currenten tegenover zich krijgt cn hoe in elke partij de kleuren verdeeld zijn. Ieder heeft drie partijen te spelen; is het lot U gunstig, dan krijgt gij in twee par tijen wit en in één partij zwart; andere hebt gij éénmaal wit en tweemaal zwart; maar dat is heelemaal niet erg, want met zwart spelen is voor ieder schaakmonsch een uitmuntende oefening. Op den aangegeven tijd is da wedstrijdlei- Ier met zijn taballen gereed leest hij de verdeeling in de eerste ronde Voor. Nu neemt gij tegenover den u aangawezen partner plaats, nadat gij een goede sigaar en een potloodje voor den dag hebt gehaald. Het potloodje dient om de partij te noteeren op het formulier, dat naast uw bord ligt; de 6igaar om u nog betere schaak gedachtan te inspixeeren. Gij vindt, als gij in een der hoogere klassen speelt, ook een klok hij uw bord, welk uurwerk den bedenktijd van u ©n uw tegenstander moet controleeren. Mis schien speeldet gij nog nooit „met de klok" en ieder zal het dan met u eens zijn, dat dit getik lang niet prettig is om te hooien; wellicht vindt gij wel, dat het u zenuw achtig maakt. Dit is evenwel zuivere ver beelding. Gij wordt alleen een ietsje zenuwachtig Van den slechten zet, dien gij zooeven ge daan hebt, doch die u de partij nog vol strekt niet doet verliezen, als gij uw ze nuwachtigheid maar één, twee, drie op zij zet en u kalm gaat zitten verheugen over de schoonheden van het schaakspel. Hier door geraakt gij in oen zóó opgewekte stem ming, dat gij steeds, als het wear uw beurt is, dan allerbesten zet doet-, en op d^ze wijze is er werkelijk veel kaas, dat gij de partij wint. i Maar gij kunt ze ook verliezen; o, men Vergaloppeert zich zoo gemakkelijk in een schaakpartij! In het eerste geval krijgt gij ia do tabel een 1 achter uw naam en in het andere een 0. Zijfc gij en uw partner pchter beiden even slim gebleken, en is dus ide partij remise geworden, dan wordt het winstpunt pok eerlijk gedeeld en ziet gi dus in do tabel 1/2 ingevuld. Na de eerste ronde is er pauze voor het fcoffiodzinken. Een uur wordt nu gewijd man d© gezelligheid. De verliezers van de [eerste partij, aanvankelijk zoo terneergf«la- •gen, geraken ten gevolge van e?n opbeu- jpend gesprek en physieke versterking weer yol leeuwenmoed, en de winners, die in de opgewondenheid der victorie aan de koffie tafel voortdurend het hoogste woord had den, houden, denkend} aan den nieuwen kamp, die hun wacht, eindelijk eens den pkond en wijden ©enige oogenblikkem van ern stige overpeinzing aan de keuze van é?n opening voor de tweede partij. [Welhaast zijn allen in het wedstrijdlo- fcaal weer zeer ijverig en ze3T stil aan het ;werk. En tegen etenstijd zijn alle partijen Van de tweede ronde afgel-oopen, op ©en paar na misschien, waarvan het resultaat door arbiters wordt vastgestelderkend 6terke spelers, die, geroepen tot de heilige taak hun schaakbroeders nullen aan te jureren of éénen toe te stoppen, een oordeel uitspreken op hoogwetenschappalijke, door het geweten gecontroleerde overtuiging en heelemaal niet op de inspraak van hun hart. Een tweede pauze geeft gelegenheid tot dinjaereiL Ook thans weer treedt de gezellig heid in haar rechten. Tafelgenooten, die reeds 1/ing in de schaak-arena verkeeren, halen al lerlei herinneringen op. De theoreticus, die in geen enkelen schaakkring ontbreekt-, komt met de nieuwste snufjes voor den dag, doch houdt dezulke, waar geen luchtje aan is, zorgvuldig achterbaks, in de hoop, er nog eens den ern of anderen argeloozen tegen- itander mee om zeep te helpental van anekdoten uit hot leven der schaakgrooten worden ten beste gegeven. Iedereen praat over schaken. Na het diner, dat vooral niet te lang duren mag (de avondtreinen wachten niet!), wordt de laatste ronde, de gewich tigste, gespeeld. De „Schlachtenbummler", die kijken pleizieriger, maai- vooral ook veel sekuurder vinden dan zelf mecsjelen, komen «neer en meer in acti<j. Van liet ©ene bord gaan zij naar het andere en verdiepen zich in gissingen omtrent den verrnordelijken pit- Voor de eerste maal is het is onder dó nieuwstijdingen in ons blad reeds vermeld bij de Engelsche ondeizeeboot ,.D I" een proef genomen, om ook deze belangrijke categorie onder de oorlogsschepen van draadlooze telegraphie te voorzien. Voor de onderzeeërs is het van onschat bare waarde voortaan, zelfs na het onder water-gaan, ten allen tijde met de oorlogs bodems van dezelfde vloot in verbinding ie, staan. De eerste proefneming heeft de' meest gunstige resultaten opgeleverd. Onderzeeboot met draadlooze telegrapliie. slag van den strijd. De spelers zelf doen hun best. Zij, dio goed staan, voelen zich nog heel frisch en wel te moe; de anderen, die met een verloren spel opgescheept zitten, beginnen over moeheid te klagen. Eindelijk is de voor de laatste ronde be schikbare tijd verstreken. De wedstrijdlei der wexkt zijn tabellen bij en doet mede- deeling van den uitslag. Wie in een groep van vier het hoogiste aantal punten heeft behaald, krijgt een eersten prijs; wie van de overigen hot hoogst is uitgekomen, wordt met een tweeden prijs beloond. Hebben twee of meer deelnemers hetzelfde aantal pun ten verkregen, ja..*.sdan wordt er geloot. Dat is Wel niet prettig voor hem, dia af valt, maar de tijd ontbreekt om te laten kampen. Bovendien, gaat de prijs ook al verloren, do eer blijft. De dag is om. Gij keert huiswaarts. Het is u best bevallen, nietwaar Of gij een prijs meeneemt of niet, ons mooie spel heeft u weer een "rijk gvjnot verschaft, gij hebt een uitmuntende gelegenheid gehad om u te oefenongij hebt u in het gezelschap der overige deelnemers best geamuseerd. Dit is de eerst© maal, dat gij meedeedt. Zoo gauw de Bond bij u in de buurt weer ©en wed strijd houdt, meldt gij u stellig weer aan. Schaakspelers uit de Sleutelstad en Om streken, toont, dat gij de pogingen van den NederLandschen Schaakbond om het schaak spel in uw omgeving te verheffen, appre cieert en laat u op 6 November allen als deelnemers aan den wedstrijd in „In den Vergulden Turk" vilden! .W. THEE. In 1610 werd de thee door Nederlanders in West-Europa ingevoerd. Zij betrokken die van Japan en later ook uit China. Eeni- ge in dien tijd zeer bekende Nederlandsche geneeskundigen, o.a. Nic. Tulp en Corii. Bontekoe, roemden bijzonder den drank, die daardoor zeer in de gunst van liet pu bliek kwam. De theehandel waa bijna int sluitend in handen van de Oostandische Compagnie, die ook de andere landen van Europa voorzag. Zoo leerden Engeland, Frankrijk en Rusland door bemiddeling der Nederlandera de thee kennen, die eerst den bijnaam van hooi water" dioeg. In Enge land werd zij in 1666 ingevoerd. De prijs was zóó fabelachtig hoog (een pond of l K.G. werd grif met f 200 a f 250 betaald), dat slechts rijke menschen zich het genot ,er van konden veroorloven. Eerst in den tijd, toen grootere aanvoeren den prijs deden dalen, begon men (vooral de dames) bijeen te komen om thee te drin ken, in tot dat doel gevormde „clubs." Want de prijs, <ke in weerwil der verlaging nog steeds aanzienlijk was, maakte voor da dames het gebruik te kosfcbaar1 om buiten deze bijeenkomsten thee te drinken. Deze zucht naar het genot van thee gaf aanlei ding tot velerlei scherts, die o.a. bleek uit een blijspel, getiteld: „De theezieke Juf fers", te Amsterdam gedrukt en opge voerd in 1701. Tot in 1707 betaalde men voor het artikel een middenprijs van f 40 het pond; van dat jaar af kwam echter nieuwe prijsverlaging ten goede aan het verbruik, dat zich spoedig in ruimen kring uitbreidde. In 1766 werden in Engeland reeds 6 mil- lioen, in Nederland 4£ millioen pond inge voerd. Tot het midden der 19de eeuw had China de andere thee produceerende landen bijna geheel verdrongen; maar Bedert 1870 hebben Ja-pan en Indië het de eerste plaats ernstig betwist. In 1826 begon men op Java als gou- vernemontscultuur thee te planten; in 184i volgden ook particulierenen, nadat in 1872 de Assam-thee verbouwd werd, die grooter rendement gaf en vooral in Engeland gewild was, heeft de aanplant van deze soort dia van de Chineesche geheel verdrongen. In de laatste tien jaren is de theeprcduc- tie op Java meer dan verdriedubbeld; zij steeg van 5.4 millioen K.G. in 1899 tot ruim 16.5 millioen K.G. in 1908.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 20