Ho. 1&B3G. Gemeenteraad van Leiden. laSIBSOH DAG-lLAD, Vrijdag- 14 October. Tweede Blad. Anno 1010. Onbe w o onbaarv erklaring FEUILLETON. De erfeni3 der Rodrians. Kervolg der vergadering van gistermiddag Toen <Le kwestie van de salarissen der po litie afgehandeld wa3, liep de tribun© leeg. Aan de orde was daarna: 12. Voorstel tot onbewoonbaarverklaxing fvan de pcrceelen Paradijssteeg Nis 18, 20, 22, 22a, 56 on 62, Wjarnerehof Nis 4a, 4 en 12a, Willem Matthijspoort Nis 1, 2, 3, '4 en 5 en Koningspoort Nis 1, 2, 3, 4, 6 en 6. (2C7). De heer Vergouwen heeft gelezen^ dat er in de Woningwet oen wijziging aan hangig is om de schadevergoeding beter te regelen bij onbewoonbaarverklaring. Spr. zou daarom willen wachten met deze voordracht tot die wijziging zijn beslag heeft gekregen, want haast is er toch niet «nee. De 'heer Fokker zou ook willen wach ten. Spr. vertelt dat één der eigenaren der hierbedoelde perceelen verleden jaar bij den aankoop heeft geïnformeerd of er onbe woonbaarverklaring te wachten was. Men heeft toen gezegd: neen. Voorloopig niet. Spr. meent dat de zaak ook geen haast heeft en zou dus ook aanhouding wenschen. De heer Korevaar heeft ook gevolgd de plannen omtrent wijziging van de Wo ningwet, maar die zijn nog zoo vaag, dat we daarin een voldoenden kapstok hebben om deze zaak aan op t© hangen. Afgezien van alle mogelijke plannen ach ten B. en Ws. deze ontruiming zeer drin gend. Dat er van gemeentewege gezegd zou zijn, dat er voorloopig geen onbewoonbaarverkla ring zou geschieden, moet spr. beslist te- j genspreken. De heer W i 1 d e b o e r meent, dat we toch de mogelijkheid van een zij het inciden tele wijziging der Woningwet, bijv. bij amendement, niet moeten voorbijzien en daarom zou er veel voor te zeggen zijn hier voorloopig af te wachten). De Voorzitter zegt, dat dit wel wat te ver gaat. Dan zouden we geen enkele wet kunnen uitvoeren, want gewij-zigd kunnen ze altijd worden. De heer B r i t heeft de huisjes bezocht ein vindt dat de perceelen in de Willem Matthijspoort nog zoo slecht niet zijn. Van de vochtigheid is spr. niet gebleken. In verband met de wenschelijkjheid van Dader onderzoek zou spr. dit voorstel ook gaarne willen aanhouden. De heer Wildeboer verklaart nader zijn bedoeling met de opmerking omtrent de wijziging der Woningwet. De heer K orevaar beantwoordt den heer Wildeboer. Dat de heer Briët de vocht niet zag, komt omdat zulks 's zomers niet zoo in het oog valt Spr. blijft er bij deze huisjes onbewoonbaar te vinden. De heer B osC|h komt ook op voor de bewoonbaarheid dezer huisjes. Eén der eigenaren wil zelfs gaan verbouwen om den toe-stand te verbeteren. Zoo erg is het niet. En er wonen merusohen die elders niet te recht zullen kunnen want ze betalen maar f 1 huur. De heer V e r g o uw e n blijft ook na de woorden, van den wethouder zijn standpunt handhaven. Waarom niet liever gewacht? We zouden dan eens kunnen inform e eren hoe het met de wijziging van de Woningwet stond, waarvan spr. iets anders heeft gele zen dan de heer Korevaar. De heer Fokker wijst er op hoe be last' ngverordeningen worden opgehouden omdat men eerst de regeling van de finan- wieele verhouding tuasohen Rijk en gemeen te wil afwachten. Spr. is niet bang dat dit nitstel een kapstok zal worden. De Voorzitter merkt op dat we de wet, zooals die thans luidt, moeten uitvoe ren. Waarom nu te wachten op mogelijke wijzigingen? Spr. berekent dat de eigenaars 'der huizen er nng niet zoo heel slecht aan toe zijn. Ze hebben geen schadepost gehad aan dio huisjes. De heer Korevaar zegt dat er na tuurlijk geeu bezwaar tegen is om de huis jes bewoonbaar te maken maar dat zijn ze Op "-ogenblik niet en met de toestand van nu moeten B. en Ws. rekening houden. Spr. citeert verschillende cijfers dat de huurders vaii dergelijke woningen meestal wel goed terecht komen. Er bleek zelfs dat van al de ontruimin gen hier ter stede geschied, 65 pCt. der huurders een duurdere woning betrokkeu. De heer Roem meent ook dat het hier om gaatwat komt er van die in uitzicht go- stelde wijziging der Woningwet? Spr. zou ook het voorstel willen aanhouden. De heer Briët zou alleen aanhouding wenschen ten aanzien van de huisjes uit ,1e Willem Matthijspoort. De heeren Roem, Vergouwen en Wildeboer dienen een amendement m om het geheele voorstel aan te houden. De heer Fokker zou het beste vind^u om den minister te vragen hoe het staat met die wijziging der wet. De heer Fockema Andreae wijst er op dat een reeds aanhangige wijziging in de stukken te vinden is en dat over een nog niet aanhangige de minister natuurlijk den Raad van Leiden niets vertellen zal. Het amendement-Roem c.s. komt in stem ming, wordt verworpen met 22 tegen 8 stemmen. Vóór stemden de heeren: Bosch, Bots, Van Hoeken, P. J. Mulder, Pera, Roem, Vergouwen en Wildeboer. De heer Briët handhaaft zijn voorstel We dienen toch nauwkeurig na te gaan of de onteigening wel noodig is. De heer v. d. Lip kan zioh hiermee niet vereen/jgen. Gelegenheid om de huizon te zien is er geweest. Waarom laat de heer Briët het verzoek tot aanhouding niet over aan de leden die ze nog niet gezien hebben? De heer Verg ouwen deelt mede geen gelegenheid te hebben gehad de huizen te zien. De heer Pera legt eenzelfde vei klaring af. De heer S ij t s m a heeft reeds een vo rige maal verzocht dit punt aan te houden juist om den leden d-e gelegenheid te geven de huizen eens te gaan zien. De tijd is lang genoeg geweest. Boven dien het is niet alleen een kwestie van de wet maar ook een van gezondheid. De heer B r i t erkent dat de heer v. d. Lip formeel gelijk heeft maar daar komen w© niet verder mee. Er blijkt thans, dat niet alle leden ze gez:en hebben. Het amendement-Briët. komt in stemming en wordt verworpen met 20 tegen 10 stem men. Vóór stemden de heeren Bosch, Bots, Briët, Fokker, Van Hoeken, A. Mulder, P. J. Mulder, Perat Timp en Vergouwen. Het voorstel van B. en Ws. wordt daarop met 20 tegen 10 stemmen aangenomen. Te gen stemden de heeren: Pera, Fokker, Timp, Bosch, v. Hoeken, Bots, Briët, Roem, Vergouwen en P. J. Mulder. 13. Verzoek van de afd. Leiden Got Ned. Vereeniging tot afschaffing van alcoholhou dende dranken, e.a., om verliooging van het voor drankbestrijding uitgetrokken bedrag op de bogrooting van 1911. (292) De Leer A a 1 b e r s e vraagt naar welken maatstaf de f 100, die de gemeente voor drankbestrijding subsidieert, wordt ver deeld onder de vereenigingen. Sommige krijgen f 12,50, Dat is te weinig. Spr. z< u het subsidie willen verhoogen en daarbij hetzelfde systeem willen toepassen als bij het subsidie aan schoolkindervoeding. Het subsidie zou voor elke vereeniging zijn van hetgeen zij van particulieren bij elkaar bracht tot een maximum van bijv. f 50. De heer S ij t s m a zou ook meer willen geven voor drankbestrijding doch' niet langs den weg van den heer Aalberse. Spr. zou f 175 willen besteden en wijst er op dat we niet goedkooper de drankellende kunnen bestrijden dan door afschaffing van de ker mis. De heer Roem zou het geheele bedrag willen geven dat de Vereenigingen vragen en wel f 350. Spr. wijst er op dat dit geld nuttig besteed is en ons weer groote kosten zal uitsparen want nu moeten die dronk aards maar onderhouden worden in de ge stichten. De heer Bosch vraagt wat B. en Ws. met het geld zullen doen. Toch niet zoo maar weggeven 1 De Voorzitter zegt, dat er 7 vereeni gingen zijn. Het wordt eerlijk verdeeld. Dat doet met aller goedvinden de afd. van den Volksbond tegen Drankmisbruik. De heer Bosch merkt op dat B. en Ws. het dos niet doen. De heer Fockema Andreae vindt drankbestrijding zeer wensch'elijk maar er komcu zoodoende te veel aanvragen om subsidie. Bij wijze van sympathiebetuiging is f 100 genoeg. Laten we het daarbij hou den. Er wordt thans zooveel gevraagd van den Staat cn spr. meent dat vooral bier waar het de zedelijkheid betreft, het beter ware zich tot de Kerk te wenden. (De heer Ver gouwen heeft de vergadering, verlaten). Het voorstel Roem komt in stemming en wordt verworpen met 24 tegen 5 stemmen. Vóór stemden de heeren Sijtsma, Aalberse, Meuleman, Briët en Roem. Het voorstel Sijtsma (f 175,) wordt even eens verworpen met 19 tegen 10 stemmen. Vóór stemden de heeren: Sijtsma, Aalber se, Meideman, Hoogenboom, Briët, Roem, Van Tol, De Vries, Carpentier Alting cn P. J. Mulder. 14. Bezwaarschriften tegen aanslagen in het Vergunningsrecht, dienst 19101911. De heer Bosch kan kort zijn. Alle>n over den aanslag-Wedekind bestaat oneenigheid. Spr. merkt op dat de Commis sie geen raming van B. en Ws. heeft ont vangen die tot andere uitkomst kan leiden. Het betreft hier geen nieuwe zaak maar een andere. De Commissie heeft geraamd en B. en Ws. hebben geraamd. "Wie heeft gelijk? De heer Zwier» sluit zich hierbij aan Het doet spr. leed dat de Qommissie van willekeur is beschuldigd. Spr. toont na Ier aan waarop het oordeel van de Commissie berust. De V oorzitter meent dat waar we hier sleohts ramingen hebben, er weinig met zekerheid valt te zeggen. Die willekeur ;s niet zoo erg bedoeld. Spr. heeft niet de willekeur van een tyran bedoeld. (Gelach). Het voorstel van de Commissie om den aan slag-W edekind te verlagen wordt met 23 tegen 6 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren: Aalberse, Van Hamel, Korevaar, Kerstens, v. d. Lip en Meuleman. De V oorzitter bedankt de Commis sie voor haar uitvoerig rapport. (Applaus). 15. Verzoek van de afd. Leiden van den Alg. Ned. Typografenbond om aanvulling van do voorwaarden van aanbesteding van het gemeentelijk drukwerk. (295) De hoer Fokker zou gaarne iets prin cipieels zeggen. Het grondwettelijk recht van vereeniging kan niemand worden ont nomen, doch wel de uitoefening van dat recht bemoeilijkt. Spr. juicht toe, dat ook de Cbr. arbeiders deze handelwijze van den heer Groen niet goedkeuren, blijkens hun adres. De gemeente treedt hier bij de leve rantie van drukwerk indirect ate werkgeef ster op en moet dus zorgen, dat de werklie den goed babandeld worden. De heer P. J. Mulder merkt op dat te genwoordig de knecht wel vrij is om te gaan, doch do patroon niet vrij is om een knecht te ontslaan. Spr. kan de handelwijze van den 'heer Groen niet onbillijk vinden. Dc heer Fockema Andreae is het volkomen eens met B. en Ws: dat een patroon volkomen vrij moet zijn om zijn werklieden te kiezen. Spr. stelt de vraag: Wij hebben vrijheid van godsdienst. Nu gaat het toch' niet aan dat wij alleen die patroons voor ons zouden laten werken dis geen onderscheid maken tusschen arbeiders van verschillende godsdüensitige gezind heid. Dat zou leiden tot allerlei voorwaar den aan patroons en de Raad zou zich be geven in zaken die ze niet volledig beoor- deelen kan. De heer Fokker zou wel de ge zichten eens willen zien van de Katholieke Raadsleden als zij vernamen dat zoo'n pa troon zijn mensehen wegstuurde omdat ze Roomsch-Katholiek waren en evenzoo zou hij in soortgelijk geval de gezichten der Antirevolutionnairo Raadsleden wel eens willen zien. Zij zouden dat afkeuren en zeer terecht maar hier hebben we eenzelfde geval, hier wor-dt een vak vereeniging ge weerd. De Voorzitter maakt er den heer Fokker attent op dat we vrij zijn om tegen iets te stemmen en dus bijv. een patroon geen leverantie op te dragen maar we kun nen tcoh een ander niet dwingen. De heer P. J. Mulder meent dat als de heer Fokker zelf knechts hadt hij er wel anders over zou denken. De heer S ij t s m a ondersteunt den heer Fokker. De gemeente mag niet toelaten dat zoo'n arbeider voor de keur wordt ge steld werkloos of geen lid der vakvereeni- ffing. Het is hetzelfde alsof de heer Groen iemand om zijn godsdienstige gezindheid wegzond. De heer Pera is in dubio. Spr. onder scheidt twee soorten van vereenigingen en erkent dat er zijn die slechten invloed heb ben en waarvan men dus goed doet het lid maatschap te verbieden. Indien een ver eeniging goede orde, degelijkheid en trouw aankweekt, zal niemand hem beletten l:d te worden. Spr. is dus vóór he>t voorstel van B. en Ws. omdat de hier bedoelde vereeni ging niet ten gunste van de werklieden werkt. Het verzoek komt thans in stemming. Het wordt niet toegestaan met 24 tegen 4 stemmen. Vóór inwilliging stemden de hee ren Fokker, Sijtsma, Van Tol en Zwiers. 16. Voorstel tot hernieuwing van het con tract met de firma J. J. Groen on Zn. be treffende do levering van de Ingekomen Stukken en van het gedrukt stenografisch verslag van do Handelingen van den Ge meenteraad. (301) D.e heer Fokker vraagt stemming. Het voorstel wordt verworpen met 271 stem, die van de heer Fokker. 17. Voorstel: a. tot het aangaan van een overeenkomst met do gemeente Rijnsburg in zake de levering van gas in die gemeente; b. tot aanvulling van het uitbreidings- cn vernieuwingsfonds der stedelijke gasfabriek, met een bedrag van f52.500. c. tot vaststelling van den desbetref feil den begrootingsstaat. (296) De heer Bots vraagt, of de buizen door de gemeente Oegstgeest zullen liggen. De heer K"o revaar deelt mede, dat onderhandelingen daarover gaande, zijn. De Jieer Pera vertelt dat hij onlangs i stond bij de brug van Voorhout..... De Voorzitter: Mijnheer Pera, u is zeker al aan de rondvraag? De heer Pera: Ja, Mijnheer de Voor zitter. De Voorzitter; Maar we zijn nog I aan punt 17. (Gelach). Do Voorzitter brengt thans punt 17 in stemming. De heer Fokker: Zouden we niet eerst over de artikelen stemmen? Dé V oorzitter dankt den heer Fok ker voor de herinnering. De artikelen worden aangenomen. Daarop wordt het geheele voorstel z. h. st. aangenomen. Bij de rondvraag vervolgt de heer Pera zijn verhaal van dc zandbakken in de Haar lemmervaart waardoor aan bruggen on kunst werken zooveel schade wo-rdt aangebracht. Dat mag zoo niet langer. De bakken wor den onvoldoende bestuurd en varen overal tegen aan. Do hoer Zwiers zag onlangs 6 schui ten achter een sleepboot en meent dat het maximum 4 is De heer Korevaar weet er niet vo>l over to zoggen. Het gebeurt buiten de g*- meen te. Rijnland kan er ook niet voel aan j doen. Onlangs hebben we een lotgenoot ge- 1 kregen in het Rijk toen Postbrug is inge- j start Misschien zou het toezicht kunnen verbeteren. De Voorzitter zegt dat beter toezicht wel geweiischt is, maar dat zal geld kosten. De hoor Van Hoeken is blij dat hij eindelijk steun vindt voor zijn meening dat hot toezicht op hot varen in de trek va art onvoldoende is. De lioor Roem meent dat b3ter toezicht niet zooveel zal kosten'n 200 gulden De Voorzitter betwijfelt dit en be- I cijfert een bedrag van 2000 gulden. De heer Roem vindt dat niet te veel, want we sparen dat op andere wijze wel weer uit. De heer Korevaar herinnert er aan, dat over dit punt ©on vraag is gedaan in de secties. Do zaak zal dus nog wel ter sprake komen. De heer Meuleman heeft met belang stelling het praeadvies gelezen van B. cn "Ws. op het door hem geda.ne voorstel in zake oontract met het St.-Elizabetlis-Ge- sticht tothet opnemen van armlastige pa tiënten. Naar aanleiding daarvan trekt spr. zijn voorstel in. De Voorzitter zou toch gaarne nog het voorstel willen aanhouden, omdat B. en Ws. naar aanleiding daarvan een ander plan hebben gemaakt. De heer Fockema Andreae vestigt de aandacht van B. en Ws. op art. 13 der Telcfoonconeessie dat bij u tbreiding van het aantal aansluitingen ook het personeel moet toenemen. Spr. betwijfelt of dit wel schiedt. Dien wordt niet zoo vlug moor ge holpen. De Voorzitter belooft onderzoek. Daarna wordt de vergadering te half zes gesloten. bij eventueel bonwpünii Bon weiouwenstee^-Paradijssteeg. Zooals wo meldden, ging het tot den Baad gerichte verzoek van den Verhuurdersbon.l van huiseigenaren voor Leiden en Omstreken om nader aan te nemen een eventueel voor stel tot verbouw van het blok huizen 111 Bouwelouw enstaeg-P a radijsstceg verg zeld van een uitvoerige Memorie van Toelich ting. Deze luidt als volgt: Wanneer van heeren leden van den Leid- sohon Gemeenteraad de aandacht wordt gevraagd voor deze eenigszins uitvoerige memorie van toelichting, dan antieenen wij hiertoe de vrijmoedigheid aan de innigheid van onze overtuiging, dat aanneming van het in ons adres genoemde voorstel zou zijn het maken van een grove fout. Vestigen we allereerst de aandacht op het feit, dat hier worden saam gekoppeld twee zaken., waarvan de een moet worden dienst baar gemaakt aan d-e tot-stand-koming van de andere. Een meerderheid in het ooilege van B. en Ws. wil de verbetering van een stadsge deelte. Daarmee zij-n echter groote kosten ge moeid, welke koste» door de gemeente moe ten worden gedragen. Nu wordt daarop het volgende gevonden. Het gemeentebestuur vraagt aan de vereeniging tot bevordering van den bouw van werkliedenwoningen of deze de zaak wil ter hand nemen en van nu af gaat het onder het motto verbetering van Volkshuisvesting", waarvoor het Rijk een renteloos voorschot verstrekt. Zoo ging het aan de Oranje boom wijk en nu moet de uitkomst daar ons het antwoord geven op dc vraag of op dien weg mag wor den voortgegaan. Op de vraag of het er thans niet veel net ter in. die buurt uitziet dan vóór den bouw zal zeker niemand ontkennend antwoorden Het stukje Plantsoen doet zeker het daar» aon grenzend gedeelte het gunstigst uitko men. Voor het overige gedeelte lijkt ons de uitkomdfc minder gelukkig. Een der straten wordt aan de eene zijde gevormd door 'n blinden muur eener brood fabriek. Van eentonigheid, van saaiheid van aanzien is het geheel niet vrij re pleiten. Een en ander is voor 'n deel 't ge volg van het gebrek aan vrijheid van bewe ging te midden van het complex van houwen dat gespaard moest worden, fteer de gebreken in de inrichting van de wonin gen zelf willen we hier niet veel- zeggen* dat is slechts een kwestie van uitvoering en zSa elders kunnen worden gewijzigd. Nu de vraag, wie zullen daar rm gaan wonen, want er stonden op die plaats in hoofdzaak slechte woningen, verhuutd voor geringen prijs. Men gunde dien bewoners betere woningen en bouwde nu buizen (l>e- neden- en bovenwoning) die elk niet inin- 18) Hij zag in, dat hij haar onnoodig kwelde. „Ik verlang toch slechts, sohat, dat ik je niet dadelijk aan iedereen moet afstaan, aan een groot huishouden met duizend zorgen en ergernissen, geheel op de manier zooals tante Kitty zich onze toekomst voorstelt. Die rekent er immers op, dat wij reeds in Februari groote partijen zullen gevenZij kan het nauwelijks afwachtenEn dan heb ben wij beiden niets meer aan elkaar Zij droogde haar tranen en vermande zioh om met hem te beraadslagen. ,,Ik weet ech ter niet, hoe wij dat zullen voorkomen." „Ik heb een voorstel, Christel; éen prach tig plan. Wij gaan op reis!" „Naar de Riviera? Naar Italië? Waar wilt gij heen? Of naar Parijs?'' „Komt het niet bij je op, dat men ook bij voorbeeld heel in 't geheim en stil gelukkig een paar weken in Heidelberg zou kunnen doorbrengen?" ,,0, heerlijk! Maar moet men daar eigen lijk niet in den zomer heen?" Hij knikte. „Zeker, in den zomer is het er mooier. Maar ik zou je dan kunnen wij zen, waar ik als student rondgedoold heb." „O, ja. En de bergen opklauteren, alleen met ons beidjes. O, dat kan verrukkelijk .worden." dij hield haar hoofd omvat en zag haar groote, grijze oogen van geluk stralen. „Maar wij nemen dan geen kamenier mee en ook geen knecht in livrei." „Neen, neen, neen. Maar tante Kitty vond, dat wij slechts voor een week naar Dresden of Wiesbaden moesten gaan en de eigenlijke huwelijksreis tot den voorzomer uitstellen. Dus dat wilt gij niet Rudi?" „Neen, dat wil ik niet." Een zekere wrok had zich van hem meester gemaakt. „Juist omdat tante Kitty het voorstelt-, zul'len wij het andere inrichten. Beloof me, dat gij je niet weer (loor haar laat bepraten?" Zij sloeg haar hakken als een militair tegen elkaar en bief haar rechterhand op. „Moet ik zweren?" En lachend liet zij er oP volgen: „Dus wij gaan naar Heidelberg?" „Dat hangt geheel van do zaken af", zei- de hij vergenoegd. „Van welke zaken?" „Van het opmaken van de kas, overmor gen. Van mijn verdienste in het eerste kwartaal." „Maar, Rudi, wat komt dat er op aan?" In een oogwenk was hij weer ernstig. „Het komt daarop zeer veel voor mij aan". „Wat zijt gij plotseling weer zonderling. Ik heb toch meer dan genoeg. Wat moet daarmee gebeuren? Wij kunnen dat toch niet wegwerpen, op de straat, ergens heen V* Begrijpt gij mij dail werkelijk niet, Chris tel? Ik wil immers slechts... Neen, kijk mij niet zoo angstig aan, schat. En gij moogt mij ook niet uitlachen. Ik verlang slechts, dat wij deze reis geheel op mijn kosten doen. Dus ook zoo als mijn financiën dat veroorloven. Ja, wilt gij dat? Toe, beloof mij dat". „Gaarne, Rudizeide zij zaoht. „En zonder veel bagage?" „Gaarne. En steeds alleen met ons bei den, zooals nu." „Verheugt gij je daarop, lieveling?" „Ja, vreeselijk". Zij kusten elkaar lang en innig en lieten elkaar ras los, toen miss Fry weer boven op de trap haar onnatuurlijk droog kuchje, hete welk haar komst moest aankondigen, liét hooren. Het hertrouwen van de jonge mevrouw Rodrian had de villa-kolonio Wannsee over vloedig stof voor haar gesprekken gegeven. Ook in verschillende kringen van het Wes ten van Berlijn brak de draad van het ge sprek niet licht, wanneer dit thema te berde kwam. In de eerste plaats de bruiloft. Men was er verbaasd over, dat van de zijde van het jonge bruidspaar slechts zoo weinig gasten waren verschenen. In het geheel was alleen de kring bijeengekomen, welke zich in de laatste jaren om R-odrian senior had ge vormd. En bovendien de Mollenkopfsche aanhang, waarmede mevrouw Christa door haar eerste huwelijk in relatie wa^ geko men. Van de familie der jenge vrouw waren op het trouwfeest juist drie personen aanwe zig: de zuster van haar overleden vader, dio in Amsterdam een goed huwelijk had gedaan, maar n-u zelve reeds sind3 jaren weduwe was, en haar dochter met haar jon gen echtgenoot, een Hollander, die in In- dië een plantage bezat. „Mewfrou van Haekehim, mewfrou van Owerdeen, mijnherr van Owerdeen 1" Behalve een paar ooms en tantes bezat Rudi von Sohauffert ook geen bloedverwan ten meer Van zijn kant verschenen daarom slechts een paar luitenants, die op dat oogenblik een commando te Berlijn hadden, en twee Berlijnsche juristen met hun vrou wen, bij wie Rudi veel aan huis was geko men. De eenige boezemvriend, dien hij uit zijn studententijd bezat-, ontbrak. Rudi had tegenover zijn verloofde een paar malen van „Gustaafjo" gesproken; had haar ook van de schuwheid van den braven Badener verteld. Ohrista was dus nieuwsgierig den eigenaardigen man to lee- ren kennen. Maar een paar dagen vóór het huwelijk kwam van Gustaaf Küberle een brief uit Karlsruhe, waarin hij voor de uit- noodiging bedankte. Hij was voor zaken door zijn firma naar Mannheim gezonden; daar had hij het bericht ontvangen, dat zijn moeder gevaarlijk ziek lag aan een long ontsteking, en hij was haastig naar haar toegerecsd, wijl zij toch niemand anderfi aan hem meer in de wereld bezat. „Ik zoek hem op, zoodra wij weer te Ber lijn zijn!" had Rudi von Sohauffert tegen zijn jonge vrouw gezegd, toen op hun hu welijksreis het gesprek toevallig op zijn ouden vriend was gekomen. Dat was op een zonnigen winterdag in Zwitserland geweest. Zij logeerden in een schilderachtig oud dorp aan het meer van Genève. Het was een stille, heerlijke tijd En in die stilte verdiepten zij zioh in eikaars voormalig leven en de een kreeg betrekking op degenen, die den ander nabestaan had den. Slechts den korten tijd van haar eerste aan droevige ervaringen zoo rijke huwelijk, verbande Ohrista uit 'haar geclaohtenwe- reldzelfs, zooals het Christa spoedig voor kwam, uit haar herinnering. Maar na- hun terugkeer werd hef voor jaar, vóórdat Rudi zioh zijn besluit^ om zijn ouden vriend op te zoeken, weer herinnerd®. En daar hij Köberlo's adres was kwiit ge raakt, moest hij evenals indertijd bij hut verzenden van do uitnoodiging voor do brui loft, eerst weer bij de firma Lohse aanvra gen. „Pension Lehmann, Potsdamerstr. 83. Rudi noteerde dat in zijn zakboekje en zag op den plattegrond der stad, dat hij :n de buurt woonde van don ouden botani- schcn tuin. „Nu," zeide hij togen zijn vrouw, „zoodra ik een3 dien kant uitkom, loep ik bij hem op en breng hem een uitnoodiging van je over. Want hij durft anders niet bij ons komen, d:e bloodaard." Het duurde daarop nog weer eenigen tijd. Rudi's dag was ook zóó ingedeeld, dat elk vrij uur in beslag werd genomen. Toen de vrienden elkaar eindelijk voor het eerst ontmoetten, meende Rudi to be merken* dat „Gustaafje" er miserabel uit zag. Het toeval had gewild, dal Rudi juist de fabriek van den heer Lohse tegen het slui tingsuur was voorbijgekomen. Hij had dien. avond „verlof." Zijn jonge vrouw ver toefde in de opera. Men gaf de Meister- singer," welke reeds om zeven uren begon. Zoo vroeg had hij zioh echter wegens I een gewichtige conferentie niet kunnen vrij- I maken. „Weet ge, wat wij nu doen, kerel?" zeide Rudi. „Wij gaan naar een gezellige bier- kneip, drinken een stevig glas en pratea naar hartelust." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5