Uit CHICAGO. Geluksvogels. Welke waarde heeft de godsdienst De draadlooze telegrafie. een scherp vocht den oooon aan het boven einde oplost en zoo v°rlaat. Kunstmatig heeft de mensdh den kweek wan zijderupsen bevorderd. Men fokt ze in groot en getale bij zich thuis of in daarvoor bestemde gebouwen, terwijl men moerbezie boomplantingen heeft aangelegd. Als in het voorjaar de blaren van den moerbezie boom zich ontwikkelen, worden de eieren van den zij de vlinder, die men gedu rende den winter oP ©©n koele, droge plaats bewaard heeft, in de sterk verwarmde broedkamer gebracht. Daar worden ze op met doek bespannen ramen gelegd en toege dekt met papier, waarin vele gaatjes zijn gestoken. Hierop worden kortgesneden ver- Bohe moerbeaiebla deren gestrooid, zoodra de rupsjes beginnen uit te komen. Deze kruipen door de gaatjes van het papier op de bladeren en worden op deze papieren in de voedingsvertrekken gebracht Hier staan tegen de muren stellingen van lat werk, als boekenrekken, op wier verdiepin gen met doek overtrokken en met versche moerbeziebladeren bestrooide ramen liggen. Daarop worden de papieren met rupsen gelegd. Over bet algemeen is de rupsenteelt niet *oo eenvoudig als zij zoo lijkt. Daarbij zijn de rupsen aan vele ziekten onderhevig. Bescherming tegen vochtigheid, gelijkmatige temperatuur, verwijdering van zieke rup sen, vermijding van te groote volheid, rij kelijk voedsel van gezonde bladeren, goede verlichting en uiterste zorgvuldigheid in het reinhouden, dat alles is noodzakelijk, willen de rupsen tieren. Tot het inspinnen bouwt men voor de rupsen kleine hutjes, zoogenaamde spinhut- ten, waarin zij haar cocons ophangen. Tien dagen na het inspinnen worden die cocons, welke de zijde moeten opleveren, afgeno men en de zich daarin bevindende poppen (larven) door heeten waterdamp gedood. De schoonste cocons houdt men voor de voortteling en laat daaruit de vlinders zich ontwikkelen. In zuidelijke streken kan men twee, soms drie telingen per jaar verkrij gen. Uit één ons eieren komen. 32,000 rupsen, die tot aan het inspinnen ongeveer 10 cen tenaars moerbeziebladeren verorberen. De „gedoode cocons" worden gesorteerd. De sterkste en rijkste aan zijde leveren de Organsijn- of Orsoyzijde, waarvan de sche ring van het zijdeweefsel gemaakt wordt. Uit de cocons van middelbare kwaliteit wordt de inslagzijde gemaakt. De overige, alsook de beschimmelde, gevlekte, aangestoken oooons, worden verbruikt voor de minderwaardige pelzijde. De draadwindingen der oooons zijn door hun kleverige buitenzijde aan elkander ge plakt; om ze op te lossen worden de cocons in heet water geworpen, met rijs bezems geslagen en in beweging gebnaoht. Daardoor blijven de buitenste losse windingen der oooons aan den bezem hangen. Deze leveren de floret- of vlokzijde, die met anderen af val tot floret, halfzijde, wordt verwerkt. Hieruit volgt, dat niet de geheele lengte van den oocondraad, die tot 3000 Meter kan be dragen, wordt gebruikt voor goed xijdeweef- •el: de hiertoe gebezigde lengte bedraagt meestal slechts eenige honderden Meters. Daar verder een enkelvoudige oocondraad al echte het achtste deel van één honderd sten millimeter dik is, dus veel te dun tot het weven, moeten verschillende cocondra den op den haspel te samen gesponnen, ge twijnd of getweernd worden. Tot dit doei worden de oocons, die van de vlokzijde ont daan zijn en wier draadei le men gevonden heeft, in een aan den haspel bevestigden bak met warm water g. orpen. Gedurende het afspinnon drijven de draden er boven op. De draden van drie tot tien cocons, naar gelang van de draad sterkte, worden door een zeer klein, glad ringetje geleid, waar zij zich kruisen en door de altijd min of meer kleverige oppervlakte tot een draad ruwe zijde vereenigen; daarna wordt hij dootr het draaien van den haspel op een grootero spoel gewonden en later gespoo- en of gedraaid. Zulk eein draad ruwe zijde heeft gewoon lijk nog een gomachtige laag, die aan den zijdedraad of 't zijdeweefsel iets hards geeft. Daarom tracht men de ruwe zdjde te ontgommen of te ontbolsteren door deze laag in kokend zeepwater op te lossen. Eveneens wordt voor de meest gebruike lijke doeleinden de ruwè zijde getweernd of getwijnd, dat is, uit eenige of meerdere draden ruwe zijde door draaien een dikkere draad samen .ges ponnen, wat nu eens, ge lijk bij het spinnen, geschiedt dooir draaien van alle draden te zamen, dan weer, gelijk bij het koordmaken, door elk afzonderlijk te draaien. Dit is het zoogenaamd file eren of molineeren der zijde, dat door middel van expresse machines wordt verricht Wijl de zijde goed kleur aanneemt, wordt ze meestal gekleurd. Ruwe zijde wordt het meest geproduceerd in China, Japan, Italië; verwerkt wordt ze in Europa, het meest in Frankrijk, Itaüë en Zwitserland. De zijdeteelt was reeds twee duizend ja ren vóór Christus in China bekend. Gedu rende vele eeuwen werd de zijde door de woestijn van Mongolië naar Afghanistan en van daar naar Indië, Perzië en Voor- Azië gebracht. Deze oude, grooteohe woes tijnstraat was met muren tegen verzanding beschut. Door de oorlogen met de Perzen en Indiërs werden de Grieken met de zijde bekend. Ten tijde der J'omeinsohe keizers was de zijde nog zeer hoog in prijs en een belangrijk bedrag der in het Romemsche rijk opgehoopte schatten ging voor kost bare zijden kleederen ar Midden- en Oost- Arie. Op zware straf was in China de uitvoer van zijderupsen verboden. Eerst in 555 ge lukte het twee monniken eieren van zijde rupsen in uitgeholde stokken uit Cliina naar Konstantinop&l bij keizer Justinianus te brengen. Door de Arabieren kwam in de achtste eeuw de zijdeteelt in Spanje, in de 12de eeuw naar Sicilië. In de 15de eeuw raakte zo in Noordelijk-Italië en Zuid- Frankrijk bekend, waar ze thans nog bloeit. Ten opricht© van reclatnle geeft Chicago verwonderlijke dingen te aanschouwen, 's Avonds heeft liet den schijn, dat de stad schitterend is geïllumineerd en dat er links en rechts vuurwerk wordt afgestoken. De eloctrisohe lioht-reclame is werkelijk feeëriek. Hier ziet men springende, gekleurde fon teinen, daar bliksemschichten door de lucht schieten. Holland is in die lichtbeweging niet vergeten. Ter aanprijzing van een rei nigingsmiddel, dat veel afnemers heeft, ziet men allerwegen een vrouwtje in oud-Hol- landsche Meerderdracht ecu lichtfiguux bezig met een stok op en near te be wegen, zooals bij ons de dienstboden dat doen voor het kloppen van matten en vloer- kleeden. „Old Dutch Cleanser" staat er bo ven, „Chaaec dirt" er naast te lezen, in reusachtige lichtende letters („Oud-Holland- sche mattenklopper Jaagt het vuil weg"), „Time is money". Dat getuigt ook het harde werken, dag en nacht; want tal van groot» kantoren zelfs hebben dag- en nacht ploegen; de „elevated train" rijdt den gan- schen nacht, en verscheidene restaurants en bars zijn 24 uren, dus altijd, open; o. a een CMneeeoh restaurant-teasaloongehou den door King Yen Lo, en geheel en al op zijn Chineoech ingericht, met Chineesche be diening. Men eet er aan met paarlemoer ingelegde tafels van Chineesclie borden, en de gerechten, niet puur Chineescih ten minste niet voor zoover de Chineesch» lek kernij: honden- en rattenvleesch aangaat hebben alevel iets bijzonders, o. m. een met den barbaarschen naam Chop Suey, een voor Europeesche verhemelten niet onsmakelijke hutspot vau rijst, vleeseli, kerrie, uien, sel derij en nog andere ingrediënten. Er thee bestellend, krijgt men die in Ghi- neeeche kopjes. Zij is zóó geurig, dat liet zond» zou zijn er melk ïn te doen. Bij zoo uitstekende kwaliteit staat men ver baasd, dgt oen trekpot vol niet iucar kost dan tien Amerikaanoch© oenten, 25 cents van onz» munt, En dit te meer, wijl de „Chinamen" de ©enigen rijn, bij wie thee gedronken wordt. Buiten hun „saloons" komt dei niet voor. Aan alle groote hotels is een „hall" .ver bonden, waar men, lust gevoelend of haast bobbend om te correspondeeren, vrij bin nentreedt. Men rit er op gemakkelijke lenn- stoeltjes en gebruikt het aanwezige papier en ander schrijfmateriaal gratis. Het voor deel van deze goedgeefschheid voor de ho tels ia reclame, het gebruik maken van hun enveloppen, met het gebouw er op afge beeld, terwijl op de achterzijd© iets staat te lenen als: „By the way don't fail to stop at thevolgt de naam van het hotel th© next time you visit Chicago (A propos, verzuim bij uw eerstvolgend be zoek aan Chicago niet, uw intrek te ne men in hot hotel Bezoekt ïrueru ©en bar en drinkt er een glas bier, idat 5 Amerikaan sche centen (121/j cent Ned.) kost, dan vindt men op een tafel een schaal met „hors-d'oeuvxe" staan, waarvan men a discretion kan nemen wat taaen wil. "Wie de grens der „discretion" wat ver wild» trekken en ©r fatsoenlijk uitziet, zou aldus koeteloos een maal kun nen bekomen. De voorname muziekwinkels hebben alle ©en gehoorzaal, waar'men, in gerieflijk» fau teuils gezeten, een mooi oonoart, piano, zang, enz. geheel kosteloos kan bijwonen. Er zijn nog verscheiden inrichtingen, waar men ©en of ander voor niemendal genieten kan. Tegenover zulk© voordeelen staan echter zaken, die duur zijn, heel wat duurder dan in de Oude Wereld. Als men eigm „business" doet, betaalt men in de City voor een Idein kantoorlokaal 500 dollars huur per jaar. Duur ook zijn de dienstboden. Alleen ge goede familiën kunnen er houden, want in gewone burgergezinnen is ongetwijfeld 500 dollars per jaar, met kost en inwo ning, voor een dienstbode een uitgave boven hun kracht. Bovendien hebben de dienst boden lieelwat noten op haar zang, gaan liefst zooveel mogelijk uit, zijn aanstonds op haar teenen getrapt en vaardig met dreigement van vertrekken. In de meeste bui-gergezinnen moeten derhalve de vrou wen zelf de handen uit de mouw steken, zelfs voor grof werk. De reden van dien dienstbodennood is, dat de meisjes uit het valk voar minder loon liever werken in winkels of op atelier of kantoor. Het graf van Gutenberg. Sinds langen tijd heersoht er een ernstig meeningv er schil omtrent de plaats, waar het graf van den grooten man op het ge bied der boekdrukkunst gezocht moet wor den. De oudere onderzoekers nemen, zooaJs te genwoordig de geschiedschrijver Bockenhei- mer nog doet, aan, dat de stoffelijke overblijfselen van Gutenberg bijgezet wer den in den grafkelder der familie Gens- fledsoh, in de Dominioanerkerk te Mainz. Anderen daarentegen wezen daarvoor de vroegere Franciscanerkerk aan. Men beriep zich daarbij op zijn bloedverwant Gelthus (1409), en meer nog op de verklaringen van den Frankforter patriciër Johann von Glau- burg, die nog in het jaar 1734 een soort grafplaat van „den uitvinder" moet gezien hebben „in bout bewerkt en aan den muur opgehangen." Deze meening is echter in den laateten tijd zeer sterk geschokt door dc onderzoe kingen van F. W. Rotli, te Wiesbaden, die, in overeenstemming met andere over leveringen, tracht te bewijzen, dat Guten berg zijn laatste rustplaats vond in de stad, waar hij gestorven is, nl. te Eltville. Onlangs werd het plan opgevat om de thans nog bestaande parochiekerk te Elt ville te vergrooten, naar aanleiding waar van men met levendige belangstelling uit ziet, of men er eindelijk in slagen zal, eeni- gB sporen van Gutenberge graf te ontdoK- ken. De op winat belaste schare, die met of ©onder „ayiteem", maar zonder uitzonde ring vol schitterende verwachtingen op ge makkelijk verdiende rijkdommen, naar het Casino van Monte-Garlo trekt, keert bijna altijd nit de élégante speelzaal aanmerke lijk „verlicht" terug. Maar nu en dan ver schijnt' toch een gelukkige, die voor al die anderen wraak neemt en een krachtige aderlating toepast op de schatkist der Bank. Kortgeleden kon een Engelschman, Darn- brough, met een winst van niet. minder dan f 768,000 de terugreis naar Londen aan vaarden: de vrucht van een maand vacan te te Monte-Carlo. Bij een andere gelegen heid (zoo vertelt een Engelsch blad) kon weder een Londenaar, een bekende persoon lijkheid aan de Engetsche Beurs, met 500,000 gulden naar huis trekken. Het geval wekte in de speelgelegenheid geweldig opzien en was ook merkwaardig, al was het alleen, omdat de som op één en denzelfden dag ge wonnen werd. Even vóór zijn vertrek was de Londenscjie beursman naar het Oasj'no gegaan en had op elke tafel het hoogste be drag op een bepaald nummer gezet. En hot wonderlijke geluk bealiste, dat de speler alles won. De directie en de opper-croupier verklaarden, dat de Bank nog nooit zoo'n kwaden dag gehad had. Een der gelukkigste spelers te Monte- Carlo was zekere Wells. Hij bevond zich op het hoogtepunt van zijn roem, toen hij voor omstreeks twintig j'aren Monte-Carlo bezocht. Zijn fabelachtig geluk werd dagen lang besproken in de heele Europeesche pers. Begonnen met een kapitaal van 5000 gulden, won hij in tien dagen 500,000 gul den aan de speeltafels. Ma^ir Wells nocrqde de berichten over zijn geluk overdreven en beweerde, dat zijn winst ..slechts" 84,000 gulden bedragen had. Zulke gevallen blijven steeds zeldzaam, daar hooge winst in den regel alleen met hooge inzetten verkregen wordt, en meestal wagen de spelers met aanstonds zoo groote sommen. Ook blijft ten slotte de Bank al tijd in het voordeel. Dat de speelkoorts geen ongeneeslijke kwaal is, bewijst hot voorbeeld van een jong Amerikaan, die voor 'eenige jaren het Casino 180,000 gulden rij ker verliet dan hij het had betreden. Hij was voor de eerste maal naar Monte-Carlo gekomen, en wilde eigenlijk in het geheel niet spelen, maar gelijk de meesten wilde bij niet vertrekken zonder toch eens een behoorlijke som verloren te hebben. Hij zette 10,000 gulden in en was die na enkele minuten kwijt. Om ze terug te winnen waagde hij 18,000 gulden en verloor weer. Nu trok hij voor het laatst, zijn portefeuille en zette 24,000 gulden in. Thans was einde lijk het geluk hem gunstig. Hij begon te winnen en toen hij 180,000 gulden in zijn portefeuille bad, was hij verstandig genoeg snel weg te reizen om aan alle verzoeking tot voortspelen te ontkomen. Het straff en van vervalschers van levensmiddelen. De klachten over vervalsohing van le vensmiddelen beginnen steeds luider te klinken en worden overal aangeheven. Hoe scherpe maatregelen de overheid ook ne men moge, toch weten de vervalschers steeds weer nieuwe wegen te vinden om de •goegemeente te bedriegen. Deze bedenke lijke praktijken hebben wel altijd bestaan, getuige het volgend verhaal hoe de middel- eeuwsohe Ridder Jacques je Tourzei in bet jaar 1481 er reeds verordeningen tegen uitgaf voor zijn gebied. En niet inalsche ook „Iedere man of vrouw," zoo stond er o. ro. in, „van wie bewezen wordt, dat zij met water verdunde melk verkoopen, zal een trechter in den mond worden gehou den. en men zal hun daardoor net zoolang water-en-melk in de keel gieten, tot een dokter verklaart, dat bet niet langer mag, met het oog op het levenegevaar voor den patiënt. Wie ondeugdelijke boter verkoopt, wordt aan den schandpaal opgesteld en het hoofd met zulke boter dik besmeerd. Hij mag niet loegelaten- worden vóór de zon het ladtfitc kluitje heeft doen smelten. Honden, die van de afdruipende lekker nij willen genieten, moet men ongestoord hun gang laten gaan, en als de goede bur ger den bedrieger wil beschimpen, dan mag hij dat gerust doen, mits God, de Koning en andere menschen niet beleedigd worden. Als de lucht bewolkt is, zoodat de voorstelling niet doorgaat op het markt plein, wordt de schuldige in de gevange nis geleid voor een groot vuur, dat dezelf de uitwerking heeft. Ieder, die bedorven eieren verkoopt, wordt eveneens gegrepen, om aan den schandpaal tentoongesteld te worden. En de bedorven eieren worden aan de jongens gegeven, om ze tot tijdverdrijf in het ge zicht of op de kleeren van de schuldigen stuk te smijten, zonder dat iemand hun daarvoor iets maken kan. Ze mogen er ech ter geen andere menschen mee gooien." Wel practisch'! Als de tegenwoordige melk-, botct-, peper-, meel-, cacao- en an dere knoeiers zoo eens getrakteerd wor den 1 In de volksschool te Mannheim heeft de predikant Emlein zijn leerlingen de vraag ter beantwoording gegeven: „Welke waar de heeft de godsdienst?" Niet minder dan 66 jongens begonnen met dc verklaring: „de godsdienst heeft in het geheel geen waarde", en 58 voegden er aan toe: „want voor onze zaken kunnen wij hem niet gebruiken". 25 leerlingen kenden aan den .godsdienst een zekere ideale waarde tce: „wanneer men oud wordt", „wanneer het slecht gaat", „wanneer men in den vreemde ie." Slechts 13 vonden godsdienst onderwijs daarom noodig, omdat Gods Woord or over spreekt, of „wijl men zon der godsdienst niet in den Hemel komt." Uit de ellende in de gTOote steden trokken 11 jongens het besluit, dat „de godsdienst voor domme menschen is, omdat hij iets belooft, opdat zij niet aan bun nood zouden denken; maar wat beloofd wordt, wordt toch niet vervuld." Iets gunstiger rijn de antwoorden der meisjes uitgevallen. Van do 49 schreven 2 rondweg: „de godsdienst heeft geen waar de.'/ 90 maakten er zich gemakkelijk af: „Het behoort zoo." Voor anderen was de godsdienst goed, „als men in lijden of ziek is." Deze leerlingen hadden acht jaren gods dienstonderwijs genoten. MUZIEKNOTEN. De oude benamingen onzer muzieknoten geraken allengs in onbruik. De letters zijn er voor in de plaats gokomen. Velen, wellicht de meesten, weten niet, waar die namen der muzieknoten vandaan zijn ge komen. Zij zijn ontleend aan de beginwoorden der regels van een Latijnsche hymno op Jo hannes don Dooper van den Longobardischen historieschrijver Paul Wamefried. De hymne luidt: Ut quaeanfc laacut Besonare fibris Mra gestorum Famuli tuorum, Solv* polluti Labii raat urn, Sancte iobannest Vertaald bet eekent dit: „Opdat uw dienaren met onbcdwdngen snaren uw wonderbare daden mogen doen weerklinken, neemt gij de schuld wog van enzo bezoedelde lippen, o heilige Johan nes!" De nomen zijn ingevoerd door een Be nedictijner monnik, Guido Anetanus, die te A rezzo in Toscane geboren werd in 995.^ Do SI, gevormd uit S en I, werd aan d© zes andere toegevoegd door Erycuis Putea*' nus, professor in de letteren te Leuven, omstreeks 1646. Anderen beweren door Jo hannes van Meurs. Eigenaardig, dat d» lerfc-, ters S en I dan toch overeenkomen met d© beginletters van Sancte lohannes. Oude leermeesters noemden de Si ook wel Sa, meer echter oan uit te drukken dia Si-mol. De geweldige vlucht, welke de toepassing dezer nog zoo jonge uitvinding neemt, kan blijken uit het groote aantal reeds opgerich te stations. Op 15 Maart 1910 telde Groot»- Britamnë er 311, Duitschland 279, Franc-, rijk 167, Italië 38, Nederland 36, Zweden 27, Oostenrijk 23, Brazilië 23, Denemarken 21, Japan 17, Noorwegen 17, Rusland 13, België 11, Chili 10, Spanje 7, Roemenië 6, Portugal 5, Mexico 4, West-Indië 4, Uru guay 2, Gibraltar 1 en Malta 1. Hiervan komen op den post van het sys teem Telefunken 327, op dien van het sys teem Marconi 233, het Engelsche systeem, „Lodge" had er 15 en het Fransche „Ro* chefort" er 4 van geleverd. De andere 396 stonden onder het hoofd „onbekende of van verschillende svsV- men." Zoo als men wel zal bemerken, ontbreken er nog vele aan dit lijstje, o. a. d» Ver- eenigde Staten van N.-Amerika, waar een zeer groot gebruik van stations voor D. T. gemaakt wordt'. Ook militaire en marine - stations zijn hier niet onder begrepen. Het werkebjke, door de Duitsohe maat schappij voor D.-T.-systeem „Telefunken" geleverde aantal stations bedraagt 737, waarvan 410 voor oorlogsschepen. Bovenstaand» cijfers zijn ontleend aan een overzicht, uitgegeven door het Inter nationaal Bureau voor Telegrafie. In Engeland is een wetsontwerp inge diend, waarin wordt bepaald, dat elk schip met meer dan 50 personen aan boord moet kunnen beschikken over een inrichting voor draadlooze telegrafie met een werkings sfeer van minstens 160 K.M. In de Ver- eenigdo Staten zal zulk een wet met J uli a.s. in werking treden. De White-Star-line nazit reeds een soh ooi schip voor opleiding van telegrafisten. Drie schepen van de Duitsche visscherij- vloot van de Noordzee zijn met toestellen voor D. T. voorzien. Zoo kunnen zij elkan der berichten aangaande de vangst mede- deelen en naar visohrijke streken laten ko men. Tevens kan d© Visscheri.jonderneming te Cuxhaven nu over de gTootte van de vangst ingelicht worden en den marktprijs bepalen. De-Lloyd Braziliero heeft een contract afgesloten met de United Wireless Tele graph-Co voor de levering van inrichtingen voor D. T. voor 21 stoombooten vaü dc Lloyd en 8 kuststations. Het krachtstation te Caltona, Italië, dat o. a. tot verkeer met Argentinië zal die nen, wordt waarschijnlijk dezer dagen in bedrijf genomen. Bij de werken aan het Panama kanaal be wijst de D. T. goede diensten. De stations, bestaande uit 96 M. hooge torens, welke' konisch toeloopen, vergemakkelijken het ■verkeer tusschen de werkplaatsen en de transportage-gelcgenheden zeer. Het verzend station heeft twee afzendin- riclningen, welke tegelijkertijd kunnen sei nen. De United Wirclesse Telegraph-Co V. S.A. richt een groot station op bij Montauk Point (oostkust V.SA, bestaande uit twee 130 M. hooge torens. Een zelfde station zal aan de Fransche kust geplaatst worden zoodra de toestemming hiertoe van het Fransche gouvernement verkregen is Men hoopt dan tusschen deze twee stations een transatlantisch en dienst te kunnen inrich ten. In Mexico zijn in de Golf van California

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 12