CONSERVEN. RECEPT. JLImLESIIMEI. Een der belangrijkste export-industrieën op het gebied van voedingsmiddelen ia die van conserven, welke haar uitbreiding te danken heeft, niet alleen aan de ontwikke ling van landbouw, groenten- en veeteelt en de zuivelnijverheid in Nederland,' maar ook aan den voortreffelijken naam, dien zij verworven heeft door de goede kwaliteit en zuiverheid harer producten. Deze industrie omvat de bereiding van verduurzaamde vüeeschsoorten, melk, in- landsche vruchten, groenten, soep, visch, sausen, zuur, puddingen, enz. Al deze takken worden vertegenwoordigd door meer of minder groote fabrieken, waar onder zeer belangrijke, die uitstekend de vergelijking kunnen doorstaan met L'et beste, wat men daarvan in het buitenland vindt. De industrie, die zich bezig houdt met de bereiding van verduurzaamd vleesch, omvat de conserveering van dat artikel in den uit- gebreidsten zin, met name gezouten of ge rookte vleeschsoorten, vleescnextracten, wildpastei, enz. Deze artikelen vinden in den vreemde en in ons land zelf hoe lan ger hoe grooter aftrek, in weerwil van de sterke concurrentie met Amerika en Austra lië. Behalve in Nederland, dat afneemt voor eigen gebruik en voor scheepsprovisie, wor den deze voedzame producten verkócht m Nederlandsch-Indie, Duitechland, België, Engelsch-Indië en Afrika (Kameroen* Goudkust en Zuid-Afrika). Voorname fabrieken van deze artikelen vindt men over het geKeele land verspreid, o. a. te Amsterdam, AlmeAoo, Breda, Borne, Beverwijk, 's-Hertogenboóch, Cu- lemborg, Deventer, Doet inch em, Gorin- chem, Groningen Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Olst, Rotterdam, Utrecht, Vor- den, Winschoten, Wilp, totaal ongeveer 25. De fabricatie van geconserveerde melk geschiedt onder verschillenden vorm. AL voornaamste producten, die aan alle eischen van voeding en hygiëne kunnen voldoen, worden genoemd: gepasteuriseerde, gesteri liseerde, gecondenseerde melk en melksui ker, waaraan nog andere kunnen worden toegevoegd, zooals geneeskrachtige melk vcor het gebruik van zuigelingen en zieken Terwijl gecondenseerde melk bijna uitslui tend in den vreemde, met inbegrip der tro pische gewesten, wordt gebruikt, vindt ge pasteuriseerde melk slechts in het land zelf afneming. De vraag naar gesteriliseerde Holland- ■che melk neemt in den vreemde zeer toe, vooral in Engeland, waar zij in poedervorm een der voornaamste débouchés vindt. Belangrijke fabrieken van gecondenseer de melk vindt men te Bolsward, Beemster, Heenvliet, Lixamen, St.-Nicolaasga, Purmer- end, Vlaardingen Cdeze 7 fabrieken be boeren tot één groote Maatschappij, te Vlaardingen gezeteld), Amsterdam, Ber gen, Gorinchem, Hoorn, Kampen, Naar den, Nijmegen, Rotterdam, Terwoldé, Uit hoorn, Vreeland, Weert, Wapenvelde, Zoe- termeer en Zwolle. De ongeveer 35 min of meer belangrijke inrichtingen verschaffen werk aan ten naastebij 2000 arbeiders. Groenten en andere voedingsmiddelen, vruchten, soepen, enz. vinden, behalve m Nederland, afzet in on2e koloniën, Enge land, de Engelsche koloniën, Zuid-Amerika, Turkije, Perzië, enz. De belangrijkste fa brieken zijn te Amsterdam, Alkmaar, Be verwijk, VHertogenbosch, Broek op Lan- gendijk, Breda, Groningen, Haarlem, Den Haag, Hoek van Holland, Leiden, Loosdui nen, Medemblik, Noord-Scharwoude, Rijs wijk, Rotterdam, Tiel en IJselmuiden. Waarvoor het vallen der bladeren goed is. Dat gele en roode bladeren ven boom en struik vallen, dat ritselend loof de aarde bedekt, heeft niet aHeen ten doel in poëti sche gemoederen weemoedige gedachten te voorschijn te roepen. Het vallen der blade ren heeft zeer belangrijke economische func- "es te verrichten in de huishouding der na buur. Het is duidelijk, dat de dorre blade ren den bodem een gedeelte weergeven der minerale substanties, die hem door den groei der planten onttrokken werden. Lage re zwammen, bacteriën, insecten en vooral, zooals Darwin heeft aangetoond, regen wormen, helpen er toe mee het loof tót hu mus te maken, welke den wortels der hoo rnen en planten voedsel verschaft. Verder echter voorzien de droge bladeren den bo dem met humusbacteriën, welke zij opza melden, toen zij nog als groen loof aan de Waderen zaten. De belangrijkste taak echter van het val len der bladeren is, gelegenheid aan het licht te geven om op de bladknoppen te val len, opdat zich nieuwe bladeren vormen. Een ontloofde boomkroon entvangt mis schien twintigmaal zooveel licht als een be- bl&derde. Ieder blad Heeft een bepaalden, begrensden levensduur en als deze is afge- loopen, verwelkt bet blad onvoorwaardelijk. Vielen nu de dichtstaande bladeren op ver schillende tijden af, dan zou er nooit zoo veel licht in de kroon vallen, dat de toe komstige bladgeneratie zou kunnen gedijen. Het snelle gelijktijdige afvallen der blade ren is dus een aanpassingsverschijnsel. Zoo worden ook zekere interessante verschijnse len verklaard. De heester Eupatorium adenophorum behoudt het loof als alles rondom kaal is. De reden voor deze uit zondering is, dat de bladeren hiervan ver strooid zitten, gescheiden door groote tus- schenruimtenzij onttrekken dus geen licht en mogen nog blijven zitten. Filosoof. Resten rund- of kalfsvleesoh, desnoods vermengd met varkensvleesch, koude aard appelen, jus, ui, wat melk en boter. Bereiding: Het vleesch, ontdaan van harde korstjes en velletjes, fijn hakken. Een gesnipperde ui in wat jusvet laten fruiten; daarbij wat bruin van jus, verdund met water of melk, voegen, 't vleesch hier in laten stoven tot het malsoh en smakelijk is geworden en het vocht bijna verkookt is. Zoo noodig wat peper, zout, noot toevoe gen. De aardappelen fijnmaken, op het vuur goed vermengen met wat melk, stukje boter, noot en iets zout. Vleesch en aard appelen nu laag om laag in een vuurvast schoteltje doen, dJe bovenlaag (aardappe len!) bedekken met paneermeel cn klontjes boter en het schoteltje in een warmen oven bruin laten worden. Een kaalhoofdig bankier, die aan tafel zat bij een deftig diner, liet zijn servet vallen en boog zioh om 'hét op te rapen Het was bij het rondgaan van het fruit. Hij raakte daarbij den arm aan van me vrouw X., die aan zijn rechterzijde was ge zeten. Mevrouw X., die een lichten druk op haar arm voelde, dacht, dat die bediende met den schotel bij haar was; zij keerde zich om, richtte haar lorgnet op de plek bij haar elleboog, zag daar het hoofd van den bankier en zeide: „Neen, dank je, geen meloen, ik zal straks wat ananas nemen." Een Leidsohe schooljongen kwam op ze- koren morgen aan zijn onderwijzer vertel len, dat zijn zuster roodvonk had. ,,Ga dan onmiddellijk naar huis, Jan, en kom niet terug voordat je zuster weer beter is", zei de onderwijzer. Jan huppelde vroolijk naar huis. Toen hij verdwenen was, stak Sam zijn vinger op. „Wat is er, Sam?" „Die zoster van Jan, die roodvonk heeft» - woont in Maastricht." Vader van hetmeiije: „Uw aan. zoek vereert mij, maar hebt u ook Drood voor mijn dochter?" Banketbakker: „Brood Koek zal ik haar geven." Arts: „Ik begrijp niet, mevrouw, hoe m dat kind met zoo'n koude uren kunt Tijden in een wagentje. De thermometer staat op nog geen 50 graden." Moedler: „Maar, dokter, wat weet zoo'n worm nu van een thermometer?" „Wat 1 Poetst ge uw laarzen zelf? Hebt ge geen dienstmeisje?" „Ja, twee zelfs! Ma>ar het eene is te fijn voor dat grove werk, en het andere wordt grof, als ik het haar wil laten, doen I De boot kwam aan, itmat kon niet tot den wal komen. Er was een dikke, logge dame in de boot, en deze passagierster vooral zag er tegen op om door den schipper, die met zijn groote waterlaarzen door het water klotste, te worden overgedragen. „Ik ben bang," zei ze; „ik zal te zwaar worden." „Te zwaar", riep de zeebonk zéér galant en geruststellend, „het zal nogal meevallen, juffer; ik doe een beetje aan de varkens slachterij nu en dan en ik ben gewoon vètte varkens te versjouwen!" Oude juffrouw (tot veldwachter): „Wat ziet je hond er bedroefd uit, hij loopt den heelen tijd met zijn staart tussoben zijn boenen en zijn kop omlaag." „Geen wonder, mensch. Hij is gezakt voor het examen van politiehond." Een wielrijder had een gans doodgereden. De boer verlangde voor zijn. gans drie gul den. Daarvoor mocht de wielrijder dan de gans als bout mee naar huis nemen. Maai- deze vond het wel wat lastig om de gans mee te sjouwen, hij wilde den boer twee gulden geven en hem de gans over laten. De boer wikte daar echter niets van hoe ren, en ten slotte trokken beiden naar den burgemeester om een beslissing. Deze besliste: „De wielrijder betaalt twee gulden, de boer houdt de gans. Ik betaai den boer een gulden en neem do gans." Hoer (op straat)„Ik ben zooeven bij u thuis geweest, professor; mijn naam is Modon." Professor: „Zeer aangenaam; gaat u zitten." Bij den minister. Jonge vrouw: „Is Zijn Excellentie te spro ken?" Kamerdienaar: „Voor zulk© be valligse jongedames als u altijd!" Jonge vrouw: „Zoo! Zeg Zijn Ex cellentie dan, diat zijn vrouw er ia l" Een jongen moest voor zijn baas infor- meeren wat er 5 8 avonds in den schouwburg gespeeld werd. De bureaulist zei: „Natuur en plicht of de zoon rechter over zijn vader." De jongen bracht het aldus over: „Vuur en licht of de zoon nog slechter dan zijn vader." „Hoe laat is 't, Wim?" vroeg de vrouw van uit het bed, die haar man strompelend de trap had hoeren opkomen. „Bijna één uur." Op dat oogenblik sloeg de klok drie. Man: „Wat drommel, wat mankeert die klok; die stottert!" Veteraan tot vriend. >,Ja jongen, ik ben ook in de branding geweest; de .'rogel had maar een duimbreed lager moeten wezen of een J^k sprak nX3u tegen J jou."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 22