Manoeuvres der Zeemacht.
hi gezonden.
Uit de Rechtzaal.
'Aan boord van Hr. Ma. „Everfcsen".
5 October 1910.
De dag van gisteren verliep, tot den
avond, zeer kalm. De stemming rondomme
yms uiterst vreedzaam.
De commandant had in. den loop van den
dag het bevel ontvangen om 7 uren 's avonds
met de andere pantserschepen samen te
komen benoorden het lichtschip „Schouwen-
bant", dat voor de Walcherensche kust
ligt. Verzamelen met gedoofde lichten. Er
brandt dan aan boord geen enkel licht, noch
in de masten, noch aan stuur- of bakboord,
noch aan dek. De patrijspoorten zijn met
stalen kleppen gesloten, de koekoeken ge-
schelmd (met zeildoek afgesloten) en op
de commandobrug branden boven kompas
en kjiartentafel slechts heel kleine licht.je6.
Om nu in een pikdonkeren nacht op een
donkere zee zonder li-ht 'n ander eveneens
donker en bovendien donkergrijs geverfd
schip te vinden en daarbij nog de kans to
hebben door den vijand met torpedo's te
worden lastig gevallen, dit is een opdracht,
die je maar niet in een vloek en een zucht
uitvoert. Maar al peilende cp de lichten
aan den wal, waarbij je aan het flikkeren
dier lichten ziet welk lichtschip of welken
{Vuurtoren je voor je hebt, vin-je eindelijk
ede plaats van het rendez-vous. En dan
doemen de andere schepen eensklaps als
groote, zwarte schimmen vlak voor je op,
op twee-, driehonderd meter, dat de com
mandant alleen door vlug stoppen kan voor
komen, dat je achter op elkaar loopt. De
„Heemskerck" gaat dan voorop, waar
schuwt dan even dat er een torpedoboot in
de buurt zwerft, die 't op je zwakke
leventje heeft aangelegd en dan begint een
behoorlijk eind uit de kust de blokkadetocht
der pantserschepen met gedoofde 'lichten.
En ik verzeker u, dat het waarlijk geen
kinderspel is om dan al varende den juisten.
afstand 300 M. te bewaren.
Komt er soms een koopvaardijer een
beetje gevaarlijk dichtbij, dan gaan op het
mee6t nabij zijnde schip een paar lichten op
om zich kenbaar te maken, maar heel even
maar, want de vijand kan zoo bij je zijn.
Gelukkig maakt het lichten van de zee
het mogelijk om aan het wit-opschuimende
kielwater te zien waar het voorgaande
schip zicih bevindt. De wit-liohten<le schuim-
golven, die wel op 1000 M. afstand zichtbaar
zijn, zien er in haar langgostrekte ronding
Hit als een laag-liggond sdhipzou het een
naderende torpedoboot zijn'? Maar je went
aau dat gezichtsbedrog en weet vlug genoeg,
dat je je door zoo'n kleinigheid niet moet
laten verschalken.
Zoo varen we in kielwaterlinie heen en
weer, maar geen torpedoboot laat ziah zien.
Eindelijk, eindelijk, seint de „Heemskerck"
draadloos: „Licht drie streken bakboord.
iWeest op uw hoede. Ik vertrouw het niet."
[Wij hadden het ondextusschen al gezien en
zoo waar, daar flitst aan de him een rood
licht, als het weerlichten op een zomeravond.
ïWeei een, weer een, oen heel ver klinkend
geratelJawel, daar woedt een slag. Daar
gaat het blijkbaar warm toe. Het is de
„Friesland", die het erg benauwd heeft mot
de vijandelijke torpedobooten, die blijkbaar
aan hem hangen als muggen om een warm
lampeglas. Maar onze kruiser laat zioh vol
strekt niet van de wijs brengen. En dat
hij geducht van zich heeft afgeslagen, be
wijst het ronddraaiend zoeklicht, dat je
daar heel in de verte aan den horizon ziet
rondglijden. Het is het teeken voor verza
melen der torpedobooten. Ze hebben er dus
flink van langs gehad.
Qdeo divisie gaat nu uit elkaar, we trek
ken weer ieder naar onze eigen standplaats,
waar wij de blokkade hervatten. Ook uw
.verslaggever trekt naar zijn standplaats,
,want acht uren ingespannen kijken in de
'duisternis is voor een leek iets ora wat nvx;
I van te worden.
Even nog een grappig incident. Ook over
dag zit voor in de mars dat is een soort
'kooi, die te halver hoogte van den voor
mast is aangebracht een uitkijk, die al-
i les was hij ziet, moet praaien, d.i. melden
naar de commandobrug. De man wist, dat
een aanval van de onderzeeboot verwacht
wordt en meldt plotseling: „onderzeeboot
vior streken aan stuurboord Dadelijk de
kijkers gericht naar het aangewezen punt;
maar wie beschrijft onzo gewaarwording,
toen we in plaats van den gevreesden vijand
©en ton ontdekten, waarop de beginletters
van Oost-Steen-Bank waren gosahilderd. De
kwieke uitkijk had dat O. S. B. vertaald in
Onder-See-Boot
Heden zal 't vereenigd eskader, dat zijn
„Heemskerck", „Liet Hein", „Evertsen"
en „Dolfijn" Hellevoetsluis gaan bombar
deeren. We liggen op 't oogenbl.k dat uw
verslaggever dit schrijft voor anker ten
Westen van het Slijkgat tusschen Goeree
en Voome, ongeveer ter hoogte van de Hin-
der. Hoe dat bombardement zal uitgevoerd
worden, is echteT nog niet bekend.
Het ie dan vanmiddag werkelijk ernst ge
worden. Ons eskader lag in het Slijkgat en
de „Heemskerck" had stoomsloepen uitge
zet, die de betonning uitvoerden van 'fc on
bekende vaarwater. Die stoomsloepen dan
sten als dronken meeuwen op het zilte nat
en kregen daarbij om te ontnuchteren tel
kens een behoorlijk zeetje over. Eindelijk
komt het sein van het admiraalsschip om
naar Hellevoetsluis op to varen in Kielwa
terlinie, dus al9 de ganzen achter elkaar.
En daar ging 't met een genoeglijk gange
tje en welgemoed naar den vijand. Yan het
admiraalsschip komt het vlaggesein
alarm", onze kolonel laat den tamboer
alarm blazen en alle stukken zijn bezet. Bo
ven in den voormast zit een adelborst 1ste
klas, die te zamen met een officier van ar
tillerie de uitwerking van het vuur waar
neemt. Deze officier van artillerie zit in de
mars, waarheen ook ik mij begeef om beter
het gevecht te kunnen waarnemen. In de
verte doemt Hellevoetsluis op en zoowaar
«daar vertoont zioh ook de „Reinier Claes-
een" van die verdedigende partij. En nu
klinken weldra de schoten uit de 15 c.M.
kanonnen bulderend over 't vlakke water,
en waar zoo'n kanon wordt afgevuurd zie
je eerst een roode vlam spits, even maar als
een elect riscbe vonk, uit de monding flitsen
dan een zware wolk rook en 't schot knet
tert over 't water. De ,*Reinier" heeft 't
zwaar te verantwoorden en 't duurt clan
ook niet lang of hij trekt zich terug en
de slag is gewonnen. Hij krijgt nog een
paar prachtschoten na, die zitten en hij zal
nu voorloopig wel wegblijven.
De onderzeeër heeft zich nog steeds niet
vertoond. Er staat een sterke stroom, die
met een reuzenvaart naar binnen trekt, de
vaargeul is maar smal, zoodat de onder
zeeboot vlak langs ons heen zou moeten
om achter ons met den stroom mee te
lanceeren.
Wat echter gekker is, is de omstandig
heid, dat uw correspondent met schip en al
de lucht is ingevlogen. De vijand heeft na
tuurlijk de toegangen tot Hellevoetsluis
met mijnen versperd die je heel leelijk kun
nen te pakken nemen. En op zoo'n sinjeur
zijn we nu gestooten* met 't allerdroevigst
gevolg, dat we op 't oogenblik tusschen he
mel en aarde zweven. Om drie uren ko
men we weer dalen, alles voegt zich weer
keurig ineen en we zijn weer in 't rijk der
levenden. Ik denk, dat we oP onze luchtreis
nog menige scherpe verkenning kunnen
doen van de stellingen des vijands. Hij heeft
niet geweten wat hij deed met 't leggen
van de mijnen! Hij groef zijn eigen graf.
Vannacht zijn we weer in volle zee en
zullen daar kruisen met koopvaardijlichten
op en dan varen we met het onschuldigste
gezicht rond. De vijandelijke torpedobooten
zijn knap, als ze ons in die listige vermom
ming vinden.
Morgen zal de vaderlandsche marine een
leelijke pijp rooken. Ik mag niets verraden,
maar we hebben groote plannen. Dat de te>-
genpartij op haar hoede zij 1
6 October.
Het einde Van den slag Nachtelijk©
aanval van torpedobooten Landing cn
inname van Hellevoetsluis:
Na het bombardement van Hellevoetsluis
waarbij helaas het pantserschip „Evertsen"
op een mijn liep, trok de vijandelijke vloot
zich weer naar zee terug, om de blokkade
der kust te hervatten. Voor eenige unsn
was een wapenstilstand gesloten en werd
den .zeer vermoeiden manschappen gelegen
heid gegeven zich te sterken.
Onder tusschen bleef de vloot buitengaats
steeds kruisende.
Met het invallen van den nacht was van
het admiraalschip het bevel gekomen zich
dusdanig te vermommen, dat de verdedigende
partij, wanneer zij torpedobooten zou zen
den om .ons in den gTond te boren, ons
niet kon herkennen. Die vermomming be
stond in het voeren dei' boordlichten, die
elke stoomboot in vredestijd voert (de groen©
en rood© lantaarns aan beide hoorden) en
de bedde toplichten. Gehoopt werd, dat do
vijand ons dan voor neutrale koopvaarders
zou beschouwen en met rust laten.
Diets Voeren wij 's avonds als trotsche koop
vaarders over den waterspiegel, maar hiel
den toch steeds scherp uitkijk. Zoo heb
ben wij eenige uren gevaren tot in don
nanacht drio torpedobootcn bij ons opdoe
men. Zij herkennen ons blijkbaar niet, daar
zij anders natuurlijk onmiddellijk gelanceerd
hadden en wij ons evenmin onbetuigd zou
den gelaten hebben. Aanhoudend praaien zij
ons (roepen ons aan), maar wij zijn stom
als Vischjee en geen geluid komt over onze
vijandelijk© lippen. Eindelijk geven zij 't
op en verdwijnen zonder ons in 't minst
gehinderd te hebben. "Wij zijn maar 't heer
tje, dat ook doze nachtmanceuwe gelukt
is, evenals in den nacht van Maandag, toen
da Vijand ons door 't handige varen van
onzen admiraal niet vinden kon. Misschien
ook hebben zij gemeend een vreemd oor
logsschip voor zich te hebben en met 't oog
op mogelijk daaruit voortvloeiende verwik
kelingen niet gewaagd hun torpedo's te lan
ceeren. Stel je voor als j© een doodonschul-
digen Engelschman naar de haaien helpt!
W© varen nu verder ongestoord rond en
met 't lichten van den dag bevind on wij
ons voor 't Goereescho gat, dat wij tegen
zes uren binnenvaren. We vinden er de
rest van de aanvallende vloot, zoodat ons
eskader thans bestaat uit de volgende sche
pen
Do pantsers Heemskerck," „Piet Hein"
en „Evertsen," de kruisers „Friesland",
„Cocrtzen" en „Dolfijn" en de kleine krui
sers „Zeehond" en „Zeemeeuw" en de tor
pedojagers G 11, Ophir, Pangrango en de
mimenvisscher Frans Naerebout.
Hot is voor ons net ongunstig weer, 'tis
heiig (wazig) en 't motregent. We vallen
dus niet te steTk in 't oog. En thans gaat
't in kielwaterlinie, de meest geschikte for
matie om met de zij- en voorkanonnen d©
forten en de vloot onder vuur te nemen,
op Hellevoetsluis los. Voorop vaart de mij
nen visscher om versperringen op te ruimen,
want je hebt hier in dit aan zandbanken
zoo rijk© water niet erg veel gelegenheid
om een. anderen koers te nemen dan door
de vaargeul, die, daar de betonningen zijn
weggenomen, aanhoudend wordt betond door
stoomsloepen. En ook overigens is 't niet
aangenaam om tegen zoo'n mijntje aan te
loopen. Dat hebben wij gisteren belaas on
dervonden. We zijn er betrekkelijk goed af
gekomen, want we varen thans weer mee.
Het vuur is onder tusschen op Hellevoet
geopend en de 6choten moeten daar, zoowel
als op de vloot, leelijke verwoestingen heb
ben aangericht. Want ik beloof u, dat onze
Jantjes schieten f
Plotseling geeft de „Friesland" vijf stoo-
ten» o>p zijn stoomfluit en dof-zwaar klinkt
het geroep door den mist. Die vijf stooten
beteekenen: „ik zit aan den grond, en geen
wonder. De „Friesland", die in dozen oor
logstijd 68 palm diep ligt in vredestijd
55 kan in dit slechts 51 palm (is 5 meter)
niet varen. Daar zat hij nu op het droge, een
gemakkelijke schijf voor den vijand, en moet
maar wachten tot het hoog water is om los
te komen, als hij, wat waarschijnlijk is, te
gen dien tijd niet is vernietigd. Arme
„Friesland 1"
Wij hebben natuurlijk geen tijd om ceu
tros op hem uit te brengen. Tijd voer af-
sleepen is er niet. We hebben genoeg te
doen met onszelf, want we zitten in het
heetst van den strijd. De kogels fluiten ons
om de ooren, granaten springen boven <-us
en» treffen het schip, bevelen worden roud-
geroepen, ons eigen geschut buldert den ij-
and zijn haat toe en de lucht is vervuld van
kruitdamp en het gejammer der gewonden.
Het is een ijselijke tijd
Maar wo houden vol cn moeten met alle
geweld d© gewichtige Hellevoetsluis trach
ten te nemen. En dreigend, angstwekkend
beslist naderen we langzaam maar zeker en
tegen twaalf uren liggen we zoo dicht on
der de kust, dat kan worden overgegaan tot
de landing. En het duurt ook niet lang of
de admiraal laat het sein hijsöhen voor de
landing. De landingsdivisies treden onmid-
delijk aan bij de sloepen, gewapend met ge
weer en bajonet, de officieren houden strijd
lustig de sabels in de van kamplust trillen
de handen en de schepen zijn voor anker
gegaan. De ©boomsloepen liggen onder
stoom, de zeesloepen worden gestreken en
bemand. En op het gegeven sein steken de
sloepen af van alle schepen.
De landing staat onder bevel van den
eersten officier van de „Piet Hein", deu
luitenant ter zee le klas C. J. J. de Neve.
Van elk schip gaan behalve de stoomsloep,
vier sloepen te water, elk bemand met 25
man. In de vierde zat ook uw correspon
dent. En in frontlinie in colonne, d.w.z. de
sloepen der schepen achter elkaar en dan
groepsgewijs naast elkaar rukken we met
een flink gangetje op de kust aan. De
verdedigende partij is op haar post. In de
durncn liggen de troepen in tirailleurslinie
opgesteld en als je goed keek zag je telkens
een donker hoofdje boven de duinen uit
steken en don knalde er een schot. Wij.
schoten al varende terug, de kanonnetjes
voor op de stoomsloepen vuurden en driftig,
nijdig knetterde het geweervuur. Maar al
lijden wij ook wel eenig verlies, wij zijn vol
moed en laten ons niet verjagen. Daar ra
ken do sloepen aan den grond, de manschap
pen springen over boord en waden tot over
de knieën vlug naar 't strand. Steeds door
blijft 't geweervuur knetteren, maar het
geschut van onze schepen steunt ons won
derbaarlijk. Nauwelijks zijn onze manschap
pen op 't droge strand of ze knielen neer
en openen een warm geweervuur op den
verdediger, die even stand houdt, maar dan
door een overhaast© vlucht het veege lijf
bergt. We attakeeren onder luid gejuicn.
De landing is bovenmate gunstig gelukt.
Nu de vijand verjaagd is, verzamelen wij
en de dokter verzorgt de gewonden.
We hebben dus den slag gewonnen en de
commandant laat de troepen aantreden.
We zullen de veroverde vesting binnen
rukken. De bevolking houdt zich rustig,
vijandelijke betoogingen zijn dua niet te
vreezen en met vieren rechts uit de flank
trekken de zegevierende troepen met tam
boers en pijpers voorop het onderworpen
land in.
Na een marsohje van een uur rukken de
troepen door Nieuw- Hellevoetsluis naar de
terrreinen voor de wachtschepen, onder
weg natuurlijk bewonderd door de uit de
huizen uitloopende bevolking. Ook bij het
wachtschip loopen de matrozen en jongens
uit om hun kameraden, die ze zooeven als
vijanden met reuzenmoed hebben bestreden,
te begroeten. Vrienden en kennissen worden
gepraaid en menige rondborstige matrozen-
grap wordt het luchtruim ingestuurd.
Na een rust van ongeveer een uur, waar
in het meegebrachte proviand met gretige
happen wordt verorberd, wordt weer afge
marcheerd. Het muziekkorps van het op
leidingsschip dat saamgcsteld is uit de
jongens van de opleiding en dat ook in de
rust een keurig program had afgewerkt,
doet ons thans uitgeleide en marcheert
midden in den troep mee naar de naven,
waar het bij het inschepen in de sloepen en
ons vertrek, op het havenhoofd staat opge
steld en ons „wegblaast."
We zijn weer aan boord terug en om vier
uren is het „alle hens voor d© boeg." Offi
cieren, machinisten en manschappen komen
daar op het aangegeven uur samen en als
alles present is, gaat de eerste officier, de
heer Kroon, den kolonel Schoonhoven
waarschuwen.
En dan leest de kolonel met zijn senoor
stemgeluid voor de dagorder van den lei
der der oefeningen, den se hout-bij-nacht
Snethlage, waarin deze zijn tevredenheid
uitspreekt over het verloop der oefeningen
en de houding van officieren en manschap
pen. En na het uitbrengen van een drie
voudig hoezee voor de Koningin, bedankt de
kolonel allen en de manschappen gaan
„theewater drinken", de scheepsterm voor
eten. Na afloop en het smaakte hun bij
zonder na den vermoeiden dag wordt
„laag water gemaakt", oftewel de boel
wordfc opgeruimd en de manschappen kun
nen tot twaalf uren in Hellevoetsluis gaan
passagieren.
Wij zullen het den Hellevoetscher meis-
kens, aardigen blozenden deerntjes, wel niet
zoo benauwd makon als ze 't vandaag den
Hellevoetscher mariniers deden.
En morgen, Vrijdag, gaat de heele vloot,
die aan de manoeuvres heeft deelgenomen,
onder stoom naar Rotterdam, waar een
reeks van feesten op het program staat. Een
bijzondere attentie van de groote koopstad,
die door iedereen op de sohepen hoog op
prijs wordt gesteld.
D© manoeuvres hebben als vrij zeker bewe
zen, dat 't voor een buitenlandschen vijand
bdj onbekendheid van het vaarwater, dat
zelfs voor een uiterst kundig zeeman als ka.
lonel Goedhart, slechts met de grootst mo
gelijke vxxvraiohtigheid te bevaren is, vrij
wel onmogelijk zal zijn binnen te dkingem.
Zijn bovendien wat thans helaas niet
het- geval is de kustforten op modernen
voet ingericht, dan zal een vijand zidh nog
wel eens bedenken voor en aleer hij hier
binnenvalt.
Geachte Redactie
Verzoeke beleefd eenige plaatsruimte voor
het volgende in Uw veelgelezen blad. Bij
voorbaat mijn dank.
Het is mij indertijd opgevallen, dat ©r
vlecschwaren, o. a. worst, lever en zelfs z.g.
„varkenskluiven" hier ter stede erg mooi
van kleur waren, mooier zelfs, dan men
dat van zuivere waar verwachten kan.
Naar aanleiding hiervan zijn enkel© analy
ses verricht en is bevoxden, dat genoemde
vleeschwarcn opgekleurd waren met teer-
kleurstof. Deze behoort, al is ze dan ook
niet direct schadelijk voor de gezondheid (er
loopen echter ook enkele giftige door), toch
niet in vleeschwarcn thuis, aangezien do
kwaliteit er niet door verbeterd wordt en ze
alleen toegevoegd is ora er een schijnbar©
hooger© handelswaarde aan te geven.
Verder dan on kleurstof is niet onderzocht,
hoewel dit ook wel wenschelijk ware.
Is hier nu niets aan te doen, wijl wc hier
in Leiden toch, naast een abattoir, dat on
der leiding staat van een veearts, welk© mot
zijn personeel belast is met de keuring-
van vlecschwaren, een keuringsdienst van
eet- en drinkwaren hebben? Nu behoort,
volgens mijn bescheiden meening, het on
derzoek van vleeschwaren op conserveermid
delen, enz. niet thuis aan een abattoir, doch
aan een scheikundig laboratorium en in dit
geval dus aan den gemeentelijken keurings
dienst.
Een instructie in deze van gemeenteweg©
is mij echter niet bekend en bestaat deze ook
niet, dan zal do directeur van het abattoir
het overlaten aan den directeur van den
gemeentelijken keuringsdienst en omgekeerd.
Zoude hot dus niet wenschelijk zijn, dat
van gemeentewege het onderzoek in deze
aan een der genoemde directeuren werd op-
godragen?
Een Verbruiker.
Leiden, 6 October 1910.
De koningin-moeder Amalie, de gemalin
van den op 1 Februari 1903 gedóoden ko
ning Dom Carlos.
De 5de kamer der Amsterdamsohe
rechtbank heeft gtisfceren een 50-jarig
werkman, tegen wien het O. M. 2 jaren ge
vangenisstraf had geëischt wegens poging
tot zware mishandeling yan zijn zwager, bij
gebrek aan bewija vrijgesproken. De poging
tot mishandeling zou diaarin bobben bestaan,
dat de man op 5 Juni j.l. onder invloed .van
sterken drank* in een twist met zijn zwager,
toen deze hem de deur uitzette, dezen met
een mes was te lijf gegaan; hij trof echter
alleen het vest van den man.
De verduistering bij de firma
H. Oyens&Zn.
Voor de 5de Kamer der Amsterdamsohe
rechtbank had rich gisteren te verantwoor
den de 44-jarige J. F. A. K., chef der af-
deeling prolongatie, beschuldigd van ver
duistering van aandeelen van de maat
schappijen, welke hij uithoofde van zijn
dienstbetrekking onder zioh had.
Bekl. bekende in hoofdzaak het hem ten
laste gelogde.Hij is reeds 31^ jaar in dienst
en op 2l-jarigen leeftijd begon hij reeds
voor eigen rekening te speculeeren. Hij
had de leiding van de af deeling prolonga
tie en bewerkte het belastdepót; wanneer
de firma geld noodig had, werden aandee
len van verschillende maatschappijen eigen
dom van de bank „Oyens Zn." beleend.
Bij inlossing bleven de aandeelen onder zijn
beheer. Deze stukken zou hij ten eigen
bate beleend hebben.
Het vonnis van verwijzing legt bekl. ten-
laste van eenige bij name genoemde aandee
len, doch spreekt niet van het juiste be
drag van den geheelen omvang van het toe
gebrachte nadeel. De met name genoemde
verduisterde effecten hebben een geza
menlijke waarde van f 21,400, doch het ge
heele tekort moet meer dan een ton gouds
■ijn*
D^ firma zelf heeft geen vervolging in de
ze gewenscht, doch cle justitie meende, toeft
haar 't geval ter oore kwam, verpiicht te zijn
ambtehalve de zaak strafrechterlijk te ver
volgen. Do heer H. v. Kempen, lid der
firma verklaarde bij den Off. van Justitie
te "n ontboden, zelf heeft hij of een ander
firmant geen klacht ingediend.
Na het hooren van drie getuigen requi-
reerde hefc O.M. togen bekl. een gevange
nisstraf van 2 jaren en 8 maanden. De off.
v. justitie meende dezo strengt straf te
moeten requireeron, daar bekl. jaren en ja
ren lang de firma bedrogen heeft.
Mr. C. A. J. Hartzfeldt vroeg vrijspraak,
subs, clementie.
Uitspraak 19 dezer.
Brutaal.
In den nacht van 15, op 16 Aug. 1.1. werd
een heer door èen persoon aan de Egelan
tiersgracht tc Amsterdam aangesproken
met het verzoek hem eenig geld te geven
teneinde naclitlogies te kunnen krijgen.
Goedhartig bracht de aangesprokene '.ijn
portemonnaie te voorschijn om den dakloo-
ze een kwartje voor nachtverblijf te geven.
Op dit oogenblik rukte de kerel de porte
monnaie van den weldoener uit de hand en
ging ermede van door. Later werd hij op
gespoord en gisteren werd hij, zekere W.
H. Wiert-s, dooi' de Amst-erdamsche recht
bank 4de Kamer veroordeeld tot zes maan
den gevangenisstraf.
Poging tot doodslag.
Voor de 4de kamer der Amsterdamsch©
rechtbank is gisteren voortgezet de zaak
tegen den 19 jarigen kellner C. H., be
klaagd van poging tot doodslag. Aanvan
kelijk was de zaak behandeld op 18 Mei
van het vorig jaar. doch wegens het niet
verschijnen van een getuige werd de ver
dere behandeling van de zaak verdaagd.
Gisteren was bekl. niet verschenen.
Uit het verhoor van de getuigen bleek
nu dat bekl. in den nacht van 1 op 2 Nov.
1908 aan de Ams tal straat een collega had
ontmoet, aan wien hij een poos te voren
85 cents had geleend en wien hij daarna
maande. Maar de jongen was niet bij kas.
„Toch kan je nog een glas bier van me
krijgen," zei de and-er, die al wat boven
zijn bier bleek te zijn. Men dronk en liep
samen een eindje op, toen op het Rem-
brandtplein bekl. in eens uitviel: „Geef me
nou die 85 oenten. Als je me vanavond niet
betaalt, schiet ik ju dood!"
Met die woorden hield hij zijn collega
een flobertpistool voor.
„Steek dat ding weg, anders heb je er
maar moeite mee." merkto do collega op,
terwijl zij in de Bakkerstraat waren geko
men. In plaats voor die opmerking vatbaar
te zijn, la-adde bekL hefc wapen en schoot
hefc af in de richting van hefc hoofd van
zijn collega. Deze bukte bijtijds, maar de
kogel siste hem langs het oor. Een nabij-
zijridc agent arresteerde onmiddellijk den
dader. Op hefc politiobureel werden nog ko
geitjes in zijn vestzak bevonden.
Tot dc gisteren gehoorde getuigen be
hoorden ook twee rijksveldwachters als
deskundigen. Overeenkomstig hun rapport
verklaarden zij hefc wapen voor deugdelijk.
De subst. officier, rar. L. C. Besier vor
derde tegen bekl. niet bij verstek, want
bij de behandeling op 18 Mei 1909 was hij
wel verschenen 2 jaren gevangenisstraf.
Straatroof.
De rechtbank te Haarlem heeft gisteren
M. de W., wegens straatroof tot 1 Jaar
tuchtschool veroordeeld.
Poging tot dood slag.
Voor de rechtbank tc Groningen is giste
ren tegen J. W. P. wegens poging tot
doodslag op Gepko van Duinen 5 j3ren ge
vangenisstraf geëischt.
De verdediger, mr. Weersma, betoogde,
dat beklaagde niet volledig toerekenbaar
kan worden geacht.
UITLOTINGEN. Loten van Milaan k
Ls. 10 van 1866. Betaalbaar 15 December.
150 serieën.
93
117
200
211
322
341
433
449
491
501
527
580
608
611
616
648
704
849
891
915
951
970
1065
1088
1119
1173
1190
1238
1316
1350
1366
1392
1470
1471
1482
1526
1574
1575
1588
1600
1669
1704
1968
1978
1987
1997
2162
2344
2401
2504
2503
2718
2759
2792
2802
2842
2865
2867
2906
2966
2973
2996
3017
3258
3302
3395
3469
3486
3500
350-4
3524
3526
3530
3571
3574
3590
3685
3751
3769
3852
3866
3980
4045
4155
4194
4270
4415
4473
4476
4521
4532
4567
4572
4609
4657
4677
4772
4878
4913
49-14
4976
5013
5141
5235
5314
5433
5507
5567
5601
5627
5682
5683
5747
5761
5771
5774
5836
5812
5847
5898
£911
6010
6018
6034
f.062
6090
610-4
6122
6143
6154
6173
6316
6317
6327
6403
6660
6679
6714
6719
7095
7131
7201
7239
7242
7246
7261
7320
7355
7385
7492.
Serie 6317 No. 75 Ls. 10,000; Serie 2792
No. 67 Ls. 1000; Serie 6317 No. 95 Ls. 500;
Serie 2996 No. 5, Serie 3866 No. 87, Serie
6010 No. 35, Serie 6327 No. 75, Serie 6679
No. 75 elk Ls. 100.
De volgende Nos. elk Ls. 50:
Serie 3392 No. 81, Serie 1470 No. 11, Se
rie 1471 No. 74, Serie 3500 No. 21, Seri©
3590 No. 27, Serie 5314 No 6, Serie 5601
No. 91, Serie 6660 No. 25.
De volgende Nos. elk Ls. 20:
Serie 200 No. 36, Serie 915 No. 26, Ser'3
1173 No. 60, Serie 1238 No. 93, Serie 13 0
No. 41, Serie 1470 No. 29, Serie 1704 h o.
16, Serie 2162 No. 94, Serie 2802 No. 72,
Serie 2865 No. 47, Serie 3395 No. 13, Ser' 3
3571 No. 25; Serie 3866 No. 68, Serie 4677
No. 46, Serie 4378 No. 49, Serie 5314 No.
30, Serie 5683 Noe. 59 en 88, Serie 5911 Na
29, Serie G018 Nos. 41 en 47, Serie 6062 Nos.
11 en 26, Serie 6714 No. 48, Serie 7201 Na
35, Serie 7242 No. 100.
De overige nummers, vervat in bovenver
melde 150 serieën, elk met Ls. 10.