Ingezonden. Uit Voorhout. Ooriogsbegrooting 1912. Aan de Memorie van Antwoord van den ininister op het afdeelingsverslag is nog het volgende ontleend De voorgenomen maatregel om oenige ver betering te brengen in den tragen gang dor promotie bij de artillerie draagt eon tij delijk karakter. Bij de reorganisatie der veldartillerie geldt het een verhooging van de strijd waarde van de bereden artillerie, welke een uitbreiding der bevelvoering noodzakelijk maakt. Er is op gerekend, dat over het jaar 1911 gemiddeld ongeveer 20,000 man gedurende 14 dagen meer voor herhalingsoefeningen onder de wapenen zullen komen dan in 1910. Voor het dienstjaar 1911 wordt gerekend op de aanstelling van pl.m. 110 vaandrigs en kornetten. De kazernes waarin dc gasverlichting ge heel of gedeeltelijk zal worden verbeterd fcijn die te Gorkum, Utrecht, Delft, Lei den, Schoonhoven, Haarlem, Bergen-op.Zoom, Breda, 's-Hertogenbosch, Amersfoort, Arn- en' Assen. Volgend jaar zal woei' circa f 11,000 voor dat doel worden uitgetrokken. Het ligt op grond van de genomen proe ven in de Oranje- en Frederikskazernes te VGravenkagc met vervanging der vleermuis- branders door gasgloeilichtbranders in het doornemen dezelfde wijziging aan te bren gen in alle kazernes, waai* nog geen gloei kousjes aanwezig zijn. Naai* aanleiding van de vraag nopens de nieuwe schietmethode morkt de Minister op, dat de dienaangaande door de commandan ten der infanteriekerpsen uitgebrachte rap porten hebben doen zien, dat die methode van schietopleiding, zooals zij is neerge legd in het schietvoorschiift infanterie 1903, Üoofr de. groote meerderheid der "rapporteurs wordt afgekeurd, al heeft zij ook hare goede zijde getoond. Aan den inspecteur der infan terie is thans 'opgedragen om, met behoud van dit goede, een nieuw schietvoorschrifti ivoor de infanterie samen te stellen. In verband met de gevraagde inlichtin gen ten aanzien van het tweeploegenstelsel, heeft de Minister nauwkeurig aanteekening doen houden van de afwezigen van de na- jaarslichtimg 1909. Het resultaat was, dat na vertrek van de eerste ploeg van het blijvend gedeelte 1909 liet gemiddeld per centage absenten van Februari tot en met Juni varieerde van 46 tot 58 pCt., terwijl ook ten aanzien van de lichting 1910 een dergelijk resultaat waarneembaar is. Het ge volg van een en ander is, dat voor de miliciens-achtmaanders de geregelde, d.i. de onafgebroken opleiding wordt teruggebracht tot 4 maanden. Ook werkt bovenbedoelde omstandigheid ongunstig in dien zin dat de gelegenheid voor de aanvoerders om zich te bekwamen in dc aanvoering van eenigszins starke af- deelingen, zeer wordt beperkt. Nog meer dere voorbeelden somt do Minister op ten nadere betooge dat de proef met het twee ploegenstelsel, al heeft dat inderdaad ver lichting gebracht van den persoonlijken druk, aangetoond heeft dat het stolsel in den ïmidigen vorm op den duur geen gewenschte oplossing zou zijn, en dan ook slechts een noodmaatregel vormt, in afwachting eener definitieve regeling. Met het oog op do to verwachten spoedige indiening der Militie- wet, welke, naar de Minister vertrouwt, ook ten deze verbetering zal brengen, acht de Minister het ongewenscht thans weder terug te keeren tot den toestand van voor 1908. Door den Minister is een commissie aan gewezen om het vraagstuk der infanterio- bepakking in zijn geheel te bestudeeren. In afwachting van haar rapport en voor etellen, zal de Minister thans niet spreken over dc kwestie van ransel of knapzak. En wat het sterktecijfer cn wat het ge halte aangaat is er vooruitgang bij de tegen woordige wijze van werving van vrijwilli gers. Ook ten opzichte van de vorming van het kader zijn er, als gevolg van de nieuwo regeling, teekenen die voor de toekomst goeds beloven. Breedvoerig verdedigt de Minister de voor gestelde wijziging van het bezoldigingsstclsel van de vrijwillig dienende onderofficieren en soldaten, waardoor bezuiniging en ver eenvoudiging in de administratie zal wor den bereikt. Slechts in liet overgangsjaar, dus voor éénmaal, zal de nieuwe regeling meerdere -eischen aan de schatkist stellen. Met de nieuwe bepalingen betreffende de soldijregeling en, als daarmede samenhan gende van dc bevordering, is het "beoogde doel: verbetering van de rechtspositie van bet. kader, bereikt. De Minister moet bezwaar maken tegen Jeen voorloopig terugnemen van do met de 'afschaffing van den fouriersrang verband houdende wijzigingen. Breedvoerig verstrekt de Minister inlich tingen over de beweerde uitlatingen van den luitenant Nolthenius tegenover Roomsch- Katholicke miliciens. Vermits de Minister geheel instemde met dc wijze, waarop deze zaak is afgedaan, heeft hij daarvan den korpscommandant me- dedeeling gedaan en dozen opgedragen, den luitenant Nolthenius namens hem een be merking te doen toekomen. Ten slotte werd voornoemden korpscom mandant opgedragen overeenkomstig zijn ad vies den milicien De Groof, namens den Minister, als antwoord op zijn request aan den Minister, te doen kennen, dat het ge houden onderzoek duidelijk heeft aangetoond, dat zijn klacht overdreven is in een mate, die de grenzen van onjuistheid en onwaar heid nadert, zoo niet overschrijdt, onder opmerking, dat, vc-or zoover ten deze voor een klacht aanleiding heeft bestaan, door den Minister aan het gebeurde de noodige aandacht is geschonken. De Groof heeft hierop bij' schrijven ge- antwoord, dat hij zich het recht voorbe houdt hierop te zijner tijd en plaats terug te komen, aan den inhoud van welks schrij ven geen vei1 der gevolg is gegeven. Het bericht omtrent het door een kapi tein der 2de afdeding van het 1ste regi ment veldartillerie te Amersfoort collectief onthouden van gunsten naar aanleiding van beschadiging van vuurmonden in het Lek- aceès, is juist, cn de Minister keurt de han delwijze van den kapitein geel. Een voorstel om vergoeding van reiskos ten toe te kennen of vrij vervoer aan mili tairen die met verlof het garnizoen wrla- ten, kan de Mïr.Hter mét doen. De aanwezigheid van Nederlandscho sol daten ter bewaking van het Nederlandscho Paviljoen te Braasel verdedigt de Minister als een gebruik dat ook in andere landen bestaat. Het geval van den tijdelijk gepensioneer den soldaat, die in Den Haag in uniform rondliep en weigerde het eeresaluut te bren gen, staat niet op zichzelf. Met den Mi nister van Justitac wordt' overleg gepleegd omtrent te treffen maatregelen ten einde in den vervolge dergelijke voor de krijgs tucht schadelijke voorvallen te voorkomen. De Minister wil niet door thans positie verbetering voor te stellen voor het per soneel der kleedennakerijen, vooruitloopen op den arbeid der desbetreffende Staats commissie. Uitvoering voor ,,ScIiooIkinder- voeding." Het bestuur van Schoolkindervoeding" staat wederom gereed om aanvankelijk aan pl.m. 500 kinderen voor scholen van onver- mogenden, vier malen per week een warm maal voedsel te verstrekken; hoe gaarne deed het dit alle schooldagen, want noodig is het; om dat te kunnen volbrengen tot on geveer half Maart a.s. is geld noodig, ja veel geld zelfs, en het bestuur is vol goe den moed begonnen, want het vertrouwt op financfeelen steun in ruime mate. Dien steun heeft ;t steeds genoten en deze zal ook nu iniet worden onthouden, daarvan ia bet overtuigd. Het is daarom zeer prijzenswaardig dat een hoewel nog-jonge Vereeniging het plan heeft opgevat in den loop dezer maand, ten behoeve van onze Vereeniging een uit voering te geven in den Schouwburg. De Leidsche Operette-Vereeniging Offenbach" heeft zich voorgenomen op Woensdag 28 dezer op te voeren „Franchemont de mars kramer" operette in drie bedrijven, tekst en muziek van Mart. Schuil. Dit stuk, in een 40-tal plaatsen opgevoerd voor volle zalen en waarvan door de pers zeer waa-r- decrende recensies zijn gegeven heeft de strekking: zooals we lezen in een levens schets over Mart. Schuil, door J. C. Hol. De handeling van Franchemont verplaatst ons in den Elzas; hetgeen tot bekoorlijke bocrinnetafereeltjes aanleiding geeft. De marskramer, naar wien 't stuk is genoemd, wil zijn zoon doen trouwen met de pleeg dochter eener boerin. Deze stribbelen beiden tegen, zooals in opgedrongen liefdeszaken meestal gebeurt, omdat ze beiden een ander liefhebben. Als nu blijkt dat de pleegdoch ter juist het onbekende meisje is, dat Fran- chemont's zoon slechts éénmaal had ont moet en aanstonds lief kreeg, dan houdt alle tegenkanting op en komt alles in orde. Deze eenvoudige intrige, waarvan de ont- knooping wat korter en geleidelijker had kunnen zijn, geeft aanleiding tot alleraar digste, opgewekte tooneeltjes, waarvan va der Michot, de oud-gediende, die onder- Napoleon I zijn strepen verdiende, het mid delpunt vormt." Dezer dagen zal de gelegenheid worden geboden om plaatsen te nemen voor deze uitvoering, en het bestuur van Schoolkin dervoeding" hoopt, dat er een ruim gebruik van zal worden gemaakt. De Schouwburg moet zijn uitverkocht. „Offenbach" zal alles doen om de uitvoe ring schitterend te doen slagen, daar kan men zich van overtuigd houden. Laat de be langstelling van de zijde der ingezetenen niet ontbreken, want zoo ooit dan woidt hier bet aangename met het nuttige ver- eenigd. A. I. WITMANS Mzn., Yoorz. jjSchoolkindervoeding," 8 December 1910. Geachte Redactie I Verzoeke beleefd plaatsing voor onder staande in uw veelgelezen blad; by voorbaat mtjn dank. Gaarne dan wilde ik nog eens, ik geloof, dat het reeds meer gedaan is, de aandacht der bevoegde autoriteiten vestigen op een zekere persoonlijkheid bier ter stede, welke er eene eer in schoot te stellen, het record te slaan, in het luid uitkramen van schunnige praat, op de openbare straat. Ik geloof, dat wel elk Leidenaar reeds zal begrepen hebben wien ik bedoel. Het is n.l. de persoon, welke men hoort naschreeuwen, onder den naam Pietje", een gewezen bak kersknecht. Werkelijk treurig is het, dak men een der gelijk personage vry over straat laat loopeD, tot verderf van alle kinderen, en tot ergernis van volwassenen. "Waariyk. behoeft onze tegenwoordige jeugd dergelijke leermeesters in de zedeloosheid niet meer, daar ztJ zonder dezulken, reeds vroeg genoeg w\js zfjn. Nu kan men zeggen; die man wordt oud en bijgevolg kindsch of dergelijke ver ontschuldigingen meer; dat neemt niet weg, dat bet gevaar voor de jeugd er even groot om is, en daarom geloof ik te mogen beweren, dat ieder weldenkond ouder, het zal toe« juichen, iDdlen maatregelen genomen worden, dat deze persoon van do straat verwijderd wordt. Ten laatste tegen mogelijke verdedigers van bedoeld persoon nog dit: De reden dat de kinderen hem op straat uitjouwen is niet de zucht naar kwaad doon, doch geheel en al de schuld van „Plet" zelf. Wanneer „Piet" svenals zoovele anders oude mswesbefi rustig *yn weg ging, en zijne praatjes voor zich hield, dan ben ik er van overtuigd, dat de jeugd ook dezen man best met rust zou laten. Met beleefden dank voor de plaatsing, Hoogachtend, M. d. H. Leiden, 8 Dec. 1910. Mijnheer de P.eiacteur! Wilt u zoo goed zijn onderstaande een plaatsje te veileenen in uw geacht blad. By voorbaat m\jn dank. Toen ik d.d. 16 Oct. 1910 een stukj* plaatste betreffende de verhooging der brugwachteis- bezddigmg, bemerkte ik tot genoegen, dat er in den raad eenige mannen waren, die dit onderweip ter tafel brachten, en bot antwoord daarop was, dat 13. en Ws. het in over weging zouden nemen. In Uw blad van 5 Dec. vindt ik nu een verzoekschrift der Vereeniging van brug wachters, waarin zy don Gemeenteraad be leefd verzoeken om verbetering van salaris, en zal dit echter als eene kleine herinnoiing dienen aan het destijds besprokene. Het ia te hopsD, dat 13. en Ws. nu spoedig met een voorstel te berde komen, hetwelk doel treffend is, en wanneer dit gebeurt vóór 1 Januari 1911 en de Raad neemt het voorstel aan, dan geloof ik dal do Brugwachters het jaar 1911 met vreugde zullen tegemoet zien, en elkaar van harte een gelukkig Nieuwjaar zullen wenechen, hetwelk ik bun nu reeds do#. En als dan tevens do havenrechercheurs ook herdacht werden, dan zou men nog eens kunnen zeggen: Onze Geinoentersad is eonig in z^n soort. U., M. de R., nogmaals dankend, teekent Hoogachtend Uw abonnó ET. Lelden, 8 December 1910. 't Is al heel wat jaren"geleÜén^dat'de echtgenoote van een zeer geacht ingezetene, alhier, het initiatief nam tot heb oprichten van een Vereeniging, die terecht den naam kreeg van „Weldadigheid". Mevrouw Van D. zocht en verkreeg steun van tal van ge goede ingezetenen voor de financieele rege ling; hulp voor het werkdadige gedeelte, waaraan die Vereeniging behoefte had. van jonge meisjes. Het doel dier Vereemging was de benoo- digde stoffen te koopen voor kleedingstuk- ken voor on- en minvermogende dorpelin gen; welke kleeren door jonge meisjes, on der leiding van mevrouw Van D. werden gemaakt, en jaarlijks aan verschillende ge zinnen uitgereikt, op St.-Nicolaasavond. Dat dit werk niet enkel de belangstelling had van de profiteerenden, bleek uit de milde bijdragen, welke inkwamen, en uit den ijver, door de nijvere helpsters betoond met week aan week, een geheel jaar lang, onder toezicht en leiding van de presidente, een middag of langer zich beschikbaar te stel len voor de werkzaamheden, welke de ver vaardiging dier kleedingstukken eischte. Niet ten onrechte weixl de vrees wel eens uitgesproken: Wie zal, als, door omstandig heden gedwongen, de oprichtster eens haar taak zal moeten neerleggen, haar vervan gen? Wie zal, zoo vroeg men, daarvoor tijd en geschiktheid hebben, en zulk een tact, om die zaak te leiden? En toch, wat haast niet mogelijk scheen: een goede oplossing is verkregen. Juist toen de geachte presidente, om meer dan één reden, haar taak meende te moeten neerleggen, kwamen de Eerw. Zus ters het Gesticht betrekken, en begonnen, het geplante boompje te koesteren en te verzorgen, wat „Weldadigheid" wèl deed en nog meer deed groeien. Zóó was men er van overtuigd, dat deze Stichting niet met het heengaan Van de oprichtster moest ten gronde gaan, dat zoo mogelijk nog ruimer de giften inkwamen, hetgeen met de uit breiding der bevolking ook noodig was, om niet tot inkrimping der gaven te moeten overgaan. En zoo kwam hot, dat ook dit jaar weer menig gezin drie, vier of meer degelijke kleedingstukken rijker werd, en het bestaan van de Vereeniging als een weldaad bleef roemen. Dit jaar werden bovendien de kinderen nog bedacht mét fraaie opzetprenten, die voor een gedeelte, hoorde ik zeggen, „huis- vlijt-artikelen" waren van studenten van „Hageveld." Wij zouden voor haar een woord van lof willen neerschrijven voor die Zusters en de trouwe helpsters, wisten wij niet, dat haar genoegdoening te over is, dat zij het let van menig zorgvol gezin verzacht hebben, menig gezin een gelukkig Sint-Nieolaas- fcest hebben bezorgd, zoovele blijde kindergezichten om .zich heen gezien hebben. Het doet don milddadigien gever of geef ster zoo goed, de kleine gasten huiswaarts te zien gaan met pakjes kleeren, bijna niet te omspannen met de kleine armpjes; heusch een vracht voor zoo'n kleine. Ik heb wel eens ervaren op andere plaat sen, dat, als de gemeente op elk ander ge bied vooruitging, deze zaken daarmede lang gieen gelijken tred hielden, en als ik ons doTp vooruitgang in den uitgebeidsten zin toewensch, hoop ik van harte, dat „welda digheid" of hoe de naam moge wezen, nooit of nimmer er onder lijden moge, maar steeds toe neme in bloei. Als waar is nat ik hoorde vertellen, dan zal spoedig de gemeente aan het uitbreiden gaan, al is dit niet in haar financieel voor deel. „De Zandsloot", vroeger polder, nu waterschap, heeft.men kunnen lezen, wil af stand doen van een, het waterschap toebe hoorenden weg, en dezen aan de gemeente overdoen in eigendom en onderhoud. Al kost dit de gemeente weer eenige offers, er is niets tegen, daar de bewoners langs de Zandsloot ook recht hebben op goede we gen, en het overgaan aan de gemeente daartoe haast wel noodig is. Een proeve van bewerking kan men al zien aan dat ge deelte, hetwelk aan de gemeente Sa-ssen- heim is overgegaann.l. van den Rijks- _^jraatv egj tot de Mottingervaart Maar wat ik er gelijktijdig weer bij hoor de vertellen? Dat niet alle aangelanden ge negen waren een strookje grond af te staan om gelijktijdig den weg, waar dit noodig is, breeder te maken. Men wil hier nu eenmaal geen „haif- werk"; dat is al meer gebleken; dan liever maar heelemaal niets. Daarvan is 'n keurig of beter een treurig staaltje te geven. Voorhout heeft langs vrij goed onderhouden wegens verbinding met alle omliggende plaatsen, behalve met Rijns- burg en verder, 't Is zelfs velen niet eens bekend, dat er een verbindingsweg bestaat met die plaats, en de wegwijzer van den met Alg. Ned. Wielerbond wijst wijselijk dien weg niet eens aan. Langs het .Seminarie „Hageveld" tot aan de brug bij de bloe misterij „Bijdorp" is die weg tamelijk goed onderhouden, doch dan komt er een gedeelte, hetwelk er jammerlijk uitziet; 's zomers te mul om door te komen, 's winters niet te begaan voor wandelaar of voertuig. Komt men echter voorbij „De Eaes", zooals het daar genoemd wordt, dan wordt de weg weer heel goed berijdbaar, al is hij door het vele gebruik om dezen tijd van liet jaar niet „prachtig" tc noemen. Maar welke wegen zijn nn mooi Juist, waar de weg weer goed wordt, l>eboort deze aan de gemeente R.ijnsburg in eigendom en onderhoud. Men mag nu de tegenwerping maken, dat die. weg haast nooit begaan wordt, en men eer een ter zijde loopenden particulieren pol derweg volgt; maax dan kunnen de rede nen daarvoor ook spoedig worden aange voerd. Velen is het bestaan, zooals reeds gezegd is, niet eens bekend; anderen, wien het wel bekend is, hebben geen idéo om den hals te breken, wat daar geen groote kunst is. 't Is dan ook onbegrijpelijk, dat de ge meente nog zoo'n waarde hecht aan «een strookje gronds, waarvan men meende, dat het aan dien weg behoorde' en onrechtmatig door een bloemistenfirma was ingepalmd, terwijl joien overigens niet do minste aan dacht er aan schenkt. Eu of er een goede weg van te maken is? Op sommige plaatsen is de breedte **el acht a tien meter, en daar is er flus een keurige weg van te maken, met zoo mooi© breede bermen, welke ook nog wat kunnen opbrengen bij grasverpachting. Zou het nu zoo onmogelijk zijn voor onze ge meente, om dit werk eens aan te pakken? De kosten er van zouden heusoh zoo hoog niet zijn, en met bet oog op de mogelijkheid, dat het als winterwerk ter bestrijding der werkloosheid voor de arbeiders nog een uit komst zijn zou4 zelfs aanbevelenswaardig, Een palmenlaan op Ceylon. Berichten over Rijnland's boezem, (•durend# d# week van 27 Not.3 Doc. 1910. 8«aud van don botxora to Loidon. Idom to Oudowotoring. Working dor «toomgomalon Watorloozing lang* natuurlijk, wog. Watorinlating Regenval in m.M. em.— A.P. om.A.P. 27 Nov. 23 Nov. 29 Nov. 80 Nov. IDec. 2 Dec. 3 Deo. 53 53 52 53 48 46 48 55 55 52 57 55 51 50 Spaarndam 25ao a., Halfweg 123w u-, Gouda 4741 a., Katwijk 8018 a. Spaarndam 9 u., Halfweg o., Goud# 5 u., Katwijk 37 u. Door d# aluia to Goad# a. 22.8 cm spoedig tot uitvoering over te gaan. De weg is lang ongeveer drie en een öal- ven kilometer. Eén kilometerweg behoor*, aan Rijnsburg en is vrij voldoende, al is hij voor verbetering vatbaar. Bijna één kilo meter is door Voorbout goed aangelegd en onderhouden; blijft over 1500 a 1800 M., om in beteren toestand te worden gebracht. Kan Voorbout niet alleen het werk Lot stand brengen, laat dan Rijnsburg, dat bier bij ook belangen heeft, een handje helpen i Rijnsburg is m 'n halfuur te bereiken langs dezen weg, terwijl de nu gebruikte weg daarvoor luim een uur en een kwartier eischt. Zelfs voor de toerende badplaatsbezoe kers in den zomer zou het een aangename afwisseling geven, zoo'n echt Zuid-Holland- schen weg te nemen, tusschen wei- en bouw land; mooie vergezichten leverend naar alle kant-en. En voor onze gemeente ^ou het bezoek van vreemdelingen er niet op ver minderen tot voordeel voor velen onzer handeldrijvende middenstanders. 't Is in elk g«eval iets, dat wel degelijk de aandacht waard is. Q. X. Rezoek van liet Engelsch Koningspaar. De Londensclie correspondent van „Dei Tel." schrijft dd. 7 Dec.: De in bedekte termen vervatte verklad'" ring, gisteren door minister De Marees van Swinderen in de Tweede Kamer gedaan om-' trent een mogelijk bezoek van Engcland's Koningspaar aan ons land en Hof, werd, terstond aan de Engelsche pers gemeld en trok derhalve ook hier de aandacht. Ik heb geprobeerd daarover nadere inlich tingen in te winnen, doch kon daarvan geen bevestiging vernemen. De „Daily Mail" ver klaart heden gemachtigd te zijn mede tef deel en, dat er in dat bericht „geen waar-! heid" schuilt. Maar naar men mij zeide, ook dat een voorbarige verklaring. De zuivere zaak is, dat er nog geen plan' nen zijn gemaakt voor de buitenlandsch4 bezoeken van koning George V en Zijn von stelijke Gade. Die zullen pas na hun kro» ning in Juni 1911 vastgesteld kunnen wout' den. Daarna zal echter het Engelsche kef ningspaar stellig verschillende buitenland scbe hoven bezoeken. En het is, naaT i hoorde, zeer waarschijnlijk te achten, da? dat bezoek zich ook zal uitstrekken, tot on" Hof en land. De Engelsclien, die ik er over spral^ verklaarden dat zeer gaarne te zullen zien. Het zou hier zoowel als bij ons een patent ten indruk maken, de vriendschapsbanden! tusschen Engeland en Nederland' te verster ken, zonder dio banden tusschen ons land en Duitschland te verslappen. Een beleefd* heidsbezoek na de kroning, waarbij H. M!< onze Koningin en ons land vrij zeker dooif Prins Hendrik zullen worden vertegenwooi^ digd, zou niet verkeerd kunnen worden oji gevat bij onze Oostelijke naburen. Dat koning George de. Goede met koningin' Mary de Beminnelijke in ons land een zoar hartelijke ontvangst zoude te beurt vallen, daarvan is men bier vast overtuierd Ep dat zon zonder twijfel gevolgd worden door een bezoek van Koningin Wilhelmina aan' Engeland, welks natie reikhalzend daarnaar uitziet en zich nog goed herinnert HaajJ bezoek van 1895 aan Engeland, met H.ML de Koningin-Moeder. „Both visits would be splendid", zeid$ mij een invloedrijk Engelschman. Een opzienbarend ontslag;. Aan de „Drie Provinciën" wordt uit Gare meren geschreven „Tot verwondering van geheel onze go* meente is Zaterdag jl. de heer Meyering be noemd hoofd dei* Chr. sohool te Westsrhanr bij Friezenveen, tot Zaterdag alhier werk zaam als onderwijzer dor Ohr. school, plot seling niet-eervol ontslagen. Naar men ons. mededeelt-, is dit wegens ernstig plichtver zuim, welk feit zich aldus heeft toegedra gen: De heer Meyering zou met 1 December ix£ functie treden to Westerhaar. Hij vroeg aan den voorzitter van het schoolbestuur, d&« Dekker, voor Zaterdag vrijaf tot hot iupaic- ken zijner goederen, om ze te kunnen doen vervoeren. De voorzitter gaf buiten het bestuur om geen vrijaf, hoewel hij hiertoe wel bevoegd is. De heer Meyering ging nu persoonlijk bij vijf van de zeven bestuursleden vragen om dit verlof, wat hem verleend werd, zoodat hij niet in de sohool kwam. Denzelfdea avond, laat echter, ontving hij' bovenge noemd ontslag, nadat een bestuursvergade ring gehouden was. Men vraagt zich ten on zent af, of wellicht ook andere motieven tot' dit ontslag hebben kunnen meewerken, wijl er soms vreemde geruchten loopen over do verhouding tusschen schoolbestuur en perso- neel Do heer Meyering is ernstig in zijn positie getroffen, wijl, bij handhaving van dit ont slag, voo." altijd het recht op pensioen ver valt." Naar men nader verneemt is het ontslag- Meyering. in handen van de Commissie van Beroep voor den Schoolraad, voorzitter Mr, H. v. de Vegte, te Zwolle. Drinkwaterleiiiiogplanneu. Door de inspecteurs voor de Volksgezond heid te Utrecht en te 's-Gravenhage zijn, op aandringen van de Regeering, plannen ontworpen voor een drinkwaterleiding, om vattend een complex gemeenten in Utrecht, Noord- en Zuid-Holland. F/en voorloopig oomité is gevormd, waarin zitting namen de burgemeesters van Abcoude, Alkemade, Haarlemmermeer, Harmeien en Water graafsmeer, tor bevordering doeec plannen. Aanvankelijk was de prise d'eau ontwor pen op de Lage Vuursche, doch hierop werd vanwege het Ministerie van Oorlog aanmerking gemaakt. Men wensckte liever de prise d'eau binnen de Hollanösche wa terlinie. Men wil deze waterleiding bij eventueel© toLstand-koming inrichten naar Zuid-Beve- landsch model en verwacht er voor den steun der Regeering. (Centr.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 6