Oplossingen der Baadsels. joede oplossingen ontvangen van: •Correspondentie. u gervleescb gegeten. Ook leeuwen- en olifan- tenvleesch gefdt als een lekkernij voor de ^Lefhebbers, ofschoon het ons wel wat aan taai leer zou doen denken. Antilopenvleesch heeft van reebout en ook het zebravleesoh moet zeer sappig en malsch zijn. Op de Philippines wordt de vleermuis als lekkernij genuttigd. In Boven-Egypte en in Si am wordt krokodillenvleeseh aan de markt ge bracht en op San Domingo en in verschei dene streken van Midden-Amerika wordt de alligator gekookt en gebraden opgediend. Een eigenaardig recht. In Perzië was al reeds vroeg een geregel de postdienst, die dan niet alleen brieven, maar ook lichte pakjes, te paard, tegen een zeer matig loon overbracht. Als de Per zische postboden hun paarden onderweg niet meer konden voortknjgen, omdat ze.te vermoeid waren, hadden ze het recht, om uit; de eerste paarden, die zij op hun weg ontmoetten het beste paard ai te spannen en te ruilen voor het vermoeide dier. L, 'Astrakan., IL Schort rokken mantel pet hoed jas. III. Magnolia. Hendrika v. d. Bijl, A. Bergman, There- sia Yeeren, „Violetje", Leo Christiaanse, Dina de Nie, „Vinikje", Saartje Oudshoorn, Henri Romaneske, Willem Bloot-, Conïe ©n Hendrik Br ummelkampEli as Kooreman, N. v. d. Keur, „Magnolia", Willem Gros, „Roodkapje", Hendrik Kwik, „Sneeuw witje", A. de l'Eduse, „Faust", Liza en Everdina Bik, P. de Regt, C. L. Janssen, „iRastiaan", „Silvia",. „Pieter Marits", „Léonie", ,,De kleine Zeeofficier", Jan Hcy, „Sneeuwklokje", Helena de Wilde „Rosa Fluweeltje", „Sneeuwwitje" „Raads- heertje", Willem Bijlevold, „de Voetballer'' „De twee Nopjes", Alida Straathof, „Bosohaneinoon", „de kleine stoffeerder", „Bob", Kas van der Linde, „Goudrenet", „Kasplantje", Freek en zus Bey, „Poet duif", Nicolaas Kok, „De twee roosjes",- „Yergeet-mij-niet", Arie de Jong, Catha- rina Kriek, Leo Lindeman, „Blondkopje en Zwartkopje", „de Vroolijke Annie", Ma ria en Johanna van'Hooidonk, Johanna He- merik, „Broer en Zus", Nelly Linsehooten, „Kleine Zwerver", Dirk Weyere, „Blonde "Elsje", „Kleine Grenadier", Herman en Hendrik van Zanten, „Stormvrouwtje", Cato Yallentgoed, Cath. v Iterson, Cornelis Colpa, „La Tosca' Suze Blom, Pieter Yal lentgoed, Arie Gille, Corrie van der Voort, „De twee Madeliefjes", „Sdhenkeltje", Jan van Weizen, „De Molenaar", „Vroolijk Zangstertje", Carrie v. d. Klein, Hendrik en Johanna Blom, Sara Toorens, Tientje Ragut, Paul Peereboom, Janna en Nelly de Bruyn, Jaantje Derogé, Robinson Crusoe, „Meikers", Dirk Houthoff, A. Korenhof, .Remtje de Vos", „Jacob Wassenaar, „Zoet en Zuur", „Blonde Eliza", Jannetje Mul der, Wilhelmina Mulder, „de kleine offi cier", „Onrust", „De Mudkant", „Schild pad", „Distel", „Paddestoel", „De klein© Zeemeermin", CIska Vonk, Jan Midderh&m, ,X5ecranium", Sara van We eren, „Het Schelpje", „Zwartkopje", „Doornroosje", „De twee Visschertjes", H. de Vroede, Pieter de Goederen, Andries Bernard, „Theeroosje", „Willem de Zwijger", „Aronskelk", Jac. Key, „De Amsterdam mer", Albertus van den Bos, Anton Speel*--. Tina Riebeek, te Leiden. Jan van Leeuwen, te A 1 p h e n. Jansje Smink, te Bênthuizen. Slagertje", te Bodegraven. Grietje van Ommering, te Hazers- w oude.. Gerrit cn Jan van der Leek, te Kou dekerk. Jacob Martens, „De Schilder", Hendrik v. d. Mey, Neeltje Timmers, te Oegst- geest. Martina van den Haak, Pieter Oosten rijk, „Kanaalroosje", „Blikoortje", Jacoba Verbree, Maria de Mooy, Gijsje v. d. Mey, te R ij n s b u r g. Jo Wüstenhoff, te Sassenheim. „Watergeus", Johanna en Louis Brussé, Cornelis Honig, te Voorschoten. C. en Abraham Nederburgh, te War mond. Hendrik Binnendijk, Trijntje Kiiege, te Wassenaar. Rudolf Dikshoorn, Joh an Sbkaank, Wil lem de Jong, Aartje en Johanna Parlevliet, Johanna van Tilburg, te Z o e t e r w o u de. Reinier Verwers, tc Zegwaard. Prijzen vielen ten deel aan; Bavius Hols- derver en Johanna en Maria Hooidonk. C at o Valient go e d. Het was een aangename verrassing voor mij, je lief por tretje te ontvangen en ik dank er je harte lijk voor. Nu moet je me nog eens schrij ven, hoe oud je bent-, want dat lieb ik ver geten en wilde het gaarne aan de achter zijde van je portretje schrijven. Vriende lijke groetjes. „T teer oosje." Ik begrijp niet, dat ik je niet geantwoord zou hebben, als je vragen niet naar den bekenden weg waren, meisje, want alle briefjes worden door mij geleeen. „Z Wi a rl t k o p j e." Omtrent de inge zonden raadsels kan ik je geen mededeeling doen meisje1 dat moet je dus maar af wachten. „H etSchelpj e" dank ik voor haar mooie prentkaart., Wilhelmina Mulder. Welzoo meisje, was je zoo verrukt over den mooien prijs die je ten deel viel? Nu, dat doet me pleizier, ik gun je het boek van harte en hoop, dat je zusje ook nog eens in het bezit van een prijs zal komen. Ze moet maar ijverig met ons mee blijven doen, dat is de eenige manier. „Blonde Eliza." Ja meisje, het kan wel eens voorkomen .dat de raadsels na twee maanden nog geplaatst worden, doch regel is het niet. Over al het andere kan, Oato Yallentgoed je wel inlichten. „Meikers." Het doet me pleizier, dat het met je zusje goed blijft gaan en zij nog al eens uitgaat; dat zal haar wat aflei ding geven en den tijd minder lang doen duren., Corrie v. d. Klein. Neen meisje, ik zou je niet raden die verhalen over te schrijven, want ik zou heusch geen tijd heb ben ze te lezen en dan is het maar vergeef- eche moeite voor je. „Vroolijk zangstertje." Het doet me pleizier dat je door het plaatsen van je aanvrage in het bezit bent gekomen van de ontbrekende plaatjes en je verzame ling nu compleet is. „S c h e n k e 11 j e." Dat moet je afwach ten vriendje. Je moogt ook anekdoten in zenden, hoe meer hoe liever. S u z e B 1 o m. Ik vind 't best, dat je in 't vervolg met je zusje samen de oplossin gen, enz., inzendt. Dirk W e y er s. Neen vriendje, van verloten is natuurlijk geen sprake, de prij zen worden door mij toegekend aan de ijverigste raadselkinderen. „Broer en Zus." Ja kinderen, dat dacht ik wel, die aardigheden duren altijd laDg, gewoonlijk zee weken. „D e Vroolijke Anni e.,; Neen meisje, dat heb ik met gezien, want ik ben de 'laatste dagen niet uit geweest'. Joh a n n a en. M a r e H o-o i donk. Ik begrijp heel goed, dat je door het vele huiswerk niet altijd gelegenheid hebt' brief jes te schrijven en neem je dat volstrekt niet kwalijk, want het schoolwerk behoort vóór te gaan, meisjes. „Blond kop je" en „Z w a r t k o p- j e." Het was wel, jammer van de vergeef- sche moeite, dat je den brief vergeten waart; doch ik. kan het mij wel begrijpen, je hadt hem zeker al te goed- opgeborgen. Catharina Kriek. Neen beste kind, daar kan ik niet, aan beginnen. Als schuilnaam moet je maar een vruchten- of bloemennaam bedenken. „B o b." Het spijt me vriendje, dat je nu voorloopig niet. kimt schrijven; we willen echter hopeD, dat je na verloop van vier weken weer geregeld met ons mee kunt doen. Ik wensch je van harte beterschap. Vriendelijk dank voor je mooie prentkaart'. „Eaust." Geduld maar vriendje, je zult ook wel eens een beurt krijgen. Cornelis Honig, te Voorschoten. Wat scheelde je zusje? Ik kan me voorstel len, dat jullie een angstigen tijd doorleefd hebt. Gelukkig, dat het nu wat beter gaat met je aller lieveling. „Pieter Marit s." Dat kan ik je heusch niet zeggen vriendje, doch ik geloof wel, dat de zaak nu in orde is. „D e Amsterdamme r." Alhoewel ik je versje héél aardig vind, is het toch voor ons jeugdblad niet geschikt, vriendje. Je hebt de moeite echter met voor niets gedaan want je hebt maj eens hartelijk laten lachen. „S n e e u w w i t j e." Met genoegen vernam ik je ingenomenheid met het boek, dat je onlangs gekregen hebt. Ben jiji zoo'n liefhebster van schaatsenrijden, dat je zoo teleurgesteld bent, dat er dezen winter geen ijs kwam? Ik ben er integendeel heel blij om, want ik ben o zoo'n koudkleum. Alidade Kier. Zeker, mag je met ons meedoen meisje, heel gaarne zelfs. Ik: heet je hartelijk welkom in onzen kring. H. Romanesko dank ik vriendelijk voor de mooie prentkaart. P. Oostenrijk," te Rijnsburg. Ik wensch je a. s. Zondag een pleizirigen dag en feliciteer je reeds bij' voorbaat. Je moet me later maar eens het een en ander over je cadeaus vertellen. Vriendelijke groetjes. MARIE VAN AMSTEL. Onderlinge Correspondentie. Wie heeft er voor mij 63 Lenteplaatjes, die de nummers 48, 47, 48, 51, 53, 65, 68, 57, 62, 63, 64, «65, 66, 67, 63, 70, 71, 72, 73, 78, 80, 82, 83, 84, 86, 83, 90, 91, 94, 95, 96, 98, 99, 100, 102, 103, 106, 108, 109, 113, 114, 117, 118, 119, 120, 121, 122, 123, 124, 125, 126, 131, 132, 133, 134. 136, 137, 138, 139, 140, 141, 142, 1*13, 144, hebben. Ik geef er voor in de plaats 17 Lenteplaatsjes, 8 Zomerplaatjes, 31 Winter plaatjes, 7 Blonde Duinenplaatjes. Mijn adres is: C. Yeldt, Witte Singel 33, Leiden, Wie kan mij aan de nummers 4, 5, 13, 22, 4 72, 76, 82, 83, S0, 103, 113, 118, 133, 135. Zomer-Albtim helpen? Aan degene die mij plaatjes toegezonden heeft ben ik dubbel dankbaar. Mijn adres is: Johanna Parlevliet, Zoeterwoude.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 14