ZO N D AG5 B1A D4
L&ID5CH DAGB1AD
-i' VAM HE.T -r
Moderne rieten meubelen.
RECEPT.
STOFGOUD.
ALLERLEI.
21 Januari.
Anno 1911.
Ali lil
BIJ V£RQ1SSIN&.
ZIJDETEELT.
groot© stations voor D. T. systeem „Tele-
funken" opgericht.
Bovenstaande mcdedeeüngcn kwamen
voor in eon groot© lijst in „Het Ne<L Zee
wezen".
Het is nog nief. lang geleden, nauwelijks
twintig jaar, dat de rieten stoel een zeor
bescheiden, zelfs verachtelijke rol speelde
bij de inrichting van een huis. Om op open
balkons of veranda's practisch van nut te
zijn, was hij te licht, zat er te weinig weer
stand in, en decoratief konden de dingen
uit zwart en geel Tiet, altijd in dezelfde
onaesthetische gedaanten gevlochten, zeker
niet werlcen. Dus werd do rieten stoel lang
zamerhand naar ziekenkamers of de ver
trokken van oude tantes verbannen. Daar
stond hij dan, behangen met kussens en
sluimerrollen, die getuigenis aflegden van
de vlijt en het volhardingsvermogen der ge
zamenlijke ongetrouwde doohters on
nichtjes.
Pe frissche luchtstroom, dien de moderne
kunstbeweging door onze woningen joeg,
trof ook hem en blies den ouden knaap het
levenslicht uit. Doch slechts de vorm ver-
dwoen; en met het materiaal Er werden
zoo langzamerhand vakscholen gesticht,
die zich de opgave stelden naar de ontwer
pen van eerste kunstenaars te toonen, wat
er uit het materiaal te maken ia Het resul
taat van deze pogingen heeft men op ver
schillende tentoonstellingen kunnen zien en
steeds nieuwe vormen zag men verschijnen,
steeds grooter werd de kring van voorwer
pen, waaraan de vlechter zich waagde, uit
gebreider ook het materiaal. We herinne
ren slechts aan het Peddigriet* het voor
naamste materiaal, dat thans voor fijnere
tieten stoelen wordt gebruikt. Men heeft ze
nn gemaakt van een eenvoudig-fraaien
vorm en tegelijkertijd doelmatig en be
haaglijk.
En is het thans nog moeilijk om voor
matigen prijs een fraaien modernen stoel
van hout of leer te koop en, in den rieten
stoel bieden zich van den eenvoudigsten tot
den fraaisten een menigte van practiscke
en moderne vormen. En zo kunnen overal
gebruikt worden, ïtt de veranda, de loggia,
in eetkamer, jongemeisjeskamer en do ver
trekken van oude heeren.
De stoelen voor de Jaatsten moe
ien liefst van donker gebeitst riet zijn, met
donker leer bespannen. Op die wijze pas
sen ze ook best in een ernstige kamer.
Ook is de rietmeubelindustrie thans zoo
ver gevorderd, dat ze niet slechts stoelen,
bfoemenstanders en het onderdeel van tafels
maakt, maar ook muziekstandaards, boe-
kenstandaard9 en krantenhangers worden
er van vervaardigd.
Wie in het gelukkig bezit van een eigen
huis is, kan zich in een op de zon gelegen
kamer, die misschien nog op den tuin uit
ziet, een bekoorlijk interieur maken met
rietmeubelen, bijv. voor ontbijt- of theeka
mer, en wanneer in den winter de huis
vrouw haar palmen in huis haalt en uit de
rieten étagères de eigen geteelde hyacinten
geuren, dan is het een stuk zonnige winter
tuin geworden, die stellig niet alleen voor
de maaltijden wordt opgezocht.
Zes en veertig millioen
gulden.
Er wórdt oveï* deze sjom' dezer dagen
veel gesproken.
Om een begrip van de grootte er van t>3
krijgen, diene, dat zee en veertig millioen
gulden
wegen 460,000 K.G.;
vormen eon stapel van 80,000 M. hoogte;
vormen 1231 stapeltje', elk zco hooghals
de Mïhoarsfcoen v;in de Leidsoho Electrischo
Centrale, welke 65 M. hoog is;
besdaan ecu oppervlakte van 37,551
vierk. M.;
bc.lokkcn den weg van hier (Loiden) naar
Den Ilaug over een breed is van 2l/2 M.;
hebben, wa inhoud van 66, kul). M.
Gebrek aan thee.
Het wereldverbruik van the© is op het
oogonblik belangrijk grooter dan voor eeni-
go jaren en, in weerwil van verhoogden
aanvoer, welke in 1910 alleen een .verminde
ring ondergaan heeft, houdt de producti^
geen gelijken tred met do vraag. De voor
raad, in Engeland aanwezig, is bijna vier
millioen pond minder dan in het vorige jaar.
Do invoer in het Vereenigde Koninkrijk
in do eerste elf maanden van 1910 was 7 mil
lioen pond beneden dien gedurende dezelfde
periode van het vorige jaar, terwijl het ver
bruik vermeerderd is met 3 millioen pond,
er dus minder re-export geweest moet zijn.
Ceylon heeft 10 millioen pond minder
naar Engeland uitgevoerd dan in 1909, aan
andere landen echter meer afgestaan. Uit
Noord-Indië is tot 15 Docembor aange
voerd 150,998,000 pond, tegen 152,185,000 in
1909. Sedert het begin van October is het
gewone blad tien oents per pond gestegen
en do „Grocer", waarin dit bericht voor
kwam, vermoedt dat de prijzen nog meer
zullen stijgen.
ZOENEN.
'Als een jongen aan een meisje
Heel brutaal «oen zoentje vraagt,
Als-tie lachend aan blijft houden
En haar in oen hoekje jaagt,
Als-tio niet naar woorden luistert,
Neemt z' haai* toevlucht tot geweld;
Grijpt zo woedend naar d'r wapen,
.Velt d'r hoede-speer of -speld!
Als de jongen door haai- dreigen
In het minst nog niet ontrust,
Haar met beide handen vastpakt,
En d'r roode kooncn kust,
.Wil ze schreeuwen, krabben, prikken.,v
Dooh haar woede is slechts schijn;
Anders zou. haast iedere jongen
Dood-geprikt en -krabbeld zijn!
Bruineboonensoep.
De boonen, die inen mogelijk over heeft,
zeor gaar laten koken, dan eenigszins fijn
wnjven. Eén ui o£ eenigje uien schoonma
ken, fijn snipperen, in boter of jusvet
lichtbruin laten fruiten, des verkiezend
met een stukje Spaanschc peper of wat
korry, ook wel met wat vorsohe kruiden.
Heeft men niet veel boonen over, dan kan
men wat bloem door do boter hoen roe.reu
als dc uien brnin zijn. Boonen cn nat toe
voegen, ook wat soya en (of) bruin van
jus, en de soop zachtjes laten doorkokcD,
tot zij gebonden is; dan cloor een zeef gie
ten en zoo noodig nog afmaken met wat
peper en zout.
Bewaren kan evenveel waard zijn als krij
gen. Uw winterkleed geeft u geen warmte,
maar gij houdt er uw warmte in vast.
Laurillard.
Gedraag u, richt uw handelingen slechts
naar zoodanige maximen, welke gij zoudt
kunnen wen&chen verheven te zien tot een
algemeene wet, tot een natuurwet.
Kant.
Gebreken kunnen nog een zekere aantrek
kelijkheid lebben, slechte gewoonten stoe
ten af.
George Eliot.
Na vijf dagen rust. Een bezoe
ker van den schouwburg was in slaap ge
vallen bij de opvoering van een nieuw stuk.
Hij sehrt'k opeens wakker, toen een der
spelers met uor3cke stem uitriep
„Hier waren wij vijf dagen vroeger ook 1"
„Hemel I" riep de ontwaakte, „en heb ik;
al dien tijd geüapent"
Hij won het. - Twee reizigers waren
aan het pochen over de vruchtbaariieid der
streek, die ze bewoonden:
„Als men een stukje hout bij ons op
het veld werpt", zeide de eerste, „dan staat
er het jaar daarna een grooto boom ge
groeid."
„Bij ons is hot wat anders 1" riep de
tweede. „Als men daar op straat een knoop
laat vallen, dan vindt men er acht dagen
later een broek aan."
Op het postkantoor. Be
ambte: „Op dezen brief moet nog een
postzegel."
Dienstmeisje: „Nog een? Maar,
gaat-ie dan niet te ver?"
L e e r a a r: „De overwinnaar heet in het
latijn „victor"!"
Emma (in ziohzelve): „Hoe gemakke
lijk te onthouden, juist zóó als hij
Eenige maanden later:
L e e r a a r„Juffrouw Emma, zegt u mij
eens hoe heet in het latijn „overwinnaar"?"
Emma (onmiddellijk en verheugd)
„Max
Huiselijkeoneonigheidl JSij:
„Lieve man, waar kwam je zooevcn toch!
vandaan?"
H ij„Een verstandige vrouw vraagt
niet naar zulke dingen."
Zij: „Zoo, maar jullie verstandige man
nen vraagt, ons toch naar alles!"
H ij: „Verstandige mannen hebben geen
vrouw
Waarom heeft iemands schaduw veel
overeenkomst met een valschcn vriend?
Omdat ze hem volgt enkel bij... zonne
schijn!
Wanhoopskreet. „Het is een
voudig verschrikkelijk bij mij thuis: Sedert
acht dagen is er geen fatsoenlijk middag
maal meer op tafel goweest, de kinderen
worden verwaarloosd, de kanarievogel ts.
doodgehongerd."
„Wat is er dan gebeurd 1"
„Mijn vrouw heeft de naaister in huis."
Rechter: „Naar je strafregister t.e. oor-
dcolen, schijn je een veelbewogen leren ach
ter je te hebben."
Beklaagde: „Integendeel, edelacht
bare, ik heb bijna altijd gezeten,"
Overtroefd. Eersto too-
ncclspeler: „Op mijn (kunstreis
spande hot publiek de paarden van mijn
rijtuig.
Tweede toon celspeler: „En bij
mij drinken zo altijd dc benzine uit mijn
auto op."
De herkende pantoffelheld-.
Barbier (tot dam», die mee binnen
gekomen is): „Hoe mag ik uw man zijn
haai- knippen, mevrouw?"
Inde familie. Jansen houdt veel
van een praatje met zijn vrienden in „Het
Witte Hert" en drinkt daarbij wel eens een
glaasje te veeL Bij zijn thuiskomst wordt!
hij dan door zijn vrouw, die niet heel'
zachtzinnig is, geducht uitgeveegd, maar tot
haar spijt heeft dat geen vat op hem. Om
Jansen nu een heilzamen schrik voor het
herbcrgloopen te doem krijgen, spreekt zij
met een vriend af, dat deze hem op een
avond bij zijn naar-buis-gaan opwachten
zal en wel als spook vermomd.
Zoodra ziot Jansen niet het spook ver-
sohijnen of hij roept:
„Wie zijt gij?"
„De duivel," is het antwoord.
„Wel onide," zegt Jansen, „kom dan wat
nader en geef mij een hand; wij zijn in de
familie, want ik ben niet uw zuster ge
trouwd,
De vriend heeft het middel niet weer aan
gewend.
In twee jaren iiad Charles Daveme het
vermogen, dat zijn ouders hem nagelaten
hadden, verteerd en alles, wat hij deed rm
weer rijk te worden: spelen, speculoeren,
wedden op do renbaan, strekte slechts om
er hem nog dieper in te werken. Reeds ging
hij onder schulden gebukt en zijn voor
naamste schuldeischer dreigde, dat hij al
les van hem zou laten verkoopen, wanneer
hij binnen een maand niet betaald was.
Binnen een maand 1
Het angstzweet brak Daveme uit, want
hoe zou hij in oen maand tijds het enorme
bedrag bijeenkrijgen, dat hij aan Martin
Sovin, een woekeraar, by wien op geen me
delijden tc rekenen viel, schuldig wasl
Werden zijn goederen, waaiOnder het
oude familie-hotel op het eiland Saint-
Louis, te Parijs, verkocht, aan was zijn
schande publiek en dan behoefde hij cok
niet meer te rekenen op do nalatenschap
van zijn porn Antoine, een schatrijk vrijge
zel, wiens cenige erfgenaam hij moest wor
den.
Eensklaps sidderde bij.
Er kwam een denkbeeld in hem op, itió
monsterachtig, dat hij het terstond van
zich afzette, maar het kwam met grooto
hardnekkigheid telkens weer bij hem terug
en alles, wat bij bedacht om uit do moei
lijkheden te geraken, voerde hem naar dat
afschuwelijke plan, het eenige, dat uit
komst bieden kon.
Met het vermogen van oom Antoinê zou
bij ineens al zijn schulden kannen voldoen
en weer rijk worden en voor een tweede
maal zou bij niet zoo dom zijn om zich zijn
fortuin door de vingers te laten glippen:
dat was de redding, de redding voorgoed.
Alleen, oom Antoine leefde nog, hij was
wel ziekelijk, maar al eenige jaren klaagde
jfj over zijn leverziekte en het zou wel een
iwondor zijn, wanneer hij nu juist binnen
een maand daaraan overleed. Daar kou
Daveme het niet op laten aankomen; hij
had slechts ócn kens: gaan bedelen of ven
misdadiger worden.
Terstond begon hij aan de voorbereiding
van de misdaad, waartoe hij een inaaul
den tijd had.
Hij had in zijn beat eenige brieven van
zijn oom en nu oefende hii zich dagenlang
in het nabootsen van diens handschrift. Hij
schreef de brieven na, telkens en telkens
weer, en oefende zich zoo goed, dat hij het
schrift van zijn oom weldra met de moeste
volmaaktheid kon nabootsen. Het viel hem
zelf ten slotte moeilijk om zijn schrift van
het origineel te onderscheiden.
Eindelijk schreef hij, met de hand van
zijn oom, een testament, waarin deze zijn
gehoole vermogen vermaakte aan zyo neef
Charles Daverne, en onder dit testament
plaatste hij de bedrieglijk ungcmaakto
handteekening van den grijsaard.
Met het testament m den zak begaf hij
zich naar zijn oom, op oen avond, dat diens
huishoudster afwezig zou zijn. Het was dan
ook de oude man zelf, die hem open deed.
„Zoo, zijt gij daar, mijn jongen?" sprak
hij, toen hij zijn neef herkende. „Kom bin
nen, maar ge moogt niet lang blijven, want
ik ga vroeg naar bed."
Hij ging Charles voor naar de huiskamer,
dio slechts door een schemerlamp was ver
licht.
„Ga zitten..."
Maar verder kwam de ongelukkige grijs
aard niet; want zijn neef, die achter hem
liep, wierp hem eensklaps een koord oui
den hals en trok dit krachtig aan. Even
maar verweerde zich de oude, sloeg met'
de. armen om zich heen, toen viel hij op
den grond en ademde niet meer.
De moordenaar maakte het andere eind
van het koord vast aan een soliilderijhaok
in den wand, waarvan hij eerst het schilde-
lij had afgenomen, en zoo hing hij zijn
slachtoffer eenige voeten boven den grond,
terwijl hij onder hem een stoel omver leg
de. Vervolgens legde hij hst valsche testa
ment Op dé schrijftafel neer en wilde zich
verwijderen, toen hij bedacht, dat hij nog
iets doen moest, om alle verdenking van
zich af tc wenden.
Dom, dat hij ook dit niet te voren had
klaargemaaktNu kon de huishoudster wel
eens terugkomen en hem overvallen. Ora
het even, het moest, dus maar vlug han
delen.
Hij zette zich aan de schrijftafel, nam
eon vel papier en schreef daarop, vliegens
vlug:
„Dat men niemand van mijn dood be-
schuldige: ik kan het lijden aan mijn lever
ziekte niet langer dragen en maak vrijwil-
lig een einde aan mijn leven."
Zoo was het goed. Nn nog de handteoke-
niDg.
Juist toen hij daarvoor do pen op het
papior zette, hoorde hij voetstappen op
de trap.
Hij sidderde.
De huishoudster, die al terugkeerdo?
Met een streek onderteekende hij het
papier eu verschool zich in een kast; maar
de voetstappen gingen voorbij, het was ae
huishoudster niet, waarschijnlijk een buur.
Stil sloop hij weg.
Niemand had hem zien binnenkomen, of
heengaan Hij was er zeker van, dat hij
morgen weer rijk zou zijn.
Hij had een kwaden nacht, kon bijna den
slaap niet vatten en, als bij even insliep,
deden angstige droomen hem weer dadelijk
wakker schrikken.
Om het even, dat zou wel beter gaan, als
hij een paar dagen verder was.
Bi] het aanbreken van den dag stond hij
op, dronk een kop chocolade en wilde een
wnndeliDg gaan doen, om zich wat te ver-
frisechen, maar bij het verlaten van zijn
huis werd hij staande gehouden door twee
heeren, waarvan de een hem vroeg:
„Is u de heer Charles Daverne?"
„Die ben ik," antwoordde hij eenigszins
angstig.
Op hetzelfde oogenblik grepen de beide
heeren hem elk bij een arm en bij, die het
woord deed, hernam:
„Wij zijn ambtenaren van de politie e»
hebben bevel n aan te houden."
„Waar beschuldigt men mij dan vanP"
„Van moord op den heer Antoine Mar
tin, gisteravond gepleegd in zijn woning
aan den boulevard Saint-Germain."
Charles kromp ineen en volgde, zonder
een woord te spreken, de twee politieman
nen naar het bureel, waar men hem opsloot.
Eenige uren later werd hij voor den,
rechter van instructie gebracht.
Hij had zich weer hersteld, zette een
hooge borst en protesteerde tegen zijn ar
restatie.
De rechter, die hom kalm aanhoorde,
zeide, toen hij had uitgesproken:
„Mijnheer, de huishondster van uw oom
vond hem gisteravond in zijn huiskamer
opgehangen. Op de tafel lag een papier, d it
den indruk moest maken, alsof de overle
dene zelfmoord had gepleegd."
„Welnu, waarom beschuldigt ge mij
dan?"
„Zoudt ge mij ook kunnen ophelderen
hoe het komt, dat een brief, die den schijn
geeft, door den heer Antoine Martin te zijn
opgesteld, geschreven is met uw hand en
uw onderteekening draagt?"
En de rechter hield hem het papier voor,
waarop hij tot zijn ontzetting zijn eigen
handschrift en onderteekening herkend».
In de ontroering, door het plegen van zijn
misdaad teweeggebracht, had hij de kunst
vergeten, die hij zich door lange oefeningen
had eigen gemaakt, en, bij zijn angst op
heeterdaad betrapt, te zul'cn worden, zijn
eigen naam geschreven onder het papier,
dat de verdenking van hem moest afwen
den.
D© zijde, welke nog altijd als een der
fijnste en sohoonste weefsels mag worden
beschouwd, is een dierlijk voortbrengseL Zij
komt namelijk voort van een rups, de rup3
van den zijdevlinder. Deze is een geelachtig
bniingestreepto nachtvlinder, die oorspron
kelijk in China inheemsch was. In de vrije
natuur legt het wijfje haar eieren tegen den
stam van den moerbezie-boom. In het vol
gend warme jaargetij kruipen daaruit teer
re rupsjes, dio vraatzuchtig als ze rijn
spoedig groeien en in hun levensduur van
zes tot zeven weken wel viermaal van huid
verwisselen. De volwassen rups is vrij groot,
wit van kleur met grijsaohtigo vlekjes. On
geveer een maand na het uitkruipen %apint
de rups zich in.
Zij doet dat op de volgende wijze. Aan
haar onderlip heeft zij twee spinklieren,
waaruit zij een kleverig vocht in twee dra
den afzondert, dio zich onmiddellijk vereeni
ge<n ©n hard worden. Dezo draden wikkelt
zij door eigenaardige achterwaarUche be
wegingen verscheidene duizendmalen om
zich heen en vormt zoo eon eigenaardig om
hulsel, den cocon, waarin zij zioh verpopt
©n in don loop van twee a drio wek<« .in
een vlinder verandert; die door middel van