N°. 15618
I~)oii<1 eiula<£ 19 Januari.
A®. 1911.
§628 (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
Hun roeping getrouw.
LEIDSCH
DAGBLAD
PBIJ8 DEK ADVEETENTIEN:
Van 18 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere lettere naar
plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Cents contant eli
tiental woorden meer 10 Cents.Voor het incasseeren wordt/r0.05 berekend,
PBIJS DEZEB COURANT:
Voor Leiden per week 9 Cents; per 3 maanden
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn
Franco per post
f 1.10.
1.30.
1.65.
Bekendmaking,
De Gedeputeerde Staten der Provincie
Zuid-Holland,
Gelet op art. 102, alinea 2, der Wet van
den 7den September 1896 (Staatsblad no^
154);
Noodigon de inwoners der Provincie
Zuid-Holland, die elders in 's Rijks direc
te belastingen zijn aangeslagen, uit, om
daarvan vóór den löden Maart 1911 aan
hun College te doen blijken, door over
legging van het aanslagbiljet of van een
uittreksel uit de kohieren der Rijks direc
te belastingen, opdat daarop kunne wor
den gelet bij het opmaken der lijst van de
hoogst-oangeslagenen, verkiesbaar tot af
gevaardigden ter Eerste Kamer van do
Staten-Generaal.
De aanslagbiljetten of uittreksels uit de
kohieren moeten, wat de grondbelasting
aangaat, den dienst 1911 betreffen.
De bedoelde stukken behooren door be
langhebbenden te worden ingezonden aan
het gebouw van het Provinciaal Bestuur
van Zuid-Holland, met opgave van:
lo. den naam, de voornamen en de
woonplaats van den aangeslagene;
2o. de gemeente en de dagtcekening zij
ner geboorte; en
3o. bijaldien hij buitenslands geboren is,
of, en zoo ja, waarom hij als Nederlander
is to beschouwen, met vermelding van de
dagteekening zijner naturalisatie, indien
deze mocht hebben plaats gehad.
VGravenhage, den 9den Januari ,1911.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
PATIJN, Voorzitter.
F. TA VENRAAT, Griffier.
Directe Belastingen.
De Burgemeester van Leiden brengt ter
algemeene kennis, dat nan den Ontvanger
der Directe Belastingen is ter (hand gesteld
het kohier der Personeel© belasting No. 21
van den dienst 1910, executoir verklaard
den 17den Januari j.L en herinnert voorts
den belanghebbenden aan hun verplichting
om den aanslag op den bij de Wet bepaal
den voet te voldoen.
De Burgemeester voornoemd,
N C. DE GIJSELAAR.
Leiden, 19 Januari 1911.
De forienbouw te VSissingen
eest gevaar voor den Euro»
peeschen vrede?
Het valt niet te ontkennen, dat liet ont
werp onzer regeering voor de kustverdedi
ging zoowel binnen- als buitenslands meer
dan gewone aandacht trekt. Daarvoor is
alle reden. Tot nog toe echter werden de
besprekingen in rustigen trant gevoerd.
Ieder zei de er het zijne van en ging zijns
weegs.
Plotseling beeft nu de zaak een gansoh
andere wending genomen. Zooals wij in ons
Buitenlandsch Overzicht dezer dagen mee
deelden, heeft de Franscho min. van bui-
tenlandsche zaken, Pichon, naar aanleiding
van een interpellatie in de Franscho Ka
mer zioh vrij scherp uitgelaten over de hou
ding der Nederlandsche regeering. Wel
heeft hij later in een onderhoud met den
Parijsohen correspondent van de „N. R. C."
zich veel zachter uitgedrukt, maar do in
druk werd toch niet weggenomen dat
Pichon aanleiding zou vinden om onze kust
verdediging op een conferentie van do mo
gendheden tor sprake te brengen.
Daarop heeft onze regeering aan onzen
gezan*' te Parijs om den juisten tekst van
minister Pichons woorden gevraagd.
De wijze, waarop dit laatste bericht in
de bladen, vooral in de Fvansche, was in
gekleed, toonde, een duidelijk misnoegen
van de Nederlandsche regeering. Daarover
is men nu in Frankrijk verbaasd. De bladen
en ook de minister spreken van een onge-
motiveerden, vinnigen uitval.
Onmiddellijk daarop heeft Duitschland
vlam gevat en wordt de houding van Pichon
in de officieuse bladen opmerkelijk ge
noemd. De Duïtsche regeering kent zich
zelf geen recht van inmenging toe in de
kwestie van de versterking van Ylissingen,
en begrijpt niet hoe men een land als Hol
land, dat vrij1 en onafhankelijk is, en niet
zooals België neutraal verklaard, beletten
wil zijn verdediging in te richten zooals
het wil.
En tegelijkertijd komt uit Engeland het
opzienbarend bericht dat de Nederlandsche
Regeering binnen enkele dagen een verkla
ring publiceeren zal, waarin de verdedi-
gingswet zal worden gewijzigd op een wijze,
die voldoening zal geven aan alle buiten-
landsche regeeringen, zoowel als aan de
oppositie in Nederland,
Zoo wordt nu de zaak door de groot e mo
gendheden levendig besprc&en. Wij kun
nen wel zeggen, het is thans het onderwerp
van den dag.
Wij kunnen die belangstelling waardee-
ren, maar zullen toch verstandig doen mid
delerwijl onzen gang te gaan. De Staten-
Generaal en de Regeering zijn mans genoeg
om te weten wat zij doen en men moge vóór
of tegen de 40-millioen-wet zijn, niemand
zal er wel zijn, die het noodig acht, op dit
punt het advies van vreemden te vragen.
Nog onlangs heeft de minister Van Swinde,
ren, sprekend over het bedoelde kustverde-
digings-ontwerp gezegd, dat Nederland,
zijn kusten in tegenweer brengend met het
oog op een mogelijke soheniiis van neutra
liteit- daarbij niets anders doet dan wat men
zou kunnen noemen een heiligen plicht. De
zen plicht heeft ons land noch tegenover
Engeland, noch tegenover Frankrijk, maar
tegenover den vijand, afgezien er van wie
het zijn moge.
Zoo is dus de toestand plotseling vrij
ernstig geworden en het is nog geen halve
eeuw geleden, dat om kwesties van minder
belang, oorlogen zijn uitgebroken. Gelukkig
is thans de stemming anders. De algemee
ne overtuiging is, dat, indien er van ern
stig verschil van meeningen omtrent rech
ten en verplichtingen blijken mocht, niet
aan de kanonnen de uitspraak zou zijn,
maar aan het Permanente Hof van Arbitra
ge.
En waar wij hier te lande het centrum
vormen van de vredesbeweging en het Yre-
des-Paleis zijn voltooiing nadert, zou het
een al te schril oontrast vermen als ons la-ntf
ook de haard voor een oorlogsvuur zou wor
den.
Het is onder deze omstandigheden zeer
zeker een geruststelling, dat wij aan heb
departement van buitenlandsclie zaken een
minister hebben, op wiens wijsheid en be
dachtzaamheid, wij kunnen vertrouwen.
Leiden, 89 Januari.
In de avond-vergadering van heeren
Regenten van het Coninckshof, aan de
Oude Vest, is gisteren feestelijk herdacht
dat de heer P. J. Mulder dien dag 25 jaar
regent van genoemde instelling was.
Onder leiding van ds. R. J. W. Ru
dolph, die daartoe was uitgenoodigd door
bet vooTloopig comité, werd gisteravond
alhieropgericht het Ohr. harmonie-gezel
schap „Polyhymnia". Reeds dadelijk heb
ben zich 22 leden er bij aangesloten. De
statuten werden vastgesteld en ©en be
stuur werd gekozen. Van het aantal sollici
tanten voer kapelmeester kwamen ernstig
in aanmerking de heeren Noordanus, Ros
malen en A. Teljeur. Laatstgenoemde werd
door de leden gekozen.
Dit gezelsohap zal bij feestelijke gelegen
heden van Chr, vereenigingen als bijv. van
de Ohr. Oranje-Vereeniging, goede diensten
kunnen bewijzen.
De Keizer van Japan hoeft mi'. A. R.
Zimmerman, den burgemeester van Rot
terdam benoemd tot commandeur in de
orde van de Rijzende Zon.
- Men verwacht binnenkort de pension-
neeiïng van een aantal hoofdofficieren der
landweer, die reeds geruimen tijd den 05-
jarigen leeftijd hebben <Werschredon.
De minister van koloniën heeffc den ge-
pensionneerden kapitein der infanterie van
het Ned.-Indisohe leger, H. R. Th. A- de
Graaf, ter beschikking van den. gouv.ge
neraal van NecL-Indië gesteld, ten einde te
worden geplaatst als civiel gezaghebber op
den voet van het besluit van den gouver
neur-generaal van 23 Januari 1908, No. 17
(Ind. StbL No. 72.)
Prins Hendrik is gasteravond met den
trein van 6 uren 28 te Apeldoorn aange
komen, vergezeld van den adjudant Van
Suchtelen en per tweespan naar het paleis
gereden.
ALPHEN. Alhier is door mej. O. S. voor
de Weesinrichting te Neerbosch aan oent-
oollecte bijeenverzameld f 73.26, uit Aaxlan-
dervecn door mej. A. A. M. f 14.05?j.
HAARLEMMERMEER. De Raad be
noemd© heden met algemeene stemmen tot
tijdelijk wethouder den heer J. H. M. Eve-
lein.
De zeventienjarige loopknecht van dr.
Van Mansum, te Hoofddorp, werd gister
avond bij heb naizien der lantaarns van de
auto ernstig aan 't gelaat getroffen, door
dat hij met licht te dicht bij een bus met
benzine kwam en deze ontplofte, zoodat het
deksel er met kracht afsprong. Zijn neus
werd ongeveer in tweeën gesneden. Per
auto is hij naar het gasthuis te Haarlem
overgebracht. Gelukkig is zijn gezicht niet
getroffen, zoodat hij er enkel met een lit-
teeken af zal komen.
KATWIJK AAN DEN a RIJN. Gister
avond werden alhier door den heer v. d.
Hurk, hoofdinspecteur der Coöperatieve
Raifeisenbank in hotel „De Roskam" het
doel en de werking dier organisatie uit
eengezet. Breedvoerig werd door spreker
het voortreffelijke dezer landibouwbedrijf-
kredietinstelling uiteengezet en haar ver
diensten boven die van het z.g. notaris
krediet, het boeldagen-krediet of familie-
krediet; aangetoond, in haar wijze van op
treden, die is goedkoop, gemakkelijk en
onafhankelijk. De wording dier Banken in
Duitschland en elders en ten slotte in Ne
derland werd uitvoerig weergegeven, om
daarna de wenschelijkheid en de levensvat
baarheid eener dergelijke instelling voor
Katwijk te be to ogen.
Niettegenstaande door advertenties en
zelfs op den avond der vergadering door
bekkenslag bekendheid aan de samen
komst werd gegeven, was de opkomst be
droevend voor het bestuur der onderlinge
vereeniging „Landbouwbelang" ter plaatse,
dat het initiatief tot de lezing had geno
men, daar slechts een twintigtal personen
van belangstelling blijk gaf door hun tegen
woordigheid. Dat neemt echter niet weg,
dat de avond een succes voor den heer Van
der Hurk was/ waar 17 personen zich voor-
loopig als lid aanmeldden en een comité van
oprichting eener Bank werd aangewezen.
Dit comité bestaat uit de heeren M. van
Egmond, Jb. van der Gugten, J. Heems
kerk, Joh. Meyer Fz., en O. Van Tol, die
voor de aanvrage van rechtspersoonlijk
heid, enz. hebben zorg te dragen.
LISSE. De Doopkapel in de R.-K. kerk,
alhier, zal binnen eenigc dagen met een
prachtig gesmeed ijzeren hek, vervaardigd
door den heer M. Bruijnen, worden afge
zet.
Gisteravond werd in het dezen zomer
verbouwde café „Het Wapen van Lisse", te
Lisserbroek, een goed geslaagde voordrach
tenavond gehouden door de heeren gebroe
ders Elferink, leden van de tooneelvereeni-
ging „Nut en Genoegen" te Lisse. De spe
lenden mochten veel bijval oogsten. Jam
mer, dat de zaal niet beter gevuld was met
bezoekers. Het wa® werkelijk een amusante
avond.
NIEUWERBRUG. Ter verduidelijking
van het bericht in ons nummer van giste
ren bericht men ons: Toen K. met zijn hon
denkar op den weg was, kreeg de hond, die
voor den wagen gespannen waa, een poe»
in het oog, waarop de hond toeschoot, zoo-
dat de wagen uit het spoor ging en met
een lantaarnpaal in aanrakirg kwam, waar
door de wagen brak en de hond door het
tuig ging.
NIEUWKOOP. Loop der bevolking. Aan
tal inwoners op 1 Januari 1910 2734 zielen,
geboren 85, gevestigd 106 personen, totaal
2925. Overleden 40, vertrokken 153, te za-
men 193; zoodat het aantal inwoners be
draagt 2732. Het aantal levenloos aange-
gevenen bedroeg 8.
In de Raadsvergadering werd
inzake aansluiting aan het intercom
munaal telefoonnet voorloopig afwijzend
beschikt en aan den gemeente-secretaris op
verzoek eervol ontslag uit zijn betrekking
verleend. Voorgelezen werd een verzoek,
van den gemeente-opzichter, den heer J.
Hakkeling, om ontslag en een aanbeveling
om diens zoon te benoemen, den heer Joh.
Hakkeling. Op beide verzoeken werd gun-,
stig beschikt.
NOORDWIJK. Gisteravond hield de afd.
Noordwijk van het H. B.-G. een ledenver
gadering in café „Flora" van den heer P.
H. v. d. Voort. De voorzitter, do heer G.
J. G. van Parijs, opende de vergadering
en sprak een Nieuwjaarswensch uit.
Hij wees er op, dat, als de voorteekenen
niet bedriegen, 1911 wat beter zijn zal.
Te oonstateeren valt alvast, dat de bollen
dit jaar goed broeien, en dat de geforceer
de bolbloemen vlot verkocht worden, daar
uit Zuid-Frankrijk niet zoo'n overvloed van
bloemen komt als andere jaren het geval
wel eens is.
De jaarverslagen van secretaris en pen
ningmeester wezen op 'n werkelijk bloeien-
den toestand van de afd. De penning
meester deelde onder applaus mede, dat er
over 1910 een batig saldo is van f 66.17.
Tot nieuw lid werd aangenomen de heer
C. iF. Alkemade Czn. E enige voorstellen
van hét bestuur werden aangenomen:
lo. Den afgevaardigden naar de Alg.
Verg. zal een vergoeding voor reis- en ver
blijfkosten worden gegeven van f 2.50,
waarvan f 1.50 uit de afd.-kas en f 1 uit de
kas van het H.-B.
2o. De convocatie-biljetten zullen voortaan
door een bode, die daarvoor gehonoreerd
zal worden, bezorgd worden.
3o. Daar de vergaderingen voortaan pre
cies op tijd zullen aanvangen, zullen zij, die
meer dan één uur nè, de opening ter ver
gadering komen, geen deel meer mogen
nemen aan de gratis-verloting.
Daarna werd de beschrijvingtsbrief voor1
de Alg. Verg. van 23 dezer behandeld.
Een voorstel van de afd. Werversboof,
om een statistiek samen te stellen van de
oppervlakte teelgrond, beplant met tulpen,
enz., en ook van de oppervlakte, die de
meest bekende handelssoorten afzonderlijk
-heslaan, werd niet gesteund, daar men ei
wel voordeel in zag voor de exporteurs,
maar nadeel voor de kweekers.
Een voorstel van de afd. Katwijk, om het
samenstellen der bekende prijsramingslijs-
ten te vereenvoudigen, verkreeg eveneens
geen steun, evenals het geen steun mocht
ondervinden van het H.-B.
Een voorstel van het H.-B., om het op«
richten eener vereeniging van hyacinten-
kweekena zooveel mogelijk te helpen be
vorderen, vond algemeenen bijval.
Tot afgevaardigden werden benoemd da
heeren ^hr. van der Meer en W. van RhijiV,
tot plaatsvervangers de heeren Th. J. van
Went en H. Faase.
De voorzitter bracht ten slotte een woord
van hulde aan J. Soetemon, den bekenden
Noordwijkschen broeier, en ook lid van
H. B.-G. voor de fraaie oollectie geforceer
de tulpen en hyacinten, die van hem ter
vergadering aanwezig waa. Deze woorden
vonden bijval bij de vergaderden, die on
derling ook reeds hun bewondering te ken-
hadden gegeven voor de mooie Witte Joos-
ten, Salvators Rose, Touraesols, Rose Gris
de lin, enz., enz., die in luxe mandjes en
bakjes tentoongesteld waren.
NOORDWIJKERHOUT. Gisteravond gaf
„De Echo der Duinen" haar eerste uitvoc
77)
„Misschien gelden die zijn betrekking en
niet den mensoh. Posities als Mortel be
kleedt zijn altijd aan oritiek onderhevig.
Maar in ieder geval, ik ben niet. de persoon^
die invloed in deze op j vader mag uit
oefenen. Spreek er liever met Paul over."
Felicitas kreeg een kleur; zij vatte de
laatste woorden als een soort verwijt op.
Zij voelde, dat zij ongaarne met Paul over
deze dingjai sprak. Zij zeido:
„Mijn alkeer tegen den man dateert eerst
van de laatste weken. Misschien eers sedert
ik gemerkt heb, dat hij goeden invloed op
papa uitoefent en ik oenige staaltje® ge
hoord heb van de manier, waarop hij op
treedt tegen de werklieden, Ik heb een ge
voel, dat die man slechts onheil kan aan
brengen.
„Geef niet te veel aan dat gevoel toe.
En geloof mij, dat het veel beter ia, wan
neer fe over dergelijke dingen alleen met
iPaul spreekt. En help dan verder de wee
zen en de armen hier, zoover je krachten
je daartoe in staat stellen. Je vader heeft
de erfenis aanvaard en moet nu ook de ge
volgen daarvan dragen. Wat er nu verder
aan te doen is, bezwaar jij daar je hart zoo
weinig mogelijk mee."
Er was iets in zijn toon, als wilde hij nog
meer zeggen; maar hij ging er niet op
door. Spoedig waren zij thuis en nadat Max
even naar zijn kamer gegaan was, kwam
hij in den tuin, waarheen Felicitas e enige
ververschingen had laten brengen en hem op
haar lievelingaplekj e wachtte.
„En blijft u nu eenige dagen hier met
Paul? U hebt nu tfacantie en kunt dat best
doen. U weet, dat u papa daarmee ook ge
noegen doet."
Zij wachtte even en zag aan zijn gezicht,
dat dat laatste niet waar was.
„Ik kan hier maar een paar dagen blij
ven. Je weet, dat ik een reis ga maken naar
Sardinië. Een wandeltocht gaat daaraan
vooraf en ik heb een paar vrienden op een
bepaalden dag rendez-vous gegeven."
Felicitas wist wie die vrienden waren; zaj
begreep, dat bij niet verder doorging en
zeade eenvoudig:
„U zult Erich in München ontmoeten en
met hem naar Tirol gaan. En nu we tooh
eenmaal over hem spreken, wil ik vragen
welke berichten u van hem krijgt en of hij
zoo gelukkig is als hij verdient."
„Ik hoop het. Ik. heb zoo goede berichten
van hem als mogelijk is en ik hoop hem niet
meer alleen te zullen vinden. Je zult zeker
met genoegen hoeren, dat hij zijn weg door
het leven gevonden heeft."
„Ik weet het en ben er dankbaar voor,"
zeide Felicitas rustig, maar tooh was het als
kwam er een nevel voor haar oogen. „Ik
zou je willen vragen Erich mijn groeten
over te brengen en hem te zeggen,
dat ik hem al het geluk gun, waarop hfj
recht heeft; dat ik hoop, dat hij alles zal
vinden, wat ik hem niet fc|$b mogen geven.
Ikzelf zal Paul zeggen, dat ik je dit ge
vraagd heb."
Max zat stil; bij overdacht alles, wat
Erioh naar München had verdreven, en hij
waagde hot te betwijfelen of zijn vriend een
volledige schadeloosstelling voor dit verlies
zou vinden.
„Ik zal hem je groet overbrengen, maar
laat dat genoeg zijn. Je zult bij gelegenheid
wel hooren hoe Eriolis leven is; daarover
mag jij niet peinzen. Geen smart eindigt
vanzelf, wij moeten ook willen, dat zij ein
digt; maar zij vergiftigt; ons tooh éen deel
van ons leven."
Felicitas zeide een langen tijd niets: in
haar gedachten kwam haar geheele leven te
Forstenburg weer terug. Na een tijd, waarin
Max haar een paar maal medelijdend had
aangezien, zeide zij:
„Het was slechts toeval, dat mij van hem
deed spreken. Maar nu moet ik je toch nog
een vraag doen, die mij vaak onrustig
maakt. Je bent Pauls broeder, maar ook
Eriehs vriend. Ben jij er volkomen van over
tuigd, dat ik verleden jaar alles gedaan heb,
wat ik doen moest tegenover mijn verloofde,
dien ik mij uit vrijen wil gekozen had?"
„Felicitas, waarom haal je die oude din
gen allemaal op? Kom, laten we wat door
den tuin wandelen. We mogen niet zooveel
achteruit zien, het leven dringt voorwaarts."
„Neen, neen, ik wil je eerlijke meening
weten. Het is mij vaak te moede, alg had
ik anders moeten doen, als heeft Erioh goed
gehandeld, omdat hij wed bemerken moest,
dat ik niet in mij had de kracht, die hij
noodig had. Het komt mij soms voor als had
ik een anderen uitweg moeten zoeken; een,
die eerlijker tegenover Erich geweest waa.
Ik weet wel niet wat ik had moeten doen;
maar de vrees, dat niet goed gehandeld
heb, keert telkens weer."
„Wanneer je aoo voortgaat, dan dwing
je mij te zeggen, dat je met die gevoelen»
Pauls vrouw niet worden mag. Ik weet, dat
met jouw opvoeding en jouw vader niet
anders kon gebeuren dan wat gebeurd is.
Niet jou had ik andera willen hebben, maar
wel je vader 1 En laten we nu er over uit
scheiden en kwel jij jezelf ook niet met din
gen, waaraan niets te veranderen valt."
Felicitas voelde ook, dat het gesprek uit
moest zijn; maar gekalmeerd was rij er niet
door. De spoedige terugkomst van haar va
der hielp haar, niet weer op het gesproke
ne terug te komen. Ook profeasoir Lohmer
herademde. Zij beiden zagen, dat von Her-
thers gezicht minder betrokken was dan
straks. Hij had een couvert in de hand en
zeide:
„Paul komt zeker. In de Residentie is de
toestand redelijk en Paul is al onderweg.
De waarheid is, dat ik geen rust had vóór
ik zekerheid had omtrent zijn komst. Daar
om heb ik getelegrafeerd. We zullen van
avond nog zaken hebben te doen en ik heb
den inspecteur verzocht ook aan tafel te
komen."
Toen de beide heeren alleen gebleven
waren, .zeide Max:
„Vertel me nu toch eens, welke zorgen
je den laatsten tijd zoo drukken. Paul ver
telde me, dat je niet gewoon was, en dat
hfj vreesde, dat de zorgen voor de mijnen
nog eens tot zwaarmoedigheid zouden lei
den."
„Och, ik kan mijn eersten indruk maar
niet van mij afzetten. Ik ben er van over
tuigd, dat de oudere werken zonder ©eni
gen waarborg voor het leven van de tal-
looze werklieden zijn aangelegd, alleen me*
de bedoeling om er wfn»t uit te slaan.
Voornamelijk geldt dat voor de groobe mijn
„Gut Heil", die eer „Onheil" zou kunnen
heeten en die den rijksten oogst geeft.
Mertel en de opzichters, met uitzondering
van één, verzekerden, dat er geen gevaar is
en dat inrichtingen als deze niet andera
kunnen zijn. Maar in de afgeloopen week
heb ik weer twee anonieme brieven gekre
gen, die van ernstige verschijnselen in do
mijnen spreken."
„Hecht je waarde aan anonieme brieven?"
„In dit geval misschien wel. Mertel ia*
buitengewoon streng tegen liet werkvolk;
Paul zegt, dat dit niet anders kan, en ik
heb daarover geen juist oordeel. In ieder
geval, ze zijn bang voor hem. Zijn de be
richten, die ik vandaag kreeg, waar, dan
zijn groote en dringende werkzaamheden
noodig. En nu wil ik, dat spoedig gebeurt,
wat toch gebeuren moet. Gebeurde er iets,
ik zou de verantwoordelijkheid niet willen
dragen."
„Ik kan me in je toesband indenken en
zou evenals jij daarover ernstig nadenken.-
Wanneer ik je een raad mag geven, dan i»
het deze: doe wat je meent te moeten doen
zonder overleg met Paul. Hij is mijn broe
der en het verheugt mij, dat jij hem zoo
hoog waardeert. Maar het is zijn noodlot,
zich harder te moeten voordoen dan hij ia,
en dat hij elk medelijden en gevoel voor an
deren als een soort zwakte beschouwt. Jij
bent eigenaar en mijn broer is slechts jt
toekomstige schoonzoon.
(Wordt vervolgd).