De kunst van sparen.
RECEPT.
STOFGOUD.
Wie weet den weg?
Er zijn in den loop der tijden al heel wat
raadgevingen gepubliceerd, om zoo zuinig
mogelijk te leven. Vele werkjes hebben het
licht gezien, ten einde als leidsman te die
nen om rond te komen met beperkte inko
mens.
Wij zijn thans in de gelegenheid de be
langen onzer lezers te dienen door een uit
eenzetting van het allernieuwste spaar
systeem, waarvan de resultaten overbluf
fend zijn. En daarbij is het uiterst eenvou
dig. Het geeft niet 'lts de kunst om zui
nig te leven en jaarnjks een weinig over te
houden. Neen, dit systeem gaat veel verder.
Men kan hiermede, wanneer de raadgevin
gen maar trouw worden gevolgd, bij een
jaarlij ksck inkomen van bijv. f 2000, aan het
einde van elk jaar ruim tweemaal zooveel
overgespaard hebben.
Hierbij zijn natuurlijk uitgesloten diverse
geldverme-erderingsmethoden, als daar zijn:
speeuleeren, in de loterij spelen, erfenissen
ontvangen, stelen e. a.
Wij laten hier eenige inlichtingen volgen,
die de uitvinder van het systeem met voor
deel aangewend en op zichzelf toegepast
heeft. Voeren we hem sprekend in:
i ,,Ik volg eenvoudig getrouw de raadge
vingen, die de advertenties in verschillende
couranten me voor niets geven. Ik slaap om
te beginnen in een „Paradijsbed" en win
hierdoor twee uur slapen uit, daar ik in
zulk een bed veel beter en dus korter slaap
dan in mijn vorig ledikant.
Deze gewonnen uren besteed ik met bet
verrichten varn vertaalwerk, waarmede ik
een twintig gulden in de maand verdien. Ik
poets mijn tanden met Odol en spaar op die
wijze een tandartsrekening van f 60 's aars
uit. Ik kook op gas, wat een besparing van
20 gulden maandelijks oplevert, en poets
mijn schoenen met „Ecla". Hierdoor neb
ik in het jaar eenige paren schoenen min
der noodigeen besparing van f 20. Ik
neem thuis Emserwater en Emserpastilles,
"waardoor ik niet elk jaar naar een badplaats
behoef te gaan, een aanzienlijke besparing
van f400.
Dan brand ik „Philips"-! am pen met 70
pCt. stroom besparing, waarmede ik f 20
per maand uitwin. Verder gebruik ik veel
H. O., veel havermout, hetgeen volgens de
advertenties voedzaam is en mij raassa's
geld bespaart; wel 30 gulden in de maand.
Door het geregeld dragen van een Hercu
les ceintuur ben ik nooit ziek en behoef nim
mer meer een huisarts te consulteeren. Een
besparing, met geneesmiddelen er bij ge
rekend, van wel 100 gulden. Dan doet mijn
vrouw de wasch met Sunlightzeep, een be
sparing voor iedere huisvrouw van wel 5
gulden in de maand.
Verder heb ik voor mijn twee schoolgaan
de kinderen gekocht: ,,Hoe men zijn geheu
gen kan oefenen". Privaatlessen zijn nu niet
rneer nocddg en derhalve ook in dit opzicht
een groote besparing van wel 400 gulden in
het jaar."
Behoeven we verder te gaan?
Bij eenigen goeden wil weet nu ieder,
hoe hij in weinige jaren een aardig kapi
taaltje kan hebben gespaard.
Omelet met vleeschf arce.
Vier eieren, vier lepels water, iets zout,
tien a vijftien gram boter; overgeschoten
kalfsvle^ch, ui, pieterselie, bouillon of
jus, enz.
Bereiding: Wat fijngehakte ui in wat
boter- zachtjes laten fruiten, bouillon, ver
dunde jus of me'k toevoegen, het fijnge
hakte vleesch, wat peper, noot, zoo noodig
zout, ook fijngehakte pieterselie en ai'£3
samen twintig dertig minuten zachtjes
laten stoven. Het vocht moet dan bijna ver
kookt zijn. De eieren los kloppen met wat
zout, zonder dat zich veel schuim vormt,
dit er anders afscheppen, vier lepels water
toevoegen.
De boter in een koekenpan laten warmen,
maar niet bruin laten worden en zorgen,
dat overal de bodem bedekt is. De eieren
er in gieten, op een matig vuur de omelet
aan één kant bruin en aan den bovenkant
droog laten worden, voorzichtig uit de pan
schuiven, het vleesch er middenop leggen,
de omelet er aan beide kanten omheen vou
wen.
.,Ben j© er aeker van, dat bij pre<£ea
recht staat?"
„Ja, ja, ik zeg je hij kan niet recfatec
staan.
„Dan," zei mevrouw, den heer P. met de
volgende verklaring bijna tot wanhoop drij
vend: „dan moet ik nog even naar binnen,
want deze soort hoeden behoort in het ge
heel niet recht te staan."
De dilettant neemt vaak het duisteie
voor het diepe, het wilde voor het krach
tige, het onbestemde voor het one'nciige en
het 2inlooze voor het bovenzinnelijke.
S c h ie r.
De dwalingen van een grooten ge.ist zijn
leerzamer dan de waarheden van een
kleinen. B r n e.
Een vraag alleen voor Leddenaars eU oud-
Leidenaars 1
Een lezer heeft ze ons gezonden en wij,
zijn aan het overleggen gegaan, maar ge
makkelijk is de beantwoording niet 1
Welaan, lezers, de lange avonden zijn
er reeds aan het denken 1
De vraag luidt:
Welke is de kortste weg van af de Haven
bij de Carsjensboot naar den z.gen. Kouden
Hoek, dat is over de Zoutkeet, met dien ver
stande, dat geen gebruik ge
maakt mag worden van een
beweegbare brug of pont?
Wonderolie aan het verkeer
de adres. „Geef me een beetje won
derolie in een of ander preparaat,, zoodat
de smaak weg is", zei Arabella met de
struisveeren op haar hoed.
„Zeker, juffrouw", antwoordde de apo
theker, „wilt u zoo lang gaan zitten?"
"Vijf minuten gingen stilzwijgend voorbij;
toen hernam de apotheker:
„'t Is warm vandaag, juffrouw; wilt u
misschien iets drinken, terwijl u wacht?"
„Dank u wel", zei Arabella, het glas aan
nemend en het tot op den bodem ledigend.
,,U bent wel vriendelijk. Is de wonderolie
haast klaar?"
„De wonderolie?" vroeg de apotheker,
trotsoh op zijn list; „die heeft u al op."
Met een kreet sprong Arabella op.
„O", riep ze uit, „wat heeft u gedaan!
Ik moest ze voor moeder hebben."
Slot-verrassing. Staats
man (die 's morgens om negen uren uit
zijn bed is gebaald, om zich, in een koud
vertrek, te onderwerpen aan een lang inter
view): „En nu, mijn jonge vriend, wilt 11
nu zoo vriendelijk zijn me 20 afdrukken van
ons onderhoud te zenden, zoodra het in
het blad verschenen is, dat u op zoo in
telligente wijze vertegenwoordigt?"
De jonge vriend: „O, het onder
houd komt in geen blad, meneer. Ik ben
leerling-stenograaf, systeem-Stijf vinger, en
kreeg de opdracht van mijn leeraar een wel
bekend politicus te interviewen. Daarom
kwam ik naar u, begrijpt u? Ik dank u nog
wel, meneer. Goeden morgen, meneer!"
Bescheiden. Baron (tot drijver,
dien hij aangeschoten heeft): „Hier heb je
een rijksdaalder; dien kunt ge als pleister
gebruiken."
D r ij v e r: „O, zoo groot is de wond niet;
een tientje bedekt ze ook."
Tableau! De trein zou te 10.18 ver
trekken en het was al bijna tien uren.
De heer P. st-ond op gloeiende kolen, ge
pakt en gezakt.
Eindelijk was mevrouw klaar.
Zij hield aan de huisdeur eensklaps stil.
„Man, staat mijn hoed recht?"
„Ja, lieve, vooruit nu, anders komen wij
zeker te laatl"
Toch waar! Juffrouw A.:
„Mijn man heeft mij verzekerd, dat hij mij
niet meer zal kunnen beminnen als ik oug
ben."
J uffrouw B.„O, foei, hij moest zich
schamen."
Juffrouw A.„Waarom? Ik ben 24
en hij is 69als ik oud ben, is hij al lang
dood." -
Gemoedelijk. Fluitist (van
een dorp&m uziekgezelsehap, die eenige ma
ten achter is en wien de kapelmeester een
woedenden blik toewerpt)„Wind je niet
op; ik zal jullie wel weer inhalen!"
Huwelijksaanvraag. „Een
man in de beste jaren, eigenaar van een
antiquiteitenzaak, zoekt een daarin pas
sende, rijke levensgezellin."
Vader (tot zijn zoon, die naar een an
dere stad vertrekt): „Benjamin, als je ih
A. aangekomen bent, behoef je niet te
schrijven. Hier heb je een gefrankeerd cou
vert mét mijn adres er op, dat doe je in
de bus. Als het aankomt, weet ik, dat je
goed aangekomen bent."
Zoon: „Maar, vader, u kunt den post
zegel ook nog uitwinnen. Ik steek het cou
vert ongefrankeerd in de bus, en u weigert
den brief
Historisch. Kaatje schrijft elke®
dag haar aanstaande, die elders in garni
zoen ligt. Zoo vond mevrouw dan ook on
langs als afzender op het couvert vermeld:
„Als gewoonlijk."
Boer, die achter een. hoogop gestapeld en
schotel aardappelen zit, tot zijn zoon:
„Kan je mij zien zitten?"
„Ja, vader."
„Dan zijn er zoowaar weer te weinig
aardappelen
Op een vrij rumoerige fuif loopen er toe
vallig twee tegen elkaar.
„Pardon", roept de een, „mag ik m^
even voorstellen? Ik ben Bitter."
„Aangenaam", luidde het antwoord; „ik
ben dronken
Vrouw (na een lange rede)„Met één
woord: Je bent een afschuwelijke man!"
Man: „En jij een afschuwelijke vrouw,
met veel woorden."
Baron: „Wel verdraaid, al weer mis."
J a g e r: „Dat ligt aan de hazen, baron;
die dieren zijn dit jaar een paar duim te
kort."
Caesar Gezelle schreef in een zijner ver
zen de volgende regels
'k Zie schapen witgewold,
'k Zie rid- en runders draven
De redacteur van „Het Groene Week
blad", deze tijdbesparende poëzie lezend,
is bezield geraakt en heeft voortgedioht:
'k Zie vo- en vlegels zich
Aan wa- en bitter laven.
In 't mooie voorjaarsweer,
Gaan bloe- en ramen open.
'k Zie ieder met een bloem
Zelfs schoo- met anjers loopen.
Geen pneu- slechts harmonie:
De tweedracht wijkt voor vrede,
De ru- v.oor poëzie,
Juicht kin- en ouders mede!
Want len- en warmte is daar,
Mijn geest stijgt op, naar boven,
'k Wil nat- en morgenuur
Met vul- en lippen loven.