Het schermen voor de vrouw.
Grootestad-ziekten.
Domineesberoeping in 1700.
Hoe moet men eten?
Hoe vogels elkander bestelen.
A
U^tclt baar oog, terwijl zij licm sohïTteeud
bestraft
„Man! Man! Wat koon je weer' laat;
was het zoo druk? Of heb je op de socië
teit nog een pal-tijfcjo biljart gespeeld en
moeder do vrouw vergoten
.,,*1 Waa Vandaag' een drukke, moei lijkei
dag, vrouw", antwoordt mijnheer, even zijn
wenkbrauwen fronsend.
„Kont dan inaar gauw aan tafel, ju au
Dan zal 'teton des te beter smaken. Komt,
jongens, aan tafel! Gauw, ventjes! Papa iiS
thuis!" Voept mama lob een. tweetal aardig©
hengels, die in heb iulntje aan 3 ravotten
zijn. Wacht, snaken, komt eerst eens inee;
met zulke liande/n aan tafel gaan? ï'oed!"
Een oogenblik later zijn allen vereeiiigd
aan den mot zorg en smaak gedekten disoli.
't Is ©en lust om er aan te zitten; het
éénvoudige servies, {liet glaswerk, de ser
vetten, alles is helder, en hoe gewoon de
spijzen ook rijn, met zorg toebereid en goed
voargedjend, pmaken zo echtgenoot en fa
milie zóó goed, dat bij het einde van het
anaal 'alle zorgan zijn vergeten en liet vroo-
lijk gesnap van de ldeinen zelfs zóó luid-i
runhtig wordt, dsut jaarna eindelijk zeggen
tuoet:
v „Nui eetn beetje öfil zijn, kinderen; liet
jvordt waarlijk al te erg: je zult papa kwaad
maken. Vader denkt «r eohtcr nieb nun;
jkij. ïfl ia een aangename stemming geko-
hum, lacht en schertst mot de jcrugxl an speelt
landelijk mot hen, als ware hij zelf nog
©en kind, dat, voor den indruk van- heb
©ogenblik, allo moeite on zorgen, vergeet.
Na het efcen doet papa oen dutje. Waarom
zoa hij hob niet doen? 'b Is een behoefte
voor hem, want schoon do dag ten eind©
loopt, zijn werk ia nog niet gedaan.
Hoe weet mama, die hen» zoo gaarne dat
jWïrfriesahciKlo slaapje gunt, de jeugd godm
wende dien tijd stil te houden I En ontsnapt
lunar eene .jen van d© jongens, aanstonds is
rij bij de baud on met een: „Stil, besta jon
gen, pa» slaapt, je moet hem niot staren;
kmn liicr bij mij zoo lang,3' troont zij herrij
mede.'
Zjj regeert in huis docrr liefde, door zftéhft»:
Head, maar ook gestreng, al ü&ffir heb noo
tdig iet en daardoor heeft zij do kinderen
Onder dwang, terwijl zij niettemdii verzot
op maiTici zijn. -- - - - -
i Zij weet juist Iwelang1 likair ëokliganooirf
gewoonlijk slapen wil en rekt zich zijn
siësta, iete langer, dan komt zij iuet een
kop- the© in de hand naar hem, to© en- het
is kaar vriendelijke steun, die hem wekt
met een; „Man, 'tis over aohten, je thee
wordt koud."
Zao'a man hée-ffa In wuarlioid een t,te;
«n wordt doar zijn vrouw huiselijk.
Do liefhebberij voor schermen ie zóó toe
genomen, dat het ook talrijke adepten m
de vrouwenwereld telt.
Waarom ook niet'! Want de scherm sport,
die soms doodt, kan ook genezen. De the ra-
peuthio heeft er zich win meestor gemaakt
en schrijft baar voor aan zieken. En wie
weet of niet op een goeden dag de voor
het schermen ncodige equipementstukken in
den bruidskorf 3n plaatsje krijgen, En dan?
Om negen uren 's morgens kondigt, het
kittige kumerkatje hij mevrouw den scherm.,
meester aan.
Even later doet #>et tiktak der parades
en ripostes de portretten der voorvaderen
trillen, iedereen houdt die er tegen
woordig op na allen in 't harnas en
hier en daar in dc kamer opgehangen.
Dat zal hun de dagen van voorheen
doen herinneren. De ernstigste ter wereld,
Mevrouw zal Attaqueeren, rompeeren,
schijnbewegingen maken, haar wangen* zul
len een nog roscr kleurtje hebben. En me
vrouw zal, kiviohtig, zal fier zijn en me
vrouw zal zioh voelen leven.
En dan, wat een geneugten zal haar de
weldoende douoho bereiden, zondor nog
te fcélfA, dat zij leniger, gracieuzer, slanker
wordt en dat haar borst .veel steviger m\
V:\j\U-
Naar en ran een schip per aeroplaii.
Dc Amorikaanaehe vlieger Ely is (kort ge
leden niet J^jn toestel te San-Francisco op
gestegen, om te vliegen naar den pantser
kruiser „Pennsylvania". Dit dool werd vol
komen bereikt: na een vlucht van 16 mi an
ten kon Ely op het oorlogsschip landen. Ook
dé terugtocht van 15 minuten gelukte uit
stekend. Men ziet hier hoe Ely met zijn
tweedekker op het stoomschip neerkomt.
Weegt dat niet op tegen naai- en bor-
duurlesscn?
Met het schermen zullen de dames geen
emban,point meer te vreezon hebben; zij
zullen lenig zijn tot haar vijftigste jaar.
Migraine, vapours, neuralgie*, die alle zul
len verdwijnen door een beteren bloedsom
loop.
I« de neurose niet de grootste ziikle
van het oogenblik bij de vrouwelijke sekse?.
Heb schermen is voor de vrouwen de
weg, welke haar tot genezing zal voeren
In ons geagiteerd leven is do geest
steeds gespannen, zijn de hersenen steeds
in actie. Die overprikkeling van het ze
nuwstelsel verstoort alle evenwicht en ge
makkelijk maakt de ziekte de vrouw lot
haar prooi.
Eerst sterke gevoeligheid, dun een dioa
bdditeit, waarvan men zich geen reken
schap geeft, een behoefte aan wat doen,
en dun ten slotte een algeheel© verslapping.
Dat is de triomf der neurasthenie, En dio
ellende wacht de vrouw evengoed als den
man. De genezing bestaat enkel in leven in
de buitenlucht, oefening, gymnastiek,
schennen, en haar weldadige kydrotherapie.
En die zijn allemaal duizendmaal meor
waard dan allo likkepotten, met barbaar-
sdhe nameD, welke onder alle soorten, var»
reclame de wereld, oveistroomen.
Ongelukkig genoeg weet de vrouw nog
niet voldoende, dat. bij bet schermen het
heele lichaam in actie i9; de beenen werken
evengoed als do armen; de beenspieren
worden even veel en even sterk .gebruikt al9
(die Van armen en buik. De schermgang
vormt een plastische kunst, een ocfedling
van lenigheid en élégance, welk© daarbij
nog de moraal en dc noblesse verheft.
Zooals ieder organisme, hebben ook de
groove steden haar eigenaardigheden, en
wel in vele richtingen. Heel speciaal geldt
dit voor de gezondheidstoestanden. Do ver
klaring daarvoor is niet ver te zoeken,
daar de gezondheidstoestand wezenlijk af
hankelijk is van den plaatselijken toestand.
Buitendien komt, zooals vanzelf spreekt,
ook de deugdelijkheid van de bevolking en
haar bestuur in aanmerking.
Br* Fritz Loeb ge®£tl in heb „Müacbc-
ner Mediritu'sche Wochensobrift" eenige
bijzonderheden over de voornaamste
sterfte-oorzaken in de groote Europeesche
slödcn en vestigt daarbij vooral dc aan
dacht' op die plaatsen, welke, voor zoover
het hoofdzakelijk besmettelijke ziekten be
treft, den weinig beni jdcnsvvan rdi ge n eer-
eten rang innemen. Het is wel opmerke
lijk, dat men op deze lijst slechts een enkele
Duitsche stad vindt. Een volledige uitzon
dering maken de Duitseko steden, wat be
treft' de sterfte door pokken; deze ziekte
eischt te Marseille nog altijd 366 offers op
iedere 100,000 inwoners. Deze verhouding
is bij een ziekte, die men als een te vermij
den kwaad kan beschouwen, wel eenig m
geheel Europa, want het zeer ongunstig ge
legen Moskou heeft slechts 26 doodelijke
pokkengevallen op iedere 100,000 inwoners
aan te wijzen.
Daarentegen staat dezelfde stad, wat
aangaat de sterfte door longuibercnlose en
andere ziekten der ademhalingsorganen,
mèt 703 sterfgevallen op de 100,000 inwoners
op de eerste plaats; dan volgt Lyon met
71S. Wat longtering betreft, hebben Parijs
en Lyon met 397 en 338 dc hoogste cijfers.
Ook Praag neemt een zeer ongunstige
plaats in en staat bovenaan wat betreft
d© sterfte aan kanker en andere kwaadaar
dige gezwellen. Door dezo ziekten onder
scheidt ook Lyon zioh zeer ongunstig..
Longontsteking komt het meest voor te
Warschau en Brussel; voor mazelen staat
ltome bovenaan, vervolgens Weenen. Daar
na volgen met de hoogste cijfers voor kink
hoest; Kopenhagen en Edinburg; voor
scharlakenkoorts Warschau en Moskou;
voor diphtheritas en gTOc-p Dresden
en Moskou; voor typhus Marseille en
Athene. Onder dc 21 genoemd© steden zcijri
6 ltussische en 6 Fransche.
De sterfte door longtering wordt vervol
gens in het bijzonder voor de steden van
eenige landen afzonderlijk aangegeven. In
72 Franscho steden met 30,000 en meer in
woners sterven er op iedere 100,000 men-
schen 326 aan deze kwaak Daarna schijnt
in Griekenland de grootste sterfte voor te
komen; vervolgons in Spanje en Zwitser
land. Duitschland volgt op de vijfde plaats;
voor Rusland ontbreken betrouwbare ge
gevens. Van andere ziekten weet men ech
ter met de grootst© zekerheid, dat Rusland,-»
zcjtmls men van zijn ongoregold© hygiëni
sche toestanden verwachten kan, verreweg
de grootste sterfte heeft aan te wijzen.
Zoo sterven er jaarlijks aan diphtheritïs
en groep in Rusland 59, in Duitsohland 23
'op iedere 200,000 inwoners; aan scharlaken- l
koorts 111 tegen 18.
Wij lichten uit de. Bronsvelds „Stemmen
voor Waarheid en Vrede33 eenige mededee-
lingen over het' kerkelijk en godsdienstig
loven van vroeger, ontleend aan het kerke^
lijk archief te Lunteren.
Ten tijde onzer Hoogmogende Republiek
was het huishoudelijk bestuur van verschil
lende Veluwscke plattelandsgemeenten in
handen der zoogenaamde Ambtsjonkers:
edelen, die in het ambt (d. i. nchoiutambt)
woonden en bun bezittingen hadden. Aan
hen stond doorgaans ook het recht van de
predikantsberoeping.
Van zulk eeu predikantsberoeping volg©
hier een afschrift uit de desbetreffende
notulen
„Nadat de ouderslaende Predikanten
(volgen namen) in de kerk te Lunteren bij
den anderen gekomen waeren, ende God
.'Allemachtigh om sijnen zeegen over de
'aenstaende boroopingh ijverigh gebeeden
hadden, hebben haor Eorw. gecommitteert
ds. F. C. Coets, predikant tot Arnhem,
en Sijmen Brouwen, predikant tot Velp en
Roosendaal, om d© Heeren Jonkeren decscs
'Ampts ic verzoeken in hacr Eerwd. verga
dering© te willen verschijnen.
Diensvolgens heeft sijn Eerwd. geleesen
ëeoe nominatie der persoonen soo predikan
ten als prQponcntcn, dio geduufende de va
cature te Lunteren hadden gepreekt en
gevraegt of hacr II. W. Geb. soo over de
persoonen selfs als over de manier van Be-
roopinge eenige consideratie hadde;
Waajrop door liaer H. W. Gcb. is ge ant
woordt: nopende de persoonen geen de
minste consideratie te hebben en belangende
de manier van beroeping©, dat H. W. Geb.
vermeenen, da©rin moet worden govolght
de vorige voél. ingevolge d3order daerovér
bij, den Qüartierc (d. i. van het Kwartier
yan Veluwë) bcraemfc.
„Vervolgens is de gantsche gemeente
binnen geroepen, haar de geseyde Nomina
tie voorgoleescn en gevraaght of da©r ook
ij mand hadde bij te voegen of tegen de
daer opgestelde persoonen ijts hadde te
zeggen.
„Waerop de gantsohe gemeente eenpa-
righ verklaert heeft van neen, daar na
is de gantsohe gemeente wederom buyten
gegaen en naderhand persoon vcor persoon
.en hooft voor hooft wederom binnen ge
roepen sijnde is bij opnaemiDge der stem
men van de leedemaeten bevonden: S5
stemmen waren voor ds. Everardus van
den Broek en 13 steminen voor ds. N. N.
Hansen. En een der ledematen, die voor
Nymandt wild© stemmen en hot evenveel
;was voor wie er gestemt wierd".
Volgens gewoonte werd aan de Jonkeren
én de predikanten na afloop een maaltijd
aangeboden. Daar echter in Lunteren zelf
geen logement' van beteekems was, werd
aan Steven van der Hart, uit „De Post
hoorn3' te Ede, opgedragen te zijnen huize
voor een „ordentelijken33 maaltijd te zor
gen, waarvoor hij later 132 gld, in rekening
bracht. Na afloop van de beroeping zijn
dus de Jonkeren en Predikanten vermoe
delijk met wagens naar Ede gebracht, om
daar den inwendigen mensch te versterken.
Althans in de notulen van een beroep, den
12den Aug. 1730 te Otterloo uitgebracht,
wordt uitdrukkelijk van die wagens gespro
ken. In dit dorpje (eveneens in bet Ambt
Ede) zou op genoemden datum „des mor
gens praeoys om neege uuren" een verga
dering van Predikanten gehouden worden,
om „voorseyde plaetse wederom met eeo
befewaém herder en Leeracr te. voorsien"
en werd aan den schout van Ede (namens
de Jonkeren) gelaat de predikanten „m e t
wagens bij tijds af te haelen"; ook werd
Steven van der Hart opgedragen ,,'s inor-
itfuiüvroegh tot Otterloo acn het Predi-
kantshuys wat ontbijt te besorghen end©
des middaghs tot gijnen huyse eene orden- i
telijke maaltijd."
Wij noemde 't bedrag, dat Steven van der
Hart voor den „ordentelijke" maaltijd in
rekening braoht. Daaronder behoorde ook
het bier, dat bij de predikants-
bonoeming aan het volk ge
schonken w e r d. Bier toch was vroe
ger de aangewezeu drank om het volk
feeateb'jk te onthalen. Er kon geen samen
komst van Heeren gehouden worden, of het
volk trok er heen, wijl het' wist, dat er
bier in overvloed geschonken werd. Bij het
blusschen van een brand in de Edeseh©
bosacben werd er aan de arbeiders zooveel
bier geschonken, dat het lijkt, of de brand
met bier gebluscbt moest' worden. Ook de
kerkmeesters konden zioh van die gewoonte
n.l. het schenken van bier tegenover
de werklieden niet onttrekken. Toen bijv.
in 16S4 bij een brand te Ede het kostershuis
cn zes audere woningen, aan de kerk toe-
behoorende, in de asch gelegd waren, wer
den de huizen, dank zij de liefdadigheid
van de gegoede lidmaten, zonder bezwaar
der kerkekas herbouwd. In de rekening en
verantwoording van den kerkmeester komt
o.a. deze post voor:
„Aan Derk Brouwer (k'j was brouwer te
Ede) voor bier geoonsumeert bij het halen
Van de materialen... 32 gld. 15 stuivers."
Eu in de rekening van 1624 staat:
„Aen Dirk Jansen, brouwer, betaalt voor
een ton bier gedronken sijnde bjj bet
schoonmaken vari de kerk 6 gld."
Zoo wordt het verklaarbaar, dat ook bij
de predikant'sbenocmingen de oude drank
onzer .Germaansche voorouders met gemist
•kon worden. De tegenwoordige „dominees-
kermis", die men hier en daar op de Velu-
wc bij de intrede of het afscheid van een
leeraar viert, is ongetwijfeld nog een over
blijfsel van-deze oude gewoonte.
Een Amorikaausch professor, Obitt enden,
van de Yale-XJriiversiteit, heeft met behulp
van een aantal studenten trachten vast te
stelleD, hoeveel een mensch eten moet om
te blijven bestaan.
Reeds meermalen was beweerd, ook door
geleerden van naam, dat de mensch in het
algemeen te veel eet en dat hij met minder
voedingsstoffen een veel beter en nuttiger
effect zou kunnen bereiken, als hij de spij
zen, die hij gebruikt, beter en langer kauw
de. Het spijsverteringsproces toch begint in
den mond of juister nog op het bord. Hoe
grooter de stukken zijn, die men in den
mond brengt, hoe minder men ze kauwt,
hoe minder voedsel men er van beeft. Eerst
als hét voedsel goed gekauwd is en goed
met speeksel is doortrokken, kan het vol
komen verteerd worden.
De haastige wijze, waarop velen eten,
ten gevolge van de haastige leefwijze, die
geen tijd tot goed eten, dat is verstandig
eten, overlaat, is de oorzaak, dat men ge
woonlijk te veel eet en de maag te veel
werk laat verrichten, een werk, waartoe
deze bovendien niet in staat is; want wat
de mond moet doen, kan door de maag niet
verricht worden. Het gevolg is, dat d© maag
zich overwerkt en dus ziek wordt en dat
een goed deel der spijzen bet lichaam
onvoldoende verteerd verlaat.
Professor Chittenden wilde do proef ne
men op een grooter aantal personen en 21
studenten boden zioh voor de proef aan:
zieken en gezonden, zwakken en sterken.
Langzamerhand worden de porties ver
minderd, maar naarmate deze afnamen,
werd er meer werk op gedaan, d.w.z. ze
werden beter gekauwd.
Alle deelnemers ondervonden de goede ge
volgen. De lijders aan slechte spijsvertering
knapten op, de maaglijders werden gezond,
het gewicht nam niet af en de spierkracht
werd grooter. Zelfs de sportmannen, die on
der de 21 waren, ondervonden geen kwade
gevolgen van de proef cn allen voelden ziel)
opgewekter,
Het einde van de proef was, dat gebleken
wa/s, dat de mensch mot veel minder voedsel
toe kan, dan hij gewoonlijk opneemt, en dat
eeu ander professor, toen hij beweerde, dat
wie geen uur er°voor over beeft om te eten
geen middagmaal waard is, volkomen gelijk
had.
Veel eten is „maar" een gewoonte en bo»
vendien een verkwisting van maatsohappe
lijk kapitaal in tweeërlei vorm, eerst door
de hoeveelheid en verder door het kracht-
verlies.
Het volgende is een merkwaardig voor*
beeld, hoe een veel kleiner vogel door zijn
handigheid zich in het bezit kan stellen van
hetgeen een groote met moeite heeft ver
kregen.
De bruine pelikaan wordt tegenwoordig
nog ,in grooten getale aan de stranden van
de Golf van Mexico gevonden en vooral in
Florida riet men ze in talrijke troepen aan
de oevers der zee rondloopen.
Dit dier is onvermoeibaar in twee bezig
heden, namelqk in het visschen en het eten.
Het is een zware, logge vogel met' éen
lichaam zoo groot als dat van een zwaan
ongeveer, maar met reusachtig lange vleü-
gels, waardoor hij in staat wordt gesteld
lang en vrij snel te vliegen. Zijn kop, welke
bijna geheel en al snavel is, is niet fraai,
maar buitengewoon practisch ingericht,
want hij vereenigt een toestel om do visch
te vangen met een ander om die te bewa
ren. Het bovengedeelte van den snavel ein
digt in een haak, waarmede de visschen als
liet ware geharpoeneerd worden, en het
onderste gedeelte bevat een soort van zak,
waarin de visch zoo lang geborgen wordt
totdat de vogel ze verlangt op te eten.
Dc pelikaan heeft groote pooten, voor
zien vaji zwemvliezen, en kan uitstekend
zwemmen. Zwemmende vangen deze vogels
veel visch, maar bovendien hebben zij nog
een andere methode om zich van hun
prooi meester te maken. De pelikanen na
melijk vliegen op een aanzienlijke hoogte'
boven het wa-ter rond, en kijken dan scherp
uit, om te zien of zij ook visschon in het*
heldere water rien rondzwemmen. Zoodra
zij hun prooi op een gunstige plaats mem
laten zij zich, met den snavel vooruit en de
vleugels neergestreken, als een pijl Daar
omlaag vallen. Zij verdwijnen gewoonlijk
geiheel en al in het water en duiken even-
snel als kurk omhoog, meestal met den een
of anderen visch aan het bovengedeelte vany
hun snavel geregen.
De risch wordt dan in den zuk gedaan en
de vangst voortgezet, totdat de zak geheel
gevuld is. Eerst dan begint de pelikaan
aan rust te denken. Hij begeeft zich naar
een gedeelte, waar de rotsen tamelijk laag
zijn, en geniet daar, in gezelschap van zif:
uatuurgenooten, vaD de slachtoffers zijner
jacht. Met een handige, achterwaartiche
beweging van den kop werpt hij een visch
uit den zak in zijn kèel en na een fermMi
slok verdwijnt deze in de maag. Er wordt
eenigen tijd gepauzeerd, «>m van een aan
gename spijsvertering te gemeten, en ^r-
volgens gaat de tweede visch denzélfden
weg op.
De pelikaan is van nature juist niet zeei*
dom, maar door liet voortdurend eten,
totdat de inhoud van zijn bek begint op te
raken, wordt zijn maag overladen, waar
door de vogel zelf doezelig en dof wordt.
Dan is bet goede oogenblik voor de zee
meeuw daar, om zich ten koste van den
pelikaan met diens visohvoorraad te gaan
verrijken.
De zeemeeuw namelijk gaat brutaalweg
op den kop van den pelikaan zitten en
u-aebt kalm het oogenblik af, dat deze weer
lust krijgt, om een visch te eteu. Open
gaat dan de bek, de visch wordt Weer om
hoog gewornen, maar gaal uit den zak niet
in de maag van den pelikaan, maar in den
bek van de zeemeeuw, die zich zóó ge
draaid beeft, dat hij zich met den voorraad
kon vertrouwd maken. Do meeuw vliegt