N°. 15585
Zaterdag ÏO December.
A0. 1910.
<§ezs (gourant wordt dagelijks, met uitsondering
van <Zpn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
VIER Bladen.
Vierde Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
Hun roeping getrouw.
LEIDSCH
DA&BLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 16 tegel» 1.05. Iedere regel meer A0.17J. Orootere letten naar
plaatBrnlmte. - Kleine adrertentiën Tan 30 woorden 40 Oente oontant elk
tiental woorden meer 10 Oente.Voor het inoasaeeren wordt0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lolden por week 9 Oentsi per 3 maanden f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30.
Franco per poet 1.65.
KEHBIISGEVINS.
Inschrijving: voor «1e Militie.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gelet op art. 17 der aangevulde en gewij
zigde Militie wet 1901 op art. 9 van het aan
gevulde en gewijzigde Koninklijk Besluit van
December 1901 (Staatsblad No. 230)
Herinneren belanghebbenden, geboren in
het jaar 1892, bij deze voor de eerste maal
hun verplichting tot het doen van aangifte
t»r inschrijving vo<>r de militie in de maand
Januari 1911.
Do bepalingen der bovengenoemde wet,
wie wel en wie niet voor de militie worden
ingeschreven, waar de inschrijving moet ge
schieden, wanneer de aangifte ter inschrij
ving behoort te worden gedaan en op wien
de verplichting tot het doen van de aan
gifte rust, zijn woordelijk afgedrukt in oe
Openbare Kennisgeving, welke is geschied
bij aanplakking op de in deze gemeente aan
wezige aanplakborden.
Voorts worden belanghebbenden verwit
tigd, dat tob de bovenbedoelde inschrijving
meer bepaald zitting gehouden zal worden
op het Raadhuis (Kamer No. 9) alhier van
des voormiddags tien uren tot des namid
dags drie uren,
op Maandag 2 Januari, voor hen wier
familienaam aanvangt met do letter A ot
B, tot en met BI.;
op Woensdag 4 Januari, voor hen wier
familienaam aanvangt met de letter B, van
Bo af, of O;
op Vrijdag 0 Januari, voor hen wier
lamilienaam aanvangt met de letter D,
of G;
op Maandag 9 Januari, voor hen wier
familienaam aanvangt met de letter H, X
of J
op Woensdag 11 Januari voor hen wier fa
miliehaam aanvangt met de letter K;
op Vrijdag 13 Januari, voor hen wier fa
milienaam aanvangt mot de letter L of M;
op Maandag 16 Januari, voor hen wier
familienaam aanvangt met de letter N O of
op Woensdag 18 Januari voor hen wier fa
milienaam aanvangt met de letter Q, R of
op Vrijdag 20 Januari, voor hen wier
familienaam aanvangt met de letter T "U
of V;
op Maandag 3 Januari, voor hen wier
familienaam aanva jt met de letter W. X,
Y of Z;
sullende van elkeen, die tot de aangifte ver
plicht is, een uittreksel uit het geboorte
register betreffende den in te schrijven per-
toon of de overlegging van het huwelijks-
boekje van diens ouders worden gevorderd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELA AR,
Burgemeester.
VAN HEY8T Secretaris.
Leiden* 10 December 1910.
Perceel 14 van het Pieters-
kerkhof aan de Westzijde van de Pieters
kerk, dat er zeer vervallen uitzag, heeft
een zeer gunstige gedaanteverwisseling on
dergaan en is geheel van bestemming ver
anderd.
Van een poover gebouw, waarin een ta-
bakskerverij werd gedreven, ïs het herscha
pen in een uiterlijk smaakvolle en inner
lijk naar de eischen des tijds ingeriohte
electrische broodfabriek, waarin de zaak
van cle R otter clamsche brood-, koek- en
banketbakkerij van den heer W. van den
Oord wordt overgebracht, die thans is ge
vestigd in de Pieterkerkkoorsteeg No. 10
Bij een beschikking der nieuwe fabriek
moet men erkennen dat de architect, onze
stadgenoot, de heer Jac. van der Heyden,
met de ruimte heeft gewoekerd, en werke
lijk iets goeds heeft geleverd.
Men vindt er een modern ingeriohfen
oven met twee bakvloeren met- stoomappa-
raten. de laatste aangebracht om het brood
een mooie kleur te geven. Daarvóór is de
eigenlijke bakkerij met een electrische
kneedmachine gedreven door een motor
van twee paardekrachten.
Achter de bakkerij zijn waschgelegenhe-
den aangebracht en closets voor het per
soneel.
Uit de bakkerij wordt op een gemakkelij
ke wijze gevoerd naar liet broodmagazijn
met een aardig kantoortje er naast. Uit
liet magazijn wordt het brood aan de brood-
rijders en depöthouders afgeleverd.
De bovenverdieping is ingericht tot een
brandvrijen, van beton en ijzer vervaardig
den graanzolder, waarop 25,000 K.G. kan
worden geborgen.
Het werk is onder leiding van bovenge-
noemden architect zeer tot diens genoegen
uitgevoerd door den aannemer den heer
J. C. van der Steen.
Maandag a. s. wordt, de nieuwe fabriek
in werking gesteld. De winkel in de Pie-
terslcerklcoorsteeg 10 blijft echter ook nog
bestaan.
Gisternamiddag ontstond
er in een der bovenvertrekken van het ho
tel Rijnland7' aan de Steenstraat, een
begin van brand, dat zioh eerst nog al ern
stig liet aanzien en inderdaad een groote
brand had kunnen worden, indien men
door toevallige omstandigheden niet met
de brandbluschmiddelen onmiddellijk ge
reed had gestaan.
Een paar gasfitters waren op een boven
vertrek aan het werk, en hadden een flesch
benzine bij zich, waar een der menschen
tegen aanstootte, waardoor deze omviel en
brak Men kwam tot vermaat van ramp
ook nog met een licht er bij en toen ont
brandde de benzine met groote kracht.
Er is echter zelden een ongeluk of er is
een geluk bij, zegt het spreekwoord, en zoo
was het hier ook. Een paar werklieden wa
ren bezig met een brandslang op de water
leiding de veemarkt te reinigen en den
brand ziende, konden zij onmiddellijk de
slang daarop richten. Zoo gelukte het de
vlammen spoedig onder de knie te krijgen
en den brand tot het logeervertrek te be
perken.
De locomotief van de tram,
die 5.18 uit Ledden vertrekt, derailleerde
gisteravond door onbekend gebleven oor-
"5
zaak nabij de remise te Katwijk-aan-Zee.
De passagiers voor Katwijk-a&n-Zee moes
ten, zoo bericht men ons van daar, uit
stappen en de volgende tram kon niet op
tijd naar Leiden vertrekken.
Uit Zegwaar dZ oetermeer
schrijft men ons: De afgeloopen week staat
wel in het teeken van de ongelukken. Eer3t
schiet* er een jongen zich in zijn eigen been,
daarna valt er een van éen paard en wordt
meer dood dan levend opgenomen; gisteren
viel een dertienjarige knecht van den land
bouwer J. v. d M., aan den Voorweg, uit
een hooiberg en brak zijn bovenbeen. Dr.
Schaeffer verleende de eerste hulp.
De electrisohe cö.ntrale te G o u-
d a die reeds gedurende enkele weken stroom
lert, zal Woensdag- a.a. - officieel door den
burgemeester worden geopend. Dan zal ook
een gedeelte der straatverlichting- geschie
den door eleotrisehc booglampen.
Tc Beverwijk heeft gisternacht
weer een zware brand gewoed, waarbij vier
aan verschillende personen toebehoorende
schuren zijn afgebrand. In een dor schuren
was vee geborgen, dat men nog tijdig wist
te redden. Verzekering dekt de, schade. Gis
termorgen was men nog met het blussohings-
werk bezig. Naast een groote hoeveelheid
hooi. ging er ook een belangrijke partij
tabak verloren.
O p den hoord weg onder Scroos-
kerke is een vrachtrijder stervend gevon
den. De man is -vermoedelijk door zijn eigen
wagen overreden. Hij overleed kort daarop.
Volgens het te Met z ver schij
nende blad ,,Le Messin''' werd Woensdag in
een huis in do Medardusstraat aldaar een
onderofficier door twee andere militairen in
hechtenis genomen, toon hij juist 500 Mark
in ontvangst zou nemen voor de uitlevering
van een geschiltdcel aan oen Eranscli spion.
De onderofficier heeft onmiddellijk schuld
bekend.
Een b e r i c h t uit Rome meldt dat
er iu de gevangenis te Civita Vecckia een
ernstig oproer is geweest. Drie compagnieën
l infanterie kwamen er "bij të pas om de orde
te herstellen. Dertig gewapenden zijn in
strafocllen geplaatst.
Dezen zomer had de soldaat
Essiger, van het 20ste bataljon der genie
te Met-z, naar Luxemburg de wijk genomen.
Later kreeg hij echter beFouw van zijn
desertie en keerde naar zijn bataljon terug.
Thans heeft hij te Met-z voor den krijgs
raad terechtgestaan.
Essiger zeide, dat de ondercDiciéren, kor
poraals en kameraden hem het leven in
dienst tot een hel hadden gemaakt, zoodat
hij rond had geloopen met het plan, om
zich het leven te benemen. De getuigen, die
gehoord werden, lieten slechts weinig les,
maar zelfs de auditeur-militair verklaarde
clat die getuigen zoo terughoudend waren,
dat men moest aannemen, dat zij onder den
invloed van anderen stonden. De grootste
j kwelgeest van Essiger was korporaal Mul-
Ier geweest, die Essiger's kameraden tegen
hem opzette. Meer dan iemand anders
moesi Essiger corveeën doen, op schild
wacht. staan enz. Ofschoon zijn meerderen
beweerden, dat Essiger goed l>ehandeld was,
moesten de kapitein en de sergeant-majoor
erkennen, clat Essiger zooveel strafexeroi-
ties had gekregen, dat zijn diensttijd niet
voldoende zk>u geweest zijn, om al dé' exer
citiën te verrichten. Essiger had, zoolang
hij in dienst-was, maar zes vrije Zondagen
gehad. Onder de karweitjes, die hem bij
wijze van straf opgedragen werden, wa3
ook 1 et volgende: Een waterton van 10 H.L.
inhoud, die op de vijfde verdieping stond,
moest hij met een brandemmer leegschep
pen, het water naar de binnenplaats dra
gen en, wanneer het vat leeg was, het weer
op dezelfde wijze vullen.
De krijgsraad veroordeelde Essiger voor
zijn desertie tot zes maanden en een week
gevangenisstraf en tot terugplaatsing in de
tweede klasse van den soldatenstand, maar
bracht twee maanden van de vcorloopige
hechtenis in aftrek.
Het schijnt wel dat de vrede
aan de Hofopera te Weenen spoedig getee-
kencl zal worden; de voorzitter van het
Oostenrijksche Tooneelverbond, de Hof
opera-regisseur August' Stoll, is opgetreden
als bemiddelaar tusschen de stakende ko
risten en den Generaal-intendant. Er zou
een conferentie plaats hebben tusschen een
deputatie van het koor en den Intendant.
Laatstgenoemde wil maatregelen invoeren
die een herhaling van het' thans voorgeval
lene onmogelijk maken. De koorleden van
hun kant eischen de verzekering, dat zij
voortaan voor de onbeschoftheden van des
intendanten vertegenwooriger Ribitsch
gevrijwaard zullen zijn.
Particuliere bericht'en uit
Wladiwostok melden dat de pest in Mant-
sjoerij© snel om zioh heen grijpt.
In Tsitsikar heerscht een paniek. Gansohe
nomadenstammen worden door de ziekte
weggemaaid.
Ook in de buurt van Irkoetsk is de pest
opgetreden.
To Chicago is Zaterdag j.l.
overleden John Barker, een zeer rijk in
dustrieel en groot-financier, die zijn geld
verdiend had met zijn fabrieken van tram-
en spoorwegrijtuigen. Ofschoon hij een
sohrandei' en nuohter zakenman was, had
Barker soms dure bevliegingen. Zoo nad
hij een afschuw van sigaretten rooken, en
liij kon geen lieden in zijn omgeving dul
den, die zich daaraan schuldig maakten.
Een van Barkers nichtjes was geëngageerd
met een beursmakelaar, Barnes, die aan de
sigaret verslaafd was, en dio wat Bak
ker ook deed of zeide die gewoonte niet
wilde prijsgeven. Totdat het op zekeren dag
den ouden heer te machtig werd, en hij uit
riep „Barnes, als je mij je eerewoord geeft
die sigaret weg te gooien en er nooit weer
een op te steken, geef ik je 50,000 doll."
„Top" zei Barnes. Hij streek het geld op
en. rookt nu sigaren.
Door het overlijden van Barker komt het
gehecle fortuin 70 millioen gulden
aan de e enige dochter. Er is nu plotseling
in Chicago en elders in de Yereenigde Sta
ten groote belangstelling voor dit meisje
van veertien jaren. Totdus ver golden de juf
frouwen Helen Gould te Nieuw-York en
Jennie Crocker te San-Francisco a'oor de
rijkste erfdochters van de Yereenigde Sta
ten; maar dio zijn volkomen in de schaduw
gesteld door juffrouw Barker.
In N i e u w-Y ork iï de winter
gekomen. Dinsdag heeft de metropool
haar eersten sneeuwstorm van dit najaar
gehad. Het verkeer, ook in de haven, raak
te er door in de war.
Van eenonlangsteDordreokt
gehouden vergadering (over het Alg. Regl.
van Tolders in Z.-H:) ging iemand do na
men der presentielijst 11a, en vond daarop»;
zooals hij schrijft:
Een Lijster, een Vink, een (de) Zwaan,
een Vogelaar en een Kooi.
Een Boom, een Hoogeiiboom, en een"
Groenenboom.
Een Vliclandcr, ecu Hollander en eeu-ide)
Zeeuw.
Een Joncheere en een (de) Beer.
Een Vriilandt en en een Overwatcr.
Een Vos, een Leeuwen(burgik).
Een v. d. Torren en een Moll.
Een Visser en een Schipper.
Een Kooiman en een Karremans.
Een Noordzij en een Westerveldt.
Een v. d. Waal en een Maaskant.
Een Bruin en een Zwart.
Een Plaisier en een Niemandsverdriet.
Een Naaktgeboren en een Dekker.
Een Dijk en een Dam.
Een Schelling en een (Ne-bbens) Sterling.
Een Lagos tee en een (v. d.) Berg.
Een Kleinjan en een (de) Reus.
Ondejaarsavon«l ©n kellners.
De gisternacht te 's-Gravenhage gehou
den algemeen© vergadering van de Int.,
Vereeniging van Hotel-, Café-, Restaurant-
en Sociëtietsgeëmployeerden in Nederland
heeft na langdurige besprekingen met alge
meene stemmen aangenomen de volgende
motie
„De Algemeene vergadering, enz." over
wegende, dat het het verlangen om de laat
ste uren des jaars in den familiekring door
te brengen, rechtmatig is en billijk, en aan
de inwilliging van dat verlangen geen we
zenlijke bezwaren in den weg staan;
Dat ondanks den Zaterdagavond, dé
oudejaarsavondviering geheel en al be-
heerscht wordt door den familiekring on het
koffiehuis-bezoek na 10 uren des avonds
ook ditmaal even gering zal wezen als
steeds op dien avond het geval was;
Spreekt den wensch uit, dat op dea
Oudejaarsavond de sluiting van koffie
huizen en restaurants te 10 uren, ook dit
jaar worde gehandhaafd, en vertrouwt
daarbij op de noodzakelijke medewerking
van heeren-patroons en directies en op
den steun van het publiek".
Statistiek van <le haringvangst in
Nederland tot en met 7 Dcc1910.
Aangekomen 2981 loggers met 639,524 to*
baring en 544 bommen met 111033 ton haring.
Totaal in 1910 760,557 ton haring; in 1909
755,133 ton; in 1908 659,478 ton in 1901
796,037 ton.
Javanen in Nederlan«lschen krijgs
dienst.
Met speciale machtiging van de Koningin
zijn drie Javaansche jongelieden, studeeren-
de te Leiden, toegelaten tot een vrij willige
verbintenis als adspirant-vaandrig bij heb
reserve-kader der infanterie. Binnen enkele
jaren zullen z© dus, na den verplichten tijd
in den vaandrigs-raög te hebben gediend,
in aanmerking kunnen komen voor bevor
dering tot den officiersrang.
»4)
Het is vaak zelfs een weldaad
sommige dingen geheel en al te weten. Ik
.vernam dan, dat de zieke Fedor Michailo-
witscli in het jaar 1813 met een der vele ge
vangenen-transporten, die van het verslagen
Sroote leger naar Siberië en nog verder
naar het Oosten gedirigeerd werden, in de
Peters-Paulshaven was aangeland en daar
gebleven was. Hij was de laatste van zijn
oompagnie, misschien wel van zijn bataljon;
hij had, nadat hij bij den toenmaligen gou
verneur een werkkring had gevonden, ook
na den vrede en bij de gelegenheid voor alle
gevangenen, om daarheen te gaan, waar zij
gilden, beslist geweigerd naar zijn vader
land terug te gaan en men heeft hem gelaten
woar hij was. Hij werd langzamerhand een
*tuk inventaris, dat van den eenen gouver
neur op den anderen overging, ©n, door
tet klimaat en de omgeving spoedig oud en
gr'js geworden, toonde hij een wonderbaar
lijk weerstandsvermogen te bezitten. Altijd
alleen, verrichtte hij zijn dienst met groote
nauwgezetheid, vasthoudend aan de oude
bureaucratische gewoonten, die hij inder
tijd gevonden had.
Toon mijn collega mij de eerste maal bij
enrt bracht, vertelde hij mij, dat Fedor,
niettegenstaande zijn hoógen leeftijd, een
^«t voor den dood had, en
bij gaarne alles in het werk wilde stel
en» om hem zijn laatste oogenblikken nog
te besparen. Ik kon bij dat zeggea wei
nig anders doen dan de schouders ophalen,
maar gaf mijn nieuwen collega toch een
paar middelen aan de hand. Het beate mid
del bleek te zijn, dat de oude man weer eens
Duitsoh' kon spreken. Hij had veel van zijn
moedertaal verleerd, maar genoeg er van
onthouden, om mij allerlei van zijn doen en
laten te vertellen en te zeggen, dat hij al
vele jaren lang een vurig verlangen naar
de bergen van zijn vaderland had. Toen ik
hem zeide, dat het toch langen tijd alleen
aan hem gelegen bad aan dat verlangen te
voldoen, antwoordde hij met half afgebro
ken, verwarde woorden, op een wijze, die
mij zeer versterkte in het ook reeds vroeger
bij mij opgekomen denkbeeld, dat hij er in
dertijd, misschien twee menschenleeftijden
terug, zijn goede redenen wel voor gehad
moet hebben daar te blijven en niet naar
zijn vaderland terug tc keeren. Gedurende
den tijd, dat ik er was, werd zijn toestand
hoe langer hoe slechter en daarmede groei
den zijn onrust en angst. Ik merkte wel, dat
hij mét zichzelf streed, om mij meer te ver
tellen dan hij mij reeds van zijn vroegere
leven bad toevertrouwd, en ik verheelde
hem niet, dat hij zich zeer verlicht zou voe
len, wanneer hij door te spreken den druk,
die op hem rustte, van zich kon afnemen.
Het werd mij al duidelijker en duidelijker,
dat er een schuld op hem rustte, die hem al
meer en meer drukte."
Die laatste woorden deden den president,
die zeer opmerkzaam luisterde en geen
woord verloor van wat zijn gast zeide, pijn
lijk aan. Maar het nu niet het oogen-
blik om zich te verdiepen in andere dingen
dan hij hoorde. Hij kuchte alleen maar van
tijd tot tijd bijwijze van aanmoediging, te
vens het onuitgesproken verzoek met aja
Dlikken te kennen gevendo om het verhaal
te vervolgen.
„Toch duurde het nog eenigc dagen vóór
het besluit volkomen openhartig tegen mij
te zijn bij Michailowitsoh, vroeger Flori, tot
rijpheid kwam. In een voor zijn doen helder
oogenblik en zichtbaar strijdend om te spre
ken vertelde hij mij, dat hij in 1812 in Bre
men een rijken koopman, in wiens 'mis hij
was ingekwartierd, 's nachts had overval
len, hem gewurgd had en hem van een groo
te som gelds, hij wist niet meer hoeveel, had
beroofd. Hij was daartoe gekomen door het
rijke, overdadige leven in huis en omdat
hij wist, dat de heer von Herther juist i"
die dagen een groote som gelds in hui3
had. Hij had de gelegenheid aangegrepen,
toen hij na het vertrek van zijn rcgimenr.
nog eens in do buurt van Bremen moest zijn
voor een onderzoekingstocht. H;j had bij
zijn daad geen verzet ondervonden, evenmin
was hij vervolgd geworden; het geil was ©p
marsoh naar Moskou grootendeels verdwe
nen, omdat hij het met vele collega's had
moeten deelen.
Eerst op den terugweg naar de Peresina
had hij vernomen, dat men van Duitschland
uit naar hem zocht, en zoo had hij het als
een geluk beschouwd, dat hij bij Borisow ge
vangengenomen en naar Rusland getrans
porteerd was. Hij had er nooit tegen gospro-
testeerd, toen hij telkens verder het land m
werd gezonden, en had reeds dadelijk het
plan opgevat in het verre land, waar nie
mand iets van zijn verleden wist, te blijven.
Dit nu was hem zeer gemakkelijk gemaakt
en gedurende v^le jaren had hij rustig ge
leefd in de kalme zekerheid, dat men niets
wyi lijn, misdaad wist.. Berouw had hij niet
gehad, hoogstens eens wat angst, wanneer
's nachts in zijn droomen hem het gelaat
van den ouden heer uit Bremen voor dea
geest. kwam. Later was hij onrustiger ge
worden én in den laatsten tijd had hem
een kwellende angst overvallen, en reeds
eenmaal had hij getracht zijn bezwaard ge
moed tot kalmte to brengen door den dok
ter een halve bekentenis te doen. Maar deze
had hem al dadelijk geantwoord„Laat ver
geten dingen rusten; jo bent hier nu een
maal goed." En een ander, dien hij er over
v/as beginnen te spreken, had gezegd: „Dat
zijn fantasieën; neem wat brandewijn"
En zoo was hij voortgesukkeld tot ik ein
delijk gekomen was. Mijn eerste gedachte
was natuurlijk den halfdooden man zoo mo
gelijk tot rust te brengen en hem met phra-
sen, zooals die in dergelijke gevallen gebrui
kelijk zijn, af te sohepen. Maai* bij nader
inzien besloot ik toch van zijn volledige be
kentenis wel degelijk goede nota te nemen.
En mijn houding had een goede uitwerking
op den man en kalmeerde hem meer dan
al mijn opiumpoeders. En toen bedacht ik,
dat, ofschoon het al jaren geleden gebeurd
was, er in Duitschand toch nog wel iemand
zou kunnen leven, dio belang had bij de be
kentenis van Bernhard Flori. En zoodoende
besloot ik hem de geheel© geschiedenis te
doen herhalen in tegenwoordigheid van ge
tuigen en haar op schrift te stellen."
„Ik dank 11, ik dank u uit den grond van
mijn hart," zeide von Herther. Hij had zijn
gevoel, dat vreugde en smart te gelijk uit
drukte, niet langer kunnen bedwingen, hij
liet zijn tranen don vrijen loop. En op Faub
gelaat kwam veel meer dan een trek van
voldoening. De president liet_hem, den oyni-
soken scepticus, zien hoe diep hij geleden
had onder de omstandigheden. En Paul kon
niet nalaten zijn goed gesternte te prijzen,
dat hem er toe gebracht had zoo voorzich
tig aU hij gedaan had, deze heele geschiede
nis op te zetten. En von Ilerther, die straks
het lachen A an den jongen man gezien had,,
kon zijn gedachtengang niet raden, want,
sokijnbaar weer geheel bij de zaak, vervolg
de de jonge man:
„Ik had eenigo moeite de luie keeren :'n
Peber-Paulshavën tot een zoo ongewone be
zigheid te krijgen en moest' zelfs den popo
Fedor was overgegaan tot de Staatskerk
te hulp roepen. Zoo geschiedde dan ein
delijk wat ik wilde. Bernhard Flori had
de kracht zijn gehèele geschiedenis in het
Duitsch en Russisch te vertellen; zij werd
door mij in gene, door dén stadssecretaris
in deze taal opgeschreven en door drie
overheidspersonen, den dokter, den schoeps
kapitein, den pope on mij ge.teekend."
„En u hebt het document; u wilt het mij
geven, het me niet onlhouden?,,
„Zeker, niet, want ik verzeker u nog
maals, dat ik slechts dacht aan de mogelijk
heid van v/at nu gebeurt, toen ik de geheel©
zaak op touw zette. U kunt denken hoe
eigenaardig mij de mededeelingen van mijn
broer, waarin uw naam genoemd werd, aan
deden; hoezeer ik het betreurde de dradeii
van het net, die ik alle reeds in handen
meende te hebben, me weer te zien ontglip
pen; Roe de gedachte mij bezielde, dat ik
toch iemand vinden moest, die de geschie
denis, waarbij ik buiten mijn wil tegen*
woordig was geweest, zou interesseeren.'5
(Wordt yervolgd.)