Ho. 1&B3G.
Gemeenteraad van Leiden.
laSIBSOH DAG-lLAD, Vrijdag- 14 October. Tweede Blad.
Anno 1010.
Onbe w o onbaarv erklaring
FEUILLETON.
De erfeni3 der Rodrians.
Kervolg der vergadering van gistermiddag
Toen <Le kwestie van de salarissen der po
litie afgehandeld wa3, liep de tribun© leeg.
Aan de orde was daarna:
12. Voorstel tot onbewoonbaarverklaxing
fvan de pcrceelen Paradijssteeg Nis 18, 20,
22, 22a, 56 on 62, Wjarnerehof Nis 4a, 4
en 12a, Willem Matthijspoort Nis 1, 2, 3,
'4 en 5 en Koningspoort Nis 1, 2, 3, 4,
6 en 6. (2C7).
De heer Vergouwen heeft gelezen^
dat er in de Woningwet oen wijziging aan
hangig is om de schadevergoeding beter te
regelen bij onbewoonbaarverklaring.
Spr. zou daarom willen wachten met deze
voordracht tot die wijziging zijn beslag
heeft gekregen, want haast is er toch niet
«nee.
De 'heer Fokker zou ook willen wach
ten. Spr. vertelt dat één der eigenaren der
hierbedoelde perceelen verleden jaar bij den
aankoop heeft geïnformeerd of er onbe
woonbaarverklaring te wachten was. Men
heeft toen gezegd: neen. Voorloopig niet.
Spr. meent dat de zaak ook geen haast
heeft en zou dus ook aanhouding wenschen.
De heer Korevaar heeft ook gevolgd
de plannen omtrent wijziging van de Wo
ningwet, maar die zijn nog zoo vaag, dat we
daarin een voldoenden kapstok hebben om
deze zaak aan op t© hangen.
Afgezien van alle mogelijke plannen ach
ten B. en Ws. deze ontruiming zeer drin
gend.
Dat er van gemeentewege gezegd zou zijn,
dat er voorloopig geen onbewoonbaarverkla
ring zou geschieden, moet spr. beslist te- j
genspreken.
De heer W i 1 d e b o e r meent, dat we
toch de mogelijkheid van een zij het inciden
tele wijziging der Woningwet, bijv. bij
amendement, niet moeten voorbijzien en
daarom zou er veel voor te zeggen zijn hier
voorloopig af te wachten).
De Voorzitter zegt, dat dit wel wat
te ver gaat. Dan zouden we geen enkele wet
kunnen uitvoeren, want gewij-zigd kunnen
ze altijd worden.
De heer B r i t heeft de huisjes bezocht
ein vindt dat de perceelen in de Willem
Matthijspoort nog zoo slecht niet zijn. Van
de vochtigheid is spr. niet gebleken.
In verband met de wenschelijkjheid van
Dader onderzoek zou spr. dit voorstel ook
gaarne willen aanhouden.
De heer Wildeboer verklaart nader
zijn bedoeling met de opmerking omtrent de
wijziging der Woningwet.
De heer K orevaar beantwoordt den
heer Wildeboer. Dat de heer Briët de vocht
niet zag, komt omdat zulks 's zomers niet
zoo in het oog valt Spr. blijft er bij deze
huisjes onbewoonbaar te vinden.
De heer B osC|h komt ook op voor de
bewoonbaarheid dezer huisjes. Eén der
eigenaren wil zelfs gaan verbouwen om den
toe-stand te verbeteren. Zoo erg is het niet.
En er wonen merusohen die elders niet te
recht zullen kunnen want ze betalen maar
f 1 huur.
De heer V e r g o uw e n blijft ook na de
woorden, van den wethouder zijn standpunt
handhaven. Waarom niet liever gewacht?
We zouden dan eens kunnen inform e eren hoe
het met de wijziging van de Woningwet
stond, waarvan spr. iets anders heeft gele
zen dan de heer Korevaar.
De heer Fokker wijst er op hoe be
last' ngverordeningen worden opgehouden
omdat men eerst de regeling van de finan-
wieele verhouding tuasohen Rijk en gemeen
te wil afwachten. Spr. is niet bang dat dit
nitstel een kapstok zal worden.
De Voorzitter merkt op dat we de
wet, zooals die thans luidt, moeten uitvoe
ren. Waarom nu te wachten op mogelijke
wijzigingen? Spr. berekent dat de eigenaars
'der huizen er nng niet zoo heel slecht aan
toe zijn. Ze hebben geen schadepost gehad
aan dio huisjes.
De heer Korevaar zegt dat er na
tuurlijk geeu bezwaar tegen is om de huis
jes bewoonbaar te maken maar dat zijn ze
Op "-ogenblik niet en met de toestand
van nu moeten B. en Ws. rekening houden.
Spr. citeert verschillende cijfers dat de
huurders vaii dergelijke woningen meestal
wel goed terecht komen.
Er bleek zelfs dat van al de ontruimin
gen hier ter stede geschied, 65 pCt. der
huurders een duurdere woning betrokkeu.
De heer Roem meent ook dat het hier
om gaatwat komt er van die in uitzicht go-
stelde wijziging der Woningwet? Spr. zou
ook het voorstel willen aanhouden.
De heer Briët zou alleen aanhouding
wenschen ten aanzien van de huisjes uit ,1e
Willem Matthijspoort.
De heeren Roem, Vergouwen en
Wildeboer dienen een amendement m
om het geheele voorstel aan te houden.
De heer Fokker zou het beste vind^u
om den minister te vragen hoe het staat met
die wijziging der wet.
De heer Fockema Andreae wijst
er op dat een reeds aanhangige wijziging
in de stukken te vinden is en dat over een
nog niet aanhangige de minister natuurlijk
den Raad van Leiden niets vertellen zal.
Het amendement-Roem c.s. komt in stem
ming, wordt verworpen met 22 tegen 8
stemmen. Vóór stemden de heeren: Bosch,
Bots, Van Hoeken, P. J. Mulder, Pera,
Roem, Vergouwen en Wildeboer.
De heer Briët handhaaft zijn voorstel
We dienen toch nauwkeurig na te gaan of
de onteigening wel noodig is.
De heer v. d. Lip kan zioh hiermee niet
vereen/jgen. Gelegenheid om de huizon te
zien is er geweest. Waarom laat de heer
Briët het verzoek tot aanhouding niet over
aan de leden die ze nog niet gezien hebben?
De heer Verg ouwen deelt mede geen
gelegenheid te hebben gehad de huizen te
zien.
De heer Pera legt eenzelfde vei klaring
af.
De heer S ij t s m a heeft reeds een vo
rige maal verzocht dit punt aan te houden
juist om den leden d-e gelegenheid te geven
de huizen eens te gaan zien.
De tijd is lang genoeg geweest. Boven
dien het is niet alleen een kwestie van de
wet maar ook een van gezondheid.
De heer B r i t erkent dat de heer v. d.
Lip formeel gelijk heeft maar daar komen
w© niet verder mee. Er blijkt thans, dat
niet alle leden ze gez:en hebben.
Het amendement-Briët. komt in stemming
en wordt verworpen met 20 tegen 10 stem
men.
Vóór stemden de heeren Bosch, Bots,
Briët, Fokker, Van Hoeken, A. Mulder, P.
J. Mulder, Perat Timp en Vergouwen.
Het voorstel van B. en Ws. wordt daarop
met 20 tegen 10 stemmen aangenomen. Te
gen stemden de heeren: Pera, Fokker,
Timp, Bosch, v. Hoeken, Bots, Briët, Roem,
Vergouwen en P. J. Mulder.
13. Verzoek van de afd. Leiden Got Ned.
Vereeniging tot afschaffing van alcoholhou
dende dranken, e.a., om verliooging van het
voor drankbestrijding uitgetrokken bedrag
op de bogrooting van 1911. (292)
De Leer A a 1 b e r s e vraagt naar welken
maatstaf de f 100, die de gemeente voor
drankbestrijding subsidieert, wordt ver
deeld onder de vereenigingen. Sommige
krijgen f 12,50, Dat is te weinig. Spr. z< u
het subsidie willen verhoogen en daarbij
hetzelfde systeem willen toepassen als bij
het subsidie aan schoolkindervoeding. Het
subsidie zou voor elke vereeniging zijn
van hetgeen zij van particulieren bij elkaar
bracht tot een maximum van bijv. f 50.
De heer S ij t s m a zou ook meer willen
geven voor drankbestrijding doch' niet langs
den weg van den heer Aalberse. Spr. zou
f 175 willen besteden en wijst er op dat we
niet goedkooper de drankellende kunnen
bestrijden dan door afschaffing van de ker
mis.
De heer Roem zou het geheele bedrag
willen geven dat de Vereenigingen vragen
en wel f 350. Spr. wijst er op dat dit geld
nuttig besteed is en ons weer groote kosten
zal uitsparen want nu moeten die dronk
aards maar onderhouden worden in de ge
stichten.
De heer Bosch vraagt wat B. en Ws.
met het geld zullen doen. Toch niet zoo
maar weggeven 1
De Voorzitter zegt, dat er 7 vereeni
gingen zijn. Het wordt eerlijk verdeeld. Dat
doet met aller goedvinden de afd. van den
Volksbond tegen Drankmisbruik.
De heer Bosch merkt op dat B. en Ws.
het dos niet doen.
De heer Fockema Andreae vindt
drankbestrijding zeer wensch'elijk maar er
komcu zoodoende te veel aanvragen om
subsidie. Bij wijze van sympathiebetuiging
is f 100 genoeg. Laten we het daarbij hou
den. Er wordt thans zooveel gevraagd van
den Staat cn spr. meent dat vooral bier waar
het de zedelijkheid betreft, het beter ware
zich tot de Kerk te wenden. (De heer Ver
gouwen heeft de vergadering, verlaten).
Het voorstel Roem komt in stemming en
wordt verworpen met 24 tegen 5 stemmen.
Vóór stemden de heeren Sijtsma, Aalberse,
Meuleman, Briët en Roem.
Het voorstel Sijtsma (f 175,) wordt even
eens verworpen met 19 tegen 10 stemmen.
Vóór stemden de heeren: Sijtsma, Aalber
se, Meideman, Hoogenboom, Briët, Roem,
Van Tol, De Vries, Carpentier Alting cn
P. J. Mulder.
14. Bezwaarschriften tegen aanslagen in
het Vergunningsrecht, dienst 19101911.
De heer Bosch kan kort zijn.
Alle>n over den aanslag-Wedekind bestaat
oneenigheid. Spr. merkt op dat de Commis
sie geen raming van B. en Ws. heeft ont
vangen die tot andere uitkomst kan leiden.
Het betreft hier geen nieuwe zaak maar een
andere. De Commissie heeft geraamd en B.
en Ws. hebben geraamd.
"Wie heeft gelijk?
De heer Zwier» sluit zich hierbij aan
Het doet spr. leed dat de Qommissie van
willekeur is beschuldigd. Spr. toont na Ier
aan waarop het oordeel van de Commissie
berust.
De V oorzitter meent dat waar we
hier sleohts ramingen hebben, er weinig met
zekerheid valt te zeggen. Die willekeur ;s
niet zoo erg bedoeld.
Spr. heeft niet de willekeur van een
tyran bedoeld. (Gelach).
Het voorstel van de Commissie om den
aan slag-W edekind te verlagen wordt met
23 tegen 6 stemmen aangenomen.
Tegen stemden de heeren: Aalberse, Van
Hamel, Korevaar, Kerstens, v. d. Lip en
Meuleman.
De V oorzitter bedankt de Commis
sie voor haar uitvoerig rapport. (Applaus).
15. Verzoek van de afd. Leiden van den
Alg. Ned. Typografenbond om aanvulling
van do voorwaarden van aanbesteding van
het gemeentelijk drukwerk. (295)
De hoer Fokker zou gaarne iets prin
cipieels zeggen. Het grondwettelijk recht
van vereeniging kan niemand worden ont
nomen, doch wel de uitoefening van dat
recht bemoeilijkt. Spr. juicht toe, dat ook
de Cbr. arbeiders deze handelwijze van den
heer Groen niet goedkeuren, blijkens hun
adres. De gemeente treedt hier bij de leve
rantie van drukwerk indirect ate werkgeef
ster op en moet dus zorgen, dat de werklie
den goed babandeld worden.
De heer P. J. Mulder merkt op dat te
genwoordig de knecht wel vrij is om te
gaan, doch do patroon niet vrij is om een
knecht te ontslaan. Spr. kan de handelwijze
van den 'heer Groen niet onbillijk vinden.
Dc heer Fockema Andreae is het
volkomen eens met B. en Ws: dat een
patroon volkomen vrij moet zijn om zijn
werklieden te kiezen. Spr. stelt de vraag:
Wij hebben vrijheid van godsdienst. Nu
gaat het toch' niet aan dat wij alleen die
patroons voor ons zouden laten werken dis
geen onderscheid maken tusschen arbeiders
van verschillende godsdüensitige gezind
heid. Dat zou leiden tot allerlei voorwaar
den aan patroons en de Raad zou zich be
geven in zaken die ze niet volledig beoor-
deelen kan.
De heer Fokker zou wel de ge
zichten eens willen zien van de Katholieke
Raadsleden als zij vernamen dat zoo'n pa
troon zijn mensehen wegstuurde omdat ze
Roomsch-Katholiek waren en evenzoo zou
hij in soortgelijk geval de gezichten der
Antirevolutionnairo Raadsleden wel eens
willen zien. Zij zouden dat afkeuren en
zeer terecht maar hier hebben we eenzelfde
geval, hier wor-dt een vak vereeniging ge
weerd.
De Voorzitter maakt er den heer
Fokker attent op dat we vrij zijn om tegen
iets te stemmen en dus bijv. een patroon
geen leverantie op te dragen maar we kun
nen tcoh een ander niet dwingen.
De heer P. J. Mulder meent dat als
de heer Fokker zelf knechts hadt hij er wel
anders over zou denken.
De heer S ij t s m a ondersteunt den heer
Fokker. De gemeente mag niet toelaten
dat zoo'n arbeider voor de keur wordt ge
steld werkloos of geen lid der vakvereeni-
ffing.
Het is hetzelfde alsof de heer Groen
iemand om zijn godsdienstige gezindheid
wegzond.
De heer Pera is in dubio. Spr. onder
scheidt twee soorten van vereenigingen en
erkent dat er zijn die slechten invloed heb
ben en waarvan men dus goed doet het lid
maatschap te verbieden. Indien een ver
eeniging goede orde, degelijkheid en trouw
aankweekt, zal niemand hem beletten l:d
te worden. Spr. is dus vóór he>t voorstel van
B. en Ws. omdat de hier bedoelde vereeni
ging niet ten gunste van de werklieden
werkt.
Het verzoek komt thans in stemming.
Het wordt niet toegestaan met 24 tegen 4
stemmen. Vóór inwilliging stemden de hee
ren Fokker, Sijtsma, Van Tol en Zwiers.
16. Voorstel tot hernieuwing van het con
tract met de firma J. J. Groen on Zn. be
treffende do levering van de Ingekomen
Stukken en van het gedrukt stenografisch
verslag van do Handelingen van den Ge
meenteraad. (301)
D.e heer Fokker vraagt stemming. Het
voorstel wordt verworpen met 271 stem,
die van de heer Fokker.
17. Voorstel:
a. tot het aangaan van een overeenkomst
met do gemeente Rijnsburg in zake
de levering van gas in die gemeente;
b. tot aanvulling van het uitbreidings-
cn vernieuwingsfonds der stedelijke
gasfabriek, met een bedrag van
f52.500.
c. tot vaststelling van den desbetref feil
den begrootingsstaat. (296)
De heer Bots vraagt, of de buizen door
de gemeente Oegstgeest zullen liggen.
De heer K"o revaar deelt mede, dat
onderhandelingen daarover gaande, zijn.
De Jieer Pera vertelt dat hij onlangs i
stond bij de brug van Voorhout.....
De Voorzitter: Mijnheer Pera, u is
zeker al aan de rondvraag?
De heer Pera: Ja, Mijnheer de Voor
zitter.
De Voorzitter; Maar we zijn nog
I aan punt 17. (Gelach).
Do Voorzitter brengt thans punt 17
in stemming.
De heer Fokker: Zouden we niet
eerst over de artikelen stemmen?
Dé V oorzitter dankt den heer Fok
ker voor de herinnering.
De artikelen worden aangenomen.
Daarop wordt het geheele voorstel z. h.
st. aangenomen.
Bij de rondvraag vervolgt de heer Pera
zijn verhaal van dc zandbakken in de Haar
lemmervaart waardoor aan bruggen on kunst
werken zooveel schade wo-rdt aangebracht.
Dat mag zoo niet langer. De bakken wor
den onvoldoende bestuurd en varen overal
tegen aan.
Do hoer Zwiers zag onlangs 6 schui
ten achter een sleepboot en meent dat het
maximum 4 is
De heer Korevaar weet er niet vo>l
over to zoggen. Het gebeurt buiten de g*-
meen te. Rijnland kan er ook niet voel aan j
doen. Onlangs hebben we een lotgenoot ge- 1
kregen in het Rijk toen Postbrug is inge- j
start Misschien zou het toezicht kunnen
verbeteren.
De Voorzitter zegt dat beter toezicht
wel geweiischt is, maar dat zal geld kosten.
De hoor Van Hoeken is blij dat hij
eindelijk steun vindt voor zijn meening dat
hot toezicht op hot varen in de trek va art
onvoldoende is.
De lioor Roem meent dat b3ter toezicht
niet zooveel zal kosten'n 200 gulden
De Voorzitter betwijfelt dit en be-
I cijfert een bedrag van 2000 gulden.
De heer Roem vindt dat niet te veel,
want we sparen dat op andere wijze wel
weer uit.
De heer Korevaar herinnert er aan,
dat over dit punt ©on vraag is gedaan in
de secties. Do zaak zal dus nog wel ter
sprake komen.
De heer Meuleman heeft met belang
stelling het praeadvies gelezen van B. cn
"Ws. op het door hem geda.ne voorstel in
zake oontract met het St.-Elizabetlis-Ge-
sticht tothet opnemen van armlastige pa
tiënten.
Naar aanleiding daarvan trekt spr. zijn
voorstel in.
De Voorzitter zou toch gaarne nog
het voorstel willen aanhouden, omdat B.
en Ws. naar aanleiding daarvan een ander
plan hebben gemaakt.
De heer Fockema Andreae vestigt
de aandacht van B. en Ws. op art. 13 der
Telcfoonconeessie dat bij u tbreiding van het
aantal aansluitingen ook het personeel moet
toenemen. Spr. betwijfelt of dit wel
schiedt. Dien wordt niet zoo vlug moor ge
holpen.
De Voorzitter belooft onderzoek.
Daarna wordt de vergadering te half zes
gesloten.
bij eventueel bonwpünii
Bon weiouwenstee^-Paradijssteeg.
Zooals wo meldden, ging het tot den Baad
gerichte verzoek van den Verhuurdersbon.l
van huiseigenaren voor Leiden en Omstreken
om nader aan te nemen een eventueel voor
stel tot verbouw van het blok huizen 111
Bouwelouw enstaeg-P a radijsstceg verg zeld
van een uitvoerige Memorie van Toelich
ting.
Deze luidt als volgt:
Wanneer van heeren leden van den Leid-
sohon Gemeenteraad de aandacht wordt
gevraagd voor deze eenigszins uitvoerige
memorie van toelichting, dan antieenen wij
hiertoe de vrijmoedigheid aan de innigheid
van onze overtuiging, dat aanneming van
het in ons adres genoemde voorstel zou zijn
het maken van een grove fout.
Vestigen we allereerst de aandacht op het
feit, dat hier worden saam gekoppeld twee
zaken., waarvan de een moet worden dienst
baar gemaakt aan d-e tot-stand-koming van
de andere.
Een meerderheid in het ooilege van B. en
Ws. wil de verbetering van een stadsge
deelte. Daarmee zij-n echter groote kosten ge
moeid, welke koste» door de gemeente moe
ten worden gedragen. Nu wordt daarop het
volgende gevonden. Het gemeentebestuur
vraagt aan de vereeniging tot bevordering
van den bouw van werkliedenwoningen of
deze de zaak wil ter hand nemen en van nu
af gaat het onder het motto verbetering
van Volkshuisvesting", waarvoor het Rijk
een renteloos voorschot verstrekt.
Zoo ging het aan de Oranje boom wijk en
nu moet de uitkomst daar ons het antwoord
geven op dc vraag of op dien weg mag wor
den voortgegaan.
Op de vraag of het er thans niet veel net
ter in. die buurt uitziet dan vóór den bouw
zal zeker niemand ontkennend antwoorden
Het stukje Plantsoen doet zeker het daar»
aon grenzend gedeelte het gunstigst uitko
men.
Voor het overige gedeelte lijkt ons de
uitkomdfc minder gelukkig.
Een der straten wordt aan de eene zijde
gevormd door 'n blinden muur eener brood
fabriek. Van eentonigheid, van saaiheid
van aanzien is het geheel niet vrij re
pleiten. Een en ander is voor 'n deel 't ge
volg van het gebrek aan vrijheid van bewe
ging te midden van het complex van
houwen dat gespaard moest worden, fteer
de gebreken in de inrichting van de wonin
gen zelf willen we hier niet veel- zeggen*
dat is slechts een kwestie van uitvoering
en zSa elders kunnen worden gewijzigd.
Nu de vraag, wie zullen daar rm gaan
wonen, want er stonden op die plaats in
hoofdzaak slechte woningen, verhuutd voor
geringen prijs. Men gunde dien bewoners
betere woningen en bouwde nu buizen (l>e-
neden- en bovenwoning) die elk niet inin-
18)
Hij zag in, dat hij haar onnoodig kwelde.
„Ik verlang toch slechts, sohat, dat ik je niet
dadelijk aan iedereen moet afstaan, aan een
groot huishouden met duizend zorgen en
ergernissen, geheel op de manier zooals
tante Kitty zich onze toekomst voorstelt.
Die rekent er immers op, dat wij reeds in
Februari groote partijen zullen gevenZij
kan het nauwelijks afwachtenEn dan heb
ben wij beiden niets meer aan elkaar
Zij droogde haar tranen en vermande zioh
om met hem te beraadslagen. ,,Ik weet ech
ter niet, hoe wij dat zullen voorkomen."
„Ik heb een voorstel, Christel; éen prach
tig plan. Wij gaan op reis!"
„Naar de Riviera? Naar Italië? Waar
wilt gij heen? Of naar Parijs?''
„Komt het niet bij je op, dat men ook bij
voorbeeld heel in 't geheim en stil gelukkig
een paar weken in Heidelberg zou kunnen
doorbrengen?"
,,0, heerlijk! Maar moet men daar eigen
lijk niet in den zomer heen?"
Hij knikte. „Zeker, in den zomer is het
er mooier. Maar ik zou je dan kunnen wij
zen, waar ik als student rondgedoold heb."
„O, ja. En de bergen opklauteren, alleen
met ons beidjes. O, dat kan verrukkelijk
.worden."
dij hield haar hoofd omvat en zag haar
groote, grijze oogen van geluk stralen.
„Maar wij nemen dan geen kamenier mee
en ook geen knecht in livrei."
„Neen, neen, neen. Maar tante Kitty
vond, dat wij slechts voor een week naar
Dresden of Wiesbaden moesten gaan en de
eigenlijke huwelijksreis tot den voorzomer
uitstellen. Dus dat wilt gij niet Rudi?"
„Neen, dat wil ik niet." Een zekere wrok
had zich van hem meester gemaakt. „Juist
omdat tante Kitty het voorstelt-, zul'len wij
het andere inrichten. Beloof me, dat gij je
niet weer (loor haar laat bepraten?"
Zij sloeg haar hakken als een militair
tegen elkaar en bief haar rechterhand op.
„Moet ik zweren?" En lachend liet zij er oP
volgen: „Dus wij gaan naar Heidelberg?"
„Dat hangt geheel van do zaken af", zei-
de hij vergenoegd.
„Van welke zaken?"
„Van het opmaken van de kas, overmor
gen. Van mijn verdienste in het eerste
kwartaal."
„Maar, Rudi, wat komt dat er op aan?"
In een oogwenk was hij weer ernstig.
„Het komt daarop zeer veel voor mij aan".
„Wat zijt gij plotseling weer zonderling.
Ik heb toch meer dan genoeg. Wat moet
daarmee gebeuren? Wij kunnen dat toch
niet wegwerpen, op de straat, ergens heen V*
Begrijpt gij mij dail werkelijk niet, Chris
tel? Ik wil immers slechts... Neen, kijk mij
niet zoo angstig aan, schat. En gij moogt
mij ook niet uitlachen. Ik verlang slechts,
dat wij deze reis geheel op mijn kosten
doen. Dus ook zoo als mijn financiën dat
veroorloven. Ja, wilt gij dat? Toe, beloof
mij dat".
„Gaarne, Rudizeide zij zaoht.
„En zonder veel bagage?"
„Gaarne. En steeds alleen met ons bei
den, zooals nu."
„Verheugt gij je daarop, lieveling?"
„Ja, vreeselijk".
Zij kusten elkaar lang en innig en lieten
elkaar ras los, toen miss Fry weer boven op
de trap haar onnatuurlijk droog kuchje, hete
welk haar komst moest aankondigen, liét
hooren.
Het hertrouwen van de jonge mevrouw
Rodrian had de villa-kolonio Wannsee over
vloedig stof voor haar gesprekken gegeven.
Ook in verschillende kringen van het Wes
ten van Berlijn brak de draad van het ge
sprek niet licht, wanneer dit thema te
berde kwam.
In de eerste plaats de bruiloft. Men was
er verbaasd over, dat van de zijde van het
jonge bruidspaar slechts zoo weinig gasten
waren verschenen. In het geheel was alleen
de kring bijeengekomen, welke zich in de
laatste jaren om R-odrian senior had ge
vormd. En bovendien de Mollenkopfsche
aanhang, waarmede mevrouw Christa door
haar eerste huwelijk in relatie wa^ geko
men.
Van de familie der jenge vrouw waren op
het trouwfeest juist drie personen aanwe
zig: de zuster van haar overleden vader,
dio in Amsterdam een goed huwelijk had
gedaan, maar n-u zelve reeds sind3 jaren
weduwe was, en haar dochter met haar jon
gen echtgenoot, een Hollander, die in In-
dië een plantage bezat.
„Mewfrou van Haekehim, mewfrou van
Owerdeen, mijnherr van Owerdeen 1"
Behalve een paar ooms en tantes bezat
Rudi von Sohauffert ook geen bloedverwan
ten meer Van zijn kant verschenen daarom
slechts een paar luitenants, die op dat
oogenblik een commando te Berlijn hadden,
en twee Berlijnsche juristen met hun vrou
wen, bij wie Rudi veel aan huis was geko
men.
De eenige boezemvriend, dien hij uit zijn
studententijd bezat-, ontbrak.
Rudi had tegenover zijn verloofde een
paar malen van „Gustaafjo" gesproken;
had haar ook van de schuwheid van den
braven Badener verteld. Ohrista was dus
nieuwsgierig den eigenaardigen man to lee-
ren kennen. Maar een paar dagen vóór het
huwelijk kwam van Gustaaf Küberle een
brief uit Karlsruhe, waarin hij voor de uit-
noodiging bedankte. Hij was voor zaken
door zijn firma naar Mannheim gezonden;
daar had hij het bericht ontvangen, dat zijn
moeder gevaarlijk ziek lag aan een long
ontsteking, en hij was haastig naar haar
toegerecsd, wijl zij toch niemand anderfi aan
hem meer in de wereld bezat.
„Ik zoek hem op, zoodra wij weer te Ber
lijn zijn!" had Rudi von Sohauffert tegen
zijn jonge vrouw gezegd, toen op hun hu
welijksreis het gesprek toevallig op zijn
ouden vriend was gekomen. Dat was op een
zonnigen winterdag in Zwitserland geweest.
Zij logeerden in een schilderachtig oud dorp
aan het meer van Genève.
Het was een stille, heerlijke tijd En in
die stilte verdiepten zij zioh in eikaars
voormalig leven en de een kreeg betrekking
op degenen, die den ander nabestaan had
den. Slechts den korten tijd van haar eerste
aan droevige ervaringen zoo rijke huwelijk,
verbande Ohrista uit 'haar geclaohtenwe-
reldzelfs, zooals het Christa spoedig voor
kwam, uit haar herinnering.
Maar na- hun terugkeer werd hef voor
jaar, vóórdat Rudi zioh zijn besluit^ om zijn
ouden vriend op te zoeken, weer herinnerd®.
En daar hij Köberlo's adres was kwiit ge
raakt, moest hij evenals indertijd bij hut
verzenden van do uitnoodiging voor do brui
loft, eerst weer bij de firma Lohse aanvra
gen.
„Pension Lehmann, Potsdamerstr. 83.
Rudi noteerde dat in zijn zakboekje en
zag op den plattegrond der stad, dat hij :n
de buurt woonde van don ouden botani-
schcn tuin.
„Nu," zeide hij togen zijn vrouw, „zoodra
ik een3 dien kant uitkom, loep ik bij hem
op en breng hem een uitnoodiging van je
over. Want hij durft anders niet bij ons
komen, d:e bloodaard."
Het duurde daarop nog weer eenigen tijd.
Rudi's dag was ook zóó ingedeeld, dat elk
vrij uur in beslag werd genomen.
Toen de vrienden elkaar eindelijk voor
het eerst ontmoetten, meende Rudi to be
merken* dat „Gustaafje" er miserabel uit
zag.
Het toeval had gewild, dal Rudi juist de
fabriek van den heer Lohse tegen het slui
tingsuur was voorbijgekomen. Hij had dien.
avond „verlof." Zijn jonge vrouw ver
toefde in de opera. Men gaf de Meister-
singer," welke reeds om zeven uren begon.
Zoo vroeg had hij zioh echter wegens
I een gewichtige conferentie niet kunnen vrij-
I maken.
„Weet ge, wat wij nu doen, kerel?" zeide
Rudi. „Wij gaan naar een gezellige bier-
kneip, drinken een stevig glas en pratea
naar hartelust."
(Wordt vervolgd.)