\1 IP N D AG5 E>LA D H-ID5CH DAGE)IAD *;ilr No. 15608, *7 Januari Anno 1911. jk. ?««PW»>:iijii»i;i;:{i{U;;i}i{;;i;i}:ïi;i;;}i;li;ii;iiïf^y»»i VAN HE.T *411' •A MARIA STELLA. Een arbeidscontract uit de zeventiende eeuw. In 1773 gaf zakera Chiappini, gevangen bewaarder te Mcdigliana, in To&kane, te góboorte aan van een dochbar, die bi) den doop de namen ontving: Maria Stella Pe- tronilla. Hij was een arm man en nogal ruw ook; dat behoorde toen bij zijn vak- Het kind werd zeer gestreng opgevoed. Ge lukkig trok een rijke dame, die in de buurt van de gevangenis woonde, zich bat lot yan de kleine Maria Stella aan. Het was een zear aardig meisje. Toen zij vier jaar was, werd haar va dei" dooi te-n groothertog Leopold van Toskan c tot officier benoemd en tot commandant van een eompagnie „boogschutters'". Dat was voor een gevangenbewaarder «en buitenkansje. Maar Maria Stella profiteerde «ar niet van. Niet alleen haar vader was hard tegen haar, maar ook haar moeder en haar twae broers en een zuster sloegen en scholden haar. Ten minste, dat vertelde zij later. Daar zij niettemin een mooi en bevallig meisje werd, besloot men haar onderwijzers te geven. Zij had een mooie stem en danste als oen fee; een directeur van den schouw burg aan de Piazza-Vechia zag haar; hij ▼*r bond ba at aan zijn gezelschap. Het da- buut van Maria Stella was een ware triomf. Natuurlijk was er eenEngelsehmaner zijn overai Engelsciien. Hij wist niets ha ters te doen dan te verlieven op de debu tante. Hij heette lord Newborough en was «ver de vijftig. Maar hij was pair van het Vareenigd Koninkrijk en schatrijk. Voor een goede som en een aardig huis te FiesoLe wilde vader Chiappini zijn dochter wel af staan. De bejaarde lord trouwde haar, hoe- wol zij nog roaar dertien jaar oud was, en T>nm haar mee naar Holland en vervol gens naar Engeland. Aldaar werd zij aan hét Hof gepresenteerd als markiezin van Modigliaaa. Het was een goed huwelijkook voor lord Newborough. Hem werden twee jon gens geboren en hij stiarf eerst in 1807. Bij testament vermaakte hij zijn weduwe een lijfrente van omtrent zeventien duizend gul den :s jaars. De dochter van den gevan genbewaarder Chiappini was toen vier en dertig jaar; zij was nog mooi en niet on troostbaar. Een Russisch edelman vroeg haar hand en zij werd aldus barones Sternbarg. Tien jaren verliepen en mevrouw Stem berg, die nu te Parijs, dan te St.-Peters- burg woonde, gevoelde zich volmaakt ge lukkig, toen een brief uit Fiasole haar meldde, dat haar vader, die zijn ontslag had genomen uit den dienst, ernstig ziek was en wenschte zijn dochter te omhelzen eer hij stierf. Maria Stella had niet de beste herin neringen aan haar vader, maar zij vertrok toch naar Italië. Chiappini scheen zeer verheugd haar terug te zien; hij behandelde haai' met. gr oo ien eerbied en noemde haar milady." Maria Stella bleef voorloopig bij hom, maar niet tegenstaande haar zorgen ging hij achter- pit en in het begin van December 1820 stierf hij aan een toeval. In zijn laatste cogenblikken kon hij niet spreken, hoewel hij bij kennis was. Maar Stella betaalde de begrafeniskosten "an vestigde zich het schijnt, dat zij inmiddels van baar man ge scheiden was te Sienna. Daar ontving zij over de post oen brief, die haar buitengewoon verbaasde. Zij had goede redenen om verbaasd te staande brief was een schrijven van dan overla den©! Hij bekende daarin, dat Maria Stella niet zijn dochter was, roaar die van een adellijke vbeemtelinge, die te Modigliana was geweest op denaalfdcD dag, waarop zijn vrouw een jongen kreeg. De onbekende, die een zoon wilde hebben, had den bewaarder cel) ruil voorgesteld van haar meisje tegen zijn jongen. Daarin had hij voor een goede eom toegestemd; hij had zijn zoon afgegeven en het meisje hij ziek genomen zonder var- der onderzoek. Ten slotte verzocht hij den brief en de zaak geheim te houden en hem zijn schuld te vergeven. De brief zou haar na zijn dood worden medegedeeld. Maar Maria Stella had geen plan om de zaak geheim te houden. Integendeel: zij be woog hemel en aarde om haar ware ouders te ontdekken. Zij gaat naar Rome, doorzoekt de archie ven van het Vaticaan, keert naar Modigliana terug, ondervraagt dB oudste li-aden van de streek. Maar er, is veel veranderd tusschen 1774 en 1820! Toch vindt zij zonderling ge noeg! personen, die haar weten in te lichten. Zij verneemt dan, dat in 1774 een Fxansch edelman, zich noemende graaf De Joinville, in de kleine stad heeft gewoond. Zij hoort ook, dat zijn vrouw hem een meisje had geschonken, dat hij verruilde tegen een jongen. Dat had gerucht gemaakt, zooveel, dat do graaf De Joinville en zijn vrouw genoodzaakt waren geweest het stadje te ont vluchten, daar de burgers zeer verontwaar digd waren. Toen zij dat alles wist, richtte Maria Stella zich tot de justitie om haar doopakte te wijzigen. Zij won haar zaakbij vonnis van 29 Med 1821 werd gelast haai- bur gerlijken staat te wijzigen; zij werd offi cieel verklaard de dochter te zijn van dm graaf en de gravin De Joinville. Deze buitengewone geschiedenis vertelt zij zelve in een brochure, die indertijd groeten opgang maakte! Dat is te begrijpen! Maar haar ijtelheid speelde haar parten. Zij was nu officieel de dochter van een edel man, maai- dat scheen haar niet voldoende. Zij verbeeldde zich, (lat deze edelman, de geheimzinnige graaf De Joinville, niemand anders kon zijn dan de hertog van Orleans, de latere Egalité. Bijgevolg was zij prin ses van Frankrijk en de zoon van den her tog, de latere koning Louis Philippe, een Chiappini, zoon van een gevangenbewaarder I De waarheid is, dat de hertog en de hertogin van Orleans in 1773 Frankrijk niet hadden verlaten, en dat hun oudste zoon geboren was in het Palais Royal, terwijl bij die geboorte alle waarborgen waren gé- geven, gelijk bij do geboorte van vorsten kinderen het geval is. Dat zijn feiten. En toch waren er lieden, tegenstanders van het koningschap, die veinsden dezio enormiteit te gelooven en die Louis Philippe Chiappini noemden. De oppositie steunde Maria Stella, de arme, onterfde prinses. Dat succes steeg haar naar 't hoofd. Zij ïiehtte zich tot de rechtbank te Parijs. Daar had zij geen succes. De rschtbank var klaarde alles, wat zij inbracht, leugenachtig, ijdeLe s verzinsels. Het bleek nu, dat een tweed# vonnis bestond van de rechtbank te Flo rence, die den brief van Chiappini had on derzocht en valsch bevonden. Dat viel tegen. Maria Stella verliet Frank rijk, naar zy beweerde, omdat de BLoningl haar vervolgde. Lateer keerde zij terug, maar men had haar vergeten en zij was krank*; zinnig I Op huijden den 14 Februari) 1663 oom-; pareerden voor mij Nicolaes van dar Boeck- hout, openbaer notaris bij den Ed. Hov#; van jÖbnan^ geadmitleert binnen den stadi' Levden readeerende, mitsgaders voor den i ondergoseijdén getuijgen Gerrit Jansz van; Ginokel, Schrijnwercker, ebbenhoute-lijsten* j wereker en schilder deéer stede ter eenre ende Jan Fransz Mannus althans opt voor-; seijdo ambacht sijnde ter andere 6ijde end*' bekende sy comparanten metten anderen int] alderminno en vrintschap, geaccordeart, over- eengecomen en verdragen te sijn; in den- eersten soo verrol aerden hij Gerrit Jansz eer- J ste comparant don voornoemden Jan Fransz Marinus tweede comparant voor sijn knecgt, aengenomen te hebben gelijk hij hem aen-j aieempt bij desen voor den tijd en'termijn van drie achtereenvolgende jaeren, inneganckj genomen hebbende (teil 15 Januarij desesj loopenden jaers 1663 en eijndigande den 15» Januarij d«es jaers 1666 daar aen volgende,, met conditie en voorwaerden dat de ge-1 melte Marinus syn dienst en werek ordent-, lijck en bequamentlyck sail moeten doen en; waarnemen ende betoonen sijn uijtterste, di- ligentie en gehoarsajemJleyt, des soo belooft, hij Gamt Jansz int earste jaer voor sijn' dienst bij hem Marinus gedaen alle weecki precijs te betalen een somme van twee gul-' den thien stuijvers ende het tweede jaer alle1 we eek drie guldens thien stuijvers en het derde en laatste jaer bar weecke vier gul dens, hiits dat hij Jan Fransz alle daegs pTecijselijckan sijnde arbeytsdagan sail moe ten waernemen en syn werek tot conten- tement van de voorseyte Gerrit Jansz moe ten doen en dat ieder dach te ar beij den twaelff uijren*precijs uijtgesondert de maen- den Januarij en Februai'ij, maer sieck wor dende, sal hij van den gemelden arbeijt ge- excuseert sijn mits dat hij Jan Fransz den versuijmden tijt na de expiratie van de drie jaeren sail moeten nagaan en dat voort# aen 'de andere sijde te voornoemde Gerrit Jansz. belooft gelijck hij belooft bij desea den voornoemden Jan Fransz sijne hant- wereken volcomentlijok op te lea ren voor soo- veel hem kenbaer soute mogen sijn, ende voor de precijse en aenganomen bediening# en °t effect van vooTseijde drie jaeren mits gaders het nag aen yant versuijmen darselvso.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 19