.Oïiüfiiïag IS October. A0. 1ST0. ti\ 15539 $eze nOourant wordt dagelijks, met uitzondering van <Zon- en (feestdaggen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Uit de „Staatscourant". FEUILLETON. De erfenis der Rodrians. PEÜ8 DER ADVERTENTIEN: Van X6 regels /'1,05, Iedere regel meer /'0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Kleine adTertentiëh van 30 woorden 40 Oents contantelk tiental woorden meer 10 Oents.-Voor het inoasseerenwordt/'0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANTS Voor Leiden per week 9 Oents; per 3 maanden 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sijn 1.30. Franco per post 1.65. DRANKWET, Burgemeester eo WethouderB van Leiden Gelet op de artfc. 12 en 37 der Drankwet; Brengen ter algemeene kennis, dat door P. J. H. VAN DEN BEUG, spekslager, wonende te Leiden, een verzoekschrift is ingediend, om verlof voor den verkoop van uitsluitend alcoholvrijen drank, voor gebruik ter plaatee van verkoop, in den winkel van het perceel Heerengracht 43. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSET.AAR. Burgemeester. VAN HEIJST, Secretaris. Leiden, 18 October 1910. DBMKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op art. 12 der Drankwet; Brengen ter algemeene kennis, dat door A. KLEINDANK AART, wonende te Lei den, een verzoekschrift bdj Gedeputeerde Staten dezer provincie is ingediend, om vergunning tot verkoop van sterken drank in 't klein uitsluitend aan logeergasten voor gebruik ter plaatse van verkoop, in het be- nedenaohtexlokaaJ van het perceel Nieuwe Beestenmarkt No. 3. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJSELA AR Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 18 October 1910. Leiden, 18 October. Bij de onlangs plaats gehad hebbende verkiezing, ter aanvulling van 14 vacatures in het Institut International de Statistique zijn uit 24 candidaten 8 nieuwe leden ge kozen, daaronder prof. mr. IC. B. Gr even, te Leiden. In het Volkshuis is deze week het twee de gedeelte van den Rembrandt- Bij bp 1 te zien: alle platen zijn illustraties van de Evangelieën en de handelingen. Zij reprodu- ceeren schilderijen, teekeningen en etsen. Vele malen vindt men hetzelfde onderwerp behandeld: zoo den verloren zoon, den Barm hartigen Samaritaan, de kruisiging, de graflegging, de Emmaüsgangers. Van het allerschoonste werk van Rembrandt is in dezon Bijbel bijeengebracht, al mist men noode platen van b.v. de beide schilderijen van den maaltijd te Emmaus uit het Louvre en neg andere. Ook Woensdagmiddag is de tentoonstelling open. De „Stct." (No. 242) bevat de volg in de opgaaf van het aantal bezoekers der musea en monumenten, gedurende het 3de kwartaal, 1910: Het rijksmuseum te Amsterdam 130,616 Het koninklijk kabinet van schilderijen te 's-Gravenhage 53,363. Het museum Meerman no Westreenianum 'te 's-Gravenhage 84. Het koninklijk penningkabinet te 's-Gra venhage 136. Het museum H. W. Mesdag te 's-Graven hage 6,567. Het museum „Huis Lambert van Meer- ten" te Delft 3,409. Het rijksmuseum van Oudheden te Lei den 3.Ï02. Het rijks-ethnographisch museum te Lei den 778. Het museum van natuurlijke historie te Leiden 3,018. De Gevangenpoort te 's-Gravenhage 22,632. De historische zaal van het Prinsenhof te Delft 6.164. Het Muiderslot 3,210. De ruïne van Brederode 7,565. Het monument te Heiligerlee 3,306. Beroepen is bij de Ned.-Herv. Gem. te Amsterdam (vac.-dr. J. Ph. Roedemaker) ds. N. A. Becht Jr, te Loosduinen. In de kerk van den AUerh. Verlosser op den Goudsohenrijweg te Rotterdam is Zondag het zilveren priesterfeest herdacht van pater P. van Waijenberg in de orde der Redemptoristen. Verschillende geschenken, voor kerkelijk gebruik bestemd, werden daarbij aangeboden». Bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen is benoemd tot inge nieur de adjunct-ingenieur 1ste klasse M. H. Damine. In de godsdienstoefening in de Doops gezinde kerk te Harlingen heeft Zondag ds. J. W. van der Linden, predikant bij die gemeente, zijn 40-jarige ambtsbediening herdacht. Vele blijken van belangstelling en sympathie vielen den jubilaris, die reeds 26 jaar aldaar is gevestigd, ten deel. Ten paleize Het Loo dineerden gis teravond graaf Schiinmelpenninck en me vrouw Van Hardenbroek van 's Heeraarts berg en Bergambacht, grootmeesteres van het Huis van H. M. de Koningin. Dr. M. J. de Wilde, arts te Rotterdam, is benoemd tot eere-ridder in de Johanniter- orde van Spaüje. De gewone audiëntie van den minister van financiën zal a.s. Donderdag, die van waterstaat a.s. Vrijdag, en die van iustüi*- a. a. Zaterdag niet plaats "hebben. Ter ondersteuning van het dezer dagen in ons blad medegedeelde plan, om e^nige matinees musicales op Zondagen te orga- niseeren, heeft zich een comité gevormd, beotaande uit de volgende dames en hee- ren: mevr. HesselingSalverda de Grave, de heer en mevr. VijghVijgh, mej. B. Vos, mej. A. S. A. van Kaatboven en mr. H. W. 0. J. de Jong. Uitgenoodigd door den Ned. Bond voor Vrouwenkiesrecht zal mevr. Hanna Isaach- senIsaachsen uit Drammen ^Noorwegen) op Zaterdag 22 dezer een e11 ander meedee- len over de Vrouwenbeweging in Noorwe gen. Hier zal dan een vrouw aan het woord zijn uit een land, waar het kiesrecht gédert 1901 aan belasting-betalende vrouwen is toegekend en sedert een halfjaar aan alle vrouwen wat betreft de verkiezing voor de gemeenteraden. Mevr. Isaachsen is van oordeel dat, wanneer de echt vrouwelijke hoedanigheden naast de eigenaardige gaven van den man zich zullen doen gelden in staat en maat schappij, dit de gemeenschap ten goede moet komen. Naar wij vernemen^ weet deze spreekster door haar warm betoog het publiek zeer te boeien, het is daarom te hopen dat velen van de gelegenheid gebruik zullen maken om iets te hooren omtrent de praktische gevol gen van de uitoefening van het kiesrecht door vrouwen, voor zoover de korte erva ring in Noorwegen ons die leert kennen. Onder zeer groote belangstelling werd gistermiddag op de algemeene begraaf plaats te IJselstein het stoffelijk overschot ter aarde besteld van ds. S. H. Buitendijk, in leven emeritus-predikant bij de Ned. Herv. Gent aldaar. Vooraf had gisteren ton huize van den overledene een godsdienst oefening plaats, waarin ds. Van Arkel, van Elleoom, voorging. Dr. Gerritsen, de hof prediker, ging daar voor in dankzegging. Hot stoffelijk overschot frerd daarop door vrienden en buren naar de begraaf plaats gedragen. Achter de baar volgden di dochter en vele kleinkinderen van den overledene, benevens verschillende andere familieleden en predikanten, waaronder dr. Callcnbach, van Rotterdam, als vertegen woordiger van de vereeniging „Het Zen- dingsfeest." Toen de kist in de groeve werd neerge laten, zongen een honderdtal schoolkinde ren van de school tot bevordering van chr. onderwijs Gezang 43 vers 1. Aan het graf werd niet gesproken. Alleen dr. Gerritsen sprak, ingevolge den laatsten wensch van den overledene, een dankgebed uit, waarna alle aanwezigen zongen Psalm 89 vers 8. Een kleinzoon van den overledene dankte voor de laatste eer. Toen de aanwezigen de begraafplaats verlieten, zengen de school kinderen een lied. Te Oss is in den ouderdom van 94 jaar overleden dr. A. van der Steen, die ach tereenvolgens als geneesheer qn burgemees ter in die gemeente is werkzaam geweest. De overledene was oud-lid van Ged. Staten» van Noord-Brabant, ridder in de orde van den NederL Leeuw, commandeur in de orde St.-Gregorius en van den Eikenkroon». BOSKOOP. Gistemamiddag is het stof- ^jüjk overschot rar„ den heer A. Koster M/.n. grafwaarts gebracht. Bij de geopende groeve voerden verschillende sprekers het woord en schetsten de verdiensten van den overledene, die <>.a. de man is geweest, die het eerst de rozencultuuT begon op de zoo genaamde Boskoopsche onderlaag, en die de blauwe spar (Picea pungst glauca Koster) in den handel bracht, welke beide feiten van groot belang waren voor de welvaart dezer streek. HAARLEMMERMEER: Ds Hummelen deed Zondag zijn intrede als predikant bij de Geref. Kerk aam den Aalsmeerderweg. Des voormidda-gs werd hij bevestigd door zijn vader, predikant te 't Zandt. Des na middag bield hij zijn intree-rede naar aan- leiding van Ef. VI 19. De consulent, ds. De Jong, van Hoofddorp, sprak den nieu wen predikant toe. Aanwezig waren o. a., behalve vele ambtgenooten, B. en Ws onzer gemeente. Schreven wij de vorige week over het bestaande gevaar bij de Spoorbrug te Nieuw-Vennep, thans kunnen wij mededee- len, dat boomen aangebracht zijn bij de beide overwegen en een wach'ter daarbij aangesteld is. 't Was noodig en... tijd l De heer A. Waterlander, wien eervol ontslag is verleend als onderwijzer aan de openbare school te Nieuw-Vennep, vertrekt 1 Nov. a. 8. Het aantal leerkraohten zal dan in één maand gedaald zijn van 6 op 4, waardoor nog slechts één leerkracht over compleet is. De afdeeling „Nieuw-Vennep" van den Bond van Staatspensionneering heeft beslo ten haüf November a. s. zoo mogelijk voor haar te doen optreden de bekende propa- ganda-tooneelvereenigii.g van Amsterdam „Door inspanning uitspanning". Verleden jaar had het optreden dier Vereeniging groot euoces en bewerkte het toetreden van vele nieuwe leden. Zelden ging het rooien der bieten zoo voorspoedig als dit najaar. Begunstigd door het prachtige weer kan dag aan dag ge werkt worden en aan het sohoonmaken be hoeft geen tijd besteed te worden, daar de droge grond onder het rooien en vervoeren vanzelf loslaat:. Het verschil tusschen nu en verleden jaar is zeer groot. Evenwel moet toch nu en dan gestaakt worden, daar de fabriek schuiten tc kort heeft om allen voor raad te vervoeren. Vandaar dan ook, dat vele vreemde werklieden vertrekken, door ongeregelden arbeid tot heengaan gedwon gen. KATWIJK-AAN-ZEE. Het torenuurwerk in de Nieuwe Kerk is in den laatsten tijd vaak onbetrouwbaar. Nu eens gaat het vóór op Amsterdamsohen tijd, dan eens soms op denzelfden dag, achter. Niet zelden weigert het dienst. Ook geven de wijzers aan den Oostkant gewoonlijk een tijd aan vijf minuten later dan die aan den west kant. Gelukkig, dat we op de Oude Kerk een vertrouwde klok hebben. LISSE. Gisteravond is in tegenwoordig heid van de leeraren en de Commissio van Toezicht het tweede gedeelte geopend van den Rijkstuinbouw-wintercunsus. Het aanta) leerlingen bedroeg elf. VOORSCHOTEN. De R.-K. Rederijkers kamer „St.-Genesius" heeft een uitvoering gegeven in het Patronaatsgebouw. Opge voerd werden het drama in vijf bedrijven: „Pierre de Galeiboef", waarvan wij inder tijd reeds een uitvoerig verslag gaven, en het blijspel: „Twee emmers water." In beide stukken werden de hoofdrollen vooral uitstekend cn vlot gespeeld. Het harmonie korps St.-Cecilia", van Leidschendam ver leende welwillend zijn medewerking en bracht op loffelijke wijze 'n 8-tal muzieknum mers gedurende de pauzen ten gehoor©. He den en Donderdag a.s wordt deze uitvoering te Leidschendam herhaald. Rest nog te ver melden, dat de zaal van hot «Fatronaatsge- bouw flink bezet was; de tweede rangsplaat sen waren zelfs uitverkocht. Bij Koninklijk besluit is benoemd tot no taris binnen 't arr. Heerenveen, ter stand plaats Drachten, gemeente Smallingerland mr. J. F. de Jong Posthumus, candidaat- nataris, advocaat en prooureur te Leeuwar den; met 1 November o.s. aan J. de Kluiver, eervol ontslag verleend als sluismeester te Andel; benoemd tot notaris binnen het arr. Am sterdam, ter standplaats Amsterdam, A* Bonga W. F. van Campen, beiden candi- daat-notaris aldaar; met 16 Nov. 1910, benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Rijs- sen, F. Colmjon, thans in gelijko botrek- king te Terschelling; aan H. A. Mulder, kind uit het huwelijk van wijlen den gepensioneerden sergeant majoor van het 8e reg. inf. H. Mulder met wijlen M. J. Simon, ingevolge de Weduwon- wet voor de landmacht 1909, met ingang van l Juli 1910, een pensioen verleend van f 100 's jaars. ülontenrs-einmen. Het 13de theoretisch leerling monteurs en het 11de theoretisch monteurs-examen had den plaats van Dinsdag 4 October tot en met Maandag 17 October. De examens werden afgenomen ten over staan van de hoeren A. J. Roeloffsz w.-I. en Adriaan Pot w.-I., gedelegeerden van de vak- af deeling voor Electrotechniek van het Ko ninklijk Instituut van Ingenieurs, benevens het Bestuur van „M. S., G.". Aan het theoretisch monteurs- examen namen deel 14 leerlingen, van wie 11 slaagden M. O. A. Dingjan, uit Leiden; A. C- Dor cas, Den Haag; H. Drenthen, Wou brugge; J. G. N. Fraikin, Leiden; C- J. Nicboer, LeidenG. Schmink, MeppelA. Th. B. Smith, Paramaribo; B. J. van der Stig- chel, Den Haag; J. Ph. Wassenaar, Lei den; R. L. Weber, Den Haag; J. J. van der Zwaai, Monster. Aan hot theoretisch loorlingmon- te ui-s-examen namen deel 22 leerlingen, van wie 19 slaagden: F. A. Brandsma, Meppol; M. J. de Groot, Zwolle; W. Hess, Den Haag; E. van Hinto, Assen; G. J. Hoftijzer, ScheveningenJ. van Kassei, MiddolharnisA. Th. J. Lui- ben, Den Haag; L. O. van Meura, Voor schoten; Sioo Dj ion Ongkiehong, Amboina, (Ned.-Indië)J. H. Overmcijcr, Amsterdam; W. do Rooy, Den Haag; J. van Rijn» Kat- wijk-aan-Zee; W. F. van Terthoien, Lei den; M. Turksma, Den Haag; P. Vonders, Scheveningen; D. A. Burggraaff, Katwijk a.- Zee; C. A. Maaxtense, Leiden; J. C. van den Ende, Ddiden; A. J. Lankhorst, Lei den. De Corantijn-expeditïe. De thans ontvangen bladen u/it Paramari bo melden, dat de officier van gezondheid P. C. Flu en de heer J. A. Polak, spoorin- tendant, naar het binnenland vertrokken,- om geneeskundige hulp te verleenen en de Oorantijn-expeditie terug te brengen naar Paramaribo. Hot plan was per spoor te gaan tot Kwakoegron daar in boschneger-corjalen over te stappen om daarmedo de Suriname verder op te varen. Men koesterde te Paramaribo bij het stel len dier berichten nog hoop, dat de luite nant ter zee Eilerts de Haan niet dood zou zijn, een hoop, die helaas, zooals men weet, niet in vervulling is gegaan. <*ranf De la R.iiné. Onze regeering heeft do uitlevering van graaf de La Ramé aan Duitscbland toege staan. 22) Hij had haar dat indertijd beloofd, ofschoon hij er zelf niet aan geloofde, dat hij zijn belofte zou kunnen houden. Maar hju overviel hem het oude verlangen weer. En hoop en twijfel streden in zijn binnen ste. Beteeken ie hij dan iets in Loni's le ven Of dreef zij slechts een spel met hem „Goeden avond, mijnheer Köberle I" zoo stond er te lezen. ,En hij zeide zacht: „Goeden avond, Lo- ni!" Maar dadelijk daarop geneerde hij zich voor ziohzelven en begaf zich haastig naar bed. Den volgenden morgen was hij de al lereerste aan de ontbijttafel. „Is er een nieuwe pensionnaixe gekomen»?" vroeg hij het dienstmeisje, dat, nog een;gs- zin8 slaperig, de koffielepeltjes rinkelend verdeelde. „Ja. Een dame uit Weenen»." Den naam wist zij echter niet. „Misschien juffrouw Loni Stiglmair, d'e hier vroeger ook reeds gewoond heeft?" „Ja, de keukenmeid heeft gezegd, dat die dame hier verleden herfst ook is geweest. Zij blijft ook niet in de achterkamer. Wan- Deer mevrouw von Wistinghausen, de dame uit Riga, over eon paar dagen het salon voor aan de straat met do blauwe slaap kamer ontruimt, dan zal zij daarheen ver huizen, want zij heeft licht noodig. Het is een schilderes of teekeD&res of zoo iets." Miss Antenbrink verscheen nu en beves tigde, dat het juffrouw Loni Stiglmair uit Weenen was. Ook zeide dat mevrouw Leh- mann, de „pensionemama", een bejaarde, bleeke dame, met wel vriendelijke oogen, maar met een bezorgde uitdrukking op het gelaat. Juffrouw Stiglmair was middags gekomen, had dadelijk met hen gogeten, ai- Ierlei grappen verteld en mevrouw Lehmann een prachtige broche van Venetiaansoh mo zaïek meegebracht. Zij was nog geheel de oude ondeugd, die iedereen moest liefheb ben. „Zij heeft ook naar u gevraagd, mijnheer Köbcrlo. En heeft mij beknord, in scherts zoo als zij dat kan doen dat gij nog altijd uw oud achterkamertje bewoont. Ik zeide natuurlijk, dat ik u reeds dikwijls een be ter vertrek had aangeboden. Nu, gij weet wel..." „Blijft zij dan niu weer hier?" vroeg Kö berle haastig. „Voorgoed?" „Neen, zij wil zich niet binden. Dat kan zij niet, zegt zij. Wanneer ik de kamers voor langen tijd kan verhuren, dan moet ik geen rekening met haar houden. Maar zoo ben ik immers niet. Wat marmelade, mijnheer Kö berle?" Neen, de heer Köberle bedankte. Hij kon niet ontbijten van zenuwachtigheid. Gaan deweg vulde zich de kamer. Men gebruikte den eersten maaltijd meestal zwijgend. Al deze menschen het waren voor het meo- rendeel buitenlanders hadden immers ook niets met elkaar gemeen. Doch eindelijk ging de dour weer open en Loni Stiglmair versoheen. Het was bij Loni's binnenkomst, alsof het lange, altijd halfduistere Berlijnsche vertrek door een zonnestraal werd verlicht. j Dat bewerkte haar vroolijk, bruin getint ge laat met het overmoedige neusje, de volle, gezonde wangen, de mooie, verblindend wit te tanden. Haar schalksohe, goudbruine, iet wat smalle oogen, welke tamelijk diep in het hoofd lagen, gaven aan haar gelaat iets Japansch, en toch keken zii zoo vol humor, zoo vol levenslust de wereld in. Daarbij het eenigszing Weeener accent van haar helder orgaan in het kort: het geheel© overmoe dige persoontje met de krachtige en» toch slanke en lenige gestalte en de mooie, lichte blouse, welke bij de kleurlooze toilet ten der andere dames bijna feestelijk afstak. „Goeden morgen mijnheer Köberle I Wat ib u een nachtbraker geworden I Wij hebben gisteravond tot middernacht op u gewacht en gij zijt niet gekomen. Hoe gaat het u? Laat mij u eens bekijkenO, welk een kar merkleur I Kinderen, uw Berlijneche lucht deugt niet. U moet mij veel vertellen, mijn heer Köberle. Ib u nog altijd bij Lohse Nu, waarom zegt gij niets? Kent gij mij niet meer? Zoo, leg uw hand eens in de mijne! Hu, hij heeft vingors zoo koud als een kik- vorsch I" Algemeen gelach Köberle lachte mede en terwijl Loni Stiglmair haar chocolade omroerde, vertelde zij levendig van haar reizen in het laatste halfjaar. Het waren zoozeer geen reizen voor genoegen dan wel voor de studie geweest; zij had in» Venetië, Florenoe en Rome oude meeeters geko pieerd. Langzamerhand kreeg Köberle moed om af en toe een vraag te doen. Hij wendde daarbij zijn oogen niet van haar gelaat af. Zuodra zij hem echter aankeek, sloeg H* ze neer en hypnotiseerde zijn beide boterham men, welke hij nu met geen mogelijkheid kon binnen krijgen. Had zij oude meesters gekopieerd? Maar waartoe? Dat was toch in het geheel niet haar vak? „Mijn vak?" Loni glimlachte een weinig weemoedig. „Neen, maar sinds mijn moe dertje dood is, is het altijd mijn illusie ge weest, om zoodra ik zooveel geld bijeen had, dat ik een paar jaartjes gemakkelijk kon leven, van voren af aan met mijn studie te beginnen'L „Maar met Kerstmis uw nieuw schets boek bracht Köberle in het midden. „Dat is immers nog hier in Berlijn ont staan. Weet gij nog, dien avond te Wann sec toen heb ik de laatste studiën da»ar- voor gemaakt". „Gij zijt toen zoo opeens vertrokken", merkte de penaionsmama op. Zij trok haar schouders op. Dat Köberle haar daarbij met brandende blikken fixeer de, 8oheen zij niet te bemerken. Na afloop van het ontbijt verdween de 'een na den ander. Het meerendeel dor pen- eionnairea wachtten les- of kantooruren. Köberle hunkerde er naar, eindelijk met Loni alleen te zijn. „Hoor eens, Köberle, oude vriend", zeide zij hartelijk, toen zij zioh met hun beiden bevonden, „wanneer gij een» eind te voet wilt gaan, dan ga ik met u mee. Ik moet in de stad zijn. Een menigte boodschappen. Vindt gij dat goed Of bij het goed vond! Vijf minuten later stonden zij beiden, tot üitgaan gereed, in de gang. Zij in een ele gant voetvrij wandelkostuum, zoodat Köber le de hooge knooplaarsjes herkende. „Ik heb mij vannacht erg verheugd, juf frouw Loni", bekerwlo hij haar onder hart kloppingen. Zij gaf hem onwillekeurig de hand. „En ik verheug mij nog. Ik heb mij daar bene den in Italië dikwijls een beetje eenzaam gevoeld." „En ik hier boven ook". „Kom, Köberle Vertel mij onderweg." Zij had bijna iets zusterlijks over zich. Maar er lag toch zulk een vastberadenheid en zor geloosheid in haar gcheelo optreden, dat hij den moed niet vond, haar zijn verccring in den» voorgenomen vorm te kennen te cre- ven. „En hoe lang gij nu hier blijft, dat is dus nog geheel onbepaald?" vroeg hij od de stoep. ,,Ik maak geen plannen in het leven meer. Kijk eens, oude vriend, wat ik zelve heb kunnen doen om mijn lot een beetje te ver beteren dat is gebeurd. Nu komfc alles op het geluk aan." hebt toch reeds zooveel geluk gehad. Gij zijt bijna beroemd." „Bijna, ja." Zij glimlachte weer wat wee moedig. „Ach, Köberle I Maar gij moet mij nu eens van u zelf vertellen.. Hoe staat heb er mee?" „Ja, hoe staat het er mee Ik waeht ook nog altijd op mijn geluk.- iV.'-rdt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 1