üoet het liberalisme nooit zijn afkomst ver loochenen. Ni Dieu, ni maitre, geen. God en geen ge lag aldus de wiegezang, die bij zijn ge boorte werd aangeheven- En nog dikwijls oordeelt het zoo, als geen electorale verlokking tot een tijdelijk omgespen van de witte das noopt." In het,, Ma and blad van de V er- feeniging van Offiaieren van de Nederland sche Landmacht wordt van de door den Minister van Oor log voorgestelde herziening der officiers-trakte menten gezegd Hoofdstuk VIII van de Staatsbegrooting bracht in algemecne trekken een beeld van de voorgestelde herziening der officiers- traktementen. De stemming, die het voor stel in officierskringen verwekt, is, behou dens eenige uitzonderingen, door onge rechtvaardigd eigenbelang ingegeven, on verdeeld gunstig. En terecht! Immers er worden in het ontwerp eenige beginselen gehuldigd, welke zoowel uit een maatschap pelijk als uit een militair oogpunt de warmste toejuiching verdienen. Beginselen die niet alléén zijn gebaseerd op dc zoo noodzakelijke verhooging van inkomsten on zer officieren, maar die een diepere betee- kenis hebben, ik zou willen zeggen een ideeelen grondslag vormen, waarop die verhooging steunt. Waar het tot nu toe ge volgde stelsel van bezoldiging was maat- jichappelijk onrechtvaardig en willekeurig, in militairen zin verderfelijk, daar is dit ontwerp rechtvaardig, logisch, maar vóór alles uit een militair oogpunt voortreffelijk. Het brengt ons eenheid en gelijke waar deering van alle wapens. Het is een stap in de richting van de verbinding, de ver- -broederipg der wapens. In de toekomst zal dit blijken. Den Minister van Oorlog hier onze hulde Hij toont zich in dit ontwerp een wetgever met vórzienden blik, wien het belang van al feijn officieren even na ligt. Dat nu de Volks Vertegenwoordiging het hem mogelijk ma ke, deze uitstekende regeling van onze be zoldigingen door te voeren! Te veel is er waarlijk niet gevraagdEn de tijden drin gen Onder het hoofd Do bezuinigings- commissie voor Oorlog lezen wij in ,,D e Nieuwe Uourant": Was het niet „D e Standaard", die dezer dagen e enigszins wrevelig vroeg, waarom het toch zoo lang duurde vóór do beloofde bezuinigingsoommisie voor Oorlog benoemd werd Zoo ja, dan heeft het blad zelf nu het ant woord op zijn vraag gevonden. Men leest m een driestar, dio behalve wat deu stijl betreft zoo uit het Departement van Oor log afkomstig zou kunnen zijn, do volgende verklaring van den langen duur: Al te zeer moet men er zioh niet over ver bazen, dat de samenstelling van de Oorlogs commissie nog altoos niet gereed is. Men be denke toch wel* dat het lidmaatschap van deze commissie ongelooflijk veel tijd zal vorderen; dat alleen deskundigen het noo- dge onderzoek kunnen instellen; en dat deze deskundigen zullen te zoeken zijn, niet onder de voldane personen, maar juist on der hen, die scherp critisch tegen het be heer van Oorlog overstaan. Te recht of ten onrechte geldt het hier een kwestie van wantrouwen. Er bestaat een vermoeden, dat Oorlog belangrijke sommen besteedt voor wat niet tot de weerbaarheid van het land bijdraagt, en dat de zuinig heid een bij Oorlog onbekende deugd is. Dit wantrouwen ontneemt velen het geloof >n onze veiligheid. En het is daarom van het hoogste belang, dat dit wantrouwen of worde weggenomen óf tot correctie van een bestaanden misstand leide. Doch dit doel is uiteraard alleen te bereiken, zoo het on derzoek plaats heeft door een commissie, die algemeen den indruk maakt, dat ze het fiieplood tot op den bodem zal laten zin ken. Worden de scherpste critici in de gelegen heid gesteld, om hun grieven waar te mak ken, en vinden ze niets, dan zal het ver trouwen onmiddellijk hersteld zijn, en de 6ympathie voor onze landsverdediging bij den dag groeien. Er zal dan blijken, dat men geheel ten onrechte Oorlog verdacht heeft, en het voortaan te vaster zijn ver trouwen schenken. Had daarentegen het onderzoek plaats Jloor een commissie, die, uit wat uitnemen- lo mannen ook 6aamgeateld, den indruk achter liet, dat ze gekozen zijn, om zonder scherpe critiek een vrijsprekend oordeel uit to lokken, dan zou haar arbeid niet alleen geheel nutteloos zijn, maar zelfs den toe stand op bedenkelijke wijze verergeren. Dan toch zou men in haar samenstelling zelve het. bewijs meenen te vinden, dat men scherpe critiek vreest, dat metterdaad allerlei te verbergen is, en dat men een ope ratie tot op het been niet aandorst. Brieven uit Katwijk. XXXV. Aanvankelijk had ik een geheel ander CDderwcrp in de pen, als datgene, waar over ik thans enkele rogels zal schrijven. De laatstgehouden Raadsvergadering is oorzaak, dat ik onverwacht van plan ver anderde, mijn scheepje een geheel andere' richting insloeg en terecht kwam in een reeds meer door mij gekozen vaarwater. Deze verandering van koers heeft natuur lijk zijn voordeel, hierin gelegen, dat een eenmaal bevaren vaart gemakkelijker is te volgen door den schipper; doch tevens het nadeel, dat de reizigers, door de bekendheid met. de streek, zich niet altijd zóó opge wekt gevoelen, om den tocht tot het einde toe mede to maken. Ik hoop echter te kun nen zorg dragen, dat de reis niet te saai wordt, het einddoel alzoo docr allen wel wordt bereikt De belangstellende lezer zal al aanstonds bemerkt hebben, dat tie Briefschrijver het oog heeft op do afzandingsplannen van Baron van Wassenaeir. .Dit is voorzeker een kwestie, waarover hot laatste woord nog niet is geschreven en nog veel minder gesproken. Dat afzanden in 't algemeen heeft niet alleen voor Katwijk reden te over om ern stig onder het oog te worden gezien, maar heeft blijkbaar een algemeene nationale be kendheid verkregen. Meermalen reeds werd er in dit blad over geschreven, terwijl de redactie van „Hert Vaderland" een speciaal onderzoek heeft doen instellen naar dit ver nielen der duinen langs de zeekust en de gevaren voo«r de toekomst daaraan verbonden. In een reeks artikelen werden in genoemd blad de re-sultaton van dit onderzoek weer gegeven en, vergis ik me niet, dan staat een afzonderlijke uitgave van de uitkomsten dezer zeer interessante studie weldra te wachten. Iedereen, die belang in de aange legenheid stelt, geef ik wel in overweging te zijner .tijd een exemplaar zich aan te schaffen, om te zien wat al vóór en tegen de afzandcrij wordt ingebracht. Uit het veTslag van de laatstgehouden Raadsvergadering, dat in ons blad stond, bleek me hoe de afzandingsplannen der dui nen ook haar voor- en tegenstanders te Katwijk hebben. Er werd toch medegedeeld, dat een verzoekschrift was ingezonden door arbeiders, die den Raad verzochten aan Ba ron Van Wassenaer vergunning tc vorleenen tot afzanden Dat deze menschen bij dat werk groot belang hebben, begrijp ik vol komen de winter staat weldra voor dei deur en nu gevoelt ieder onmiddellijk, dat deze arbeiders dien veelal kouden en som beren tijd gaarne werk hebben, opdat zij den schoorsteen lustig kunnen doen rooken, opdat zij niet zooals velen helaas ge noodzaakt zijn bij bakker en winkelier krediet behoeven to vragen, m. o. w. dat zij gaarne ook des winters door arbeid in hun noodzakelijke levensbehoeften willen voor zien. Volgens mijn meening waren zij ech ter aan een verkeerd adres, want de Raad heeft nooit geweigerd vergunning tot af zanden te gerven; trouwens, daartoe is hij niet bevoegd, al ware dit nog zoo noodzake lijk. Wat Baron Van Wassenaer indertijd niét werd toegestaan, is de gedeeltelijke verleg ging van den weg door de duinen, die blijk baar don officieelen naam draagt van „Weg door den Koestal." Doch door deze weige ring staat of valt de afzanding geenszins; die is desniettegenstaande zeer wel uitvoer baar. Men had het spoor over den weg kunnen brengen, wat volgens mijn meening onze Vroedschap niet had kunnen beletten, wanneer het, verkeer ten minste niet werd belemmerd. En op deze wijze had zeker het grootste gedeelte der duinen kunnen worden afgezand op behoorlijke diepte. Dat de werkzaamheden voor die arbeiders dus weldra zullen zijn afgeloopen, is alzoo niet den Raad te wijten. Zij hadden zich dan ook, volgens mijn meening, niet tot onze Vroede Vaderen moeten richten, maar tot den Baron zelf of wellicht ook tot do af- neemster van het zand, de ballastmaatsehap- pij to Amsterdam, en dat wel wel met het ver zoek om vast te houden aan het oude plan van afzanding, nl. door de „Zanderij Kledn- duiri' heen. Daarvan schijnt echter voor goed te zijn afgezien; -althans de huurt- dors Van de landerijen daar, die voor het leggen van spoor een strook gronds onbo- teeld moesten laten, kregen dezer dagen de boodschap, dat het land geheel beplant kon "vyorden, zooclat velen de gereserveerd en grond thans met bloembollen bezetten. Blijk baar hoeft echter de aanneemstcr bezwaar ge had togen do to volgen route en wil zij het zand liever van do andere zijde betrekken, waardoor zij niets met do kostbare over wegen hoeft to maken. Do arbeiders, kan hot anders? helioo- Ten tot de voorstanders der afzanding, al is deze dan ook niot, wat zij zelf zullen moeten erkennen, in den waren zin des woords werkverschaffing. Zooals dit afzan den in den laatsten tijd mot zeer vele ar beiders, ook van elders, plaats hoeft, nu het zand vervoer eerst per trein en daarna per sloepboot geschiedt, is het land-onb- g i n n i n g in de eerste plaats. Toen liet vroeger por kip-kar en kleine vaartuigen geschiedde, kon moer van werk verschaffing werden gesproken en zouden er eenige tientallen jaren verloopen, eer het werk gereed was, terwijl dit nu in wel licht nog minder maanden zal plaats hebben. Doch niet alleen voorstanders openbaar den zich aan den Raad: een tweede verzoek schrift gaf blijk, dat ar ook tegenstanders werden aangetroffen. Uit het Verslag blijkt niet, wie dc ondec- teekenaaxs van dit request waren; ik ge loof echter, dat de veronderstelling niet te gewaagd is, wanneer ik vermoed, dat zich hierin de naburige land-eigenaren hebben uit gesproken. In zekeren zin zouden wij dan pok hier kunnen constatoeren den strijd; tusschen kapitaal en arbeid. Hierop zal ik echter niet vorder ingaan, want mijn Brief zou daardoor zijn plaatselijk karakter ver liezen. Ik kan mij echter heel goed indenken, dat de door mij gefixeerde eigenaren alles willen aanwenden om dé afzanding te voor komen; daarover verder uit té weiden is over bodig, waar ik in een mijner vorige Brieven reeds zoo breedvoerig mogelijk de nadeden, welke zij van de afgravingen vooc* hun eigen landerijen duchten, uiteenzette. Feit is alzoo, dat de voorgenomen afzanding door den Baron, niet door iedereen, wordt toe gejuicht; dat zij begrijpelijkerwijze vele voor standers heeft, die op de onmiddellijke voor deden zien; maar ook niet minder tegen standers, die echter, en wie zal het hun ten kwade duiden, niet zoozeer op den voor grond treden, 't Gaat niet zoo gemakkelijk om zich tegen zeer hooggeplaatste perso nen te stellen.. Blijkens het reeds straks aangehaalde Raadsverslag zullen echter de lamdeigena- ren niet zoo groot gevaar hebben te vree zen, als zij meenden, en ook ik in mijn vo rige behandeling van deze kwestie memo reerde. De weg door den Koestal toch is, zoo- als daar wordt gezegd, eigendom der ge meente en al wordt nu de weg ook verlegd, dan blijft de oorspronkelijke weg, die dan eigenlijk geen weg meer is, eigendom der gemeente. Wij krijgen daar dus den toe stand, dat de gemeente eigenaresse is van grond, gelegen tusschen de bezittingen van Baron van Wassenaer; waar de Raad zich nu jjeeds tot tweemaal toe verklaard heeft tegen verlaging van den weg, kan dan zeker worden aangenomen, dat hij ook zal zijn tegen de afgraving van dien duingrond die bij wegs-omleg gemeente-eigendom blijft, en is alzoo nog niets door den heer Van Wasscnaer bereikt. Het is wellicht jammer, dat noch het gemeente-bestuur, noch de belanghebbende zelf, van af het eerste oogenblik daaraan heeft gedacht; de geheele kwestie ware dan niet zoo opgeblazen geworden, de afstand van gTond langs den Zeeweg, zooals ook ik reeds in vorige Brieven meermalen heb getoond onmisbaar voor behoud van het weinige plantsoen, dat wij bezitten, ware gemakkelijker geweest. De strook gemeen tegrond door de duinen is Baron van Was senaer onmisbaar voor een goede afwerking zijner zanderij ter plaatsede gemeente heeft dringende behoefte aan grond van den heer Van Wassenaer langs den Zeeweg; wat ware gemakkelijker, dan door ruiling te ko men tot een minnelijke schikking. Dan wa ren beiden geholpen I Hoe moei' ik echter over do aangelegen heid nadenk, des te sterker wordt in mij do overtuiging, dat, al ware Baron Van Wassenaer tot afstand van den grond voor behoud van plantsoen bereid, het voor de gemeente nog za-ak zal zijn om niet de vergunning tot weg-verlegging te verlee- nen. Niet alleen toch, dat alle naburige eigenaars van de afzandcrij de dupe zullen warden, hetgeen niet van tijdelijken aard zal zijn, zooals do voordeden voer de ar beiders, wat toch zeker op den weg van den Raad ligt zoo mogelijk met alle eerlijke, ten dienste staande middelen te voor komen, de afzandcrij zal niet brengen, wat ik en velen met mij ongetwijfeld hadden verwacht. 0 „Vermeerdering van land zal geen da ling van den huurprijs ten gevolge hebben", „het land is niet van die kwaliteit, dat het tegen veertig cents per roede verhuurd, voor de Katwijk-ars een bestaan oplevert." Zie daar twee verpletterende uitspraken, die in den Raad zijn gedaan, door mannen, die op dit terrein ongetwijfeld als autoriteiten kun nen worden genoemd en dit bovendien tot eigenschap hebben, dat zij er maar niet op los praten; wies* oordeel dus grooto waaxdo heeft. Blijkens het veerslag hoopte do heer Van Het huis, waarin Fritz Reuter, de be kende schrijver, honderd jaren geleden op 7 November te Stavenhagen geboren werd. Stavenhagen is een stadje in het Oosten van M&eklenburg-Sohwerin, waar Reuter's vader niet alleen burgemeester en stads rechter was, maar zich ook bezighield met landbouw en veeteelt en de eerste Mecklen- burgscK-Beiersch-bierbi'oiïwer was. 13 e richter* over Rijnland's boezem, gedurende de week van 30 Oct.5 Nov. 1910. Stand van den boezem te Leiden. Idem te Oudewetering Werking der stoomgemalen Waterloozing langs natuurlijk, weg. Waterinlating Regenval in m.M. 30 Oct. 31 Oct. 1 Nov. 2 Nov. 3 Nov. 4 Nov. 5 Nov. 55 53 62 55 53 52 53 cm.-A.P. 57 57 57 52 55 55 56 •ra.—A,P. Spaarndam 994s u., Halfweg 9645 u., Gouda u.f Katwijk u, Spaarndam 6 u., Halfweg 5 u., Gouda u., Katw.jk 4 u. Door de sluit te Gouda u. 48.3. Tol, dat de vermeerdering van land dear huurprijs zou verlagen, al gaf hij tegelijker tijd te kennen, dat voor den tegenwoccdigen prijs men van eldere hier gaarne 10 H.A. zou huren. De heer Aandewiel, het eenige Raads lid dat wij Katwijk-aan.Zeeërs, als land- houwer in den Raad hebben; iemand, die er wel verstand van heeft, verklaarde, dat alle teel der s bij een huurprijs van 40 cents per roede straatarm zullen worden, daar het tot nu toe ontgonnen land zeer sleoht van kwaliteit is en geen 20 ets. pier roede waarde heeft. Een verklaring, die door de hedde landbou wers Raadsleden van Katwijk-Binnen, nl. de heeren Van Egmond en Van Tol, werd on derschreven. De af zanderij* zal, wanneer zij wordt ter hand genomen zooals in „Klein-Duin", slechts een paar jaren den arbeiders werk verschaf fen, ten minste, wanneer „de ijzeren man" weg blijft^.nders duurt het niet eens zoo lang. En het te winnen land zal onz© teel- ders arm maken, terwijl de naburige land eigenaren zullen benadeeld worden! De duinen in de onmiddellijke omgeving van Katwijk-Binnen zullen bovendien ver dwijnen, en menige aantrekkelijke speelplaats voor de jeugd en ontspanningsoord ook voor ouderen van dagen zal tot het verleden be- hooren. Alles te zamen pleit er dus voor, dat do bestaande toestand zoo mogelijk be hoort bestendigd te blijven; dat verandering ten deze nog lang geen verbetering zal brengen. Jaren geleden, toen de Leidsche Duinwaterleiding in exploitatie kwam, ik vestigde ook hierop reeds vroeger de aan dacht werd er zoowel door arbeiders als grondeigenaars steen en been geklaagd, dat de gronden, zelfs op verren afstand, alle waarde verloren 1 Dat was algemeen belang; Leiden en vele gemeenten in den omtrek profiteecen van deze allernoodzakelijkste wa tervoorziening. En is er dan geen reden, om tlians alles aan te wenden, dat ter wille van het belang van één particulier, zeer vele kleine grondeigenaren niet eveneens opnieuw gaan ondervinden, hetgeen een kwart-eeuw geleden werd bejammerd. Dat de duinen niet zullen worden afgegraven, daaraan twijfelt natuurlijk niemand, doch het geschiede dan op een wijze, dat anderen daarvan geen hinder hebben. Wil men het doen onder de leuze van werkverschaffing, goed 1 maar nog beter, niet onder de leuze, doch in werkelijkheid, zoodat onze arbei ders daarmede tientallen van jaren gebaat zijn! Vergadering van de Gezondheids commissie te Bodegraven. Door den Voorzitter wordt medegedeeld welke besluiten sedert de laatste vergade ring zijn uitgevoerd. Tot de ingekomen stuk ken behooren o.a afdruk van de gewijzig de bouwverordening van Waddingsveen; goedgekeurde rekening 1909 van Zevenho ven; bericht van Waddingsveen, dat met zal worden overgegaan tot vaststelling van een melk ver ordeningafschrift van drie be sluiten van Woerden tot verbetering van verschillende perceelen. Deze stukken wor den voor kennisgeving aangenomen. Oudewater vraagt advies aangaande een wijziging der politieverordening, betrek king hebbende op het vervoeren van faeca-- liën en het ledigen van beerputtenwordt besloten gunstig he adviseeren, doch tevens aan te dringen op het zoo noodcg regelen van het vervoer van mest, gier, enz. Door Waddingsveen wordt advies ge vraagd over een wijziging der bouwverorde ning in zake dikte van muren van arbeiders woningen; wordt goedgevonden. Yan Rijnzaterwoude en Zevenhoven is een verzoek ingekomen om advies betreffende verlenging van den termijn van ontruiming van de perceelen 125 en 67; wordt besloten gunstig ta adviseeren. Nieuwkoop vraagt een vernieuwde vast stelling van het advies d.d. 24 November 1909, inzake verbetering van 70 perceelen, waaraan door verschillende omstandigheden tot nu toe geen uitvoering was gegeven; wordt goedgevonden afwijzend te beschikken omdat een nieuwe inspectie van de bedoel de perceelen zou moeten geschieden, en liet gemeentebestuur te verwijzen naar ar tikel 16 der Woningwet. Rapport wordt uitgebracht aangaande het woningonderzoek te Bodegraven, Boskoop en Zwammerdam. Te Zwammerdam is door den eigenaar van de perceelen A. Nos. BS 95 niet voldaan aan de lastgeving van het gemeentebestuur tot plaatsing van nog twee privaten; dn do beide andere gemeen ten waren geen tekortkomingen geconsta teerd. ÏDgekomen is een ldacht over het houden van varkens te Zwammerdamwordt beslo ten te antwoorden, dat, zoolang te Zwam merdam niet bij verordening is verboden varkens in de kom te houden, er weinig aan te doen is. Omtrent onderzochte klachten wordt rap port uitgebracht, als: over een paardenstal te Bodegraven, een bagger staal te Boskoop en over ondraaglijke lucht in een perceel te Zevenhoven. De conclusion worden goed gekeurd en aan de gemeentebesturen zal hierover geschreven woTden. Sedert de vorige vergadering zijn aange geven de navolgende gevallen ven besmette lijke ziekten, alste Woerden 3 febris typh. te Bai*wouts waard er 2 diphtheritis en 1 rookvonk; te Rietveld 1 febris typh en 4 Toodvonk; te Bodegraven 2 diphtheritis en 7 roodvonk; te Zwammerdam 1 diphtheritis en 2 roodvonk; te Boskoop 7 febris typh. en 3 diphtheritis; te Waddingsveen en te Nieuw veen ieder 1 febris typh. Daarna worden uitgebracht de rapporten aangaande plaatsbezoek te Bodegraven. Waarder, Langeruigeweide, Papekop en Oudewater. De conclusiën van de sub-com missie worden goedgekeurd. Aan Lange- ruigeweid© zal geschreven worden over de sloot- te Driebrugge en over de schoolwo- ning; aan Papekop eveneens over de wo ning van het schoolhoofdaan Bodegraven over den toestand van de Mienesloot. over het aanbrengen van beerputten bij twee prii* vaten, over gemis aan voldoende ventilatie in de slaapkamers, van enkele perceelen eö over een gedempte sloot langs de spoor* baan; aan den hoofd-inspecteur van den ar beid over Btofverontreiniging in een hekel- hok van een touwbaan te Oudewater. Daarna wordt de vergadering gesloten, Invoer van rundvee in België. Bij beschikking van den Belgischen minis ter van Landbouw, dd. 15 October 1910, ia bepaald dat, met ingang van 1 Dec. a.s., dé invoer van koeien en vaarzen, herkomstig uit Nederland, zal zijn toegelaten den 2den en 16den van iedere maand, in plaats van den lsten en 15den, wanneer deze laatste datums op een Vrijdag vallen. De invoer zal gedurende de volgende uren plaats hebben: a. van 1 Maart tot 31 October van zons opgang tot 3 uur 's namiddags; b. van 1 November tot 28 Februari van zonsopgang tot 12 uur 's middags. (St.-Ct.) Besmetteiyke veeziekten. Een bijvoegsel tot de Staatscourant" (no. 262) bevat een staat van de gevallen van besmettelijke veeziekten in Nederland, voorgekomen gedurende de maand October 1910. Daaraan is de volgende opgave ont leend (de cijfers tusschen, haakjes duiden het aantal eigenaren aan, onder wier vee de ziekte voorkwam): mond- en klauwzeer, bij de herkauwende dieren en de varkens 0 (0)kwade droes en huidworm bij de een hoevige dieren 0 (0)schurft bij de eenhoe vige dieren en de schapen 207 (20)rotkreu. pel bij schapen 108 (22); vlekziekte bii var kens 94 (49)trichinenziekte bij varkens 0 (0)miltvuur onder allo vee 31 (30)honds dolheid 1 (1). Brie vrajjera. De heer Thomson, lid van de Tweede Ka mer, heeft aan de Regeering de volgende vragen schriftelijk gericht: I. Is het juist, dat de legercommandant per circulaire legerautoriteiten verboden heeft om aan artikelen van ongenoemde schrijvers in dagbladen aandacht te schen ken? Indien ja, is de Minister dan niettemin bereid om een onderzoek te doen instellen naar de toestanden in zeker garnizoen op Bali, waarover in een artikel gemerkt X. IJ. Z. in d!e „Soerabaja Courant" van 16 September 1910 onder het aanvoeren der. namen van getuigen ernstige mededeelin, gen worden gedaan*. Wil de Minister de re sultaten van dat onderzoek aan de Kamer doen kennen? II. Is het juist, dat een korporaal der! cavalerie door den Krijgsraad te Mage- lang veroordeeld is tot een jaar gevange nisstraf, f 300 boete en degradatie, dat het Hoog Militair Gerechtshof dio straf veran derde in 6 maanden detentie zonder neer en dat daarna een huish. milit. commissi O den gestrafte, die den dienst ging verlaten moest aanzeggen, dat hij toch gedegradeerd was, zoodat hij als soldaat het leger ver liet? III. Is de Minister bereid mede te dee- len, wat geleid heeft tot de ontslagaan vraag van den kapitein H. Chriatoffel, di* immers voor korten tijd met terzijde stelling van de geldende recht&reg^linj. voor officieren buitengewone bevorder ring maakte om in hoogere rangen he' le ger ten nutte te kunnen zijn? De Minister van Koloniën heeft hierop geantwoord, dat hij inlichtingen heeft ver zocht aan den Gouverneur-Gen«p via» Ned_-Indië. Intusschen kon de Minister ten aanzien van de eerste vraag reeds mededoé len, dat, blijkens uit Tndüë ontvangen b**» richten, het legerbestuur ter zake onderzoek heeft bevolen. Inkomstenbelasting. Naar vernomen wordt, is thans de Ko« ninklijke goedkeuring verleend op de naar aanleiding der opmerkingen van den minister van Binnenlandsche Zaken door den gemeenteraad van 'e-Gravenhage ge wijzigde verordening, betreffende de hef fing eener inkomstenbelasting met 1 Jan.: 1911. Statistiek van de haringvangst In Nederland tot en met 9 Nov. 1910. 1907. Aangekomen 1791 loggers met 530,320 ton en 418 bommen met 106,157 ton; totaal 636,480 ton. 1908. Aangekomen 1537 loggers met 425,239 ton en 385 bommen met 88,202 ton; totae1 513,441 ton. 1909. Aangekomen 1903 loggers met 560,634 ton en 452 bommen met 101,622 ton; totaal 665,256 ton. 1910. Aangekomen 1888 loggers met 567,606 ton en 413 bommen met 96,166 ton; totaal 663,771 ton. Prijzen1907. 9 Nov. Volle haring 110, Engelsohe wal f6.30 per kantje, ijle-haring f 8.25; 1908. 10 Nov. volle haring f 12.75, Engelsche wal f 12.12* tot f 12, ijle-haring f 0.50 tot f9; 1909. 10 Nov. volle haring f 11.75, Engelsche wal f 11, ijle-haring f 7.50., Uitlotingen. 3 pCt. Loten Hong. Hyp. Bank van 1894. Trekking vaö 20 October. Betaalbaar 25 Januari 1911., Serie 2173 No. 54 kr. 75,000; Serie 2173 No. 76 kr. 3000; Serie 537 No. 93, Serie 1143 No. 19, Serie 2650 No. 53 elk fr. 1500. De volgende Nos. elk kr. 400: Serie- 88 No. 56, Serie 482 No. 59, Serie 748 No. 11, Serie 1139 No. 97, Serie I486 Na 72, Serie 1510 No. 26, Serie 1693 No* 8, Serie 2628 No. 34, Serie 2687 No. 65e Serie 2999 No. 75.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 6