No. 15561. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag* 12 November. Derde Blad. Anno 1610, Buitenlandseh Oyerzieht. FEUILLETON. Tweede Kamer. Gemengd Nieuws. Aeademienieuws. Inderdaad de v-arw achting gisteren door «ona uitgesproken dat Engeland ernstige tijden te gemoet ging, is niet ongegrond ge weest. Gisteravond kon men al onder de telegrammen lezen dat de voornaamste mi nisters thans na het mislukken der veto conferentie dadelijk ontbinding van het Par lement willen en nieuwe verkiezingen om een beroep op het volk te doen. En heden ochtend vernemen wij dat Asquith zich naar Sandringham heeft begeven om den Koning te bezoeken, waarschijnlijk met het doel om dezen van advies te dienen omtrent de uitoefening van het Koninklijk recht om nieuwe Lords te benoemen ten einde het daardoor mogelijk te maken, dat de voor stellen der regeering tot beperking van de veto-bevoegdheid van het Hoogerhuis, door dit Huis worden aangenomen. Men denkt dat in de naaste toekomst ont binding van het Lagerhuis of aftreden van h«t kabinH zal volgen. De teleurstelling over het mislukken der veto-conferentie is zeer gToot. De geheele pjrs uit haar leedwezen er over, maar de moesten zijn toch wel zoo, dat zij erken nen, dat deze uitslag te verwachten was, gezien de fundamenteele verschillen tusschen de beide groote Staatspartijen van Engeland do WhigB en de Tories. De laatsten gjian met het Hoogerhuis samen. Zij willen het overwicht in den Staat bij de erfelijke pairs houden en op hun programma staat ook taxiofhervorming om te komen tot het stel sel van beschermende rechten. Daartegen over staan de Whigs, de liberale partij, die de macht willen zien uitsluitend, althans voornamelijk hij de vertegenwoordigers van het volk, het Lagerhuis, rechtstreeks geko zen en ontbindbaar. De strijd die thans staat te beginnen is -er eene zooals Engeland in eeuwen niet heeft gekend. De partij van het privilege zal een hardnekkige weerstand bieden aan do democratie. Wij Vannen er zeker van zijn dat de strijd ernstig eu hevig zal zijn en vele harts tochten zal opwekken. In F r a n k r ij k is na de moeilijk be vochten zege van Briand in de Kamer weer 'n poos wapenstilstand. De afgevaardigde Beauquier heeft daarom het tijdstip gunstig geacht om een lang gekoesterd plan uit te voeren. Hij wil (fcn spreektijd der Kamerleden beperken; hoog stens 'n halfuur. Behalve de minister na tuurlijk, die mag net zoo lang praten als hij wil. Wij gelooven inderdaad dat er voor maatregelen als deze veel te zeggen is. Er wordt tijd gewonnen, en men zal verplicht zijn zonder omhaal van woorden kort en bondig te zeggen waar het op aankomt*. Beauquiex verwacht nog meer voordeelen van zijn voorstel. Of het echter door de Kamer gunstig zal worden opgenomen, is de vraag. Do mislukte spoorwegstaking wordt vóór oenigo van de leiders nog een muisje met een staartje. Huiszoekingen bij enkele leden van het stakings-comitó, o. a. Lemoine en Ga mard, hebben aangetoond dat dezen open- lijk tot sabotage hebben aangezet. Bij de huiszoeking is bezwarende corres pondentie voor den dag gekomen. Zoo schreef 1 Juli Lemoine aan Gamard: „Ik werk langzaam maai- nauwkeurig. Voor elke groep van het net moet een commissie gevormd worden, uit drie of vier kame raden bestaande. Op deze kameraden moet men goed staat kunnen maken, ze moeten niet kletsen en niet drinken en niet aar zelen sabotage te plegen." Zooals men weet heeft de regeering besloten alle straf, bare feiten in verband met de staking streng te vervolgen. Maar het kabinet- Briand zit niet al vast meeren het zou wel eens kunnen gebeuren dat het gevallen was, voor ze al deze besluiten hebben k '.nnen uitvoeren. Terwijl alzoo Engeland en Frankrijk in groote moeilijkheden gewikkeld zijn, ko men van elders meer vriendelijke berich ten. Een telegram uit Engelsbach meldt dat de Duitsche Keizer daar om 10 uur is aangekomen om den Tsaar een contra-visite, te brengen. Het ging er recht hartelijk toe. De gebruikelijke zoenen ont braken niet. Ook uit Portugal goed nieuws. Dc vertegenwoordiger van Hun roeping getrouw. 2) „Geloof je?" vroeg haar vader lioht spot tend; „voor zoover ik weet is mijn dochter ook voor de eerste maal met mij op reis en ik hoop, dat onze Fostenburgers daarover niet al te verbaasd zullen zijn." Het jonge meisje keek hem aan met een liefdevollen, gelukkigen blik en zeide: „Heel Forsteuburg weet dat u mijn lieve, goede papa bent, die mij altijd verwent, en heel Forsténburg weet ook, dat de Her tog zijn dochter niet lief heeft, haar on gaarne ziet. en zelden een vriendelijk woord voor haar over heeft." „Dan weet heel Forstenburg meer dan ik; in ieder geval meer dan het behoeft te weten", zeide haar vader, zijn gelaat eveD afwendende, omdat bij niet wilde, dat zijn dochter de ontstemming daarop zou lezen. ,,'t Is iets- verkeerds van onzen tijd, allerlei dingen, jn zijn eigen kring te betrek ken en vergelijkingen te maken tusschen de familieverhoudingen in een paleis en een gewoon huis. Doe me een genoegen en ver tel me nooit wat je daarover hoort babbe len. Vorsten hebben andere plichten, mis schien ook andere rechten, in ieder geval andere gewoonten". Felicitas hoorde aan de stem van haar ▼ader, dat het beter zou zijn het gesprek niet voort te zetten. Zij toonde geen boos heid over dc terechtwijzing van haar vatter, die zij zoowel uit zijn toon als uit zijn woorden vernomen had. Zij vroeg alleen: „En wat- hebt u .nu besloten, papal Wan- Duitschland heeft denzelfden stap gedaan, die door de gezanten van Engeland, Frank rijk, Spanje en Italië is gedaan en heeft den minister van buitenlandsche zaken me degedeeld, dat hij gemachtigd is de bespre kingen over de loopende zaken te her vatten. Gisteravond hebben onder aanvoering van de republikeinsche leiders betoogingen van sympathie plaats gehad voor de lega ties der genoemde mogendheden. Uit Rusland komt het bericht dat de Rijksdoema met 201 tegen 137 stemmen den vroegeren president Goetsjkoff die dezen zomer zijn ambt had neergelegd,, heeft herkozen. Tot ondervoorzitters zijn gekozen prins Wolkonski, en prof. Ka- poesten. .Wij moeten thans nog even naar de nieuwe wereld om enkele gevolgen van de verkie zingen in Amerika mee te deelen. De over winning der Democraten is volkomen. Roo sevelt heeft nog weinig losgelaten over de déb&cie van zijn partij. Alleen heeft hij beloofd den strijd te zullen blijven voort zetten. Intusschen verluidt dat de Demo craten beginnen willen met het Payne- tarief te herzien, iets wat ze zonder verraad tegenover de kiezers ook niet mogen na laten. Ook de insurgente republikeinen gaan in dezen met hen samen. Dat kan moeilijk worden voor den Republikein- schen President Taft, die dus genoodzaakt zal worden om óf een dergelijk democra tisch besluit goed te keuren, iets wat in jaren niet gebeurd is, óf er zijn veto over uit te spreken en dan zijn de republikeinen vrijwel alle kansen op het behoud van den Presidentszetel in 1912 kwijt. De verkiezings-campagne heeft voor Roo sevelt misschien nog onaangename gevol gen. Rechter Baldroin wiens onkreukbaarheid door Roosevelt is betwijfeld, zal hem thana vervolgen wegens laster. Baldroin ia geko zen tot gouverneur van Connecticut. "Wij deelden onlangs mede dat er in Texas tusschen Amerikanen en Mexicanen ernstige wrijving was naar aanleiding van 'n lynch partij. De toestand is sedert verergerd en zeer ernstig. Het valt echter moeilijk te weten te komen wat er eigenlijk voorvalt, daar de regeering een uiterst strenge cen suur heeft ingesteld. Er loopt echter een gerucht, dat een volksmenigte heeft getracht den Amerikaan- schen gezant "Wilson te vermoorden. Genoemde gezant heeft zich hij zijn regee ring er over beklaagd, dat de Mexicaansche politie werkloos is gebleven bij de belee- djging van de Amerikaanscbe vlag. De Mexicaansche politie daarentegen verklaart echter, dat zij gedaan heeft wat zij kon, hetgeen o.m. meet blijken uit het feit, dat zij 217 personen in hechtenis heeft genomen. Te Washington is men «eer ontstemd over de jongste gebeurtenissen in Mexico, wijl daaruit blijkt, hoe onpopulair de Amre- rikanen in dat land zijn. Ook vreest men, dat de anti-Amerikaansche beweging van de stad Mexico naar andere plaatsen zal overslaan. Uit Midden- en Zuid-Amerika, waar het nooit rustig is, maar de eene omwenteling do andere volgt, komt thans het bericht, dat er nu in Peru een opstand is uitgebroken. „The Times" spreekt van 'n operette-op stand. De oproerlingen zijn dan ook liefst 100 nj.au sterk. De maansverduistering van f6 November. Aanstaanden Woensdagnacht, 40 minu ten over twaalven, geeft een behoorlijk geredigeerde almanak aan als het oogen- blik van volle maan. Dat lichaam staat dan aan den hemel tegenover de zon, en moet dus aan ons, aardbewoners, de ge heel verlichte zijde toekeeren. Maar ditmaal komt de volle maan eens weer zóó precies tegenover de zon te staan, dat ze in de schaduw van de aarde raakt, en ruim drie uur noodig heeft, om die geheel te passeeren. Met andere woorden dusWoensdagavond, staat ons een totale maansverduistering te wachten. Voor zoover een bewolkte hemel het uitzicht niet belet, zal deze éclips in heel Europa, en dus ook in ons land, goed zichtbaar zijn. neer wij vertrekken, zullen we weinig tijd hebben." „Wij kunnen en wij mogen niet vertrek ken, kind. Ik zal den Hertog dadelijk te kennen geven, dat wij van plan waren hier kort te bhjven en dat wij voor morgen een afspraak hebben voor een uitstapje naar de meren. Wil men ons aan het diner hebben, dan kan dat vandaag geschieden, en wil men het niet, des te beter. Misschien wil men wel niet, dat jij de Prinses je opwach ting maakt. Wij gaan morgen vroeg naar Isola Madre en morgenavond naar Arona. Heb je Erioh Francken gezien?" „Hij was zooeven hier en had het gerucht van de komst van den Hertog al vernomen. Ook hem scheen het geen genoegen te doen, vooral niet, toen ik hem zeide dat dit wel eens een spoedig vertrek van ons ten gevolge kon hebben. Het kwam mij voor als of hij den Hertog kent en niet veel lust in een ontmoeting heeft." „Het is wel toevallig in dezen aan reizen zoo drukken tijd, dat de Hertog hier aan het Lago Maggiore in hetzelfde hotel, dat hij voor zijn verblijf heeft uitgekozen van zijn half miilioen onderdanen er drie aan treft. Maar pa9 eens op of ik geen gelijk heb. Wanneer onze jonge architect werke lijk reden heeft den Hertog ftit den weg te blijven, dan hangt het er mee samen dat hij architect is geworden en geen ingenieur is gebleven." Felicitas lachte. .,Ja, u hebt het hem ook al laten merken, dat zijn beroepsverandering u niet bevalt. Hij was gisteravond hoogst verbaasd en ik geloof een beetje boos, toen u uw meenin gen vertelde. Eerst hield hij u voor een barbaar»- maar toen u met hem over ker- Om 11 uur 4 min. 's avonds zal de ooste lijke rand van de maan in den schaduw- kegel van de aarde treden, en tegen kwart over elf zal reeds duidelijk aan den linker kant van de maan een stuk ontbreken, dat in duisternis is gehuld. Dat ontbrekende stuk wordt steeds grooter, en 9 min. over halftwaalf zal de heele linkerhelft verdwe nen zijn, terwijl vanaf 12 uur 15 min. de gansche „volle" maan verduisterd zal we zen. Deze totale verduistering duurt tot 0 min. over éérien. Kort daarna zal men aan den linkerkant het eerste verlichte stukje van de maan weer 2ien, dat helder glanst in de niet langer door onze ondoorschijnende aarde tegengehouden zonnestralen. Om 1 uur 42 min. is de linkerhelft weer zichtbaar geworden, en eindelijk 17 min. over tweeën vertoont zich de gansche volle maan weer aan den hemel. Ruim 51 mi nuten lang zal dus de gansche maan in de aardschaduw verduisterd zijn, terwijl 71 minuten daarvóór, en 71 minuten daar na de maan gedeeltelijk verduisterd aan den hemel zal staan. De boven meegedeelde oogenblikken van begin en einde zijn natuurlijk zoo goed doenlijk bepaald, maar bij de nauwkeurige berekening doet zich een eigenaardige moeilijkheid voor. De schaduw van de aarde, zooals die bij het begin en het einde op de nog gedeeltelijk onverduisterde maan te zien is, is namelijk niet scherp begrensd; over een smalle strook gaan licht en don ker geleidelijk in elkaar over. Aan dit verschijnsel werkt wel de ge wone, aan elk teekenaar bekende overgang van slagschaduw in halfschaduw eenigs- zins mee, maar de hoofdoorzaak schuilt in onzen dampkring. Laten we ons eens voor stellen, dat wij verplaatst waren naar de oppervlakte van de maan, op een plek, waar juist het licht in schaduw zal over gaan. Langs den rand van de aarde heen zouden we dan de zon nog even zien schij nen. Maar het zonlicht, dat we daar ont vangen, moet dan langs de aarde strijkend, de dikke luchtlaag passeeren, die onze aarde tientallen van kilometers hoog om geeft. Reeds zonder spoor van wolken laat die luchtlaag slechts een klein deel van het licht door, zooals ieder zal opgemerkt hebben, wanneer hij bij zonsondergang on gestraft in de zon kan kijken. Wanneer, wat meestal het geval is, dampen en wol ken in onze atmosfeer zweven, dan moet daardoor om de aarde heen nog een meer of minder dikke laag ontstaan, die voor het zonlicht, dat anders reeds op de maan zou vallen, vrij wel ondoordringbaar is. Wanneer we dit bedenken, zullen pns twee bijzonderheden direct duidelijk wor den: lo. dat de schaduw op de maan niet scherp begrensd kan zijn, 2o. dat do schaduwcirkel iets grooter zal moeten we zen, dan met de afmetingen van de vaste aarde overeenkomt. Deze laatste vergroo ting bedraagt gemiddeld 2 procent, en daarmee is in de becijfering reeds rekening gehouden. Zelfs tijdens den duur van de „totale verduistering" verdwijnt de maan gewoon lijk niet geheel voor onze blikken. Meestal blijft ze door een uiterst zwak lichtschijn sel haar plaats aan den hemel verraden.. Maar niet zelden ook gloeit ze de heete verduistering door in een koperklcurigen gloed. Wanneer namelijk onze atmosfeer behoorlijk helder is, worden de zonnestra len, die langs den rand der aarde heern schieten, door de straalbreking in onzen dampkring omgebogen, en spelen met den tint van een donker avondrood op de ver duisterde maansoppervlakte. Belangstellen den hebben dus tusschen 12 uur 15 min. en 1 uur 6 min. naar dit interessante verschijn sel uit te zien. Met een kleinen kijker, bijv. een behoorlijken tooneelkijker, zijn dan niet alleen de omtrekken van de maan, maar ook de vlekken op haar oppervlakte dik wijls nog duidelijk na te gaan. H. J. ZWIERS. Leiden, 11 Nov. 191Ö. Het algemeen debat over de Indische begrooting werd gisternamiddag gesloten. De artikelsge\#ijze behandeling ving aan. Bij de afdeeling Justitie drong de heer ken en paleizen sprak en hij bemerkte, dat u oog en hart voor zijn kunst hebt, toen raakte hij de kluts kwijt. En toch meent u het niet zoo erg, als het wel eens klinkt." „In den grond van mijn hart meende ik het wel. Ik heb je al vaker gezegd, dat in onzen ongelukkigen tijd, waarin alle mo- reele verantwoordelijkheidsgevoel verdwe nen is of althans niet stevig meer, een ver standig mensch geen hoog eren, maar ook geen moeilijker plicht heeft dan zichzelf rein te bewaren. Dat is heel zwaar en zoo veel weet jij ook wel van de wereld, dat een kunstenaar duizendmaal meer is blootge steld aan den verkeerden invloed van het maatschappelijk leven dan een ingenieur, dien men noodig heeft voor het bouwen van een huis en veel minder aan allerlei invloe den onderhevig is. Men mag van een jon gen man, die het leven nog voor zich heeft on die gelokt wordt door een bedrieglijken schijn, niet verwachten, dat hij dat alles bedenken zal; maar mij doet het om den jongen leed. Hoe het met hem over tien jaar zal zijn, weet ik wel zoowat. Maar dat is geen beeld, dat past bij dezen heer lijken avond en verrukkelijken zonsonder gang. Laten we naar buiten gaan, Felici tas; ik he-b er voor gezorgd, dat men ons zal waarschuwen, zoodra de Hertog ge komen is." „Mijnheer Franeken is ook op het ter ras", zeide het jonge meisje, naar buiten kijkend. „Hij wacht zeker op u, om u te vragen, wat er van ons uitstapje zal komen." De president trad met zijn dochter uit het benauwde vertrek naar buiten, waar de zon alles met een gouden schijn over goot. De hemel boven het meer en de eilan- D u y s aan op meer vrijheid van 'druk pers, en in verband daarmede op partieele herziening van het Wetboek van Strafrecht, dat die meerdere vrijheid tegenhoudt. Voorts op krasser optreden tegen den woeker, waaronder de Javaansche land bouwer zoo gebukt gaat. Wel vreest spre ker, dat er weinig van komen zal, omdat de Indische suikerindustrieelen er te veel belang bij hebben, dat er geen maatregelen tegen den woeker komen. Nog vestigde spreker de aandacht ,op de wijze, waarop het getuigenbewijs in cri mineels zaken in Indië is geregeld. Men pakt maar een dader, en op valsche ge tuigenissen, die tegen betaling van een kwartje verkregen worden, wordt een ver oordeeling gevestigd. Spr. kwam voorts op tegen het ontslag, aan den voorzitter van den landraad van Indramajoe gegeven, die tweemaal voot een zelfde feit gestraft is geworden, en blijkbaar het slachtoffer eener intrige is geworden. De Minister antwoordde, dat de kwes tie van meerdere drukpersvrijheid niet in overweging is en niet den voorrang ver dient boven gewichtiger zaken. De nota omtrent de woekerbestrijding: is bij de Indische regeering in overweging. De bedoeling is epn regeling van een goed. credietwezen en voorlichting van het pu bliek tegen woekeraars. De Minister wees op de noodzakelijkheid, van opleiding van inlandsche rechters, dan zullen misbruiken, als de heer Duys ge schetst heeft, betreffende het getuigenbe wijs, verdwijnen. Omtrent het ontslag van den president van den landraad zal de Minister inlichtingen inwinnen. Dinsdag om halfelf voortzetting. Per post kwam gisteren te Noordwijk-aan.Zee hij C. v. R., Jan-Kiroons- weg, een met potlood geschreven briefje aan, dat blijkens begeleidend sohrijven in een flesch gesloten was komen aanspoelen op Tessel, hij mijlpaal 20. Het briefje was van den volgenden inhoud: „1 November, ruw weer, alles wèl aan boord, 4 last haring: de bemanning van de bomschuit Noordwijk 36." Daar „Reedecij P. L. v. d. Deyl" de eigenaar dezer bomschuit is, kreeg ook zdj inzage van het briefje, dat door de golven op Tessels strand geworpen werd. Aardig van den Tesselschen vinder, zegt onze cor respondent, dat hij het briefje doorzond, toen hij qp de keerzijde naam en woon plaats zag staan van hem, voor wien het bestemd was. Uit Ter-A ar meldt men ons: Een lcoc-pman uit een naburige gemeente, die be kend staat als een hartstochtelijk speler, heeft alhier in een herberg niet alleen al het geld, dat hij bij zich had, maar ook 'zijn koopwaar op het biljart verspeeld- De man heeft een groot gezin. Uit do bollenstreek wordt ons geschreven: Met het oog op mogelijk wie- zend weer, na de vele stormachtige, dagen, welke wij nu reeds gehad hebben, wenschen de bloembollenkweekers niets liever dan hun bollenvelden to dekken. Overal liggen de bossen riet hij de bedden gereed tot uit spreiden. De hevige windvlagen der laatste dagen bemoeilijken het werk zeer. Velen stellen het onder-dek.brengen dan ook maar uit tot het weer wat kalmer geworden zal zijn. Uit Noord wijkerhout bericht men als bijzonderheid, welke vermelding ver dient, dat op een land de tulpen met. groeno puntjes op regel staan. In November 1 "Waarsohijnlijk ten gevolge van den hevigen storm is in de bijna afgeloopen week geen enkel vaartuig der Katwijksehe vloot binnengekomen. Do haring was dien tengevolge dan ook, zoo schrijft men ons, hoog in prijs. Een partij haring van een Noord wij ltschen logger, alhier gistermiddag afgeslagen, bracht veel op. De volle haring ging voor vijftien gulden van de hand; een prijs, dio zelden best-eed wordt. Nader vernemen wij nog, dat in den Wa terweg voer den storm is binnengeloopen de bomschuit „K.W. 51", van den heer B. Drijhdrenth Sr. met zeven last haring. Aan bcord was alles wel." De „K.W. 51" zou zoo spoedig mogelijk de onderbroken reis her vatten. den, die zich aan de rechterhand duidelijk zichtbaar verhieven, was heerlijk blauw; er was, zoover het oog reikte, geen wolkje te zien. Heel ver aan den horizon hingen stre pen van donker-violette tint; uit het water stegen dampen op, waarop de zonnestralen millioenen schitteringen tooverden. Langs den oever was het nu volmaakt stil, zoodat men van heel uit de verte den roeislag hoo- ren kon van e.en visscher, die naar een der eilanden roeide. Van het lawaai in de ves tibule hoorde men hier niets: een gevoel van weldadige rust kwam over vader en dochter, toen zij tusschen de hooge palmen naar het terras liepen. De zonnestralen schitterden op do stecnen; de muggen gons den om hen heenvan zee kwam een koeltje, dat de haren van het jonge meisje over haar voorhoofd deed waaien. Zij lette er niet opmet een uitdrukking van volko men geluk keek zij naar het verrukkelijke vergezicht voor haar. Ook haar vader raak te onder de bekoring van het schoone na tuurtafereel en blijkbaar had hij voor een oogenblik zoowel do komst van den Her tog als de aanwezigheid van zijn jongen landgenoot vergeten. Deze laatste stond aan de andere zijde van het terras te pra ten bij de komst van den president en zijn dochter was hij eonige schreden in die richting gegaan, maar had zijn gesprek niet geëindigd. Wel keek hij naar vader en doch ter, met wie hij voor ecnige dagen kennis had gemaakt. Felicitas herinnerde haar vader aan den jongen architect. Toen zij naar hem geke ken had, had zij in zijn open, even ge bruind, gezicht een uitdrukking van ge spannen verwachting gelezen. Yon Herthor knikte even, toen zijn dochter hem een In „Tespelduin," onder Noord- wijkerhout, bevonden zich vannacht twee Hil- logommers, dio zich al spoedig door twee jachtopzieners achtervolgd zagen. Zij war ren hierdoor zóó verschrikt, dat zij met geweer en al in een vrij diepe sloot kro pen. Hoewel alleen hun hoofden boven wa ter uitstaken, werden zij toch door de jachtopzieners gesnapt. Toen onlaagB het stoomsobip „Western States" op het Eriemeer gevaar liep, beproefde het langs draadloos tele- graphischen weg hulp in te roepen. On-< danks urenlange pogingen bleven de nood signalen nochtans zonder gevolg, omdat de telegraphist van een concurreerende maat schappij klaarblijkelijk de overbrenging met opzet verhinderde. Tegen hem is daar om bij de rechtbank te Buffalo een klacht) ingediend. De hoogste straf voor zulk een misdrijf bedraagt in den staat New-York' 4 jaren gevangenisstraf. Verleden jaar isin Engeland iemand overleden, van wiens nalatenschap de Engelschë schatkist, naar berekening, ongeveer 24 miUioen gulden aan verschil lende successierechten zal trekken. In Mei 1900 stierf Charles Morrison; in Juni werd zijn nalatenschap vocrloopig ge schat op 6,666,666 pd.st. Nu is zij echter geschat op 10,936,666, pd st. d.i. bijna 132 miilioen gulden. Die Charles Morrison schrijft do „Daily Chronicle" erfde in 1857 van zijn vader ongeveer 12 miilioen gulden, en de 132 miilioen die hij heeft nagelaten, is iete minder dan de som, waartoe die 12 miilioen aangegroeid zou zijn, als ze tegen 5 pCfc, was uitgezet en rente bij rente was ge voegd. Charles Morrion's vader kwam als eeu arm man in Londen en maakte fortuin als •lakenhandelaar. Charles Morrison vestigde zich als financier in de City en stak zijn geld in allerlei zaken. Hij was een wonder lijk man, ging slordig gekleed, cn ontbeeb dikwijls op straat met een appel of een droog broodje. Slechts weinig menscliea kenden hem en niemand vermoedde, dat hij zóó rijk was. Een andere nalatenschap, waarvan het bedrag nu is vastgesteld, is dat van Alfred Beit, den JohannesburgscKen financier en goudmagnaat, reeds in 1906 overleden. Na» zijn dood werd zijn vermogen voorloopig op 3,000,000 pd.st. geschat. Nu is't bepaald op 8,049,616 pd.st.dus ruim 96 mill, gulden den. Van deze nalatenschap zal de schat kist ruim 12 miilioen gulden trekken. Was Beit, evenals Morrisson, overledene na de indiening van Lloyd George's be grooting in April 1909, dan zou de schat kist ongeveer 2U miilioen gulden van deze nalatenschap hebben getrokken. De invoer van vee uit Fran k- rijk, met bestemming naar Elzas-Lotharin gen en Baden, is nu voorgoed toegestaan. Het maximum van den invoer is als volgt vastgesteldvoor Straatsburg op 500 stuks hoornvee en 500 varkens wekelijks, voo<r Muihuizen op 800 stuks 'hoornvee en 600 var. kens, voor Metz- op 800 stuks hoornvee en 300 varkens, voor Karlsruhe en Mannheim op 200 stuks hoornvee en 200 varkens, voor Heidelberg o p50 stuks hoornvee en 100 van* kens. Telesrafiwh weerbericht, naar waarnemingen in den morgen van 12 Nov. Medegedeeld door bet Kon. Ned. Meteor. Instituut te De Bilt. Hoogste barometerstand 768.1 te Sey- disfjordlaagste 746.6 te Swinemünde. Verwachting tot den avond van 13 Nov. t Toenemende tot matigen of krachtigen zuidelijken tot zuidwestelijken wind. Toene- mende bewolking. Waarschijnlijk regeru Zachter temperatuur. Amsterdam. Bevorderd tot arts mej. H. Robert, geb. te Haarlem, en d.e heer O. M. Kleypool, geb. te Sohiedam. Geslaagd voor het 1ste gedeelte van het artsexamen de heer en W. F. Gnirrep, P. L. v. Andel, J. Rudelsheim en E. H. Vos Nu- lies. paar woorden toefluisterde, en wendde zich toen naar de andere zijde van het terras» De begroeting was officieeier dan in de bedoeling van den president had gelegen. De jonge man, die naast den architect 6tond, nam zijn hoed af en zeide in het Italiaansch „Vaarwel, uw landgenoot schijnt ont stemd mij in uw gezelschap te vinden. Wan neer u uw Hertog spreekt, houd dan uw woord en beveel mij aan. Wanneer u het niet kunt, dan dank ik u in ieder geval voor uw goeden wil". Met deze woorden daalde hij de kleins trap af, die naar den oever leidde. Ook de jonge architect zei geen woord; ook hem had het getroffen dat de presi dent ontstemd had gekeken, toen hij een ander in zijn gezelschap zag. Hij riep den vertrekkende na: „Adieu, signor Camillo, u heeft mijn woord, dat ik het mogelijke doen zal." Toen liep hij vlug den ouderen heer te gemoet en zag niet hoe deze hem cenigszins spottend van onder zijn opgetrokken wenk brauwen aanzag. Von Herther liet met wol- gevallen zijn blik rusten op de flinke ge stalte van den jongen man en reikte hem de hand. Toen beiden naast elkaar stonden, viel het verschil in hun uiterlijk heel sterk in het oog. Erich Francken was weinig meer dan middelmatig groot; trots rustte zijn welgevormd hoofd op een korten, krachtigen nek; blond, kortgeknipt naar bedekte een goed gevormd voorhoofd; blauw© oogen schitterden in het door do Italiaansch e zon gebruinde gelaat; heel zijn. houding en ook zijn heldere, welluidende stem waren de uiting van gezonde, natuur lijke kracht. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 13