Ko. iË605. ïtBlDECH DAG1LAD, Woemsdag* 4 Januari. "ffweede Blad. Anno 1911. Buitenlandseh Overzieht. FEUILLETON. Hun roeping getrouw. PERSOVERZICHT. Hot feit dat er mot Nieuwjaar geen fcdouwe Peers zijn benoemd in Engeland is een groote verrassing geweest en wordt druk besproken. Blijkbaar wil de Regeering met de omzetting van het Hoogeithuis geen haast maken en eerst afwachten wat do Lords zullen doen zoodra de vetowet hun weer aangeboden wordt. Het schijnt dan niet onmogelijk dat werkelijk de Koning de ge- vraagde waarborgen zal verleenen en de noodige Peers zal benoemen. Iedereen hoopt echter, dat het zoover niet komen tal. Niettemin, al zijn er geen Peers benoemd^ er zijn toch lintjes en titels genoeg gere- •gend. Maar in Engeland moet men dat eenigszins met een ander oog bezien dan hier te lande. In Engeland todk worden de lintjes op prijs gohoude-n. Voor een baronet- titel betaalt men f 1200 en zoo alles naar verhouding. Het lijkt voor een minister van financiën een verleidelijk iets om zijn be grooting op die manier door eerbewijzen «lui tend te maken. In F r a n k r ij k nog steeds spoorwegsta king en Durand-geschiedenis wat men leest. Nu komt er een andere kwestie bij, van een heel ander genre maar niet minder belang- 1 rijk. Men weet dat in Frankrijk de bevol king vei mindert, 't aantal geboorten neemt zoo af, dat er op het laatst niet genoeg man- nen zullen overschieten - voor het leger. En dat is niet prettig tegenover Duitschland. t Want Frankrijk mag vooral geen man min der in zijn leger 'hebben dan zijn buurman- De Fransdhman is trotsoh op zijn leger. Het ,,Vive l'armée" brengt hij overal te pas. - Om nu in het tekort te voorzien, wil men 'de negêrbevolking uit de koloniën weerbaar maken. De negers zijn een stoer ras van menschenen zouden prachtige soldaten zijn. Maar het wordt altijd nog beschouwd als (een minderwaardig ras en er zijn dus velen tegen dezen maatregel. Bovendien vreest men, Idat de negers, als zo verplaatst worden, bok vele negetrkwalen zullen meebrengen. Zij zijn bijzonder vatbaar voor tuberculose, 'gele koorts on andere ziekten. En de te genstanders van oen ndgerrogiment wijzen er bp dat, waar allorwege do hygiëne bevor- jdord wordt, het zou zijn de paarden achter idbn .wagen spannen, indien men dit ras 'au te veel uit zijn sfeor rukte, zoo noemt brem dat, meen en wij. De Koning van B e 1 g i heeft dezer da- 'gem een verzoenend woord gesproken in den taalstrijd. Hij zeide dat men bij zijn ijveren toch zekere grenzen moest in acht nemen. „"Werken wij van lieden af aan (ld voor bereiding van oplossingen die op rechtma tige wijze rekening houden met de wen- - scheut, behoeften en belangen der twee dee- len van de natie. In oen vrij land mogen do «eischen in volle onafhankelijkheid worden vooropgezet. Maar het [ls wijs, do uitdrukking dezer öischen te houden binnen de grenzen, dio do welbegrepen gehechtheid aan -onze natio- ipaliteit ons opleggen." Wij, die in een eentalig land wonen, kun- hon ons dio moeilijkheden niet zoo inden ken. Dat zij echter niet gsring zijn, is pen feit Uit Portugal komt hot bericht, dat 'daar dezer dagen te Lissabon het „revolu- tiennaire museum" geopend is. De plech tigheid werd bijgewoond door vier minis ters, eeai groot aanbal andere autoriteiten en ben talrijk publick. In het museum, dat talrijke herinnerin gen aan do omwenteling bevat is ook een kamer, die den naam draagt van „Hall der koaiingsm-cordenaars". Daar zijn ten toongesteld de man bel van Buicca «en do wapens dootr dezen en Costa, do moorde naars van koning Oarlos on den kroonprins, gebruikt, benevens hun portretten cn do kransen, die op hun graven warejn gelegd. Of het tijdstip voor de opening van zulk een museum nu wel zoo gunstig is ge kozen, daarover zou men van meaning kun nen verschillen. Na al wat wij gisteren over den toestand in Portugal schreven, hadden wij het liever nog maar wat uitgesteld. Wij hebben er al reeds eenigen tijd gela den op gewezen dat President Taft in de 69) En ook wanneer dit niet het geval is, dan nog heb ik een derde voor mij beslissende reden. Ik heb mijn geheele leven elke aan raking met moderne, winstgevende dingen vermeden en ik heb mij ten allen tijde er voor gewacht, ook maar in het minst door speculatieve winsten mijn vermogen te ver- grooten. En na al wat ik over de bewuste kolenmijnen gehoord heb, zijn deze uitge buit in den ergsten graad. Zij hebben Lo- rius zeer grooie sommen opgebracht; in hot testament wordt do rente, die ilk door het bezit der mijnen zou krijgen, geschat op tien a twaalf duizend thaler. Maar de toe stand der mijnen voldoet niet aan de mar tigste eischen en die van de arbeiders is eenvoudig ellendig. Ik zou met het aanvaar den der erfenis een zeer grooten last en verantwoordelijkheid op mij nemen, voor mijn schouders te zwaar. Want dat ik den toestand niet kan laten, zooals hu op het oogenblik is, begrijpt een ieder. En wat zou het mij een zorg en onrust baren te doen wat ik meen te moeten doen 1 J e ziet, dat het in alle opzichten het beste is er verder niet over te spreken." Dokter Paul had met gespannen aan dacht en uiterlijk volkomen rustig naar de woorden van den president geluisterd. In baarheid had van alles, wat hij gehoord had, alleen het cijfer, dat de mijnen op brachten, hem belangstelling ingeboezemd. En ook, dat het dus tooh oen verzoeking ^geweest was voor den ijdelen, oud gewor- Yereenigde Staten flink aan hefc bezuinigen ia vooral in de administraties der departementen van het Staatsbestuur. Daarbij komen sterke staaltjes van Staats ruiven j aan den dag. Er is nu alleen hierbij reeds 53 millioen bezuinigd. Vooral aan de Posterijen waren veel misbruiken ingeslo pen maar ook elders. In het departement van financiën zijn vierhonderd beambten ont slagen, die volstrekt overbodig waren, en niets te doen hadden. Aan de munt te Phi ladelphia zijn honderd nietsdoeners ontsla gen. Het ministerie van Marine heeft zoo veel verkwisting en dagdieverij ontdekt, zoo veel overbodige ambtenaren aan wal ontslagen^ dat het aan de wetgevende macht vergunning vraagt om 2,7.00,000 dollars te mogen terugbetalen aan do schatkist, als zijnde onnoodig. De president heeft vooropgezet, dat v.-en Staatsadministratie op denzelfden voet moet worden ingericht en met hetzelfde scherpe toezicht en de waakzaamheid moet worden beheerd als particuliere onderne mingen. Eigenaardig is dat het gevolg van 's r-iesidenten ingrijpen al heeft hij cr z'cli niet overal vriendjes mee gemaakt tweeledig is geweest. Vooreerst is er min der geld noodig maar ten tweede marcheert de dienst veel beter, daar al die nietsdoe ners, die maar in den wog liepen, er nu uit zijn In hot hoog verraadsproces in Japan is nu de instructie afgeloopen. AVeldra zal de zaak voorkomen. Het meerendeel van hen, clie beschuldigd waren deel te hebben gènemen aan de samenzwering tegen net leven van den keizer van Japan, hebben 'n het voorloopig verhoor hun schuld bekend. De samenzweerders hadden plannen ge smeed voor een geheele reeks misdaden. Eerst zou de Kamer vermoord worden, daarna zouden de ministers ter dóód wor den gebracht en vervolgens zouden een aan tal gebouwen in brand worden gestoken. Het publiek heeft geën toegang tot do rechtszittingen, alleen worden, op bijzon der verlangen, een aantal leden van de ver schillen do buitenlandseh© legaties te Tokio toegelaten. Dr. J. Yürtheim:, d-a rector van liet Eras- imiaansch Gymnasium, geeft in „Do Gids" in een artikel: „Het Rapport onzer dagen" ci'itiek Op don geest on de strekking van het rappert dor Ineens© hakelings- oommissie. Dc schrijver woont, getooid, met Gyges' onzichtbaar miakenclen ring, pen vergadering bij der Ineenscliakelingscommissie, terwijl zij beraadslaagt over'de grondslagen en begin selen van haar ontwerpen. Kloek verdediger van góede gymnasiale opleiding, vurig bewonderaar van hellenisme on klassieke vorming, vindt de schrijver daar bij gelegenheid van zijn voorkeur voor waar lijk -universitaire studie te doen blijken, en zijn meening te stellen tegenover de plan nen dor bedoelde Staatscommissie,waarf deze aanstuurt op ver doorgedreven bevor dering der vakstudie en opleiding* hoofd zakelijk naar liet schema der H. B.-S. Over de resultaten van het onderwijs aan dezó laatste inrichtingen worden liarde din gen gezégd en een voortbouwen in den z.g. practischen geest dier -scholen, met achter stelling van Latijn en Grieksch, blijkt al lerminst naar den zin van dr. Viirtheim. De desiderata van dezen classicus zijn te vinden aan het einde van zijn stuk. Zij zijn: „dat men bij de opleiding der klassieke docenten zich bewust worde of blijve, dat alleen een bezielend onderwijs bezieling wek ken kan; dat frisscho energie de doódo letter levend make dat geen klassiek dooent zijn intrede doé in dc gymnasia, indien hem de antieke studiën niet heilige ernst zijn; dat men het Staats-exainen afschafte dat men liet eindexamen ten spoedigste wijzige on met vertrouwen de betere resul taten van heel het daardoor veranderd?, vol ler en levendiger geworden klassieke on derwijs afwachte; dat men meer tijd vinde voor een aan de den man tegenover hem, wiens motieven hem zoo kinderachtig, zoo armzalig toe schenen, dat hij bijna blij was, zijn meening niet te behoeven te zeggen. Hij zou geen woorden gevonden hebben, wanneer hij alle verachting, die hij voelde, onder woorden moest brengen. Met groote zelfoverwinning sloeg hij een hartelijken, bijna toegevenden toon aan en zeide: ,,Ik Koor uit alles, wat u mij daar vertelt, weer uw zeer groot gevoel van eerlijkheid, dat mij dadelijk zoo in u heeft aangetrok ken. iUlepn, ik ben er niet van overtuigd, of u goed doet tegen uzelf en uw dochter, de erfenis niet te aanvaarden. Ik denk, dat Lorius als erkenning voor uw verdiensten en in de hoop, dat u genot zoudt hebben door dat geld, u hec legaat vermaakt heeft. De oude heer zal ook wel bedacht hebben wat cv in dezen tijd over dergelijke dingen gezegd zal worden; maar ook, dat Ket veel waard is een zekeren grondslag van zijn vermogen te hebben. En ook, dat deze erfe nis de gelegen!"1 eH bood uw vermogen met tertijd te doen toenemen, want anders had hij u evengoed hetzelfde bedrag in effec ten kunnen vermaken. U hadt vóór alles moeten denken aan de bedoeliDg van den erflater. Uw opvatting omtrent uw betrek king tep opzichte der Bank moge juist zijn, maar aan alle praatjes zou een einde ko men, wanneer u die betrekking neerlegdet op hetzelfde oogenblik, waarop u de erfe nis aanvaardt. Wat de familie van Lorius betreft, kan ik uw bezwaren niet deelen. Zoover behoeven we de verplichtingen van familieleden niet door te trekken. Wanneer er familieleden in den eersten of tweeden graad in behoeftige omstandigheden acliter- Weven, dan zou Ik uw opvatting deelen. klassieken aansluitend onderwijs in de mo derne talen, zoodat bijv. geen degelijke his- toria iitteria daarbij outbroke. Vreest niet voor enkele uren meer, zoo sLichts liet war© vuur brandt. Want hefc ziju niet do lange schooldagen, die kwaad s-tiobten, doch do langdurende uren; doch vreest en weert „den modernen geest-, [die.op het practisohe gericht, tot bekpo?- diging der studiën drijft. „Deze is de kan ker van allo onderwijs; deze zal ook in 's lands vergaderzaal tegenover mij staan zij het ook onder bedrieglijk masker met schoonc leuzen. En de vervroegde beroepskeuze? Dc leerlingen, is bet antwoord aan de Staatscommissie, die tot het gymnasium zijn toegelaten, bron gen, zoo nog geen bederf) in hen sloop, oen onverdeeld? belangstelling mode. Zij hebben de goede nieuwsgierigheid, die door geen berocpskeuz)? is beperkt. Zoo gij hen good onderwijst., zullen zij die mooie belangstelling behouden. Vermoording- dier belangstelling komt van buiten, niet uit henzelf. Na vier jaren hebben hun per soonlijke neigingen gelegenheid gehad naar buiten to treden, kenbaar voor hen zelf en hun leeraars. Wie hen eerder voor de keuzo stolt, dwingt tc jongo kindenon aan hun leven een bepaalde richting te govon, die zij niet kim nen beoordcoten, of laat door het opdringen van „practisohe overwegin gen" liet mooiste in de jeugd dooien ,wat deze in onbedorven toestand heeft: bclang- looze ^nieuwsgierigheid naar wat aantrek kelijk tot hen komt. Gij ziet, ik lieb meer vertrouwen in de jeugd, dan in uw refor matorische speculaties. Zoo zal de keuzo vallen in het 15de of 16do jaar. Laat u niet wiismaken, dat de kinderen eerder vren- schen Ie kiezen. Velen too nen thans nog persoonlijk aarzeling, als zij hij het bin nentreden in do vijfdeklasse moeten kiezen. Do drang tot vervroeging konit van de lieden, die 'om hen staan; lieden, bij wie de -tijd der belangloozo belangstelling en van de spon tane zucht tot weten reeds vlood voor „den modernen 'geest." Moet die doll? jacht nu al 'iu de kinderkamer gaan spoken?" Schreven "wij, zegt „De Maasbode", naar aanleiding van het door den heer L oi lman in do Tweede Kamer gesprokene een artikel over „l e vo n e vo r z e lc er i n g", en bezagen wij daarin speciaal de economische zijde van die kwestie, „Do R o 11 er d a m,'- ine r" heeft een artikel, waarin het juri disch élément op den voorgrond treedt: Aan dat artikel in het A.-R. blad ont- leeiicn wij het onderstaande: Van ganscher harte sluiten wij ons aan bij het korte, maar krachtige woord, dat de hear Lobman bijde beraadslaging over Hoofdstuk V sprak! over de noodzakelijk heid van oen herziening van ons Tcclit in zake do levensverzekemng-inaatseliappijen. Een kleine oeuw .gel-eden, teen onze wet geving op deze voor de volkswelvaart zoo gewichtige instellingen tot stand kwam, is een regeling gemaakt, die, hoewel vóór dien tijd ook al niet best, toch nog eenigszins volledig mocht worden genoemd. Do weder- zijdsclie rechten en verplichtingen van de Maatschappijen en de verzekerden waren in liet Wetboek vaai Koophandel in enkele ar tikelen behandeld en een aantal Koninklijke Besluiten bevatten oenig? bepalingen over liet Staatstoezicht op de Maatschappijen. Thans echter is het een chaos geworden. Do bepalingen omtrent het Staatstoezicht werden in 1880 door den Hoogen Raad on verbindend A-crklaard en daarmee feitelijk ter zijde gestold. Hoewel op zichzelf alles behalve te betreuren, bracht dit feit toch nuJde, dat nu niets meer geschiedde, en dc Maatschappijen aan g*oenerlei rechterlijke be paling meer waren gebonden. De bepalingen in het Wetboek van Koop handel bestaan nog steeds, maar zijn zoo ab soluut verouderd, dat de practijk cr feitelijk geheel buitenom gaat, en vaak ongeveer het lijnrechte tegendeel tot recht maakte van wat in de web te lezen staat. Omstreeks 1870 werd zelfs door een dier bepalingen een soort paniek veroorzaakt, die maakte, dat do wetgever in 1875 een spo?dwijzLging in do wet moest aanbrengen, om niet heel het bedrijf in do avar te laten geraken. Van dozen toestand nu is het gevolg, dat do goede en solide Maatschappijen toch Maar waarom een veraf staande, die Lorius niet gekend heeft, meer recht zou hebben dan u, een intieme vriend, dat begrijp ik niet. En uw derdo reden, die A'oor u de ge wichtigste schijnt, zou u, naai* mijn mee ning, juist in 't bijzonder verplichten do erfenis te aammarden. Moeten de mijnen, do arbeiders en verdere bevolking, Avier wèl cn Avee van den toestand der mijnen af hangt, op een beter toeval wachten, terwijl toch' de erflater meende ze in de beste handen achter to laten? Kortom, 't is A*oor de eerste maal, dat ik liet in 't geheel niet met u eens ben. Sta me nog een enkel woord toe. Wij hebben er over gesproken hoe moeilijk het in den tegenwoordigen tijd is eerlijk en op recht te zijn en te blijven en Koe alles cr op ivordfc aangelegd om ons daarvan af te houden. Moet dat slechts betreurd worden? Heeft niet ieder mensch den plicht daar tegen te strijden, wanneer een gunstig toe val daartoe de gelegenheid biedt? Vergeef me, dat ik mijn meening zoo ronduit zeg. De gedachte aan de toekomst van Felicifcaa maakte mij warm; de gedachte ook, dat u uit al te groote fijngevoeligheid uzelf mis schien wat onthoudt-, waarover u later spijt zult kunnen hebben. Wanneer ik de eer en het geluk had uw schoonzoon te wezen, dan had ik moeten zwijgenmaar nu mijn toe komst nog geheel in Kanden van uw doch ter is en waar ik om velerlei redenen een niet gunstige beslissing meen te moeten verwachten, nu mag ik mijn meening zeg gen en ik beschouw het als mijn plicht dat te doen." ,,Ik beschouw je als mijn zoon en ik hoop van harte, dat Felicitas evenzoo over je denkt als ik," reide de president, die, wel haar verplichtingen nakomen cn voor do belangen der a' er zekerden zorgen door met allo kracht to waken a*oor de reserve, dio bij het levens ver zeker i n gsbodr ij f zulk oen geAViehtigo rol speelt, door publicatie aan gaande den stand A'an het bedrijf cn meer andere maatregelen. Maar tevens, dat onsolido Maatschappijen van den toestand misbruik maken op een wijze, die de hoor Lohman terecht niet minder dan afzetterij no?mde. Dit nu mag zoo niet voortduren. Het betreft hier bij uitnemendheid een sociaal volksbelang. Ook al wordt toch de levensverzekering A'oor zuivere kapitaalsbolcgging wel gebe zigd voor het overgrootc deel Avorkfc het instituut voor -dat deel A'aii het volk, dat zelf geen kapitaal bezit. Dit geldt reeds over wegend A'oor de levensverzekering in engeren zin, dio alleen voor groot-ore bedragen af sluit- Het geldt absoluut- voor de volks- verzckeringsmaatschappijen. de zoogenaamd? begrafenisfondsen. Bedenkt men nu, dat ïééds een twintigtal jaren gelcdeu alleen bij deze begrafenisfondsen de helft der bovolking naar deskundige berekening Avas Arcrz?kcrd voor oen bedrag van 131 millioen gulden, dat aan premies Avcrd betaald jaarlijks 4 mil lioen en uitgekeerd 2 millioen, on mag men aannemen, dat in do laatste twintig jaren dit bedrag nog aanzienlijk is gestegen, dan blijkt, voor Avat gewichtige volksbelangen wo hier staan. Heel wat Auorarbeid A'oor een -behoorlijk? regeling is steeds verricht. Twe.••maal gaf oen Staatsccmmissio een ontwerp. Van de zijde Arau het bedrijf werd ook heel wat licht verspreid. En meer dan één man van wetenschap en practijk gaf uit eigen initia tief zijn meening ten beste. Ook d? rochts- vormendo kracht der practijk zelf bracht reeds Areol tot stand, dat nu och tor één drin gende sanctie der Avet mist. Voor wio niet belieft er ziek aan tc storen. Lange jijd behoeft dus aan de tot-sta nd- konïing eener behoorlijke reg?ling niet be steed. Laat de Minister dit belang dus nu eens spoedig behartigen, want dat kan. Eenorzijds w-orde do bedrijfsvrijheid zooAVél mogelijk geëerbiedigd, maar aan den anderen kant misbruik onArerbiddolijk geweerd. Do „Ni eu w e Ro11or dams che Cou rant" merkt in oen artikel, getiteld Van de baan, op, dat met do beneem mg va.n den hoor C o 1 ij n dc a-erscliiltende voorstel len, Avclko ten gevolge van hc-t- aftreden van zijn ambtsAroorganger uit de begroe ting ziju gelicht- wel a-oor geruimen tijd van do baan zullen gaan. In de eerste plaats dan de arerhooging aran dc offieie.rs- traktoraenten, die immers doo-r den afgevaar digde Col ij n, hoewel niet tot do ondier toe ken aars van liet amendement behoorende, krachtig is bestreden. De lieer Colijn zegt het blad is thans zelf aan het- woord en zal weldra do bezwaren ondervinden, aan liet maken van een nieuAve pensioenregeling a-erbonden, wat Avij niét scluomen can puzzle Aim de moeilijkste soort to noemen. Spood zal daar bij ten zeerste moeten worden betracht. Do mctio-Duymacr erkende daarvan niét alleen do noodzaak, doch do ongewone teleurstel ling in het officicrskarps doet zulks gebie dende eisch zijn. Na de uiteenzettingen in „De Nie u w o Courant' aran den lieer Doorman, don chef der afdeoling Personeel aan heit Departement a'an Oorlog, ato?zen wij echter ,dat de tr a k tements hor zien mg, al dus ad or bereid, a'oor lang van de baan is. In verband liiormcdc doet zich dé ge wichtige ATaag a'oor, of de „bolaugrijkc uit gaven a'oor de doodo weermiddelen" niet de geheele positii?\rcrbetering der officieren op don ach tor grond zullen drijven. Dc reorganisatie van de borodcu artü- lerio is met het optreden van den nieuwen, bewindsman Avelhaa3t voorgoed van do baan. Immers .prijkt zijn naam onder liet amen dement, dat de botd?kcnis a'an deze reorga nisatie a-ooral ook uit een financieel oog punt nog te Aveinig a^aststaande verkLaardc, om daartoe reeds thans te besluiten. Die uitspraak bindt dezen Minister in die ma te, dat noch aan spoedig weder aanhangig maken bij do VolksArerlegenwoordiging, noch aan een .oigonmachtigo regeling van de zijde van heji legerbestuur te denken a'ait. Een toen Paul tegen Kem sprak, een paar maal de oogen bad neergeslagen, nniar nu weer bem aankeek met de uitdrukking van vol komen vertrouAven. „Je woorden hebben eeaigen twijfel bij mij doen ontstaan of ik zonder meer mijn oorspronkelijk plan wel mag volgen. Ik be loof jc in ieder geval de geheele kwestie nog eens zeer ernstig te willen overdenken en ook van' uit het oc-gpunt, van waaruit jij do zaak beschouAvt. Maar laat mij A'oorloopig met Felicitas spreken. Op éën punt geloof ik je wel gerust te kunnen stellen; wat ook in de ziel van mijn kind nog mag leven, de gedachten aan een huwelijk met Erich Francken heeft zij Aroorgoed begraven. „Ik zou zeer gehdkkig zijn, wanneer ik dat met- zekerheid zou durven hopen", anr- woorddo eenigszins gedwongen do dokter. Hij A-oelde, dat hefc gesprek hiermede een einde moesfc nemen. Zijn hoop, den presi dent in de kwestie van de erfenis te over tuigen, was zeer sterk gegroeid, maar tooh nog geen zekerheid geworden, blaar hij durfde toch verder niet aandringen bij den president, opdat deze een beslissend woord zou spreken, om niet weer to verliezen wat hij tot nu toe gewonnen had. Hij stond op en liet den president ach ter in een ongewonen twijfel. Deze zou wel blind geweest moeten zijn, om nu niet te bemerken welk een verschil van op\ratting er bestond tusschen den dokter en hem. Maar hij hield zichzelf maar voor, dat het een verschil was fcussdken beider leeftijd Hij is de beste mensch, dion ik ken; maa-r ook de bosten van nu zijn anders dan wij waren. En langzamerhand bedacht hij zioh, dat dokter Paul tooh ook gelijk kon hebben, weinig kostbaar middel om „onze weer kracht te verhoogen" is den Minister voors hands ontvallen. Welk stagnatie om niet! Zonder een enkel? tegenwerping keurde de Kamer nog onlangs op de besnoeide bagroo- ting een tweetal beraden mitraillcurs-afdec- lingen goed, aan welker waarde in br?e- den kring twijfel wordt gekoesterd, doch dé niet- duurdere reorganisatie \*an dc bereden artillerie strandt op jammerlijke Avijze. "Wij vreczen, dat dc stagnatie, dl? zich hier ge voelen doet, op Allerlei gebied zal Avorden ondcrA'onden. Het Avcrk van den oorlogs minister valt toch in belangrijke mate op organisatorisch terrein, waar ten slotte zaak kennis den omuisbaren onder grond, talent en karakter de even onmisbar? drijiveoren vormen. Dc beide laatstgenoemde eigenschap- pon bezit onze nieuwe Minister ontegen zeglijk, doch liocA'oel tijd zal niet. verloren gaan met zich in dc zaken iu te werken. Slechts tegenover de landweer-cncadrcc- ring is de nieuwe Minister niet door voor- a'fgaando onderte.?kcning A'an amendementen gobonden. Wellicht, dat de daarbij gedachte medewerking \-an hot Nederlandseh-Indische •officiorskorps hein heeft Avc-?rhouden zijn stem cr tegen bij voorbaat weg te schenken. Niet to verwachten schijnt liet echter, dat dit vraagstuk spoedig opnieuw zal Avorden aanhangig gemaakt, cn zoo zal liet mili taire jaar 1911 niet ónwaarschijnlijk ge heel onder liet reginv? van do besnoeide begrooting worden voleindigd. Dat dc her ziening van de Militiewet nu spoedig op komst zoude zijn,, zal wel-niemand meer durven hopen zelfs nog niet na de half en half geruststellende médcdcoling, uit Den Haag geworden. Zoo gaat een vol jaar verloren. In een driestar Kuj pe r-L o li man lezen wij in „H eb Centrum": „D e Standaard" en „D e N e d e r- lande r" zijn Aveer met elkander in scherpe polemiek geAvikkeld, en de tegen stander staat er glimlachend bij en volgt met onverholen belangstelling om hefc woord Schadenfreude niet te bezi gen de episoden van den strijd. De „Zutf ensche Courant altijd fel cp een politiek fortuintje en haas tig in het maken van conclusies ziet den heer L oliman al uit de coalitie treden en schrijft „De heer Lohman is niefc van plan, zich door de a.-rev. leider te laten ringeloóren, zelfs al stond de coalitie op het spel. Het zal nu tijd Avorden voor dr. Kuyper om zioli te bekeeren, en een ander „boete kleed" aan te gorden. Want anders zien Ave het nog gebeuren, dafc de heer Lohman en de zijnen de coalitie verlaten." Nu zien wij dit niet gebeuren en lijkt het ons tamelijk geringschattend voor den Keer Lohman, te veronderstellen, dat hij, op grond van een geschil met „De Standaard" en dr. Kuyper, een an dere politieke gedragslijn zou aannemen dan de tot dusver gevolgde. De strijd tusschen de anti-re'vólutiohifaire en Chrisfcelijk-historische. aanvoerders da teert trouweps.niet van vandaag of giste ren, en het verschijnsel, dat soms juist in eigen kring of tusschen bondgenoot en liet debat de scherpste wending neemt, is niet geheel ongewoon. Sinds A'ij'ftien jaren behooren de heeren Kuyper en Lohman niefc meer tot hetzelfde partijverband en in den loop dier jaren zijn heel rvat openlijke en zijdelingsche polo- miekjes gewisseld. Voor het stand houden der coalitie bleek dit geen ernstig.bezAvaar. Maar natuurlijk werd de samenwerking er ook niet" door ver sterkt, en de in druk naar buiten moest uit den aard der zaak minder o-pwekkend zijn. Eon debat in de eigen partij of met" coali» tie-vriendeh behoeft, ook al wordt hel levendig gevoerd, geen afbreuk te doen aan de goede verhouding, nuts het persoon- 1 ij k element niefc overheerschend worde. En wanneer dit laatste wël hefc geval is, wat heeft, dan eigenlijk de c o a l i t i e er mode te maken? en ongetwijfeld drongen'de opvattingen van: de-zen meer en meer tot hem door. En hefc doel den jongen man voor zijn familie ta winnen,-leek hem het offer Avel waard. Doktor Paul ontmoette bij hefc iveggaan Felicitas nog ©ven. Hij groette haar met een uitdrukking van ongeveinsde verbazing. Zij bad er nooit zoo bekoorlijk uitgezien als nu, nu zijn fantasie hem haar voor oogen too verde als rijlkro erfgename. Zij kon het niet verhinderen, dafc hij haar hand nam en dio kuste en haar tegelijk aanzag met een blik, waarin een vergiffenis vragen >vas voor zijr stoutmoedigheid. Felicitas vroeg naar den toestand va - haar vader. „Uw vader is i'olkomen goed. Ik heb mij veroorloofd hem als vriend en als dokter een raad to geven, die niet alleen in zijn, maar ook in uw belang is en waarvoor tij mij later dankbaar zal zijn." Felicitas kreeg'eerst een kleur, maar werd daarna weer kalmer. Het'soheen toch, dafc hij nu niet om haar hand gevraagd had. Maar Paul, die geloofde, dafc alle nienschen dachten zooals hij,Avas er Aran overtuigd, dafc Felicitas van het testament op de hoog te was en defc zij zijn vage toespeling vol komen begrepen had. Had hij de studeerka mer A'an den président maar half tevreden verlaten, nu was hij in veel betere stemming. Do nieuwe hofarts ging naai* hefc nieuw© slot, waar zijn consulfcatiekamer was. Het was hem een heimelijke ergernis, dat voor loopig nog alleen maar de lagere beambten en de lakeien van zijn kennis profiteerden. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 5