Ingezonden.
Uit Voorhout.
Ooriogsbegrooting 1912.
Aan de Memorie van Antwoord van den
ininister op het afdeelingsverslag is nog
het volgende ontleend
De voorgenomen maatregel om oenige ver
betering te brengen in den tragen gang dor
promotie bij de artillerie draagt eon tij
delijk karakter.
Bij de reorganisatie der veldartillerie geldt
het een verhooging van de strijd waarde van
de bereden artillerie, welke een uitbreiding
der bevelvoering noodzakelijk maakt.
Er is op gerekend, dat over het jaar 1911
gemiddeld ongeveer 20,000 man gedurende
14 dagen meer voor herhalingsoefeningen
onder de wapenen zullen komen dan in
1910.
Voor het dienstjaar 1911 wordt gerekend
op de aanstelling van pl.m. 110 vaandrigs
en kornetten.
De kazernes waarin dc gasverlichting ge
heel of gedeeltelijk zal worden verbeterd
fcijn die te Gorkum, Utrecht, Delft, Lei
den, Schoonhoven, Haarlem, Bergen-op.Zoom,
Breda, 's-Hertogenbosch, Amersfoort, Arn-
en' Assen. Volgend jaar zal woei' circa
f 11,000 voor dat doel worden uitgetrokken.
Het ligt op grond van de genomen proe
ven in de Oranje- en Frederikskazernes te
VGravenkagc met vervanging der vleermuis-
branders door gasgloeilichtbranders in het
doornemen dezelfde wijziging aan te bren
gen in alle kazernes, waai* nog geen gloei
kousjes aanwezig zijn.
Naai* aanleiding van de vraag nopens de
nieuwe schietmethode morkt de Minister op,
dat de dienaangaande door de commandan
ten der infanteriekerpsen uitgebrachte rap
porten hebben doen zien, dat die methode
van schietopleiding, zooals zij is neerge
legd in het schietvoorschiift infanterie 1903,
Üoofr de. groote meerderheid der "rapporteurs
wordt afgekeurd, al heeft zij ook hare goede
zijde getoond. Aan den inspecteur der infan
terie is thans 'opgedragen om, met behoud
van dit goede, een nieuw schietvoorschrifti
ivoor de infanterie samen te stellen.
In verband met de gevraagde inlichtin
gen ten aanzien van het tweeploegenstelsel,
heeft de Minister nauwkeurig aanteekening
doen houden van de afwezigen van de na-
jaarslichtimg 1909. Het resultaat was, dat
na vertrek van de eerste ploeg van het
blijvend gedeelte 1909 liet gemiddeld per
centage absenten van Februari tot en met
Juni varieerde van 46 tot 58 pCt., terwijl
ook ten aanzien van de lichting 1910 een
dergelijk resultaat waarneembaar is. Het ge
volg van een en ander is, dat voor de
miliciens-achtmaanders de geregelde, d.i. de
onafgebroken opleiding wordt teruggebracht
tot 4 maanden.
Ook werkt bovenbedoelde omstandigheid
ongunstig in dien zin dat de gelegenheid
voor de aanvoerders om zich te bekwamen
in dc aanvoering van eenigszins starke af-
deelingen, zeer wordt beperkt. Nog meer
dere voorbeelden somt do Minister op ten
nadere betooge dat de proef met het twee
ploegenstelsel, al heeft dat inderdaad ver
lichting gebracht van den persoonlijken druk,
aangetoond heeft dat het stolsel in den
ïmidigen vorm op den duur geen gewenschte
oplossing zou zijn, en dan ook slechts een
noodmaatregel vormt, in afwachting eener
definitieve regeling. Met het oog op do to
verwachten spoedige indiening der Militie-
wet, welke, naar de Minister vertrouwt, ook
ten deze verbetering zal brengen, acht de
Minister het ongewenscht thans weder terug
te keeren tot den toestand van voor 1908.
Door den Minister is een commissie aan
gewezen om het vraagstuk der infanterio-
bepakking in zijn geheel te bestudeeren.
In afwachting van haar rapport en voor
etellen, zal de Minister thans niet spreken
over dc kwestie van ransel of knapzak.
En wat het sterktecijfer cn wat het ge
halte aangaat is er vooruitgang bij de tegen
woordige wijze van werving van vrijwilli
gers. Ook ten opzichte van de vorming van
het kader zijn er, als gevolg van de nieuwo
regeling, teekenen die voor de toekomst goeds
beloven.
Breedvoerig verdedigt de Minister de voor
gestelde wijziging van het bezoldigingsstclsel
van de vrijwillig dienende onderofficieren
en soldaten, waardoor bezuiniging en ver
eenvoudiging in de administratie zal wor
den bereikt. Slechts in liet overgangsjaar,
dus voor éénmaal, zal de nieuwe regeling
meerdere -eischen aan de schatkist stellen.
Met de nieuwe bepalingen betreffende de
soldijregeling en, als daarmede samenhan
gende van dc bevordering, is het "beoogde
doel: verbetering van de rechtspositie van
bet. kader, bereikt.
De Minister moet bezwaar maken tegen
Jeen voorloopig terugnemen van do met de
'afschaffing van den fouriersrang verband
houdende wijzigingen.
Breedvoerig verstrekt de Minister inlich
tingen over de beweerde uitlatingen van
den luitenant Nolthenius tegenover Roomsch-
Katholicke miliciens.
Vermits de Minister geheel instemde met
dc wijze, waarop deze zaak is afgedaan,
heeft hij daarvan den korpscommandant me-
dedeeling gedaan en dozen opgedragen, den
luitenant Nolthenius namens hem een be
merking te doen toekomen.
Ten slotte werd voornoemden korpscom
mandant opgedragen overeenkomstig zijn ad
vies den milicien De Groof, namens den
Minister, als antwoord op zijn request aan
den Minister, te doen kennen, dat het ge
houden onderzoek duidelijk heeft aangetoond,
dat zijn klacht overdreven is in een mate,
die de grenzen van onjuistheid en onwaar
heid nadert, zoo niet overschrijdt, onder
opmerking, dat, vc-or zoover ten deze voor
een klacht aanleiding heeft bestaan, door
den Minister aan het gebeurde de noodige
aandacht is geschonken.
De Groof heeft hierop bij' schrijven ge-
antwoord, dat hij zich het recht voorbe
houdt hierop te zijner tijd en plaats terug
te komen, aan den inhoud van welks schrij
ven geen vei1 der gevolg is gegeven.
Het bericht omtrent het door een kapi
tein der 2de afdeding van het 1ste regi
ment veldartillerie te Amersfoort collectief
onthouden van gunsten naar aanleiding van
beschadiging van vuurmonden in het Lek-
aceès, is juist, cn de Minister keurt de han
delwijze van den kapitein geel.
Een voorstel om vergoeding van reiskos
ten toe te kennen of vrij vervoer aan mili
tairen die met verlof het garnizoen wrla-
ten, kan de Mïr.Hter mét doen.
De aanwezigheid van Nederlandscho sol
daten ter bewaking van het Nederlandscho
Paviljoen te Braasel verdedigt de Minister
als een gebruik dat ook in andere landen
bestaat.
Het geval van den tijdelijk gepensioneer
den soldaat, die in Den Haag in uniform
rondliep en weigerde het eeresaluut te bren
gen, staat niet op zichzelf. Met den Mi
nister van Justitac wordt' overleg gepleegd
omtrent te treffen maatregelen ten einde
in den vervolge dergelijke voor de krijgs
tucht schadelijke voorvallen te voorkomen.
De Minister wil niet door thans positie
verbetering voor te stellen voor het per
soneel der kleedennakerijen, vooruitloopen
op den arbeid der desbetreffende Staats
commissie.
Uitvoering voor ,,ScIiooIkinder-
voeding."
Het bestuur van Schoolkindervoeding"
staat wederom gereed om aanvankelijk aan
pl.m. 500 kinderen voor scholen van onver-
mogenden, vier malen per week een warm
maal voedsel te verstrekken; hoe gaarne
deed het dit alle schooldagen, want noodig
is het; om dat te kunnen volbrengen tot on
geveer half Maart a.s. is geld noodig, ja
veel geld zelfs, en het bestuur is vol goe
den moed begonnen, want het vertrouwt op
financfeelen steun in ruime mate. Dien steun
heeft ;t steeds genoten en deze zal ook nu
iniet worden onthouden, daarvan ia bet
overtuigd.
Het is daarom zeer prijzenswaardig dat
een hoewel nog-jonge Vereeniging het plan
heeft opgevat in den loop dezer maand,
ten behoeve van onze Vereeniging een uit
voering te geven in den Schouwburg. De
Leidsche Operette-Vereeniging Offenbach"
heeft zich voorgenomen op Woensdag 28
dezer op te voeren „Franchemont de mars
kramer" operette in drie bedrijven, tekst
en muziek van Mart. Schuil. Dit stuk, in
een 40-tal plaatsen opgevoerd voor volle
zalen en waarvan door de pers zeer waa-r-
decrende recensies zijn gegeven heeft de
strekking: zooals we lezen in een levens
schets over Mart. Schuil, door J. C. Hol.
De handeling van Franchemont verplaatst
ons in den Elzas; hetgeen tot bekoorlijke
bocrinnetafereeltjes aanleiding geeft. De
marskramer, naar wien 't stuk is genoemd,
wil zijn zoon doen trouwen met de pleeg
dochter eener boerin. Deze stribbelen beiden
tegen, zooals in opgedrongen liefdeszaken
meestal gebeurt, omdat ze beiden een ander
liefhebben. Als nu blijkt dat de pleegdoch
ter juist het onbekende meisje is, dat Fran-
chemont's zoon slechts éénmaal had ont
moet en aanstonds lief kreeg, dan houdt
alle tegenkanting op en komt alles in orde.
Deze eenvoudige intrige, waarvan de ont-
knooping wat korter en geleidelijker had
kunnen zijn, geeft aanleiding tot alleraar
digste, opgewekte tooneeltjes, waarvan va
der Michot, de oud-gediende, die onder-
Napoleon I zijn strepen verdiende, het mid
delpunt vormt."
Dezer dagen zal de gelegenheid worden
geboden om plaatsen te nemen voor deze
uitvoering, en het bestuur van Schoolkin
dervoeding" hoopt, dat er een ruim gebruik
van zal worden gemaakt. De Schouwburg
moet zijn uitverkocht.
„Offenbach" zal alles doen om de uitvoe
ring schitterend te doen slagen, daar kan
men zich van overtuigd houden. Laat de be
langstelling van de zijde der ingezetenen
niet ontbreken, want zoo ooit dan woidt
hier bet aangename met het nuttige ver-
eenigd.
A. I. WITMANS Mzn.,
Yoorz. jjSchoolkindervoeding,"
8 December 1910.
Geachte Redactie I
Verzoeke beleefd plaatsing voor onder
staande in uw veelgelezen blad; by voorbaat
mtjn dank.
Gaarne dan wilde ik nog eens, ik geloof,
dat het reeds meer gedaan is, de aandacht
der bevoegde autoriteiten vestigen op een
zekere persoonlijkheid bier ter stede, welke
er eene eer in schoot te stellen, het record
te slaan, in het luid uitkramen van schunnige
praat, op de openbare straat.
Ik geloof, dat wel elk Leidenaar reeds zal
begrepen hebben wien ik bedoel. Het is n.l.
de persoon, welke men hoort naschreeuwen,
onder den naam Pietje", een gewezen bak
kersknecht.
Werkelijk treurig is het, dak men een der
gelijk personage vry over straat laat loopeD,
tot verderf van alle kinderen, en tot ergernis
van volwassenen.
"Waariyk. behoeft onze tegenwoordige jeugd
dergelijke leermeesters in de zedeloosheid niet
meer, daar ztJ zonder dezulken, reeds vroeg
genoeg w\js zfjn.
Nu kan men zeggen; die man wordt oud
en bijgevolg kindsch of dergelijke ver
ontschuldigingen meer; dat neemt niet weg, dat
bet gevaar voor de jeugd er even groot om
is, en daarom geloof ik te mogen beweren,
dat ieder weldenkond ouder, het zal toe«
juichen, iDdlen maatregelen genomen worden,
dat deze persoon van do straat verwijderd
wordt.
Ten laatste tegen mogelijke verdedigers
van bedoeld persoon nog dit:
De reden dat de kinderen hem op straat
uitjouwen is niet de zucht naar kwaad doon,
doch geheel en al de schuld van „Plet" zelf.
Wanneer „Piet" svenals zoovele anders
oude mswesbefi rustig *yn weg ging, en zijne
praatjes voor zich hield, dan ben ik er van
overtuigd, dat de jeugd ook dezen man
best met rust zou laten.
Met beleefden dank voor de plaatsing,
Hoogachtend,
M. d. H.
Leiden, 8 Dec. 1910.
Mijnheer de P.eiacteur!
Wilt u zoo goed zijn onderstaande een
plaatsje te veileenen in uw geacht blad. By
voorbaat m\jn dank.
Toen ik d.d. 16 Oct. 1910 een stukj* plaatste
betreffende de verhooging der brugwachteis-
bezddigmg, bemerkte ik tot genoegen, dat
er in den raad eenige mannen waren, die dit
onderweip ter tafel brachten, en bot antwoord
daarop was, dat 13. en Ws. het in over
weging zouden nemen.
In Uw blad van 5 Dec. vindt ik nu een
verzoekschrift der Vereeniging van brug
wachters, waarin zy don Gemeenteraad be
leefd verzoeken om verbetering van salaris,
en zal dit echter als eene kleine herinnoiing
dienen aan het destijds besprokene.
Het ia te hopsD, dat 13. en Ws. nu spoedig
met een voorstel te berde komen, hetwelk doel
treffend is, en wanneer dit gebeurt vóór 1
Januari 1911 en de Raad neemt het voorstel
aan, dan geloof ik dal do Brugwachters het
jaar 1911 met vreugde zullen tegemoet zien,
en elkaar van harte een gelukkig Nieuwjaar
zullen wenechen, hetwelk ik bun nu reeds do#.
En als dan tevens do havenrechercheurs
ook herdacht werden, dan zou men nog eens
kunnen zeggen: Onze Geinoentersad is eonig
in z^n soort.
U., M. de R., nogmaals dankend, teekent
Hoogachtend
Uw abonnó ET.
Lelden, 8 December 1910.
't Is al heel wat jaren"geleÜén^dat'de
echtgenoote van een zeer geacht ingezetene,
alhier, het initiatief nam tot heb oprichten
van een Vereeniging, die terecht den naam
kreeg van „Weldadigheid". Mevrouw Van
D. zocht en verkreeg steun van tal van ge
goede ingezetenen voor de financieele rege
ling; hulp voor het werkdadige gedeelte,
waaraan die Vereeniging behoefte had. van
jonge meisjes.
Het doel dier Vereemging was de benoo-
digde stoffen te koopen voor kleedingstuk-
ken voor on- en minvermogende dorpelin
gen; welke kleeren door jonge meisjes, on
der leiding van mevrouw Van D. werden
gemaakt, en jaarlijks aan verschillende ge
zinnen uitgereikt, op St.-Nicolaasavond.
Dat dit werk niet enkel de belangstelling
had van de profiteerenden, bleek uit de
milde bijdragen, welke inkwamen, en uit den
ijver, door de nijvere helpsters betoond met
week aan week, een geheel jaar lang, onder
toezicht en leiding van de presidente, een
middag of langer zich beschikbaar te stel
len voor de werkzaamheden, welke de ver
vaardiging dier kleedingstukken eischte.
Niet ten onrechte weixl de vrees wel eens
uitgesproken: Wie zal, als, door omstandig
heden gedwongen, de oprichtster eens haar
taak zal moeten neerleggen, haar vervan
gen? Wie zal, zoo vroeg men, daarvoor tijd
en geschiktheid hebben, en zulk een tact,
om die zaak te leiden?
En toch, wat haast niet mogelijk scheen:
een goede oplossing is verkregen.
Juist toen de geachte presidente, om
meer dan één reden, haar taak meende te
moeten neerleggen, kwamen de Eerw. Zus
ters het Gesticht betrekken, en begonnen,
het geplante boompje te koesteren en te
verzorgen, wat „Weldadigheid" wèl deed
en nog meer deed groeien. Zóó was men er
van overtuigd, dat deze Stichting niet met
het heengaan Van de oprichtster moest ten
gronde gaan, dat zoo mogelijk nog ruimer
de giften inkwamen, hetgeen met de uit
breiding der bevolking ook noodig was, om
niet tot inkrimping der gaven te moeten
overgaan. En zoo kwam hot, dat ook dit
jaar weer menig gezin drie, vier of meer
degelijke kleedingstukken rijker werd, en
het bestaan van de Vereeniging als een
weldaad bleef roemen.
Dit jaar werden bovendien de kinderen
nog bedacht mét fraaie opzetprenten, die
voor een gedeelte, hoorde ik zeggen, „huis-
vlijt-artikelen" waren van studenten van
„Hageveld."
Wij zouden voor haar een woord van lof
willen neerschrijven voor die Zusters en de
trouwe helpsters, wisten wij niet, dat haar
genoegdoening te over is, dat zij het let
van menig zorgvol gezin verzacht hebben,
menig gezin een gelukkig Sint-Nieolaas-
fcest hebben bezorgd, zoovele blijde
kindergezichten om .zich heen gezien hebben.
Het doet don milddadigien gever of geef
ster zoo goed, de kleine gasten huiswaarts
te zien gaan met pakjes kleeren, bijna niet
te omspannen met de kleine armpjes;
heusch een vracht voor zoo'n kleine.
Ik heb wel eens ervaren op andere plaat
sen, dat, als de gemeente op elk ander ge
bied vooruitging, deze zaken daarmede lang
gieen gelijken tred hielden, en als ik ons
doTp vooruitgang in den uitgebeidsten zin
toewensch, hoop ik van harte, dat „welda
digheid" of hoe de naam moge wezen, nooit
of nimmer er onder lijden moge, maar
steeds toe neme in bloei.
Als waar is nat ik hoorde vertellen, dan
zal spoedig de gemeente aan het uitbreiden
gaan, al is dit niet in haar financieel voor
deel. „De Zandsloot", vroeger polder, nu
waterschap, heeft.men kunnen lezen, wil af
stand doen van een, het waterschap toebe
hoorenden weg, en dezen aan de gemeente
overdoen in eigendom en onderhoud. Al
kost dit de gemeente weer eenige offers, er
is niets tegen, daar de bewoners langs de
Zandsloot ook recht hebben op goede we
gen, en het overgaan aan de gemeente
daartoe haast wel noodig is. Een proeve
van bewerking kan men al zien aan dat ge
deelte, hetwelk aan de gemeente Sa-ssen-
heim is overgegaann.l. van den Rijks-
_^jraatv egj tot de Mottingervaart
Maar wat ik er gelijktijdig weer bij hoor
de vertellen? Dat niet alle aangelanden ge
negen waren een strookje grond af te
staan om gelijktijdig den weg, waar dit
noodig is, breeder te maken.
Men wil hier nu eenmaal geen „haif-
werk"; dat is al meer gebleken; dan liever
maar heelemaal niets.
Daarvan is 'n keurig of beter een treurig
staaltje te geven. Voorhout heeft langs vrij
goed onderhouden wegens verbinding met
alle omliggende plaatsen, behalve met Rijns-
burg en verder, 't Is zelfs velen niet eens
bekend, dat er een verbindingsweg bestaat
met die plaats, en de wegwijzer van den
met
Alg. Ned. Wielerbond wijst wijselijk dien
weg niet eens aan. Langs het .Seminarie
„Hageveld" tot aan de brug bij de bloe
misterij „Bijdorp" is die weg tamelijk goed
onderhouden, doch dan komt er een gedeelte,
hetwelk er jammerlijk uitziet; 's zomers te
mul om door te komen, 's winters niet te
begaan voor wandelaar of voertuig. Komt
men echter voorbij „De Eaes", zooals het
daar genoemd wordt, dan wordt de weg
weer heel goed berijdbaar, al is hij door
het vele gebruik om dezen tijd van liet jaar
niet „prachtig" tc noemen.
Maar welke wegen zijn nn mooi Juist,
waar de weg weer goed wordt, l>eboort deze
aan de gemeente R.ijnsburg in eigendom en
onderhoud.
Men mag nu de tegenwerping maken, dat
die. weg haast nooit begaan wordt, en men
eer een ter zijde loopenden particulieren pol
derweg volgt; maax dan kunnen de rede
nen daarvoor ook spoedig worden aange
voerd. Velen is het bestaan, zooals reeds
gezegd is, niet eens bekend; anderen, wien
het wel bekend is, hebben geen idéo om
den hals te breken, wat daar geen groote
kunst is.
't Is dan ook onbegrijpelijk, dat de ge
meente nog zoo'n waarde hecht aan «een
strookje gronds, waarvan men meende, dat
het aan dien weg behoorde' en onrechtmatig
door een bloemistenfirma was ingepalmd,
terwijl joien overigens niet do minste aan
dacht er aan schenkt.
Eu of er een goede weg van te maken is?
Op sommige plaatsen is de breedte **el
acht a tien meter, en daar is er flus een
keurige weg van te maken, met zoo
mooi© breede bermen, welke ook nog wat
kunnen opbrengen bij grasverpachting. Zou
het nu zoo onmogelijk zijn voor onze ge
meente, om dit werk eens aan te pakken?
De kosten er van zouden heusoh zoo hoog
niet zijn, en met bet oog op de mogelijkheid,
dat het als winterwerk ter bestrijding der
werkloosheid voor de arbeiders nog een uit
komst zijn zou4 zelfs aanbevelenswaardig,
Een palmenlaan op Ceylon.
Berichten over Rijnland's boezem,
(•durend# d# week van 27 Not.3 Doc. 1910.
8«aud van don botxora to Loidon.
Idom to Oudowotoring.
Working dor «toomgomalon
Watorloozing lang* natuurlijk, wog.
Watorinlating
Regenval in m.M.
em.— A.P.
om.A.P.
27 Nov. 23 Nov. 29 Nov. 80 Nov. IDec. 2 Dec. 3 Deo.
53 53 52 53 48 46 48
55 55 52 57 55 51 50
Spaarndam 25ao a., Halfweg 123w u-, Gouda 4741 a., Katwijk 8018 a.
Spaarndam 9 u., Halfweg o., Goud# 5 u., Katwijk 37 u.
Door d# aluia to Goad# a.
22.8
cm spoedig tot uitvoering over te gaan.
De weg is lang ongeveer drie en een öal-
ven kilometer. Eén kilometerweg behoor*,
aan Rijnsburg en is vrij voldoende, al is hij
voor verbetering vatbaar. Bijna één kilo
meter is door Voorbout goed aangelegd en
onderhouden; blijft over 1500 a 1800 M.,
om in beteren toestand te worden gebracht.
Kan Voorbout niet alleen het werk Lot
stand brengen, laat dan Rijnsburg, dat bier
bij ook belangen heeft, een handje helpen i
Rijnsburg is m 'n halfuur te bereiken langs
dezen weg, terwijl de nu gebruikte weg
daarvoor luim een uur en een kwartier
eischt.
Zelfs voor de toerende badplaatsbezoe
kers in den zomer zou het een aangename
afwisseling geven, zoo'n echt Zuid-Holland-
schen weg te nemen, tusschen wei- en bouw
land; mooie vergezichten leverend naar alle
kant-en. En voor onze gemeente ^ou het
bezoek van vreemdelingen er niet op ver
minderen tot voordeel voor velen onzer
handeldrijvende middenstanders.
't Is in elk g«eval iets, dat wel degelijk
de aandacht waard is. Q. X.
Rezoek van liet Engelsch
Koningspaar.
De Londensclie correspondent van „Dei
Tel." schrijft dd. 7 Dec.:
De in bedekte termen vervatte verklad'"
ring, gisteren door minister De Marees van
Swinderen in de Tweede Kamer gedaan om-'
trent een mogelijk bezoek van Engcland's
Koningspaar aan ons land en Hof, werd,
terstond aan de Engelsche pers gemeld en
trok derhalve ook hier de aandacht.
Ik heb geprobeerd daarover nadere inlich
tingen in te winnen, doch kon daarvan geen
bevestiging vernemen. De „Daily Mail" ver
klaart heden gemachtigd te zijn mede tef
deel en, dat er in dat bericht „geen waar-!
heid" schuilt. Maar naar men mij zeide,
ook dat een voorbarige verklaring.
De zuivere zaak is, dat er nog geen plan'
nen zijn gemaakt voor de buitenlandsch4
bezoeken van koning George V en Zijn von
stelijke Gade. Die zullen pas na hun kro»
ning in Juni 1911 vastgesteld kunnen wout'
den. Daarna zal echter het Engelsche kef
ningspaar stellig verschillende buitenland
scbe hoven bezoeken. En het is, naaT i
hoorde, zeer waarschijnlijk te achten, da?
dat bezoek zich ook zal uitstrekken, tot on"
Hof en land.
De Engelsclien, die ik er over spral^
verklaarden dat zeer gaarne te zullen zien.
Het zou hier zoowel als bij ons een patent
ten indruk maken, de vriendschapsbanden!
tusschen Engeland en Nederland' te verster
ken, zonder dio banden tusschen ons land
en Duitschland te verslappen. Een beleefd*
heidsbezoek na de kroning, waarbij H. M!<
onze Koningin en ons land vrij zeker dooif
Prins Hendrik zullen worden vertegenwooi^
digd, zou niet verkeerd kunnen worden oji
gevat bij onze Oostelijke naburen.
Dat koning George de. Goede met koningin'
Mary de Beminnelijke in ons land een zoar
hartelijke ontvangst zoude te beurt vallen,
daarvan is men bier vast overtuierd Ep
dat zon zonder twijfel gevolgd worden door
een bezoek van Koningin Wilhelmina aan'
Engeland, welks natie reikhalzend daarnaar
uitziet en zich nog goed herinnert HaajJ
bezoek van 1895 aan Engeland, met H.ML
de Koningin-Moeder.
„Both visits would be splendid", zeid$
mij een invloedrijk Engelschman.
Een opzienbarend ontslag;.
Aan de „Drie Provinciën" wordt uit Gare
meren geschreven
„Tot verwondering van geheel onze go*
meente is Zaterdag jl. de heer Meyering be
noemd hoofd dei* Chr. sohool te Westsrhanr
bij Friezenveen, tot Zaterdag alhier werk
zaam als onderwijzer dor Ohr. school, plot
seling niet-eervol ontslagen. Naar men ons.
mededeelt-, is dit wegens ernstig plichtver
zuim, welk feit zich aldus heeft toegedra
gen:
De heer Meyering zou met 1 December ix£
functie treden to Westerhaar. Hij vroeg aan
den voorzitter van het schoolbestuur, d&«
Dekker, voor Zaterdag vrijaf tot hot iupaic-
ken zijner goederen, om ze te kunnen doen
vervoeren.
De voorzitter gaf buiten het bestuur om
geen vrijaf, hoewel hij hiertoe wel bevoegd
is. De heer Meyering ging nu persoonlijk bij
vijf van de zeven bestuursleden vragen om
dit verlof, wat hem verleend werd, zoodat
hij niet in de sohool kwam. Denzelfdea
avond, laat echter, ontving hij' bovenge
noemd ontslag, nadat een bestuursvergade
ring gehouden was. Men vraagt zich ten on
zent af, of wellicht ook andere motieven tot'
dit ontslag hebben kunnen meewerken, wijl
er soms vreemde geruchten loopen over do
verhouding tusschen schoolbestuur en perso-
neel
Do heer Meyering is ernstig in zijn positie
getroffen, wijl, bij handhaving van dit ont
slag, voo." altijd het recht op pensioen ver
valt."
Naar men nader verneemt is het ontslag-
Meyering. in handen van de Commissie van
Beroep voor den Schoolraad, voorzitter Mr,
H. v. de Vegte, te Zwolle.
Drinkwaterleiiiiogplanneu.
Door de inspecteurs voor de Volksgezond
heid te Utrecht en te 's-Gravenhage zijn, op
aandringen van de Regeering, plannen
ontworpen voor een drinkwaterleiding, om
vattend een complex gemeenten in Utrecht,
Noord- en Zuid-Holland. F/en voorloopig
oomité is gevormd, waarin zitting namen de
burgemeesters van Abcoude, Alkemade,
Haarlemmermeer, Harmeien en Water
graafsmeer, tor bevordering doeec plannen.
Aanvankelijk was de prise d'eau ontwor
pen op de Lage Vuursche, doch hierop
werd vanwege het Ministerie van Oorlog
aanmerking gemaakt. Men wensckte liever
de prise d'eau binnen de Hollanösche wa
terlinie.
Men wil deze waterleiding bij eventueel©
toLstand-koming inrichten naar Zuid-Beve-
landsch model en verwacht er voor den
steun der Regeering. (Centr.)