Uit CHICAGO.
Geluksvogels.
Welke waarde heeft de godsdienst
De draadlooze telegrafie.
een scherp vocht den oooon aan het boven
einde oplost en zoo v°rlaat.
Kunstmatig heeft de mensdh den kweek
wan zijderupsen bevorderd. Men fokt ze in
groot en getale bij zich thuis of in daarvoor
bestemde gebouwen, terwijl men moerbezie
boomplantingen heeft aangelegd.
Als in het voorjaar de blaren van den
moerbezie boom zich ontwikkelen, worden de
eieren van den zij de vlinder, die men gedu
rende den winter oP ©©n koele, droge plaats
bewaard heeft, in de sterk verwarmde
broedkamer gebracht. Daar worden ze op
met doek bespannen ramen gelegd en toege
dekt met papier, waarin vele gaatjes zijn
gestoken. Hierop worden kortgesneden ver-
Bohe moerbeaiebla deren gestrooid, zoodra
de rupsjes beginnen uit te komen. Deze
kruipen door de gaatjes van het papier op
de bladeren en worden op deze papieren
in de voedingsvertrekken gebracht Hier
staan tegen de muren stellingen van lat
werk, als boekenrekken, op wier verdiepin
gen met doek overtrokken en met versche
moerbeziebladeren bestrooide ramen liggen.
Daarop worden de papieren met rupsen
gelegd.
Over bet algemeen is de rupsenteelt niet
*oo eenvoudig als zij zoo lijkt. Daarbij zijn
de rupsen aan vele ziekten onderhevig.
Bescherming tegen vochtigheid, gelijkmatige
temperatuur, verwijdering van zieke rup
sen, vermijding van te groote volheid, rij
kelijk voedsel van gezonde bladeren, goede
verlichting en uiterste zorgvuldigheid in
het reinhouden, dat alles is noodzakelijk,
willen de rupsen tieren.
Tot het inspinnen bouwt men voor de
rupsen kleine hutjes, zoogenaamde spinhut-
ten, waarin zij haar cocons ophangen. Tien
dagen na het inspinnen worden die cocons,
welke de zijde moeten opleveren, afgeno
men en de zich daarin bevindende poppen
(larven) door heeten waterdamp gedood.
De schoonste cocons houdt men voor de
voortteling en laat daaruit de vlinders zich
ontwikkelen. In zuidelijke streken kan men
twee, soms drie telingen per jaar verkrij
gen. Uit één ons eieren komen. 32,000 rupsen,
die tot aan het inspinnen ongeveer 10 cen
tenaars moerbeziebladeren verorberen.
De „gedoode cocons" worden gesorteerd.
De sterkste en rijkste aan zijde leveren de
Organsijn- of Orsoyzijde, waarvan de sche
ring van het zijdeweefsel gemaakt wordt.
Uit de cocons van middelbare kwaliteit
wordt de inslagzijde gemaakt. De
overige, alsook de beschimmelde, gevlekte,
aangestoken oooons, worden verbruikt voor
de minderwaardige pelzijde.
De draadwindingen der oooons zijn door
hun kleverige buitenzijde aan elkander ge
plakt; om ze op te lossen worden de cocons
in heet water geworpen, met rijs bezems
geslagen en in beweging gebnaoht. Daardoor
blijven de buitenste losse windingen der
oooons aan den bezem hangen. Deze leveren
de floret- of vlokzijde, die met anderen af
val tot floret, halfzijde, wordt verwerkt.
Hieruit volgt, dat niet de geheele lengte van
den oocondraad, die tot 3000 Meter kan be
dragen, wordt gebruikt voor goed xijdeweef-
•el: de hiertoe gebezigde lengte bedraagt
meestal slechts eenige honderden Meters.
Daar verder een enkelvoudige oocondraad
al echte het achtste deel van één honderd
sten millimeter dik is, dus veel te dun tot
het weven, moeten verschillende cocondra
den op den haspel te samen gesponnen, ge
twijnd of getweernd worden. Tot dit doei
worden de oocons, die van de vlokzijde ont
daan zijn en wier draadei le men gevonden
heeft, in een aan den haspel bevestigden
bak met warm water g. orpen. Gedurende
het afspinnon drijven de draden er boven
op.
De draden van drie tot tien cocons, naar
gelang van de draad sterkte, worden door
een zeer klein, glad ringetje geleid, waar
zij zich kruisen en door de altijd min of
meer kleverige oppervlakte tot een draad
ruwe zijde vereenigen; daarna wordt hij
dootr het draaien van den haspel op een
grootero spoel gewonden en later gespoo-
en of gedraaid.
Zulk eein draad ruwe zijde heeft gewoon
lijk nog een gomachtige laag, die aan den
zijdedraad of 't zijdeweefsel iets hards geeft.
Daarom tracht men de ruwe zdjde te
ontgommen of te ontbolsteren door deze
laag in kokend zeepwater op te lossen.
Eveneens wordt voor de meest gebruike
lijke doeleinden de ruwè zijde getweernd of
getwijnd, dat is, uit eenige of meerdere
draden ruwe zijde door draaien een dikkere
draad samen .ges ponnen, wat nu eens, ge
lijk bij het spinnen, geschiedt dooir draaien
van alle draden te zamen, dan weer, gelijk
bij het koordmaken, door elk afzonderlijk te
draaien. Dit is het zoogenaamd file eren
of molineeren der zijde, dat door middel
van expresse machines wordt verricht Wijl
de zijde goed kleur aanneemt, wordt ze
meestal gekleurd.
Ruwe zijde wordt het meest geproduceerd
in China, Japan, Italië; verwerkt wordt ze
in Europa, het meest in Frankrijk, Itaüë
en Zwitserland.
De zijdeteelt was reeds twee duizend ja
ren vóór Christus in China bekend. Gedu
rende vele eeuwen werd de zijde door de
woestijn van Mongolië naar Afghanistan
en van daar naar Indië, Perzië en Voor-
Azië gebracht. Deze oude, grooteohe woes
tijnstraat was met muren tegen verzanding
beschut. Door de oorlogen met de Perzen en
Indiërs werden de Grieken met de zijde
bekend. Ten tijde der J'omeinsohe keizers
was de zijde nog zeer hoog in prijs en een
belangrijk bedrag der in het Romemsche
rijk opgehoopte schatten ging voor kost
bare zijden kleederen ar Midden- en Oost-
Arie.
Op zware straf was in China de uitvoer
van zijderupsen verboden. Eerst in 555 ge
lukte het twee monniken eieren van zijde
rupsen in uitgeholde stokken uit Cliina naar
Konstantinop&l bij keizer Justinianus te
brengen. Door de Arabieren kwam in de
achtste eeuw de zijdeteelt in Spanje, in de
12de eeuw naar Sicilië. In de 15de eeuw
raakte zo in Noordelijk-Italië en Zuid-
Frankrijk bekend, waar ze thans nog bloeit.
Ten opricht© van reclatnle geeft Chicago
verwonderlijke dingen te aanschouwen,
's Avonds heeft liet den schijn, dat de stad
schitterend is geïllumineerd en dat er links
en rechts vuurwerk wordt afgestoken. De
eloctrisohe lioht-reclame is werkelijk feeëriek.
Hier ziet men springende, gekleurde fon
teinen, daar bliksemschichten door de lucht
schieten. Holland is in die lichtbeweging
niet vergeten. Ter aanprijzing van een rei
nigingsmiddel, dat veel afnemers heeft, ziet
men allerwegen een vrouwtje in oud-Hol-
landsche Meerderdracht ecu lichtfiguux
bezig met een stok op en near te be
wegen, zooals bij ons de dienstboden dat
doen voor het kloppen van matten en vloer-
kleeden. „Old Dutch Cleanser" staat er bo
ven, „Chaaec dirt" er naast te lezen, in
reusachtige lichtende letters („Oud-Holland-
sche mattenklopper Jaagt het vuil weg"),
„Time is money". Dat getuigt ook het
harde werken, dag en nacht; want tal van
groot» kantoren zelfs hebben dag- en nacht
ploegen; de „elevated train" rijdt den gan-
schen nacht, en verscheidene restaurants en
bars zijn 24 uren, dus altijd, open; o. a
een CMneeeoh restaurant-teasaloongehou
den door King Yen Lo, en geheel en al op
zijn Chineoech ingericht, met Chineesche be
diening. Men eet er aan met paarlemoer
ingelegde tafels van Chineesclie borden, en
de gerechten, niet puur Chineescih ten
minste niet voor zoover de Chineesch» lek
kernij: honden- en rattenvleesch aangaat
hebben alevel iets bijzonders, o. m. een met
den barbaarschen naam Chop Suey, een voor
Europeesche verhemelten niet onsmakelijke
hutspot vau rijst, vleeseli, kerrie, uien, sel
derij en nog andere ingrediënten.
Er thee bestellend, krijgt men die in Ghi-
neeeche kopjes. Zij is zóó geurig, dat liet
zond» zou zijn er melk ïn te doen. Bij
zoo uitstekende kwaliteit staat men ver
baasd, dgt oen trekpot vol niet iucar kost
dan tien Amerikaanoch© oenten, 25 cents
van onz» munt, En dit te meer, wijl de
„Chinamen" de ©enigen rijn, bij wie thee
gedronken wordt. Buiten hun „saloons" komt
dei niet voor.
Aan alle groote hotels is een „hall" .ver
bonden, waar men, lust gevoelend of haast
bobbend om te correspondeeren, vrij bin
nentreedt. Men rit er op gemakkelijke lenn-
stoeltjes en gebruikt het aanwezige papier
en ander schrijfmateriaal gratis. Het voor
deel van deze goedgeefschheid voor de ho
tels ia reclame, het gebruik maken van hun
enveloppen, met het gebouw er op afge
beeld, terwijl op de achterzijd© iets staat
te lenen als: „By the way don't fail to
stop at thevolgt de naam van het
hotel th© next time you visit Chicago
(A propos, verzuim bij uw eerstvolgend be
zoek aan Chicago niet, uw intrek te ne
men in hot hotel
Bezoekt ïrueru ©en bar en drinkt er een
glas bier, idat 5 Amerikaan sche centen (121/j
cent Ned.) kost, dan vindt men op een
tafel een schaal met „hors-d'oeuvxe" staan,
waarvan men a discretion kan nemen wat
taaen wil. "Wie de grens der „discretion"
wat ver wild» trekken en ©r fatsoenlijk
uitziet, zou aldus koeteloos een maal kun
nen bekomen.
De voorname muziekwinkels hebben alle
©en gehoorzaal, waar'men, in gerieflijk» fau
teuils gezeten, een mooi oonoart, piano, zang,
enz. geheel kosteloos kan bijwonen. Er zijn
nog verscheiden inrichtingen, waar men
©en of ander voor niemendal genieten kan.
Tegenover zulk© voordeelen staan echter
zaken, die duur zijn, heel wat duurder
dan in de Oude Wereld. Als men eigm
„business" doet, betaalt men in de City
voor een Idein kantoorlokaal 500 dollars
huur per jaar.
Duur ook zijn de dienstboden. Alleen ge
goede familiën kunnen er houden, want
in gewone burgergezinnen is ongetwijfeld
500 dollars per jaar, met kost en inwo
ning, voor een dienstbode een uitgave boven
hun kracht. Bovendien hebben de dienst
boden lieelwat noten op haar zang, gaan
liefst zooveel mogelijk uit, zijn aanstonds
op haar teenen getrapt en vaardig met
dreigement van vertrekken. In de meeste
bui-gergezinnen moeten derhalve de vrou
wen zelf de handen uit de mouw steken,
zelfs voor grof werk. De reden van dien
dienstbodennood is, dat de meisjes uit het
valk voar minder loon liever werken in
winkels of op atelier of kantoor.
Het graf van Gutenberg.
Sinds langen tijd heersoht er een ernstig
meeningv er schil omtrent de plaats, waar
het graf van den grooten man op het ge
bied der boekdrukkunst gezocht moet wor
den.
De oudere onderzoekers nemen, zooaJs te
genwoordig de geschiedschrijver Bockenhei-
mer nog doet, aan, dat de stoffelijke
overblijfselen van Gutenberg bijgezet wer
den in den grafkelder der familie Gens-
fledsoh, in de Dominioanerkerk te Mainz.
Anderen daarentegen wezen daarvoor de
vroegere Franciscanerkerk aan. Men beriep
zich daarbij op zijn bloedverwant Gelthus
(1409), en meer nog op de verklaringen van
den Frankforter patriciër Johann von Glau-
burg, die nog in het jaar 1734 een soort
grafplaat van „den uitvinder" moet gezien
hebben „in bout bewerkt en aan den muur
opgehangen."
Deze meening is echter in den laateten
tijd zeer sterk geschokt door dc onderzoe
kingen van F. W. Rotli, te Wiesbaden,
die, in overeenstemming met andere over
leveringen, tracht te bewijzen, dat Guten
berg zijn laatste rustplaats vond in de stad,
waar hij gestorven is, nl. te Eltville.
Onlangs werd het plan opgevat om de
thans nog bestaande parochiekerk te Elt
ville te vergrooten, naar aanleiding waar
van men met levendige belangstelling uit
ziet, of men er eindelijk in slagen zal, eeni-
gB sporen van Gutenberge graf te ontdoK-
ken.
De op winat belaste schare, die met of
©onder „ayiteem", maar zonder uitzonde
ring vol schitterende verwachtingen op ge
makkelijk verdiende rijkdommen, naar het
Casino van Monte-Garlo trekt, keert bijna
altijd nit de élégante speelzaal aanmerke
lijk „verlicht" terug. Maar nu en dan ver
schijnt' toch een gelukkige, die voor al die
anderen wraak neemt en een krachtige
aderlating toepast op de schatkist der
Bank.
Kortgeleden kon een Engelschman, Darn-
brough, met een winst van niet. minder dan
f 768,000 de terugreis naar Londen aan
vaarden: de vrucht van een maand vacan
te te Monte-Carlo. Bij een andere gelegen
heid (zoo vertelt een Engelsch blad) kon
weder een Londenaar, een bekende persoon
lijkheid aan de Engetsche Beurs, met 500,000
gulden naar huis trekken. Het geval wekte
in de speelgelegenheid geweldig opzien en
was ook merkwaardig, al was het alleen,
omdat de som op één en denzelfden dag ge
wonnen werd. Even vóór zijn vertrek was
de Londenscjie beursman naar het Oasj'no
gegaan en had op elke tafel het hoogste be
drag op een bepaald nummer gezet. En hot
wonderlijke geluk bealiste, dat de speler
alles won. De directie en de opper-croupier
verklaarden, dat de Bank nog nooit zoo'n
kwaden dag gehad had.
Een der gelukkigste spelers te Monte-
Carlo was zekere Wells. Hij bevond zich
op het hoogtepunt van zijn roem, toen hij
voor omstreeks twintig j'aren Monte-Carlo
bezocht. Zijn fabelachtig geluk werd dagen
lang besproken in de heele Europeesche
pers. Begonnen met een kapitaal van 5000
gulden, won hij in tien dagen 500,000 gul
den aan de speeltafels. Ma^ir Wells nocrqde
de berichten over zijn geluk overdreven en
beweerde, dat zijn winst ..slechts" 84,000
gulden bedragen had.
Zulke gevallen blijven steeds zeldzaam,
daar hooge winst in den regel alleen met
hooge inzetten verkregen wordt, en meestal
wagen de spelers met aanstonds zoo groote
sommen. Ook blijft ten slotte de Bank al
tijd in het voordeel. Dat de speelkoorts
geen ongeneeslijke kwaal is, bewijst hot
voorbeeld van een jong Amerikaan, die voor
'eenige jaren het Casino 180,000 gulden rij
ker verliet dan hij het had betreden. Hij
was voor de eerste maal naar Monte-Carlo
gekomen, en wilde eigenlijk in het geheel
niet spelen, maar gelijk de meesten wilde
bij niet vertrekken zonder toch eens een
behoorlijke som verloren te hebben. Hij
zette 10,000 gulden in en was die na enkele
minuten kwijt. Om ze terug te winnen
waagde hij 18,000 gulden en verloor weer.
Nu trok hij voor het laatst, zijn portefeuille
en zette 24,000 gulden in. Thans was einde
lijk het geluk hem gunstig. Hij begon te
winnen en toen hij 180,000 gulden in zijn
portefeuille bad, was hij verstandig genoeg
snel weg te reizen om aan alle verzoeking
tot voortspelen te ontkomen.
Het straff en van vervalschers
van levensmiddelen.
De klachten over vervalsohing van le
vensmiddelen beginnen steeds luider te
klinken en worden overal aangeheven. Hoe
scherpe maatregelen de overheid ook ne
men moge, toch weten de vervalschers
steeds weer nieuwe wegen te vinden om de
•goegemeente te bedriegen. Deze bedenke
lijke praktijken hebben wel altijd bestaan,
getuige het volgend verhaal hoe de middel-
eeuwsohe Ridder Jacques je Tourzei in
bet jaar 1481 er reeds verordeningen tegen
uitgaf voor zijn gebied. En niet inalsche
ook
„Iedere man of vrouw," zoo stond er
o. ro. in, „van wie bewezen wordt, dat zij
met water verdunde melk verkoopen, zal
een trechter in den mond worden gehou
den. en men zal hun daardoor net zoolang
water-en-melk in de keel gieten, tot een
dokter verklaart, dat bet niet langer mag,
met het oog op het levenegevaar voor den
patiënt.
Wie ondeugdelijke boter verkoopt, wordt
aan den schandpaal opgesteld en het
hoofd met zulke boter dik besmeerd. Hij
mag niet loegelaten- worden vóór de zon
het ladtfitc kluitje heeft doen smelten.
Honden, die van de afdruipende lekker
nij willen genieten, moet men ongestoord
hun gang laten gaan, en als de goede bur
ger den bedrieger wil beschimpen, dan
mag hij dat gerust doen, mits God, de
Koning en andere menschen niet beleedigd
worden. Als de lucht bewolkt is, zoodat de
voorstelling niet doorgaat op het markt
plein, wordt de schuldige in de gevange
nis geleid voor een groot vuur, dat dezelf
de uitwerking heeft.
Ieder, die bedorven eieren verkoopt,
wordt eveneens gegrepen, om aan den
schandpaal tentoongesteld te worden. En
de bedorven eieren worden aan de jongens
gegeven, om ze tot tijdverdrijf in het ge
zicht of op de kleeren van de schuldigen
stuk te smijten, zonder dat iemand hun
daarvoor iets maken kan. Ze mogen er ech
ter geen andere menschen mee gooien."
Wel practisch'! Als de tegenwoordige
melk-, botct-, peper-, meel-, cacao- en an
dere knoeiers zoo eens getrakteerd wor
den 1
In de volksschool te Mannheim heeft de
predikant Emlein zijn leerlingen de vraag
ter beantwoording gegeven: „Welke waar
de heeft de godsdienst?"
Niet minder dan 66 jongens begonnen met
dc verklaring: „de godsdienst heeft in het
geheel geen waarde", en 58 voegden er aan
toe: „want voor onze zaken kunnen wij hem
niet gebruiken". 25 leerlingen kenden aan
den .godsdienst een zekere ideale waarde
tce: „wanneer men oud wordt", „wanneer
het slecht gaat", „wanneer men in den
vreemde ie." Slechts 13 vonden godsdienst
onderwijs daarom noodig, omdat Gods
Woord or over spreekt, of „wijl men zon
der godsdienst niet in den Hemel komt."
Uit de ellende in de gTOote steden trokken
11 jongens het besluit, dat „de godsdienst
voor domme menschen is, omdat hij iets
belooft, opdat zij niet aan bun nood zouden
denken; maar wat beloofd wordt, wordt toch
niet vervuld."
Iets gunstiger rijn de antwoorden der
meisjes uitgevallen. Van do 49 schreven 2
rondweg: „de godsdienst heeft geen waar
de.'/ 90 maakten er zich gemakkelijk af:
„Het behoort zoo." Voor anderen was de
godsdienst goed, „als men in lijden of
ziek is."
Deze leerlingen hadden acht jaren gods
dienstonderwijs genoten.
MUZIEKNOTEN.
De oude benamingen onzer muzieknoten
geraken allengs in onbruik. De letters zijn
er voor in de plaats gokomen. Velen,
wellicht de meesten, weten niet, waar die
namen der muzieknoten vandaan zijn ge
komen.
Zij zijn ontleend aan de beginwoorden der
regels van een Latijnsche hymno op Jo
hannes don Dooper van den Longobardischen
historieschrijver Paul Wamefried.
De hymne luidt:
Ut quaeanfc laacut
Besonare fibris
Mra gestorum
Famuli tuorum,
Solv* polluti
Labii raat urn,
Sancte iobannest
Vertaald bet eekent dit:
„Opdat uw dienaren met onbcdwdngen
snaren uw wonderbare daden mogen doen
weerklinken, neemt gij de schuld wog van
enzo bezoedelde lippen, o heilige Johan
nes!"
De nomen zijn ingevoerd door een Be
nedictijner monnik, Guido Anetanus, die te
A rezzo in Toscane geboren werd in 995.^
Do SI, gevormd uit S en I, werd aan d©
zes andere toegevoegd door Erycuis Putea*'
nus, professor in de letteren te Leuven,
omstreeks 1646. Anderen beweren door Jo
hannes van Meurs. Eigenaardig, dat d» lerfc-,
ters S en I dan toch overeenkomen met d©
beginletters van Sancte lohannes.
Oude leermeesters noemden de Si ook wel
Sa, meer echter oan uit te drukken dia
Si-mol.
De geweldige vlucht, welke de toepassing
dezer nog zoo jonge uitvinding neemt, kan
blijken uit het groote aantal reeds opgerich
te stations. Op 15 Maart 1910 telde Groot»-
Britamnë er 311, Duitschland 279, Franc-,
rijk 167, Italië 38, Nederland 36, Zweden
27, Oostenrijk 23, Brazilië 23, Denemarken
21, Japan 17, Noorwegen 17, Rusland 13,
België 11, Chili 10, Spanje 7, Roemenië 6,
Portugal 5, Mexico 4, West-Indië 4, Uru
guay 2, Gibraltar 1 en Malta 1.
Hiervan komen op den post van het sys
teem Telefunken 327, op dien van het sys
teem Marconi 233, het Engelsche systeem,
„Lodge" had er 15 en het Fransche „Ro*
chefort" er 4 van geleverd.
De andere 396 stonden onder het hoofd
„onbekende of van verschillende svsV-
men."
Zoo als men wel zal bemerken, ontbreken
er nog vele aan dit lijstje, o. a. d» Ver-
eenigde Staten van N.-Amerika, waar een
zeer groot gebruik van stations voor D. T.
gemaakt wordt'. Ook militaire en marine -
stations zijn hier niet onder begrepen.
Het werkebjke, door de Duitsohe maat
schappij voor D.-T.-systeem „Telefunken"
geleverde aantal stations bedraagt 737,
waarvan 410 voor oorlogsschepen.
Bovenstaand» cijfers zijn ontleend aan
een overzicht, uitgegeven door het Inter
nationaal Bureau voor Telegrafie.
In Engeland is een wetsontwerp inge
diend, waarin wordt bepaald, dat elk schip
met meer dan 50 personen aan boord moet
kunnen beschikken over een inrichting voor
draadlooze telegrafie met een werkings
sfeer van minstens 160 K.M. In de Ver-
eenigdo Staten zal zulk een wet met J uli
a.s. in werking treden.
De White-Star-line nazit reeds een soh ooi
schip voor opleiding van telegrafisten.
Drie schepen van de Duitsche visscherij-
vloot van de Noordzee zijn met toestellen
voor D. T. voorzien. Zoo kunnen zij elkan
der berichten aangaande de vangst mede-
deelen en naar visohrijke streken laten ko
men. Tevens kan d© Visscheri.jonderneming
te Cuxhaven nu over de gTootte van de
vangst ingelicht worden en den marktprijs
bepalen.
De-Lloyd Braziliero heeft een contract
afgesloten met de United Wireless Tele
graph-Co voor de levering van inrichtingen
voor D. T. voor 21 stoombooten vaü dc
Lloyd en 8 kuststations.
Het krachtstation te Caltona, Italië, dat
o. a. tot verkeer met Argentinië zal die
nen, wordt waarschijnlijk dezer dagen in
bedrijf genomen.
Bij de werken aan het Panama kanaal be
wijst de D. T. goede diensten. De stations,
bestaande uit 96 M. hooge torens, welke'
konisch toeloopen, vergemakkelijken het
■verkeer tusschen de werkplaatsen en de
transportage-gelcgenheden zeer.
Het verzend station heeft twee afzendin-
riclningen, welke tegelijkertijd kunnen sei
nen.
De United Wirclesse Telegraph-Co V. S.A.
richt een groot station op bij Montauk
Point (oostkust V.SA, bestaande uit twee
130 M. hooge torens. Een zelfde station zal
aan de Fransche kust geplaatst worden
zoodra de toestemming hiertoe van het
Fransche gouvernement verkregen is Men
hoopt dan tusschen deze twee stations een
transatlantisch en dienst te kunnen inrich
ten.
In Mexico zijn in de Golf van California