15808. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag1 *7 Januari. Berate Blad. Anno 1911. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. Hun roeping getrouw. PERSOVERZICHT. Kamers van Arbeid voor de iloaw- bedrijveii, de Textielnijverheid, de Voedings en tïJenotmiddeien en de Winkel- en feirossiersbedry ven. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien de wet op de Kamers van Arbeid en Let Koninklijk Besluit van 6 Januari 1896 (Staatsblad No. 20) tot vaststelling van een kiesreglement voor die Kamers; Herinneren de hoofden of bestuurders üran de navolgende bedrijven: A. vertegenwoordigd in de Kamer van Arbeid voor de Bouwbedrijven: lo. het bewerken van hout, steen of ma- talen het leggen van eJectrische geleidingen of van gas- of waterleidingen; het schilders-, stoffeerders-, behangers-, heiers, stukadoors-, mandemakers-, aardwerkers- en straatmakersbedrijf het ontwerpen van en het houden van toezicht bij het uitvoeren van bouw plannen; 2o. de boek-, couranten-, steen- en plaat drukkerijen en de lettergieterijen; de boekbinderijen; de cartonnage- en de photographie- inrichtingen B. vertegenwoordigd in de Kamer van Arbeid voor de Textielnijverheid: de spinnerijen, weverijen, ververijen, bleekcrijen en drukkerijen van wol, katoen of linnen; de kafcoenvlechterijen, de nettenmake- rijen, de breierijen, de watten-, kapok-, of veerenbereiderijen, de zadelmakerijen, de vellenblooterijen, de leerlooierijen en de zeemlederfabrieken; het vervaardigen van kleederen, hoeden óf schoenen; de wasch- en strijkinrichtingen en de kleederververijen; O. vertegenwoordigd in de Kamer van Arbeid voor deVoedings-enGenot- middelen: lo. de brood-, koek-, beschuit-, suiker- en banketbakkerijen de cacao- en de chocolade-, de meel- en de zuivelfabrieken de tabak- en sigarenfabrieken; de bierbrouwerijen, de jenever- en de likeurstokerijen benevens de mineraal- waterfabrieken; de slagerijen; de zeepfabrieken; fc>. de fabrieken van verduurzaamde levensmiddelen; D. vertegenwoordigd m de Kamer van 'Arbeid voor de Winkel- en Gros- l iersbedrijven: de winkel en de grossiersbedrijven, voor zoover die niet zijn of zullen worden ver tegenwoordigd in een andere Kamer van Arbeid, waarvan het gebied zich over do gemeente Leiden uitstrekt; aan hun verplichting om vóór 15 Januari k. een lijst of zoo noodig lijsten op te maken van de namen en de voornamen der mannelijke en vrouwelijke personen, die m hun bedrijf binnen het gebied der bovenge noemde Kamers van Arbeid, welk gebied zich' alleen over de gemeente Leiden uit strekt, als p a t r o o n s of in hun dienst al« werklieden werkzaam zijn geweest gedurende het laatst verloopen kalender jaar, voor zooveel de onder A 2o.§ B, C lo. en D genoemde bedrijven betreft, of ge durende het laatste tijdvak van 7 maanden, waarin gewerkt is in de bedrijven, genoemd onder A lo. en O 2o. en om die 1 ij s t of 1 ij s t e n v ór 15 Januari e. k. aan hun College i n te zenden. Onder p a t r o o ns verstaat de wet de hoofden of bestuurders van een bedrijf, waarin ten minste één persoon hoven de twintig jaar tegen genot van loon werk zaam is, en allen, die op het beheer der hoofden of bestuurders toezicht houden, be nevens hen, die door het hoofd of den be stuurder van een bedrijf in den regel belast worden met het. ontwerpen van wetenschap pelijke plannen en modellen of met het do**.n van wetenschappelijke proeven, de procu- lafcichöuders, alsmede de prsonen, die hij ontstentenis van het hoofd of den bestuur- 68) „U hebt dc gastvrijheid, waarmee wij u hier ontvangen nebben, en do oor, waaruice wij u overladen hebben, met ondank oe- loond en een gemeen spel gespeeld, ik wil gelcoven, dat de geheime samenkomsten met do Prinses niet meer geweest zijn dan een onwaardig spel... of hebt u mij meer te zeggen De Hertog balde krampachtig zijn beide vuisten, ais wilde hij de gedachte aan dat, wat hij met de laatste woorden bedoelde, van zich afzetten, en zijn oogen drongen Arsakoff tot in de ziel. De musicus zocht naar een antwoord, dat de woede van den Hertog zou kunnen doen bedaren, en ein delijk zeide hij, „Hoogheid, ik durfde de wenschen van de Prinses niet weerstaan. Het betrof niets anders dan een onschuldig spel-.." Hij hield op. Hem zelfs werd I.et op d't oogenblik duidelijk, hoe intens gemeen het was een neiging prijs to geven en een gunst weg te werpen, waarnaar hij met allo middelen gestreefd tad. Ook zag hij, dat zijn paar woorden den Hertog al g kaimeerd I hadden. j „U zou in staat zijn iemand oneer aan te doen, alleen om do lijst uwer triomfen groc'ter te maken. Uw komst hier* was een j ramp. U. moet gaan 1 U bent natuurlijk sooals altijd zonder middel van bestaan: neem dat en laat me weten waar u naar toe - bent jgeg&an. Ik zul u aiet heelemanl der van het bedrijft dat hoofd of dien be stuurder vervangen. Onder werklieden verstaat de wet alle anderen, di© tegen genot van loon *n een bedrijf werkzaam zijn, behalve dege nen, die geheel of gedeeltelijk gezag over anderen uitoefenen. Op die lijsten mogen niet ver meld worden zij, die gedurende net laatst verloopen kalenderjaar, waarin in de onder A 2o, B, C lo. en D. genoemde be drijven is gewerkt of, voor zooveel de onder A lo en C 2o vermelde bedrijven betreft, die gedurende het laatste tijdvak van 7 maan den, niet binnen, het gebied der bovenge noemde Kamers van Arbeid hij hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder werkzaam zijn geweest. Op die lijsten behoeven niet ver meld te worden zij, die geen ingeze tenen des Rijks, of geen Nederlanders zijn of die op den löden Februari e.k. den leef tijd van 25 jaren niet zullen hebben bereikt. Zij, di© gedurende het laatstverloopen ka lender jaar, waarin de onder A 2o, B, C lo en D genoemde bedrijven is gewerkt, of voor zooveel de onder A lo en C 2o vermelde be drijven betreft, gedurende het laatste tijd vak van 7 maanden, niet in het bedrijf van hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder zijn. werkzaam geweest, en die aanspraak kunnen maken om geplaatst te worden op een kiezerslijst voor bovengenoemde Ka mers van Arbeid, zijn bevoegd vóór 15 Ja miari e.V. aangifte te doen bij Burgemees ter en Wethouders voornoemd. De formulieren dezer aangif ten, zoomode dio der lij sten zijn kosteloos voor belanghebben den ter Gemeent e^-S ecretarie verkrijgbaar. Voorts worden do hoofden en bestuur ders van de hierboven genoemde bedrijvea er, voor zooveel noodig, aan herinnerd, dat het opmaken en inzenden der lijsten een verplichting is, tegen wier niet-nakoming straf is bedreigd bij artikel 43 der wet op de Kamers van Arbeid, luidende als volgt: „Hij, die weder rechtelijk niet voldoet aan een hom in eei igen krachtons dere Web uitgevaar- digden algemeenen maatregol van bestuur opgelegde ver plichting, wordt gestraft mot heohtenis van ton hoogste veer tien dagen of geldboete van.teo hoogstevijfen zev en tiggulde n'\ BurgoTnn«*rty>r -n oomoenid, N. O. DE GIJSELAAR Burgemeester. VAN STRIJEN, lo.-Secretaffis. Leiden, 22 December 1010. Ov&r een apothekersre koning zegt „Het Volk": Dit is nu de Beroemde „nota", waar de h-aer Nolens beleefd om vroeg, die do heer Talma vriendelijk beloofde, en waar Troel- stra dus geen kwaad van mocht spreken. „Voor aan UEd'. gelevérd een ontwerp- ziektewet, mitsgaders een ontwerp- r aden wet..gelieve te betalen, idemi zooveel van uwe rechten, verkregen bij do O nga vallen wet." Dit is de „nota", door minister Talma bij de Kamer ingezonden, „om liet afdee- lingsonderzook van de ziektewet mogelijk ta maken". Een gepeperd rekeningetje, vrien den, die nu door do Ongevallenwet verzekerd zjjt; want gij zult voortaan als ten minsts de volksvertegenwoordiging de „nota" honoreert de ^geldelijke uitkeering, die gij kreogt krachtens de Ongevallenwet, groo- t en deels zelf moeten betalen. Alle gelde lijke uitkeering voor een ongoval, gedurende die eerste drie maanden, vervalt voor de ar beiders, die tevens bij de ziektewet zijn verzekerd. In de plaats daarvan krijgen zij de uitkeering, krachtens do ziektewet, waar voor zij met den patroon samen de pre mie hebben betaald. Van de 263,178 onge vallen, in de jaren 19031907 door do Rijksverzekeringsbank behandeld, waren 238,236, dus meer dan negen tien- dén, in zes weken Lij-cis afgeloopen. Het aan tal ongevallen, dat langer dan 3 maanden duurt, is dus een zoer klein deel van het aan uw lot overlaten, al verdient u mets beters." Arsakoff keek den Hertog vreemd aan. Hij had op iets ergers gerekend. Het as hem als voelde hij weer grond onder de voe ten. De Hertog wees nog eenmaal gebiedend naar het geJd. Gamillo zeide: „Staat Uwe Hoogheid mij een enkel woord tooi" „U kunt mij nietg meer te zeggen he-b- l>en. Mn' - ra uw ganv, alleen ge d onnoo- dige betuigingen van spijt." „Zooals Uwe Hoogheid wil," antwoordde Arsakoff alweer op zijn gewonen lichtzin- nigen toon. „Ik wilde u alleen zeggen, dat ik bang ben, dat uw besluit omtrent mij juist tot de raarste oonelusies zal kunnen leiden. De geruchten, welke u daarmee wilt verstikkr.n, zullen juist verbreid worden. Uwe Hoogheid zij niet boos op mij, wan neer ik er aan denk mijn misslag zooveel mogelijk goed te maken." „Wat kunt u daartegen doen?" vroeg de Hertog op somberen toon. „Laat het maar aan mij over den lasteraars den mond te snoeren, 't Ware beter geweest, wanneer u er voor gezorgd hadt, dat ze niet geopend waren geworden." „Hoogheid, wannéér door een verloving en een spoedig huwelijk en door de blijven de gunst van Uwe Hoogheid eens aan al dio geruchten een einde werd gemaakt?" „Bij een dergelijke rehabilitatie zou uw offer niet zeer groot wezen. Wie zal de ge- I lukkige zijn, die bewijzen moet, dat u uw oogen niet tot mijn dochter hebt opgesla- j gen?" J totaal. Het over-, Overgroot» deel loopt bin nen drie giaanden af. Een zeer groot deed van de tijdelijko uitkeeringen krachtens de Ongevallenwet mogen dus voortaan do ar beiders betalen. Zij betalen de halvs premie voor de tijdelijke uitkeering gedu rende de eerste 3 maanden* als onderdeel van hun ziektepremie. „Voor de arbeiders levert dit geen grond op tot klagen", verklaart minister Talma in. zijn nota, want wat zij bs betalen krij gen, is maar vier prooent van de kosten der schadeloosstellingen van de on gevallen verzekeringen daarvoor krijgen zij vijftigprooent van de kosten der ziekte verzekering cadeau. Wij kunnen op dit oogen blik niet nagaan, welke de werkelijke ba- teekenis is van deze vergelijkingalleen reeds, omdat hot niet mogelijk is, de kosten van de ziekteverzekering te ramen. Ook komen wij hierop nog wel terug.l) Maar heden moet de vollo nadruk vallen op het feit, dat onze Christelijke regcering zich niet ontziet, rechten, door dc arbeiders ver kregen bij do Ongevallenwet aan to tasten. De tijdelijke uitkeering, thans 70 pCt., wordt tot 50 pOt. teruggebracht tenzij do Raad van Arbeid ze tot 70pCt. ver hoogt; met gelijktijdige verhooging na tuurlijk van do promie, dus op kosten moe van de arbeiders. De uitkeering van de Ongevallenwet gaat in den dag na het ongeval, indien de getroffene den dorden dag nog niét werken kan, de uitkeering van de ziektewet begint eerst tè loopen den vijfden 4a-ff nadat de ongeschiktheid tot werken ontstónd. De Raad van Arbeid kan die .uitkeering* onmiddellijk doen ingaan, natuurlijk met verhooging van de promie, dus op kosten mee van de arbeiders. Minister Talma zegt (Jij hebt geen reden tot klagen, want voor wat ik u ontneem, geef ik u do helft van kosten der ziekte verzekering cadeau. JDo 'arbeider zal ant woorden Geen reden tot klagen Behalve wat gij .mij ontneemt, zal ik ook nog de helft van ide kosten- der ziekteverzekering moeten betalen. En die kosten stijgen, naar mate ik ernstiger poog, van de ziektever zekering althans evenveel uitkeering te krij gen als ik nu heb van 'do Ongevallenwet. Maar bovendien: Zou ik dat offer al wil len brengen, het is zoer de a-raag of d© Raad van Arbeid, voor de Iiolft bestaand© uit vertegenwoordigers 4©T patroons, di© hot andere deel .der verhoogdepremie zouden moeten betalen, daartoebereid zou worden gevonden. In den reged zal de uitkeering 50 pCt- zijn, en eerst beginnen te loopen met den vijfden dag na het ongeval. Ook kan dé Raad van Arbeid bepalen, dat dé tijdelijke uitkeering, die nu in haar geheel blijft, wordt verminderd, nl. indien de getoffene wel biet in do gelegen heid ia in de ondornemdfig van zijn werk gever zijn gewone werk te verrichten, maar toch tot anderen, „hem passenden arbeid". En als op grond daarvan* dé uitkeering zou dalen tot minder dan een tiende deel van het loon, krijgt hij niets. 'De tijdelijke uitkeering van de Ongeval lenwet komt dus op losse schroeven te staan. Do Ongevallenwet geeft, indien dronken schap de oorzaak was van het ongeval, slechts de helft der uitkeering; en tLe uit keering vervalt geheel, indien de getroffene met opzeL heb ongeval heeft veroorzaakt. De ziektewet geeft den Raad van Arbeid op dit gebied een voel ruimere bevoegdheid. Hij kan bijv. dé uitkeering inhouden, indien de patiënt zich in een ziekenhuis onbehoor lijk gedraagt. De heel© betockenis der Ongevallenwet, voor da arbeidersklasse wordt dus omlaag geschroefd. En do arbeiders, die korter dan 4 dagen in één dienstbetrekking zijn, de los se arbeider-s, worden er kortweg uitgesmeten. Zij mogen zich vrijwillig ver zekeren, cn de Minister schept, hun ter willé, een prikkel voor de patroons, om hen to verzekeren. Hun recht evenwel zijn zij kwijt. Ziedaar dc „nota" van minister Talma. 1) In het voorbijgaan zij echter opgemerkt, dat in dé 50 pOt. van dc kosten der ziekte verzekering niet alleen worden opgenomen dé kosten dor schadeloosstellingen krachtens de Ongevallenwet, maar ook d e administratiekosten. „Juffrouw Gabrielle Hildheimer," zeide de musicus en trachtte den blik van den Hertog to doorstaan. Die blik was zóó min achtend, dat zelfs Camiiio er van schrok. Langzaam en duidelijk zoide hij: „Als Stephanie en andero dwazen eens wisten aan wie ze hun leven to/vertrouwen." Hij liep eenige malen de kamer op en neer en bleef boen weer voor Arsakoff staan. Toen zeido hij „U moet mot uw geweten uitmaken of u dien stap doen wilt. Het doel zou er in ieder geval mee bereikt werden. Wanneer u denkt, dat juffrouw Hildheimer en haar va der toestemmen in die verbintenis „Gabrielle heel zeker," antwoordde de musicus. „Bij haar vader zou een enkel woord van Uwe Hoogheid veel doen. „Zeker, ik zal nog moeite doen voor u," zeide de Hertog minachtend. Maar een oogenblik later vervolgde hij „U kunt toch gelijk hebben, wanneer we dezen weg volgen, moet ik u wel helpen, ik ben een oud soldaat en aan terugtochten ge wond. Vandaag merk ik voor de eersto maal, hoe een modern kunstenaar zijn terugtocut dekt. En hoe denkt u zioh het verdere ver loop?" Uit den toon van den Hertog sprak zoo veel bitterheid en minachting, dat Arsakoff blij was, dat hem een antwoord btspaard werd. De Hertog had bevolen hem de komst van von Herfcher oogenblikkelijk mede te deelen en Miihlmann kwam op dit oogen blik zeggen, dat de president er was. De Hertog bedacht zich een oogenblik, gaf toen bevel den president binnen te laten en zeide tegen Arsakoff: had den president met een geheel Wij hébben er nog meer van te zeggen; maai dit staat r^eds vast: die nota is voor de arbeidersklasse een apothekeisrekèning! „D e Standaard" heeft nogma-ais ge sproken over den nachtarbeid van bakkers. Het blad schreef: In „D e Rotterdammer" en in het „Arnhemsch Dagblad" bleef de redactie van oordeel, dat, het opnemen van bakkerspatroons onder het verbod van nachtarbeid niet in conflict kwam met ons anti-revolutionnair beginsel. Daartoe wees men in de beide bladen op het eigenaardig karakter van het bedriif, dat bijzondere eischen stelde, en aan de overheid toeliet, het persoonlijk recht ook van den patroon te breidelen. In deze opmerking ligt een deel waar heid, waarvoor we allerminst het oog wen schen te sluiten, te minder, daar de historie met name van het bakkersbedrijf hier een ernstig woord heeft mee te spreken. Men kan namelijk het bedrijf uit tweeër lei oogpunt beschouwen. Van tweeën één. Men kan het óf nemen als vrucht van par ticulier persoonlijk initiatief, óf wel als een publiek belang en als zoodanig staand© ón der de hoede van de overheid- Alleen men mag niet beide dooreenmengen. Voorheen nu was de laatste beschouwing allerwegen regel. Niemand mocht een bedrijf beginnen of uitoefenen dan met toestemming of ver gunning van de overheid: Een bedrijf werd beschouwd als iets, dat d© overheid te ver gunnen had. De „lettres patentes", later meest patent genoemd, waren de open brie ven, waarbij aan dezen of genen het recht werd verleend, om in een. bepaalde gemeen te een bedrijf uit te oefenen. Het beduidde, dat op het stuk van het bedrijf de overheid haar gezag kon doen gelden, en zij deed dit meest op zulk een. wijs, dat ze niet alleen het recht verleende, om een bedrijf uit te oefenen, maar ook voor de uitoefening van zulk een bedrijf bepaalde voorwaarden 6telde, schending waarvan het verlies van het recht na zich sleepte. Stel nu, dat deze toestand nog be stond, of weer ingevoerd werd, dan spreekt het vanzelf, dat de overheid ook voor het bakkersbedrijf voorwaarden zou mogen stellen, en onder die voorwaarden onder moer zou mogen opnemen, dat ook de pa troon zelf zich van allen nachtarbeid ont houden zou, zonder dat iemand hierin een verstoring van zijn persoonlijk of huiselijk recht zou zien. Die verleening van het' recht tot uitoefening van het bedrijf zou hem dan op allerlei bedingen, waaronder ook deze voorwaarde, zijn toegekomen. Door dit recht aan te nemen, verbond hij zich dan zelfs om de voorwaarden, waaronder die vc-rleening plaats had, stiptelijk na te leven. Bijzonderlijk zelfs leende zich hier toe het bakkersbedrijf, daar dit vóór 1789, bijna in alle landen, aan bepaalde voor waarden gebonden was, vooral met het oog op ^3e belangen der oonsuinenten. Er moest gezorgd worden, dat de bevolking steeds brood koopön kon; dat dit brood van het juist gewicht was; en dat de prijs van dit brood klopte op den prijs van het graan. Zelfs ging men nog verder, on trachtte te voorkomen, dat de prijs van het brood te veel op en neer ging en poogde door het vaststellen van broodprijzen van overheids wege de rechten en de belangen van de broodetende bevolking zooveel mogelijk te waarborgen. Leefden we nog onder die vroegere be- deeling, of werd ze ten opzichte van de bak kerijen in hoofdzaak hersteld, dan zou er alzoo niets strijdigs met onze anti-revolu- tionnaire beginselen in gelegon zijn, zoo do overheid bij het verleenen van zulk een license voor de bakkerij o.m. ook deze voorwaarde stelde, dat het bedrijf des nachts geheel zou rusten. Dc moeilijkheid is nu echter juist daarin gelegen, dat men in 1789 deze oudo bedee ling heeft afgeschaft, en het bedrijf vol strekt vrij heeft verklaard. Geheel het be drijf kwam nu op uit het vrije initiatief van de enkele personen. Yan voorwaarden, hier gesteld, was geen sprake meer. Als vrij persoon en burger van de maatschap pij zette de patroon geheel naar eigen goedvinden zijn bedrijf op. Geen overheid ander doel laten roepen, maar je handig heid is jo gelukt. Ik zal hem in vertrouwen nemen in dc kwestie met Hildheimer cn hem het eerste gedeelte van ons gesprek verzwijgen. Ga nu en blijf op jo kamor; ik zal je wel'laten roepen." Arsek ff wilde niet e n d:epe buiging weg gaan, maar bleef bij de deur nog eenmaal staan. Met smeekende stem vroeg hij Lat do Prinses mijn dwaasheid niet ontgeld :n." „Ga," zeide de Hertog op wel wat aaoli- teron toon. „Do Prinses zal alleen verne men, dat gij ton gevolge van uw verloving als het zoover komt haar verder geen les kunt geven, öf dat ge afgereisd rijt. Hij gaf een teeken, dat Gamillo moest gaan, en op hetzelfde oogenblik kwam von Herther binnen. Arsakoff kwam in het voor- I vertrek, waar Miihlmann stond in een hou- I ding, die deed vermoeden, dat hij geluisterd had, met gebogen hoofd en bleek gelaat. Maar toen hij den kamerdienaar zag, werd hij zichzelf weer meester en herwon iets van zijn oude houding. Toen hij met een korten groet de heeren Lorberg en von Stecknitz voorbijging, keken dezen hem ver baasd na en warén niet weinig verbaasd, toen zij hem, dien zij in ongenade geval len meenden, zoo heel gewoon zagen weg gaan. De jonge adjudant had een oogen blik neiging den musious aan te houden, maar hij deed dit niet, ea vergenoegde er zich mee hem te volgen tot het portaal en zicli te overtuigen, dat hij den weg naar huis insloeg. Toen hij bij Lorberg terug kwam, vond bij dezen in boozo stemming. Hij deelde den officier mee, dat hij bang wasx dat zij t© vroeg op Arsakoffs val gere- beschermde hom meer tegen drukkende con currentie. Aan die zi*'n ondergang bedoelen de concurrentie had hij zelf, hij alleen Let hoofd te bieden Maar dan sprak het ook i vanzelf, dat hij inzake zijn bedrijf door nie-. mand in zijn vrijheid mocht worden aange rand. Hij alleen liep de risioo, en hij alleen had ook te beslissen, op welke wijs hij oor deelde zijn bedrijf te mogen en te moeten inrichten. En eenmaal over dien boeg de zaak ge worpen, sprak het vanzelf, dat het anti- revolutionnair beginsel hem hierbij steun de. Wie op zijn eigen vrij, persoonlijk initia tief is aangewezen, dien blijve dan ook dit particulier initiatief onverkort. Toch bracht dit nieuwe recht gevolgen met zich, die men liefst niet aanvaardde, en vandaar de poging, die ook thans werd aangewend, om in naam het vrije systeem te handhaven, maar toch onder dit vrij* systeem bepalingen te maken, die niet bij het nieuwe, maar bij het oude stelsel thuis hoorden. En dit nu gaat niet. Men kan en mag wat opschiet uit het beginsel van het vrij particulier initiatief niet belemme ren door wat opkomt uit het oude rechiJ van de license. Dat men dit toch deed, daarin ligt de fout). Dit nu stelt de zeer ernstige vraag, of men niet goed zal doen, met althans wat d© broodbakkerijen betreft* tot het oude stel sel van license terug te keeren. De geza menlijke bakkers zijn niet vrij om t© bal ken of niet te bakken, want bakken ze niet, dan verhongert de bevolking. Een staking in het bakkersbedrijf is een aanval op heb' leven der burgerij. Elk pogen, om bij af spraak den prijs van het brood op te zet ten, tast heel de bevolking in haar levens- existentie aan. Kortom, het bakkersbedrijf is met geen ander bedrijf, wat .den welstand der bevolking aangaat, te vergelijken. En juist dit brengt teweeg dat ten opzichte vatt de bakkerij het license-systeem een aanbe veling met zich bracht, die geen ander be drijf bezat. Ging men nu hiertoe over, dan natuurlijk verviel vanzelf elk bezwaar ook tegen patroonsverbod, wijl het dan geen verbod zou zijn, maar slechts één der voor waarden, waarop het recht tot uitoefening van het bedrijf verleend werd. Zoo liep het zuiver. De Bedrijfsorganisatie, mits obligatoir, kon voor dit doel ons den modernen vorm bieden. Prof. D. P. D. Fabius schrijft in „S t u- diën en .Schetsen": De voorzitter der Tweede Kamer heeft 23 Dec. 11. meegedeeld, dat na het winter- reoes de Kamer, indien mogelijk, o.m. zal in behandeling nemen het wetsont werp betreffende den Zondags- en den nacht arbeid der bakkersge zellen. Is er veel uitzicht, dat dit mogelijk zal zijn? De bakkersraden zijn schier algemeen ver worpen, Waarschijnlijk is voor een niet on belangrijk deel der Kamer het ontwerp on aannemelijk, als daarin het verbod van nachtarbeid voor den patroon gehandhaafd blijft. Eindelijk staat althans een deel der Kamer op een regeling van den arbeids duur der gezellen. Zal de Minister nu zijn ontwerp wijzigen overeenkomstig dien drieërlei eisch? Mocht hij daartoe overgaan, dan is het toch twijfelachtig, of het ontwerp, aldus omgewerkt, aanstonds voor openbare be handeling gereed is. Misschien waro nog het be&t, als de Mi nister deze ontwerpen introk, om do zaak nader in haar geheel te overwegen. De (anti-rev.) „N ie uwe Provin. oiale Groninger Courant" geeft aan hoe h. i., na het bekende Kamer votum over de openbare leeszalen, de houding der antire volution, n a i r e n ten opzichte dezer stiohtingen moet zijn: Heb.komt ons voor, dat de anti-rev., dio tot nu medewerkten tot het besturen eener leeszaal, zich niet moeten, terugtrokken, en dat hot overal aanbeveling verdient, dat onze mannen zich nu met deze zaak inla/- ten; zorgen voor goede gemeentelijke con- kend hadden en dat deze den Hertog weer een rad voor de oogen gedraaid had. Hun verbazing werd nog grooter, toen een kwartier nadat president von Hert-her bij den Hertog was geweest-, von Stocknitz werd binnengeroepen en de opdracht ont ving dadelijk met een ho ijtuig naar den bankier Hildheimer te rijden en dezen te verzoeken nog hedenavond bij den Hertog te komen. De kwestie word nu zelfs voor den handigen Lorberg te ingewikkeld, zoodat hij Stecknitz geen amvoord gaf en alleen zeidef dat het diner van vandaag wel in een sou per zou veranderen. Zoodra von Stecknitz verdwenen was, ging hij in een leuningstoel ritten en trotseerde met een gerusten slaap de dingen, die komen konden. Hij bleef, dank zij het zachte loopen van Miihlmann, rustig slapen, tot de adjudant met Hildhei mer terugkwam. De bankier had, niettegen staande het la-te uur en het smeeken van den adjudant om het niet te doen, zijn gala uniform aangetrokken en was eigenlijk wel wat bevreesd. Hij had onderweg tevergeefs geproefd te vernemen, waaraan hij de-eer te danken had bij den .Hertog geroepen te worden en ten slotte g*. cht, dat het om een financieel© kwestie te doen was, waar bij rijn raad en hulp noodig waren. Hij kwam dus geheel in tegenstelling met de anderen, die voor hem hier waren geweest, het vertrek n den Hertog met opgeheven hoofd binnen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 5