goed op de hoogte te zijn. Hij is zkh daarop komen verdedigen met te zeggen, dat hij zulks niet gezegd heeft. Wel, ver klaart bij, heb ik ter kenschetsing der luk- raakbehandeling ook van zenuwpatiënten door den heer De H. er op gewezen, dat genoemde juffrouw, als zoo vele andere, voor haar „zenuwen"-pillen van hem heeft gekregen, terwijl zij achteraf bleek ernstig ziek te zijn, en nu niet aJs getuige kon op treden, omdat zij krankzinnig was gewor den." Met de weinige gegevens is hier juist oodeelen zeer moeilijk. Maar bekend wordt dan toch, dat „achtera f" bleek, dat de juffrouw ernstig ziek was. Nu, dat komt honderd keer voor, dat een dokter achteraf tot de ontdekking komt van iets, wat hij aanvankelijk niet gemerkt heeft. Verder vernemen wij, dat de juf frouw ,,ze/iuwen"-pillen heeft ontvangen. Uit haar later krankzinnig worden is het volkomen aan te nemen, dat zij zenuw- lijderes is geweest, en dan zouden maatre gelen daartegen geheel op hun plaats zijn geweest, en hei.' geval veel meer pleiten vóór den heer De H. dan tégen hem. En wat nu het ineens doorzien van den toestand van een zieke aaDgaat door ge diplomeerde doctoren. Toen ik mij eens vervoegde in een ziekenhuis, om inlichtin gen in te winnen naar den toestand van een patiënte, die volgens mijn gegevens nimmer weer in huis zou terugkeeren zoo, dat zij haar gewone werk zou kunnen verrichten, deelde de dokter mij mee, dat patiënte op het' oogenblik in behandeling was voor een acuut geval, en dat de mooglijkheid niet was buiten gesloten, dat zij met drie weken weer goed en wel thuis was. Ik stond ver baasd en merkte op, dat het toch een lijde- tps was aan tuberculose, die ïn den laat9ten tijd zeer was toegenomen. Dat deze patiënte lijdende was aan tu berculose was den dokter, volgens zijn ver klaring, niet bekend. En wat nu het gebruik van zekere krui- den op het gebied van de geneeskunst aan- De pantalon-rok maakt het trappen klimmen gemakkelijk. Zjj veroorlooft den dames, evenals dsn heeren, met de beenen over elkaar te zitten. Staa.'n wij voor een nieuwen sprong in do damesmode en zal deze haar toenemend Oostersche neigingen be kronen met heb aanvaarden van de wijde pantalon der haremdames? Of is het slechts één der vele proefne mingen van de tuk op leverantie zijnde Parijsche medefabrikanten? Hoe het zij, voorloopig is de pan- talonrok er, al zijn liet er maar wei nigen, die heb gewaagde kleedingstuk durven aantrekken. En wat cr ook is, dat is de filosofie over den oor sprong van de nieuwe mode, met al de tegenstrijdigheid, die alle filoso fie steeds aankleeft. Want waar de één de verschijning der harembroek aan het weer toenemen der vrouwe lijke neigingen bij het schoono ge slacht toesohrijft, vertelt een ander, dat zij het logisch gevolg is van den toenem end en lust tot emancipatie. De man-vrouwen willen niet alleen in figuurlijken, doch ook in letter lijken zin de broek aan hebben. Hoewel te Parijs de daarvan loe vende dames, de probeer-juffers der groote kleermakers, sinds een paar weken het nieuwe ldeedingstuk, dat' vooralsnog bedekt is door een lang overkleed van tnniek-vorm, overal te kijk dragen, is er van een succes voorloopig nog geen sprake, en de kans, dat wij onze moeders, vrou wen en meisjes dezen zomer in den „pajitalonrok" zien, is dan ook uiterst gering. Gebeurde het, dan zou het er mee gaan aJs met alle mode, de dames zullen zich er bekoorlijk of waardig in weten voor te doen, al Haar haar aard. Maar het geringe succes en het snel verdwijnen der wijde kniebroek, Voor dames, die uit sportief oogpunt werkelijk veel vóór had, geeft eenig recht ook de harembroek nu reeds onder de mis- Pantalor.-rok van voren. lukte modegrillen te rangschikken. Pantalon-rok van achteren gaat. Op smalende wijze wordt er vooTal door de geleerde we raid over gesproken in menig geval. Reeds in mijn jeugdige jaren, dat is een tijd van 50 jaar terug, heb ik mij daarover een eigen oordeel moeten vor men. In dien tijd werd er in een groot deel van de provincie Groningen veel gele den aan koorts. Hoe het thans i9, weet ik niet. Zij begon met koude rillingen ge durende eenige uren op zoo hevige wijze, dat ide lijder gedurende dien tijd bij wijze van spreken, bet huis met. zich deed schud den. Daarop volgde „de binnenkoorts", dat het wel scheen of er binnen een vuur gloeide, zoodat de lijder als in water Ver smolt. De geneeskundige remedie er tegen was het gebruik Van quinine, waarvan na veertien dagen telkens een zekere hoeveel heid moest worden ingenomen; dan bleef do koorts zoogenaamd „opgestopt". In dien tijd werden geleverd door een boertje in Re ze (Drente) drankjes, en wie daarvan een fleschje gebruikt bad, was voor goed van de koorts verlost. Dit geval met audere on dervindingen heeft bij mij de overtuiging gevestigd, (genoemde drankjes waren be reid uit een plant), dat er in do planten wereld nog tal van geneesmiddelen schui len, waarmee de kwalen der mens oh en kun nen bestreden worden. Toen ik eenige jaren daarna mij eens in Zuidlareu bevond en naar het boertje informeerde, vernam ik, dat hij overleden was en de kennis met hem in het graf was gegaan. Als een kleinood liet men mij nog ruim een half fleschje van het bekende drankje van hem zien. Ik betreur het, dat de wetenschap geen moeite doet op der gelijke dingen beslag te leggen. Een on derzoek zou het dan toch in elk geval meer dan waard zijn. Het terrein van de geneeskunde bevat in mijn oog een hoogvereerde wetenschap. To bejammeren is liet echter, dat de des kundigen op dat gebied met groote vijand schap alles ignoreeren, wat zich buiten hun geijkten kring als geneeskunst doet kennen. De mode is nu eenmaal om alles wat bui ten dien geijkten kring voorvalt als kwak zalverij te brandmerken. Dit getuigt van een verbazende zelfgenoegzaamheid in eigen kring, waarmee de lijdende menschheid, ge zien de sprekende feiten, allerminst gebaat is. Voor het overige zou ik het mij tot zonde rekenen ook maar de geringste blaam op onze geneeskundige doctoren te leggen. Alleen kcpiyik op tegen het meten met twee maton. De heer De H. kan misschien veroordeeld worden omdat hij in strijd is met de letter der wet; naar geest en bedoeling zal het., vcor zoover mij bekend, naar ik meen onge veer zestienjarige arbeid onder een schare van hulpzoekenden, moeilijk vallen hem te treffen, en dat zegt heel wat. Juist komt mij een ingezonden stukje in „De Standaard", na&r aanleiding van deze -vervolging, onder de oogen, ondertee- kend: A. Vijfwinkel te 's-Gravendeel. Hij schrijft: „Nu ruim een jaar geleden was ik ernstig ziek, en huisdokter noch doc toren in do sttul wisten raad voor mij, en konden mij niet helpen. Ik was vader van acht kinderen, waarvan er nog pa® één, een meisje, de school had verlaten. Waar ik met wei-ken in de behoeften van mijn gezin moest voorzien, zag het er duister uit. "Wij kwamen fe hooren van den heer De Haas, en die heeft mij, als middel in Gods hand, in enkele weken genezen. Ik ben tosn tot do ontdekking gekomen, dat niet alleen ik, maar uit alle oogden des lands menscheii kwamen, die door do cf- fieiecle wetenschap waren opgegeven, om' geholpen te wordend' Men kan den heer D e H. vonnissen, o zeker! "Wat kan hier niet gebeurenI De grootste Geneesmeester-, die ooit deez aard betrad, de Volmaakt e, .heeft voor zijn deel ontvangeneen kruis! Met de plaatsing van bovenstaande in Uw geacht Dagblad, Mijnheer de Redacteur, zult u zeer verplichten, Uw Dw.f W. PERA. Leiden, 21 Februari 1911. Hedenavond zal de door de Leidsche Pluivee-Vereeniging aangerichte pluimvee- tentoonstelling in de receptiekamer van de Stadsz&al worden geopend, waarbij door bet bestuur autoriteiten en particulieren zijn uitgenoodigd. De tentoonstelling wordt gehouden in de groote zaal van de Stadszaal, waar den ge- heelen dag al een bijzondere levendigheid keersdhte. Het aantal inzendingen bedraagt ruim 1100, waaronder zeer belangwekkende De inzendingen kwamen uit alle deelen des lands. Dank zij mede den milden bijdragen van enkele Leidsche vrienden van pluimvee, kon bet bestuur ditmaal niet minder dan tot een bedrag van f 600 aan geldprijzen uitloven. Voorts zijn er 206 eere-prijzen, medailles, wisselbokers en kunstvoorwerpen, die allen zijn geschonken. Het bestuur verheugt zich natuurlijk zeer in deze medewerking, die het nog gaarne bekroond ziet door een overtalrijk bezoek. k 40 Cents per regel. 2420 4 "W. G. F. J. Thbmaasëe ën gezin, Haar lemmerweg 55, kunstmarmermaker. M. C. A. Koeman, "Witte Singel 40, gym- nastiekondeTwijzea-es. P. van Tol en gezin, Dillen burgerstraat 4A, schipper. P. D. .Wautere, Oude Rjju 128, boek houder. de Loos én gezin, Pieterskerk gr acht 18. D. van Donk, Prinses-Wilhelniinastraat 40, timmerman. C. M. A. H. Vcrheggen, Nicuwsteeg 33, candid aat-not aris. F. C. van der Lubbe en gezin, Spilsleeg1 17, koopman in galanterieën. C. L. de Graaf f en gezin, Van Banchem- straat 10, metselaar. C. M. Vermeer, Beestenmarkt 37. J. H. Dijkman, Oude Rijn 128. N. B. Dirkse, Steenstraat 43, tand-teoli- niker. A. van Wijk, St.-Jorissteeg 42, sigaren maker. J. C. van der Heyden, Haarlemmerstraat 16, winkeljuffrouw. J. Tli. A. Willcmse, Oude Rijn 124 A, metaal draaier. H. Pieper, Oude Rijn 124 A, machine bankwerker. F. Reijerse, Hansensraat 62, bloemist. J. J. van Hai-en, Bree straat 76, winkel bediende. L. Slof, te zamen met.P. J. Slof hande lende onder den naam „Gebrs. Slof", meu belfabrikant, Amsterdam. J. C. A. Bos Sulpke, eommissiomiair in effecten, te Bussum. H. J. Prijs, schoenmaker3 te Hilversum. HAARLEMMERMEER. Ondertrouwd: D. de Vries en C. de Graaf. J. deo Bos en G. Kooi. D. Middelkoop eo A. J. Iloncoop. P. J. Spaans en K. Post. Getrouwd: G. C. Hoorn en W. de Vries. J. Poortier en T. Beek. NOORDWUKERHOÜT. Geboren: 'obanna Elisabeth, D. van v-V. Caspers en M. C. Smits. Hendrik Jan. Z. van G. Mas«uaas en Th. C. Bouw meester. Wilhelmus Albertus, I. van J. L. Broek- bof en A. M v. d. Voet. Johanna Maria, D. vau H. Heemskerk en C. v. d. Star. Gehuwd: Johannes Bra ma en Petronella v. d. Berg. Bezoldiging en beTordering Tan onderofficieren. De Firma 8. SPTER, Kalver stra at 222, Amsterdam, heeft als occasion eenige parel-colliers, waarbij van hoogst fijne kwaliteit. Het leven der vrouw is dikwijls een lan ge strijd tegen dat voortdurend afgemat gevoel die uitputtende rugpijn en zenuw hoofdpijn die terneerdrukkende pijnen, die baar huiselijke bezigheden tot een zwa- ren last maken. Vele vrouwen zijn er toe geneigd om der gelijke kwalen toe te schrijven aan haar vrouwelijk gestel, waaraan dikwijls zware eiscben gesteld worden. Doch juist in der gelijke tijden wordt er veel gevergd van een paar der belangrijkste organen van het lichaam de nieren, de zuiveraars van het bloed. En wanneer ziob later versohijnselen als de bovengenoemde vertoonen, wordt er gewoonlijk niet aan gedacht of de nieren ook aangedaan zouden kunnen zijn. Wanneer de nieren zwak of ziek gewor den zijn, worden do onzuiverheden en scha delijke stoffen niet uit het bloed gefiltreerd en bet zijn deze onzuiverheden, die de oorzaak er van zijn, dat gij u zoo vermoeid, afgemat en terneergeslagen gevoelt. Zij ver oorzaken urinekwalen, graveel, waterzucht en rheiimatiekzij maken dat gij last krijgt van hoofdpijn en rugpijn, en dat gij zoo prikkelbaar en moedeloos wordt. Daarom, wanneer gij op een dergelijke wijze lijdt, maakt u dan niet bezorgd over ingebeelde kwalen, doch komt uw nieren te hulp met Foster's Rugpijn-Nicren-Pillen, de standanrdmedicijn voor de nieren en Waas. 2419 42 Hoedt u echter voor namaak. De eohte Foster's Rugpijn-Nieren-Pillen, kenbaar aan de handteekening van James Foster op het etiket-, zijn te Leiden verkrijgbaar bij de heeren D. M. Kmisinga, Nieuwe Rijn 33) R-eijst k Krak, Steenstraat 41; en bij D. W. E. F. de Waal, Mare 56. Toezending ge schiedt franco na ontvangst van postwissel ft f 1.75 voor één, of f 10 voor zes doozen. Opgave van personen, die aieh te Leiden hebben gevestigd. P. Ploylei- en gezin, Hooigracht 41, kan toorbediende. H. Smit en gezin, Rijn- én Schiekade 83, Rijksklerk. H. W. van Venetië én gezin, Haarlem merstraat 200 A, schilder. P. A. A. Olréc en gezin, Breeetraat 49, majoor der infanterie. J. Hubeek, Rapenburg 89. De minister van oorlog heeft een com missie benoemd om te onderzoeken o. a., of er, en zoo ja, in welk opzicht wijziging behoort te worden gebracht in de thans gel dende regelen omtrent de' bevordering ,en de bezoldiging van de onderofficieren, en. of het' gewenscht is, do thans bestaande splitsing met betrekking tot instructief cn administratief kader te handhaven. In die commissie zijn benoemd: tot lid en voorzitter: de majoor jhr. G A. A. Al ting van Geusaü, van den gene- ralen staf; tot leden: de beer E. L. van Ruijtenberg, referendaris bij bet departement van oor log; de kapitein jhr. H. P. van der Mieden, van de infanterie; de ritmeester A. Maas Geesteranus, van ds cavalerie; de kapitein W H. Doorman, van de veld-artilleriede kapitein S. C. Meerdiuk, van de vesting artillerie; de kapitein-adjudant O. Bueno de Mesquita, van de genietroepen; de eer- 8te-luitenant H. G. Winkelman, van de jagers, tevens secretaris; de eerste-luit'e- nant-kwartiermeester J. Loeff; de adju dant-onderofficier H. T. Vonk, van de in fanterie, en de adjudant-onderofficier J. A. Swankhuisen, van de veld artillerie. Nederlanders in den vreemde en het leger. worden de Neekrlandsche jongelieden voor* bereid tot de diensten, die ven ben in geval van oorlog zouden moeten gevergd worden daarop zijn alle krachten van officieren en kader gericht. Een contingent van jon gelieden, die na 9 maanden verblijf in Nederland naar bet land hunner geboorte terugkeeren, zou dus alleen moeite en tijd vergen, ter wille van die jongelieden. Het leger zal niets aan ben hebben; de weer kracht van Nederland zal er niets bij bin nen. Onder zekere omstandigheden zouden' zelfs meer officieren en kader beschikbaar moeten zijn voor de oefening dier buiten landers; de kosten zoudeD ook belangrijk hooger kunnen worden, dan de schrijver be rekent, zeHs aannnemende dat zijn kostenr berekening voor onderhoud, enz., ongeveer juist ware. Het is de vraag of er in de te genwoordige kazerne:, plaats is voor zulk een jaarlijkseb contingent; thans zijn deze in den oefentijd reeds overvuld." Ook de ha ndels voo r deel en, meent „Neerlandia'',, zullen niet zoo groot zijn. „Neerlandia" schrijft, dat haar uit Nieuw-York een plan is voorgelegd om de banden met de afstammelingen van oud- Nederlanders nauwer aan te halen. Dat plan is, de zonen van oud-Nederlanders in Amerika en Zuid-Afrika een tijd lang in bet Nederlandsdie leger te laten dienen Die in Europecscbe landen zouden 't moei lijk kunnen doen, aangezien zij in bun. eigen lond veelal dienstplicht hebben te vervullen. De schrijver stelt zich voor, dat er een korps zou kunnen gevormd worden van on geveer 1000 man; desgewenscht zon indee lt11# bij de regimenten verkozen kunnen worden. Voor vervoerkosten rekent bij in doorslag f 250 per manbij een verblijf in de gelederen gedurende 9 maanden zouden de kosten (onderhoud, kléeding inbegrepen) in het geheel niet meer dan f 750 per man bedragen: dat is 3/4 millicen, waarvan nage noeg 1/3 ten goede van de Hollandsche scheepvaart em-2/3 aan de Hollandsche nij verheid ten voordeel zou komen. Een tij delijk verblijf in Nederland zou den jonge lieden leereD, dat dit niet alleen een land is van „molens, grachten en klompen", maar een land van daden, van voortbreng selen en van kunst; banden zouden worden aangeknoopt. Teruggekomen in het land, waar hun ouders verblijven, zouden die jon gelieden verspreiders zijn van Nederlaud- sohe nijverheid of kunst of andere produc ten; zij zouden zijn „levende advertentie® van wat Holland op bet gebied ran vlijt, degelijkheid, opvoeding en vertrouwbaar heid" waard is. De ouders en betrekkingen der in Nederland'dienenden, zouden moge lijk naar dat land overkomen, wat alweer de scheepvaart en de nijverheid te stade zou komen. Zuid-Afrika en Amerika-, thans reeds groote afnemers van Europeesche goederen, zouden allicht meer handelsbe trekkingen met Nederland aanknoopen ook door de jongelieden zelven. De redactie van „Neerlandia*' vreest, dat het pla-n onuitvoerbaar is. „In bet leger Y ra a g: Ik heb bij een vogelvrouw een manuenkanarie gekocht. Ten minste ik heb er den gemiddelden prijs voor betaald. Nu blijkt het een vrouwtje te wezen, dat na^ tuurlijk veel minder handelswaarde heeft.- Toen ik hem later terug bracht beweerde zij dat 't haar vogel niet was. Gaat dat zoo maai' of is daar nog wat aan te doen? Antwoord: Daar zal niet veel aan té doen zijn. Gij hadt bij den koop beter moe ten toekijken. Nu staat uw bewering tegen over die \an de vogelvrouw. Als gij geen bewije kunt bijbrengen zult gij u met het vrouwtje moeten vergenoegen. Y raag: Mijnheer, nu ze toch de Heeren- sbraat aan 't opknappen zijn, sou 't nu niet mogelijk zijn om de sloot voor de Mag- dalena Moonsstraat te dempen, daaj: de straat daar nog geen 5 meter breed is'? En als de school uitgaat en vo>rasl Vrijdags en Zaterdags een der gevaarlijkste punten' uit de stad is daar er dan honderden rij tuigen passeeren? Antwoord: Mogelijk is het zeker,! maar of het noodig geoordeeld wordt, is een andere waag. U weet dat de gemeente zelf zeer zelden tot slootdemping overgaat.. Wel staat zij het gaarne aan belanghebbend den toe en verleent daarbij faciliteiten. Gé zoudt u bij de bouwpolitie op het Raadhuis moeten vervoegen ou hooren wat men er daar van zegt. Vraag: Is het u bekend dat de Rott. Tramweg.-Mij. sedert eenige weken dea dienst van een om de miauut. heeft» omgezet in een dienst van één rit per 7 minuten en zoodoende het. gemak der dubbele rails niet ten gerieve van het pu bliek, doch ten ba-te dier Maatschap pd|, wörcTt gebezigd? En zoo ja honden de con-- cessie voorwaarden geenerlei bepaling in, dia deze dienetv erslechting kan be letten 1 Wel is waar loopt onze onde sokkel paar dentram op z'n laatste beentjes, maar het zou toch jammer zijn zoo wij nog v e t4 scheidene maanden in plaats van verbetering van dezen achtergang moeten „profiteeren." Antwoord: Ons was dit niet be kend. Is het zoo dan is dit inderdaad een kleine „verslechtering", doch het voordeel dat thans een rit slechts hoogstens 14 minu* ten duurt, dank zij het dubbel spoor, is een verbetering die daar wel tegen op weegt. Volgens art. 6 der concessie-voorwaarden moet de dienstregeling door B. ea "Ws. wor den goedgekeurd en dus de aangebrachte wijzigingen ook. Of dit in dit geval is ge schied, weten wij niet, doch we vermeden het wel. Mocht het niet zoo zijn dan zullen B. en Ws. er nu wel op letten. Vraag: Is de kans in de Staatsloterij grooter,' wanneer men telkens een ander nummer speelt dan geregeld hetedfde num- mcr? Antwoord: De kansen staan in beid© gevallen gelijfe. Bij eenig na-denken zal n dit duidelijk zijn. Vraag: Zoudt u nog eens het adre® ■willen opgeven,, waar zich te vervoegen om als werkman geplaatst te worden in de re mise der Electrische tram, te Rijnsburg? Antwoord: Aan het Bureel van de Noord-Zuid-Holl. Tramwegmo-atsohappij a^n de Hoogewoerd alhier,, teleplioon nummer 919. Dit antwoord ook aan anderen, die on geveer hetzelfde hebben gevraagd. Vraag: Hoe komt het dat menechen verwijderd worden en de doorgang belet in een a-fgezetten kring van een brand, die zelf in dien kring wonefi, terwijl zoogenaamde experts öf brandsehaderegela-ars, die met het blusschen van een brand niets te maken hebben, daarin worden toegelaten? Antwoord: Als men kan aantoon en aan het. afgesloten gedeelte te wonen, wordt men doorgelaten. Men ikan dan in of aan zijn woning do beweging gadeslaan, doch mag zich niet. op het afgesloten ge deelte begeven. Het is een welwillendheid van de politie, wanneer zij de experts door laat. Het zijn evenwel maar hoogst en kele personen. Zij kunnen door hun aanwe zigheid weinig stoornis verwekken. Ook d© pers wordt steeds vrije toegang verleend. Vraag: Kunt u mij eenige inlichting geven aangaande een loterijbriefje, dat ik verloren heb en niet gelet heb op het serie nummer? Het was een 1/20 lot en is nu met f70 uitgetrokken. Zou ik da-ar nog wat aanspraaik op kunnen hebben? Antwoord: Zeker, wij hébben ons hieromtrent om inlichtingen gewend tot den heer F. van Roznburgh, die ons Beide, dat de vrager zioh maar had te wenden tot deii collecteur, bij wien hij het briefje bad ge kocht en toen wij hem attent maakten op uw toelichting, waarin u mededeelt, dak deze collecteur afwijzend bad beschikt, zei-' de' deze: laat de man maar eons bij mi} komen, dan zal ik hem den weg wel whzeiL.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 6