3 October en Volksweerbaarheid. Aambeien en aandoeningen der huid. Uit de Rechtzaal. Gemengd Nieuws. K zijn, die dan de Grondwet Rem moest waarborgen, en ook met dit belang heeft 0e Spoorwegmaatschappij niets hoege naamd te maken. Doch wat thans enkelen willen, gaat veel verder. Men bedoelt thans toch een vrijkaart, die een heel jaar door elk Ka ïnerlid vrij reizen door heel het land ver schaft. Dus ook als hij reizen gaat voor een doel, dat niets ter wereld met zijn Kamer- Edmaatschap uitstaande heeft. Zulk een vrijkaart zou zelfs gebruikt worden voor propagandatochten op verre afstanden, en Voorts voor louter pleizierreisjes. Daargelaten nu de vraag, of het reizen vqn Kamerleden in hun qualiteit la ter niet een betere regeling dan thans zal behoeven, kan er niet ernstig genoeg tegen gewaarschuwd, om toch dit vrijkaar ten stelsel bij gunst van de Maatschappijen geen ingang te doen vinden. Ook tegenover een Spoorwegmaatschap pij moet een Kamerlid volkomen vrij blij ven staan. Zooals een ander blad schreef, het van haar aan te nemen waren infra digni tatem. Het is 3 October, het is feest geweest. Schoone herinnering aan langvervlogen ja ren aan groote vaderlanders, die goed en bloed, ja leven over hadden voor hun va derland, htm stad. Groot warens die man- Hen, en groot ook het volk dat hun nage dachtenis in eere houdt. Want „het is epn groot volk dat zijn groote mannen eert." Niet groot in aantal, maar groot in zijn ge schiedenis, in zijn voorvaderen, in zijn oud- Hollandsche onverzettelijke wilskracht. ,AVaar een wil is, is een weg." Op alle terreinen deed en doet de Nederlander 2ich zoo kennen. Spreek echter over zijn weer baarheid en als met een tooverslag zinkt hem de moed in de schoenen. „Wij leven bij de gratie der groote mo gendheden," zoo heet het bij het gros onzer vaderlanders, „de een gunt ons den ander niet." Wij vrije onafhankelijke Nederlan ders zouden ons als speelbal dier groote mogendheden laten gebruiken? Want dat is het einde eener dergelijke redeneering. Ge lukkig denken niet allen op die wijze. Er bestaat nog een kem van mannen in het Nederlandsche volk, die bezield met den oud-Hollandschen geest, tot hun leuze zou den makenOverwinnen of sterven. Zij vereenigden zich nu, 10 jaar geleden, tot de vereeniging „Volksweerbaarheid." Deze vereeniging verklaarde den oorlog aan den bij ons volk ingeroesten Jan Saliegeest, en met succes. Over geheel het land be staan thans haar afdeclingen, in Leiden echter nog niet. Zijn de Leidenaars dan allen aan dien Jan Saliegeest ten prooi gevallen? De onbekendheid met het be staan en de werkwijze der vereeniging ■„•Volksweerbaarheid," zal wel de reden zijn. Wij willen trachten een en ander mede te deelen. Ongetwijfeld denken velen bij het hooren van den naam „Volksveerbaarheid", aan een troep menschen met geweren in de handen, aan soldaatje spelen onder com mando van hun generaal, die voor deze ge legenheid zijn kantoorpen en kantoorjas verwisseld heeft met een sabel en een kor te jas met veel goud. Ziedaar de caricatuur van „Volksweer baarheid," die in het hoofd van velen bestaat. Neen, niet dat is het doel van '.Wolksweerbaarheid". Het doel is het be strijden van dien Jan Saliegeest, die in bns volk gevaren is, en dien te doen plaats maken voor zelfvertrouwen, voor het ge loof, in onze nationale onafhankelijkheid; het vermogen om die te verdedigen, is haar hoogste ideaal. Die Vereeniging is daartoe in de eerste plaats werkzaam op zedelijk gebied„door het opwekken en versterken der vader landsliefde en van het nationaliteitsgevoel." Want zij weet heel wel dat niet alleen het vermogen om de wapenen te hanteeren de Overwinning medebrengt, maar dat in de eerste plaats daartoe noodig is een spon taan geloof in het recht van de zaak, waar voor men strijdt, en de besliste overtui ging te zullen overwinnen. Met leede oogen ziet zij het aan, hoe die Jan Saliegeest vooral onder ons jon geren een onverschilligheid en moedeloos heid kweekt omtrent de zaak der nationale weerbaarheid, die een volk met zulk een eigen historie, met eigen taal en zeden, 'onwaardig is. Van jongsaf moet ons volk er van doordrongen worden, dat het voor de handhaving dier groote voorrechten groote offers moet overhebben. Daarom wendt Volksweerbaarheid zich Han ook niet in de laatste plaats tot de Nederlandsche vrouwen en moeders. Door 'den grooten invloed dien zij hebben op de vorming van het kinderhart, en ook door dien, welken zij hebben op hun mannen en en broeders, is het-voor ons van groot be lang, wanneer zij tot de leden onzer Veree niging behooren. Huitne kinderen zijn niet alleen „de hope des Vaderlands," maar ook die van „Volksweerbaarheid". Ook op de onderwijzers, aan wie de kinderen later worden toevertrouwd, is onze hope geves- tigd. Moeders en onderwijzers zijn in de beweging van „Volksweerbaarheid" facto ren, die onze gedachte met reuzenschreden vooruit kunnen brengen. Na de school jaren is het werk van „Volksweerbaarheid" echter niet uit, dan tracht zij door lectuur, lezingen, muziek, zang enz. de belangstel ling gaande te houden en haar beginselen te verbreiden. De Vereeniging is echter niet alleen op zedelijk gebied werkzaam, pok practisch wenscht zij ons volk weerbaar te doen wor den door de bevordering der lichaamsoefe ning. Een gezond lichaam is een eerste ver- eischte voor een weerbaar mcnsch. Alle takken van sport die dat doel bevorderen, Urorden door haar gesteund, en de beoefe ning er van bevorderdGymnastiek-, Scherm-, Zwem-, Roei-, ja wat niet al sport- vereenigingen telt zij onder hare onderaf- Heelingen. Tot dit deel harer werkzaam heden behooren ook de jongenskampen, telken jare door haar op de heide bij Laren georganiseerd. Daar komen de jon gelui die een jaar lang de schoollucht in geademd hebben, de heerlijke frissche hei- lucht inademen onder allerlei voor het lichaam nuttige spelen, en voor den geest heilzame verkenningstochten. Ook voor het militaire deel beginnen daar reeds de eerste oefeningen onder deskundige leiding. Hier bij sluiten zich aan de schiet- en weerbaar- heidsvereenigingen van „Volksweerbaar heid." Zij vormen het militaire gedeelte; hun oefeningen worden gehouden onder deskundige leiding en hun korpsen staan onder bevel van beëedigde officieren. Geen wonder dat zulk een vereeniging allerwegen met belangstelling begroet en dat haar medewerking geboden wordt. Ik zeg allerwegen; slechts Leiden vormt een der weinige uitzonderingen. Waarom? Zijn hier geen warme vaderlanders, wier harten kloppen voor Vaderland en Konin gin, die met bezorgde harten zien naar den weerloozen toestand van Nederland? Wij vermoeden dat slechts de onbekend heid met deze vereeniging de reden is, waarom een afdeeling Leiden van „Volks weerbaarheid" niet bestaat. Ongetwijfeld zijn er ook in Leiden menschen die het ge heel met ons een zijn. Anders ware het niet mogelijk in het 3-October-lied te zin gen: •„Want mocht het eens gebeuren," „Komt Leiden in gevaar" „Dan zullen wij ook strijden" „Wij staan er steeds voor klaar." Hoofddoel van dit schrijven is: de Lei denaars die het bovenstaande van harte zingen, en dus in. onze gelederen behoo ren, uit te noodigen tot vorming eener afdeeling Leiden van „Volksweerbaar heid." Wie daartoe geneigd zijn, worden ver zocht hun namen op te geven aan HERMAN H. J. v. LUMMEL. Hoogewoerd, No. 84. Leiden, 22 December 19X0. Gemeenteraad van Oudslioorn. Voorzitter de burgemeester. Aanwezig alle leden. Mededeeling geschiedt o.a. van een adres van Dehlinger, om voor de Secretarie een schrijfmachine aan te schaffen, hetgeen voor kennisgeving wordt aangenomen. Een adres van den Bond van Gemeente ambtenaren inzake regeling borgtocht ge meente-ontvanger, wordt als ongezegeld ter zijde gelegd. Wordt besloten een gedeelte van het raadhuis voor 1911 te verhuren aan G. Wal green voor f 125. Wordt benoemd tot gemeente-geneesheer- vaccinateur de heer W. van der Sluys, arts, alhier. Aan de orde wordt gesteld de benoeming van een lid van het Algemeen Armbestuur, waarvoor een voordracht inkwam en waar op waren geplaatst de heeren C. Pannevis en L. Swai-t. De heer Van der Kloot Meyburg zou er voor zijn over te gaan tot deze benoeming en in verband met een vraag van den heer De Rooy in de December-vergadering van bet vorig jaar even willen opmerken, dat volgens het reglement voor het Armbestuur de stemmen, welke buiten de voordracht om worden uitgebracht, van onwaarde te verklaren, en zulks in verband met de be woordingen van art. 3 van genoemd regle ment. Wil de Raad de benoeming zonder Toordraoht of het recht om buiten de voor dracht te stemmen, dan zal hij eerst ge bruik moeten maken van het recht, hem verleend bij art. 21 van het reglement, om art. 3 te veranderen. Zoolang dit niet is geschied, staat het bij hem vast, dat de keu zo beperkt blijft tot de personen, op de voor dracht vermeld. De heer De Rooy wenscht zijn afkeuring uit te spreken over de eenzijdigheid, waar mede tot nog toe deze voordracht is opge maakt; waardoor steeds personen van één richting zijn gekozen en anderen opzette lijk zijn buitengesloten. Hij had gehoopt, dat men met de.'o gewoonte had gebroken, nadat bet vorige jaar twee leden bijwijze van protest buiten de voordracht om stem den. Wederom ziet hij ach genoodzaakt, bui ten de voordracht om te stemmen, nu deze weer op dezelfde eenzijdige wijze is sa mengesteld. Gaarne had hij tot de benoe ming van den heer Pannevis medegewerkt, omdat het hier allerminst gaat om zijn persoon, wanneer men maar blijk had ge geven met de tot nog toe gevolgde z.i. on billijke gewoonte te willen breken. De heer Van den Berg verschilt in ziens wijze met den heer Van dor Kloot Mey burg, omdat in het reglement, niet staat, dat uit de voordracht een benoeming moet worden gedaan, en vindt hierin steun in een uitspraak van Ged. Staten, vermeld in Prov. Blad No. 17 van 1903. Persoonlijk is de Voorzitter van opinie, dat de benoeming zich beperkt tot de op de voordracht vermelde personen. De heer Clant wenscht niet over personen te spreken, alleen over de bewoordingen van het reglement, waaromtrent de Commissaris der Koningin van oordeel was, dat niet bui ten do voordracht mooht worden gestemd; had dit in de bedoeling gelegen, men had van aanbeveling gesproken. De heer Pannevis vindt, dat de Raad zich aan het reglement behoort te houden. Waar belandt men, als maar steeds wijziging wordt voorgesteld, terwijl men de meeuing is toegedaan, dat het goed werkt? De heer Do Rooy vindt, dat wij in de zelfde omstandigheid verkeeren als het vo rig jaar. Toen was de Vooratter van oor deel, dat de voordracht niet bindend was. Echter laat het reglement aan duidelijk heid te wenschen over; sprak dit van „ten einde daaruit een benoeming te doen", de kwestie ware opgelost- De Voorzitter deelt mede zich ten vorigen jare niet in de kwestie te hebben ingewerkt en moet thans op zijn zienswijze terugko men. De heer Van Voorthuysen stelt voor den heer I'annevis met algemeene stemmen te benoemen. De heer Van den Berg denkt niet, dat Ged. Staten de in 1903 gedane uitspraak zullen herroepen, waarop de heer Clant me dedeelt, dat hij het rationeel vindt, dat de Raad uitmaakt hoe in dezo te handelen. De Voorzitter stelt voor het voorstel-Voort huysen in behandeling te nemen. Hiertegen verklaart zich de heer De Rooy. De heer Van den Berg is van oordeel, dat de heer Pannevis niet aan do discussies mag deelnemen, op grond van art. 46 der Gemeentewet, waarna de beer Van der Kloot Meyburg er zich voor verklaart, dot do Raad zich eerst uitspreko of het hier een voordracht dan wel een aanbeveling geldt. Do Voorzitter is van oordeel, dat, neemt de heer Pannevis aan de beraadslagingen en stemmingen deel, vernietiging van het Raadsbesluit zal kunnen worden aange vraagd. Hij wenscht thans tot stemming over te gaan, waarop de heer Van der Kloot Mey burg, gesteund door den heer Clant nog voorstelt de stemmen buiten de voordracht nietig te verklaren, waarop de heer Van den Berg vraagt of de verkiezende partij recht van beroep heeft, hetgeen door den Voorzitter bevestigend wordt beantwoord. Voor dit voorstel verklaren zich drie le den, drie er tegen. Tegen de heeren v. d. Berg, Hoogcndijk en De Rooy. De heer v. d. Berg is van oordeel, dat door aanneming van het voorstel-v. d. Kloot Meyburg art. 3 van het reglement ge wijzigd zal worden. De heer De Rooy merkt op, dat de aanvulling van den heer Clant op het voorstel-v. d. Kloot Meyburg is te beschouwen ais een tweede voorstel en is het met den heer v. d.Berg .eens, dat daar door het reglement zal worden gewijzigd. De heer Clant gaat alleen af op de inter pretatie, die aan art. 3 behoort te worden gegeven; maar het ligt niet in zijn bedoeling door een handigheid iets te bereiken, en vindt dan ook het door den heer De Rooy opgemerkte een beleediging. De Voorzitter gelooft, dat dit niet in do bedoeling van den heer De Rooy heeft ge legen, die daarvan de verzekering geeft, waarna de heer Clant zijn woorden terug neemt. De heer v. d. Kloot Meyburg deelt mede, dat de bedoeling van deze stemming is ge weest hoe art. 3 van het reglement moet worden opgevat, waarop de Voorzitter me dedeelt, dat dezo uitslag niet is los te ma- kon van de ingediende voordracht. De heer Pannevis is van gevoelen, aan de stemming te mogen deelnemen enstemt voor het voorstel. De Voorzitter zegt, dat nu de heer Pannevisten onrechte aan de stemming heeft deelgenomen, er kans bestaat, dat het besluit vernietigd wordt als strijdig met de wet. Do heer v. d. Berg wijst op art-. 46 der Gemeentewet, op grond van welk artikel de heer Pannevis zich, van medestemmen had behooren te onthouden. De Voorzitter constateert, dat het voor stel met 4 tegen 3 stemmen is aangenomen, en voegt er aan toe, dat de partij, die zich verongelijkt gevoelt, in beroep kan komen. Daarna stelt de heer v. d. Berg voor deze aangelegenheid verder in comité-generaal te behandelen, waartoe wordt besloten. Na heropening van de zitting stelt de Voorzitter voor in 1911 over te gaan tot re glementswijziging, in dien geest, dat men niet meer aan de voordracht zal gebonden zijn. Alvorens tot benoeming over te gaan, pro testeert de heer v. d. Berg tegen het zoo even genomen besluit. Uit de stemming blijkt, dat zijn uitge bracht op de heeren C. Pannevis 4 stemmen, A. Verduyn 2 stemmen, en 1 stem blanco. Zoodat is benoemd de heer Pannevis, die verklaart de benoeming aan tc nemen. Alvorens over tc gaan in oomité-generaal voor de behandeling van het suppletoir ko hier van den Hoofdelijken Omslag, wijst de heer Hoogendijk er op, dat een gedeelte van het pad in de Ridderbuurt aan den Mo. lenvliet is verzakt. De Voorzitter zegt voor ziening toe. UKCLAJIES, 7493 30 h 40 Cents per regel. Yele menschen zijn aangedaan, met aam- heien en wanneer zij van tijd tot tijd ver- schrikkelijlk daardoor lijden, komt dit door dat zij twee vergissingen maken: lo. omdat zij hun kwaal niet als ernstig beschouwen en 2o. omdat zij denken, dat er voor hen geen genezing mogelijk is. Hun kwaal is eras tig, omdat zij een zeer slechten invloed uitoefent op het humeur van den lijder, hem soms krankzinnig maakt door de onbedaarlijke jeuking en pijn, en bij verwaarloozing zich steeds kan uitbrei den en mettertijd een operatie noodzakelijk maakt. Genezing is mogelijk door toepassing van Fosters Zalf, het geneesmiddel bij uitne mendheid. Reeds de eerste aanwending brengt verzachting en doet weldadig aan. Foster's Zalf is een speciaal geneesmid del voor aambeien en alle jeukende huid ziekten, als: eczeem, gordeluitslag, roos, winterhanden en -voeten, huiduitslag, enz. Zij is te Leiden verkrijgbaar bij dé heeren D. M. Kmisinga, Nieuwe R-ijn 33; Reijst Krak, Steenstraat 41en bij D. W. F. F. de Waal, Mare 56. Toezending geschiedt franco na ontvangst van postwissel k f 1.75 voor één, of f 10 voor zes doozen. Een doortrapte r ij wie ld ie f Voor de 4de Kamer 'der rechtbank te Amsterdam, heeft gisteren terechtgestaan een 24-jarige „koopman," vroeger kellner, die na legio vonnissen wegens allerlei ver- mogensmisdrijven te hebben ondergaan, zijn zinnen bleek te hebben gezet op fiets- diefstal en de Keizers- en de Heerengracht had gekozen als terrein van zijn werkzaam heid. Hij had zich wegens niet minder dan zeven diefstallen te verantwoorden. Het O. M. vorderde tegen bekl. 2 jaar gevangenisstraf. Mr. Lcvenboch, de verdediger van bekl., bepaalde zich tot het inroepen van cle mentie. Valschheid in geschrifte. De 4de kamer derzelfde Rechtbank heeft gisteren veroordeeld tot een jaar gevange nisstraf den 48-jarigen handelsreiziger H. A. H„ wegens valschheid in geschrifte. Als sub-agent van de Alg. Spaarverzekering in Den Haag had hij aan het bijkantoor dezer instelling te Amsterdam zeven in- schrijvingsbiljetten met gefingeerde onder- teekeningen ingeleverd als echt en onver- valscht en een deel der provisie deswege zich laten uitbetalen. Centrale Raad van Beroep. (Ongevallenverzekering). In de gisteren te Utrecht gehouden open bare terechtzitting heeft de uitspraak plaats gehad o. a. in de volgende zaken: Hooger beroep van E. v. d. W., te Hille- gom, tegen 2 uitspraken van den Raad van Beroep te Haarlem, houdende bevestiging van 2 beslissingen der Rijksverzekerings bank, waarbij hem voorloopig is toegekend ingaande 25 April 1910 een rente van f 0.82 en ingaande 30 Mei 1910 een rente van f 0.4l per werkdag, zijnde respectievelijk 35 pCt. en 171 pCt. van zijn dagloon, ter zake van een ongeval, ten gevolge waarvan hij heeft bekomen contusie van de rechterhand met fractuur van het 5de metaarpale. De Centrale Raad bevestigde beide uitspraken, zij h'et op eenigszins andere gronden. De Renkumscbe moordzaak komt 12 Jan. voor het Hof te Arnhem. Gedagvaard is slechts de rechter-eommissaris. Het Hof te Arnhem deed gisteren uitspraak in de zaak Curatoren der Amhemsche Bank- vereeniging tegen dr. Greeve. Het Hof nam aan, dat de geleden schade bestond in de waarde van de verduisterde effecten op den dag van het faillissement en benoemde des kundigen om de waarde van dezo effecten op dit tijdstip vast te stellen. Tubh'ergsche politiezaak. Hef gerechtshof te Arnhem heeft giste ren het vonnis der Almeloosch'e rechtbank in zake de Tubbergsche politiezaak beves tigd, doch vond de opgelegde straf te zwaar, overwegende, dat beklaagden, de gemeenteveldwachters H. en K., zijn van zeer goed gedrag, dat zij hun functie goed hebben vervuld, en dat hun optreden een uitvloeisel was van overdreven ambtsijver. Het hof veroordeelde ieder tof f 30 boete, subs'. 15 dagen hechtenis. Mishandeling. Het' gerechtshof te Lbeuwardeti heeft gisteren het vonnis der rechtbank te Assen, waarbij deze den 21-jarigen boerenknecht L. v. d. B., te Stapel, gemeente De Wijk, wegens mishandeling van Hendrikje Dek ker, veroordeelde t ot twee jaar gevangenis straf, vernietigd, het feit gequalificeerd als doodslag en beklaagde veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf, met aftrek der preventieve hechtenis. De grootste en de kleinste mensclt der wereld. In het Berlijnsche Passage-panopticum wordt nu de 26-jarig© reus Jozef Dussorc vertoond, die niet minder dan 2 M. 58 c.M. lengte heeft. Naast hem staat in alle klein heid, welke best uitkomt, de dwerg Atom. Menmeldfcons uit Amsterdam: Naar een bestuurslid van de „Amsterdam- sche Coöperatieve Keuken'' in de Huide- koperstraat ons mededeelde, gaat zoowel Ret koken van het eten, als het rondbrengen der bussen zijn gewonen gang. De staken- den zijn door anderen vervangen. De bezor ging geschiedt door politie-begeleide. Dat dit wel noodzakelijk is, bleek gisteravond toen een kok, die geen bescherming wilde, in het Vondelpark door stakers mishandeld werd. Er zijn eenige ledenverbruikers vafl „A. C. K." die per manifest een ledenver-; gade ring op touw willen zetten, om tegen het bestuur te age eren, doch naar men; ons mededeelde sympathiseert het groot»; ste deel der verbruikers met de htoudingj door het bestuur by deze staking aange-f nomen. Vaneenonheil voorspellend profeetVan verschillende zijden ont ving het „Rott. Nbl." beriohten, dat in' Rotterdam een profeet is opgestaan, die met' fanatieke overtuiging aan allen, die het hooren willen, onheilen voorspelt, onheilen,; die de hemel over de zondige aarde zal uit storten en die reeds verschrikking bij som mige liehtgeloovige menschen heeft teweeg gebracht, die nu angstig in hun huizen bij eenzitten, afwachtend het uur van hun-* dood, die gepaard zal gaan met den gehee- len ondergang der wereld. 't Moet een man zijn, die met zijn be geesterend woord de goe-gemeente influen- ceert en biologeert, een Gods Woord ver klarend „apostel", dio preekt met een fa natisme aan waanzin grenzend. Zoo het blad de berichten moge gelooven, dan moet do waarzin dezen man aangegrepen hebben, zooals indertijd de waanzin een troepje fanatieken in de gemeente Appeltern over viel en wel in zulk een mate, dafc zij een hunner broeders „offerden", door hem te vermoorden met een cynisme misdadiger» eigen. Zijn predikatie doet onwillekeurig denken aan hetgeen, de vorig© week in Al- meloo is geschied, waar een troepje dwe pers als een onomstootelijke waairheid had aangenomen, dat een der „zusters" (moe der van zes kinderen en kerngezond) op den Eersten Kerstdag zou sterven, omdat de Heere dat wilde. En de vrouw heeft in deze uitspraak berust, zoomede haar echt-t genoot en kinderen, onder welke laatste, een meisje van 16 jaren haar diensije op zegde, omdat zij zich het huishouden harer moeder in enkele dagen wilde aanleeren,; omdat moeder 25 December a.s. toch zou sterven. Gelukkig zijn twee van deze men schen vanwège de justitie onderzocht, met het gevolg, dat ze reeds in een krankzinni gengesticht vertoeven. Nog heden ten dage houdt de politie 6cherp toezicht, omdat men „offeranden" vreest, gelijkstaande met wreedaardige moordpartijen. Dat dergelijke dingen voorkomen in plaatsjes als Aimeloo en Appeltern is hoe wel diep te betreuren, nog eenigszins aan nemelijk, zegt het „R. N.", omdat het ge voel van godsdienst daar dieper zit inge drongen dan bij de stedelingen voor een ze ker deel. Hoe kan het echter bestaan, dat in onze verlichte eeuw, in een stad van meer dan 400,000 inwoners als Rotterdam, te midden van het internationale verkeer gelegen en overvol van allerlei elementen en stroomin gen, een man durft prediken dat God over enkele dagen de wereld zal tuchtigen, de menschheid zal vernietigen, behalve diege nen, die zich rond hem scharen en hem steunen, zoowel moreel als geestelijk, dus met geld of gebed, het éérste het liefste1., Want de kracht en den gloed om te bidden heeft deze profeet van niemand noodig. Hij bidt, hij bezweert, hij profeteert, zooals men kan lezen, hoe profeten dat deden, waarvan, de H. Schrift gewag maakt.' Die man moet met godsdienstwaanzin ge^ slagen zijn, maar niettemin moet hij zijn' woorden zoo'n schijn mn waarheid kunnen geven, dat daardoor reeds slachtoffers ge maakt zijn. Men meldt uit Maastri oh t: Gisternacht is overleden de landbouwer Deckers, die verleden Vrijdagavond levens- gevaarlijk werd gestoken te Oud-Vroenho- ven. De gearresteerde, cetn buurman van heil slachtoffer, die verdacht wordt de dader te zijn, blijft steeds ontkennen, ook nadat hij Donderdag voor het sterfbed werd gebracht., Ken Christelijk Tehuis. Onlangs werd medegedeeld, dat het voor nemen bestond tot opening van een Cristè- lijk Tehuis te Bloemendaal voor bejaards heeren of voor bejaarde gehuwde lieden uit den deftigen stand. Thans kan men mededeelen, dat do O-pening daarvan ongeveer begin Juni van het volgende jaar zal plaats hebben door dén heer K. Koopman, wiens tegenwoordig adres is: Zuider-Stationsweg te Bloemen daal. Deze instelling wordt aanbevolen door dr. S. H. Brongescher, Bloemendaal, dr. C. J. C. Burkens, Heemstede, prof. dr. A. J. Th. Jonker, Heerde; dr. J. A. van Leeu wen, Bloemendaal; prof. dr. Van "VValsecn, Bloemendaal, en J. L. Zegens, Heemstede.. Opleiding van onderwijzers. Het bedrag der Rijksbijdragen, die aan gemeentelijke en aan bijzondere normaal lessen en aan hoofden van scholen zullen' worden verleend voor elk van de door he^ in den loop van 1911 ter opleiding tot on-, derwijzer aangenomen personen, nadat de zen in den loop van 1913 of later de akte,- bedoeld in art. 77 onder a, der wet int regeling van het lager onderwijs zul* D hebben verkregen, is bij Kon. besluit vf jt- gesteld als volgt: lo. voor hen die bij gemeentelijke of bij zondere normaallessen zijn opgeleid: a. gedurende ten minste twee jaren 350 gulden; b. gedurende ten minste drie jaren 526 gulden; e. gedurende ten minste vier jaren TC gulden; 2o. voor hen die door hoofden van scho len zijn opgeleid: a. gedurende ten minste twee jaren 2< gulden; b. gedurende ten minste drie jaren 25* gulden; c. gedurende ten minste vier jaren gulden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 6