E. BRANDSMA,
BLOOKERS
DAALDERS
CACAO.
THEE
TEHUIS
voor schoolgaande Kinderen
Langebrug.
11 fÉlStt flhfolPU tH llllllF STRMTSBÜRS.
W liHl&l Haarl.straat 42. - Interc. Telef. 238.
Hoofdsoorten:
GEEN CACAO SMAAKT ZOO KRACHTIG ALS
Verkoop Meubilair.
Meubilaire en audare
roereude Goederen.
Eerste Kamer.
Vragen en Antwoorden.
Burgerlijke Stand.
2® pCt
SEIRs. REINKE, 20 pst.
1417 72 BOTERMARKT 7-5-6-8.
429 20
AMSTERDAM.
3183 60
TB AD E MARK
fi.— en 1.30 p. 5 ons.
GEDEPONEERD
80 Ceiits p. 5 Ons.
Verkrijgbaar ia alle buurten der stad.
1352 75
II. VAN DER WOVOG,
Deurwaarder te l.eiden, 1b voor
nemens om op Donderdag 8 Fe
bruari 1911, dea namiddags
één uur, voor het pand, aan ds
Ueerenatraat 1, (en niet deB v /m.
11J uur voor het parui a/d. Zoeter-
woudachen Singel 82, zooais is bekend
gemaakt) wegens stertgeval, publiek
a contant te VERKOOi*E\:
W.URSCIIIIWL\G.
Daar de verpakking onzer Kina*
droppels DE VRIJ, veelvuldig
wordt nagebootst om Kinapraeparaten
van andere herkomst aan den man
te brongen, wyxen wtf er op, dat
roode doozan, zonder, den naam
Dr. H. Nanningdoch alleen voorzien
van het woord: g Kinadruppels", niet
uit onze fabriek afkomstig is.
Nen oische daarom steeds
JDr. 11. hianiiiu^s Kinadruppels!
Alom verkrijgbaar h f 0.75.
4554 13
leu. en aan het zoeken naar nieuwe uitwe-
•gen, dan raakt men elkaar kwijt nit heb
gezicht en is men, eer men er aan denkt,
in een doofkof, waaruit alleen een gelukje
of toeval nog voeren kan. "Wanneer men
dan ook het spelletje, by de Bakkerswet
gespeeld, straks gaat herhalen bij do ar
beidswet of bij de web tot bestrijding der
openbare zedeloosheid, bij het eochvetje, enz.,
dan gaat het precies dcnzelfden weg'.
Staatsbegrooting 1911.
Hoofdstuk V. Binnen 1. Zaken.
Aan de Memorie van Antwoord is het vol
gende ontleend:
Gemeonte-financiën. De regee
ring laat niets onbeproefd om dc afdoening
van het ingediende wetsontwerp betreffen
de dé gemeente-financiën, zooveel mogelijk
te- bevorderen.
Het zou een weinig vruchtbare wijze
van handelen blijken, indien thans de weg
van partieele herziening werd ingeslagen.
Het denkbeeld van den heer Yan den Bie-
een om dé gemeentelijke accijnzen in eere
te herstellen, wordt door den minister
geenszins ter zijde gesteld. Inderdaad laat»
het zioh denken dat de nood dwingt tot ver
wezenlijking van dat denkbeeld over te
gaan, hetgeen echter ook zijn bedenkelijke
zijde heeft, zoodat het alleen als uiterste
redmiddel moet aangewend worden. Zoo
lang nog een andere weg openstaat geeft
de regeering daaraan de voorkeur.
Besmettel ij ik'e ziekten. De epi-
demiewet geeft den burgemeester reeds de
tuacht tot afzondering juist met betrekking
tot de inrichtingen, die zoo licht brandpun
ten vadi besmetting worden. Met betrekking
tot de cholera bestaan reeds de in het Yoor-
loopig Verslag gewenscht-e bepalingen. Wij
ziging der bestaande bepalingen wordt
blijkbaar door den Centralen Gezondheids
raad niet urgent geacht.
Vivisectie. Zoodra zijn werkzaam
heden het zullen toelaten hoopt de minis
ter het verslag der Staatscommissie voor
de vivisectie ter hand te nemen.
Bouw cn exploitatie van zie
ke ah n i z c d. Met groot e waardeering
beeft de minister kennis genomen van de
uitvoerige en zaakkundige Nota van jbr. mr.
E. Tjarda v. Starkenborgh Stachhouwer be
treffende den bouw en de exploitatie van
academische ziekenhuizen. De minister zal
die beschouwingen overwegen. De minister
is bereid een zuinig beheer te bevorderen
van de nieuwe gebouwen voor de medische
faculteit te Leiden voordat tot den bouw
daarvan wordt overgegaan.
Onderwijs tandheelkunde.
Hot toepassen van tuchtmaatregelen te
genover de studenten had niet anders dan
op grond van het besluit tot collectief sta
ken kunnen geschieden en ware, toen aan
stonds dat besluit werd ingetrokken, onnoo-
dig gestreng geweest en ook niet verstandig.
Het onderzoek naar de gegrondheid der
grieven is nog niet ten einde gebracht.
Technische hoogeschool. De
ïegeering betreurt het dat ;s lands finan
ciën tot minder snel tot-stand-komen van
verbeteringen nopen.
Ten aanzien van het lager onder-
w ij s vereenigt de minister zich met de
dubbele stelling dat .particulier onderwijs
regel, openbaar aanvulling moet zijn, en
dat ieder gelegenheid moet vinden zijn kin
deren op te voeden in de beginselen door
hem beleden, maar betoogt liij dat deze be
ginselen geenszins implieeeren, dat de-
meerderheid der oudéTs van schoolgaande
kinderen aan de minderheid een door deze
niet gewenschte godsdienstige richting zou
kunnen op chin gen. Integendeel ackï de mi
nister dat uit het tweede postulaat juist
het ongeoorloofde van eiken dwang in deze
is af te leidcD.
Wat betreft het sparen op school herin
nert de minister aan een vroeger antwoord
dat met de aansporing, nog pas in 1906
door de regeering tot het schooltoezicht ge
richt om het invoeren van schoolspaarban-
ken zooveel mogelijk te bevorderen,., kan
wojden volstaan.
Aangenomen mag worden dat de thans in
uitzicht gestelde subsidie -voor bijzondere
opleiding van onderwijzers aan redelijke
eischen voldoet, mits men steeds indachtig
zij dat een subsidie slechts een bijdrage in
de kosten beoogt en geenszins een volko
men reffibour&eme.nt.
Wat betreft de subsidieering van open
bare leeszalen, zet de minister uit
een, da-tf zijn gedragslijn ten deze steeds
geheel dezelfde is gebleven. Ten duidelijk
ste blijkt, dat, ware de minister geheel vrij
geweest, liij niet met het thans nog aanhan
gig voorstel zou zijn gekomen. Het is uit
sluitend de vriichi; van de overtuiging, dat
in zoodanige zaken op de regeering de
plicht rust de eischen der continuïteit te
eerbiedigen. Met het standpunt dat de
Staat beter gedaan had zich van een
eersten stap in die richting te onthouden,
kan dan ook gereedelijk instemming worden
betuigd. Maar een andere vraag is, of, nu
eenmaal de zaak aan de orde was en op den
duur mét bad kunnen worden ontweken,
het- niet van groot belang is dat de overheid
het hare doet om eenzijdigheid te voorko
men. Ook zal tegen prikkelende, aanstoot
gevende en onzedelijke lectuur worden ge
waakt en de minister is voornemens, dat
van overheidswege op de naleving der te
stellen eischen streng zal worden toegezien.
Omtrent de subsidieering van (katholieke
leeszalen kan de minister bezwaarlijk een
meer bindende verklaring afleggen. Alleen
kan worden toegezegd, dat, mochten zich
besturen van zoodanige leeszalen aanmel
den, hun subsidie-aanvraag met sympathie
zal worden ontvangen, en de daarvoor aan
te leggen maatstaf nauwgezet zal worden
óverwogen.
Hoofdstuk V (M a r i n e).
Omtrent de Heldersche q ua e s t i e
kan de Minister geen nieuwe gezichtspun
ten openen, maar hij wraakt de uitgespro
ken meening, dat hij zich door zijn inschik
kelijkheid voor de rechtscke meerderheid in
het Parlement zoozeer heeft laten vervoe
ren, dat liij een hooggeplaatst officier ge-
(krenkt en tot het nemen van ontslag ge
noopt heeft. De Minister gaat nogmaals de
zaak na ten betooge, dat de ontslagaanvra
ge allerminst door hem geprovoceerd is,
doch het onvermijdelijk gevolg moest zijn
vaxi.de houding van den vice-admiraal, die
zich blijkbaar wenschte te onttrekken aan
de noodzakelijkheid tot het opvolgen van
de hem gegeven bevelen, waarvan tooh de
uitvoering aan de waardigheid van den
vlootvoogd geen afbreuk behoefde te doen.
De Minister kan niet toegeven dat do
wijze, waarop de geestelijke verzorging te
Den Helder geregeld is, tot moeilijkheden
moest leiden en hij is van'meening, dat
bij een onpartijdig en tactvol optreden van
den* vicc-admiraal van moeilijkheden geen
sprake had behoeven te zijn en zelfs de
kans op een conflict uitgesloten was. Want
de minister ontkent dat aan de marine-
autoriteiten te Den Helder door een parti
culiere organisatie een predikant i9 opge
drongen, gelijk hij niet toegeeft dat door
de positie van den predikant afbreuk werd
gedaan aan het gezag van den vlootvoogd.
De bezwaren rijn dan ook niet gerezen
door de handelingen van den predikant,
maar door het optreden van den vice-admi
raal, die zich niet kon schikken in den door
het marine-bestuur gewenscliten koers en
zich daartegen wenschte te verzetten, daar
bij uit 't oog verliezende, dat zijn plicht als
militair meebracht de bedoelingen van zijn
hoogs ten chef zoo goed mogelijk te helpen
uitvoeren, ook dan, wanneer die bedoeling
niett strookte met eigen inzicht.
Wat het niet ter sprake brengen van de
betrekkelijke aangelegenheid aangaat toen
vice-admiraal Van den Bosch den minister
in zijn kabinet opzocht, verklaart de minis
ter nogmaals, dat het initiatief voor een
bespreking zeer zeker van den vice-admiraal
had beliooren uit te gaan, bij wien zooals
later bleek, nog zooveel grieven tegen
den in Den Helder in het leven geroepen
toestand bleken te bestaan. In antwoord op
een desbetreffende vraagt deelt de minister
nog mede, dat de vicc-admiraal ook bij geen
andere gelegenheid den minister hetzij
schriftelijk, hetzij mondeling omtrent den
toestand, geboren door het optreden van
ds. Warners to Den Helder, heeft ingelicht.
De voorloopige afwijzing van het verzoek
om subsidie door een andere vereeniging
dan de orthodoxe offioieren-vereeniging, is
niet met een weigering gelijk te stellen. De
minister meent, dat het antwoord aan de
vereeniging, hetwelk inhield, dat allereerst
de vraag moest worden onder de oogen ge
zien of de behartiging der geestelijke belan
gen met het oog op de behoefte onvoldoen
de was in verband met de aanwezigheid
van den naar Den Helder uitgezonden gods
dienstleeraar en dus het verzoek voor
alsnog niet voor inwilliging vatbaar was,
alleszins rationeel is te achten.
De minister erkent tot zijn leedwezen,
dat hij niet juist was ingelicht toen hij in
de Tweede Kamer mededeelde, dat de twee
te Den Helder staande predikanten liet geld
deelen, dat voor drie predikanten wordt
uitgekeerd, doch wat het wezen der zaak
betreft, maakt dit geen verschil.
Met den directeur en commandant der
marine te Willemsoord wordt overleg ge
pleegd omtrent een zoodanige wijziging der
instructie van den door bemiddeling van de
Nationale Cbri sten-Of ficieren-vereemging
te Den Helder werkzaam gestelden predi
kant, dat bemoeienis van die vereeniging
met zijn werkzaamheden geheel wordt uit
gesloten. terwijl de aandacht van den mi
nister steeds gevestigd blijft op de vraag in
hoeverre het wenschelijk is de proef, welke
ter bevordering der geestelijke belangen van
het marinepersoneel wordt genomen, voort
te zetten.
De minister hoopt, e in del ijk dat door hét
overieg met verschillende kerkgenootschap
pen over de preekenbundels, de weg gevon
den zal worden om aan geuite bezwaren te
gemoet te komen, zonder da.t een ingrijpen
de wijziging in de regeling der godsdienst
oefeningen aan boord zelve noodig is.
Vraag: Mijn dochter van 16 jaar is
Voor 3 maanden op proef als dienstbode in
een betrekking'. Zij ontvangt haar salaris
per maand en die proeftijd, welke mondeling
ds aangegaan, is met 1 Maart a.s. geëin
digd.
Nu is eokter mijn vrouw in dien tijd
zoo ernstig* ziek geworden dat zij voort
durend te bed racet blijven liggen, dus uit
hoofde van mijn huisgezin kan ik die doch
ter onmogelijk tot 1 Maart missen. Kan
ik nu die overeenkomst niet wat eerder
laten eindigen?
Antwoord: Dat zal niet gaan, tenzij
gij het met den werkgever in der minne
schikken kunt.
Vraag: Een week ongeveer geleden werd
door iemand in de rubriek „Vragen en Ant
woorden1' inlichting gevraagd over het vol
gende: Hij heeft, van een gepensionneerd Ind.
militair geld te vorderen en vraagt of bij
op dat pensioen beslag* kan leggen. Het ant
woord der redactie is: Zend request aan
den minister. (Koloniën of Financiën?)
Steller dezes vraagt nu zonder met
deze zaak iets te maken te bobben, doch
slechts omdat liij het betreffende antwoord
niet goed begrijpt, het volgende:
Bij wolk reglement of K. B- is deze ma
terie geregeld Is niet bepaald dat deze
pensioenen niet voor beslag* vatbaar zijn?
En met v;elk reclit kan de Minister
in deze ingrijpen, zoo een gepensiomieerde
zoo onbelangrijk doet, zijn schulden niet te
betalen?
M. a. w.H o e k a. n zulk e e n e q u e s t
eenig gevolg hebben?
Antwoord: Het door u bedoelde request
zou a d. liet gevolg kunnen hebben, dat
de betrokken Minister zijn bemiddeling ver
leende om de schuld door korting op het
pensioen zij het dan bij minnelijke schik
king door den betrokkene te doen aan
zuiveren.
Vraagt Daar zé nu tocli bezig zijn aan
de dectr. tramlijn, zouden ze deze nu ook
aanleggen langs het Rapenburg, Kadser-
etraat, tot de brug, dan zouden "Witte Sin
gelbewoners en bijliggende straten er bij
gebaat zijn. In steden bijv. al9 Delft, zijn
grachten veel smaller dan het Rapenburg',
5vaar toch' eeA tf.api langs gaat,
Antwoord: „Nu men ér toch mee be
zig is, zou men zoo en passant ook wel
een electrische tramlijn kunnen leggen langs
Rapenburg en Kaiserstraat." Dat is mak
kelijker geredeneerd dan gedaan. Zoo'n aan
leg kost schatten gelds en de Nocrd-Zuid-
Holï.-Tram-Mij. legt geen lijnen aan ten
pleiziere van de bewoners, maar berekent
vooraf of er kans is da.t de lijn rendeert.
Stonden de gemeente-financiën er heel mooi
voor, .dan zou de gemeente er nog eens
aan kunnen denken in het belang der be
woners. Als de lijn van Stationgrens Lei
derdorp goed marcheert zal d© Mij. wel
aan 't uitbreiden gaan en misschien komt
dan een trajeot aan de orde, waartoe ook
als door u genoemde straten behooren. Er
zal voor dien tijd echter nog wel heel
wat water door den Rijn loopen.
Vraag: Mijn nicht krijgt een kleine er
fenis, maar ik weet, dat als zij dit geld
krijgt, haar man het op geen goede manier
zal besteden. Wat moeten wij nu doen om
haar het geld te verschaffen, zonder dat
haar man er aan kan komen?
Antwoord: Als zij in gemeenschap van
goederen getrouwd isa moet u in uw testa
ment bepalen, dat de erfenis of het legaat
niet in de gemeenschap zal vallen. Ver
der moet u de erfenis of het legaat steil en
onder bewind van eenige personen, om elkan
der bij ontstentenis op ts volgen; die dan
het beheer voeren en de renten aan uw
nicht moeten uitkeeren.
Vraag: Ik ben den 22sten Januari in
betrekking gegaan en heb mijn godspenning
gehad. Ben ik nu verplicht dezen terug te
geven daar zij het mij zoo te bar maken
dat ijv weg ben gegaan, maar ik ben er
4 dagen geweest.
Antwoord: Als gij eigenmachtig weg
gaat, zijt gij behalve den godspenning ook
nog -verplacht schadevergoeding te geven. Of
ze moesten het u waarlijk zoo bar gemaakt
hebben dat daarin een geldige reden zit
voor uw gedrag. Maar dat kunnen wij niet
beooxdeelen.
Vraag: Hoe kan men hét beste zij waS-
schen, zccrdat ze de kleur behoudt
Antwoord: Wij zouden u raden ge
kleurde zij in het geheel niet te wassehen.
Laat ze liever uitstoomen. Witte zij is wat
anders, die kan wel tegen wasschen, mits
men de stof heel voorzichtig behandelt.
Vraag: Kunnen mijn ouders ]rij hun
leven weggeven wat zij willen?
Antwoord: Dat is betrekkelijk. Wan
neer zij dootr giften of schenkingen een hun
ner kinderen bevoordeelen, op zoodanige wijze
dat het wettelijk erfdeel van de andere
kinderen daardoor is benadeeld, dan hebben
die andere kinderen, bij het openvallen der
nalatenschap, een actie tot inkorting of ver
mindering en dan komt, hetgeen heb geoor
loofd gedeelte te boven gaat, in de nalaten
schap terug.
Vraag: Wanneer een van mijn ouders
komt te sterven, kan mijn zuster of zwager
dan reeds om hun deel komen?
A n t w oord: Ja, wanneer zij dat bepaald
willen, dan moet er boedelscheiding plaats
vinden. Niemand kan dat voorkomen of be-
lettem
Vraag: Hoe heet en de voorgangers van
minister Cool?
Antwoord: Sabron, Van Rappard,
Staal, Bergansius, Kool, Eland, Schneider,
Scyffardt, Bergansius. Nu zijn we al terug
gegaan tot het jaar 1890, dat jaar van dien
strengen winter ,weet u wel Wie er nu
voor dien tijd minister van oorlog waren,
moet u zelf maar eens opzoeken. U. hebt
nu een mooden leiddraad en houvast.
Vraag: Kunt u mij ook zeggen of een
dienstbode, welke voor rekening van haar
meester in een ziekeninrichting wordt ver
pleegd, gedurende diep tijd recht heeft op
haar loon?
Antwoord: Ja.
Vraag: Waar kan ik' inzage Verkrijgen
of zeker persoon vóór 15 jaar veroordeeld
is tot gevangenisstraf
Antwoord: Zijn strafregister berust op
de griffie van de rechtbank zijner geboorte
plaats. Informeer daar eens.
Vraag. Welke schuldvorderingen in een
faillissement zijn preferent? Kan het ook
voorkomen dat in een faillissement de huur,
die toch preferent is, niet geheel worden
uitbetaald, alhoewel ej: bjjna Ribbel
zooveel waarde aan goederen aanwezig wan
als de huur bedraagt
Antwoordt: Er zijn vele preferente
schuldvorderingen, waaronder huurschuld.
Maar de mogelijkheid bestaat dat er in het
faillissement zooveel boedelschulden zijn,
als bijv. kosten van griffie, curator, belas
tingen, onderstand, enz., dat er voor de ere*
diteuren, zelfs voor de preferente, niet
voldoende overblijft. Waarschijnlijk zal dit
geval zioh hier voorgedaan hebben. Infor*
meer het eens bij den curator.
Gemeenteraad vnu Valkenburg*
Aanwezig vijf leden.
Voorzitter: de burgemoester, de heer ft
Lotsy
De Voorzitter opent de vergadering ieffli
bedankt alle aanwezigen, die blijken van
belangstelling hebben gegeven met de wife
seling des jaars en wenscht hun in den
huiselijken kring en in hun arbeid een;
gelukkig en voorspoedig jaar. Daarna woiv
den ingekomen stukken van Gedep. Staten;
gelezen en een reclame hoofdelijken omslag)
van den lieer Jac. Verhaar.
Voorts is eén schrijven ingekomen vanj
den heei' W. Groot, die om gezondheidsei
dencn ontslag' vraagt als hoofd van de open*
bare school met ingang van 1 Mei e. t.fl<
hetwelk bij acclamatie zoo eervol mogelijk
wordt verleend. Daarna een 6ohrijven vnjji
mevrouw GrootBos, die ontslag vraagt
als onderwijzeres in de nuttige handwew
ken metingang van 1 April, hetgeen ook
haar bij acclamatie eervol wordt gegeven!».
Hierna doet de Voorzitter de gebruiken
lijk© rondvraag, waarop een aanmerking
wordt gemaakt omtrent een gat in de straat
aan het begin van de lange Commando* Pj
steeg,waarvan nota zal genomen worden*
Niets meer aan de orde zijnde, sluit dg
Voorzitter de openbare vergadering en deaei
gaat over in een vergadering met geslote^
deuren.
Bakkerswet.
Het bestuur van de vereeniging vatf
Broodbakkerspatroons uit de luxe-, gemeng
de en middenbedrijven, die de vorige week
te Utrecht heeft vergaderd, heeft dezer da
gen tot de Tweede Kamer een adres ge
richt-, waarin, na een uitvoerige toelich
ting, heb volgende wordt gezegd
,,le. Bij de voorloopigebehandeling deï
Bakkerswet zijn de patroons uit de luxe**
gemengde- en middenbedrijven buiten hun
wil en in strijd met de waarheid tot dc
voorst-anders van afschaffing van nachtav*
beid gerekend
Se. De financieeie bezwaren zijn voor ve
len zóó overwegend, dat het hun onmogelijk
zal blijken, hun bedrijf voort te zetten.
3e. Voor twee volkomen gelijkwaardig®
categorieën van staatsburgers, als de leden
onzer vereeniging en d© banketbakkers*
schépt de wet voor de eerste willekeurig
zulke beperkende bepalingen, dat het hun
niet mogelijk blijft den strijd om het be«
staan vol te koudenA dat 13 onrechtvaarw
dig.
4e. Ten koste van Nederlanders, biedt do
wet een niet te bestrijden afzetgebied aan
buitenlanders, die o^ze grensprovinciën yan
brood kunnen voorzien. Ook verdrijft sd|
Nederlandsche bakkers uit Nederland om
even over de grenzen nieuwe bakkerijen op,
te richten.
5e. De moreele cn fiuaneieele schade!
aan een belangrijk deel der mijverheidsb©»
volking toegebracht, is door geen enkelen
maatregel ongedaan te maken."
Met aandrang wordt aan de Tweed© Ka-
nier verzocht, de aanhangig© Bakkerswet
en de wet op de Bakkersraden te verver*
pen.
ALKEMADE. B v al 1 e nC. Hoogenboom g«b
Zaal Z. C. J. van Eeden geb. Van Steijn D.
J. M Bakker geb. Bontje D.
Overleden: Jacoba Maria Bontje,echtg.van
A. H. Bakker, 34 j. Jobanna E. vam oen 7m,
Gehuwd: C. J. Hoek jm. 22 j. en C.Turkjd.
26 i. G, van d«r Hoorn im. 37 j. en J. Kuipen
#37j.