Nieuwe Raadsels. Anekdoten. Oplossingen der Raadsels. Bosrts oplossingen ontvangen van: Correspondentie. naar, schuimbekkend van gramschap naar het tentje, trok zijn kris en stak er links rechts door heen. Het kind gilde en schreeuwde om hulp en het bloed liep met stralen onder de tent uit. Eindelijk gaf het kind een rochelend geluid als van een ster vende, en men hoorde nieta meer. De omstanders, die allen ontzet waren over deze gebeurtenis, wisten aanvankelijk niét wat zij doen zouden, maar spoedig werd de verontwaardiging algemeen ën m<ïn .wilde den razenden kunstenaar te lijf. Nu was het oogeublik voor den kunste naar gekomen; de woeste uitdrukking van hem veranderde eensklaps in een vriende- iijken lach; hij tilde Ket doek van de tent op en die was leeg. Inmiddels had het meisje zich door de menigte baan weten te maken, zij groette zeer beleefd en naderde met een bakje in Ie hand tot het verzamelen van giften. Op dit oogenblik hoorde men een alge- tneenen kreet van verlichting. Ingezonden door Vera". L Mijn géheel is eeni plaats in Gelderland. 6, 84 9 is niet arm. 4, 2j 9 heeft ieder huis. 1, 2, 3, 9 gébruikt de tuinman. 7, 8, 4 is niet nauw. 9, 5, B is een meisjesnaam. Ingezonden door „Blondje",, II. Mijn geheel is een deel van het hoofd en bestaat uit 9 letters. 5, 2, 6, 4 is een boom. 6, 8, 9 zal een zachtzinnig mensch nooit pjn. 6, 7, 3, 4 zijn sommige vaartuigen. 3, 2*. 4 is een lichaamsdeel. I, 2, 5 is een fijn en kunstig weefseL Ingezonden door „De twee Peren". III. Mijn geheel bestaat uit 11 letters eni is •en visschersplaats in Zuid-Holland. Een 3, 4, 5 staat op het land. Een 2, 3, 6, 10 vindt men in een tafel. Met een 8, 3, 4, 2, 6 k&n men naaien. Men heeft daarbij ook noodig een 6, 5, 3, 4, 6. II, 10, 9, 10, 11 is een cijfer beneden tien., 1, 3 is iets dat ge zeker allen) lust 10, 7 is voedzaam Ingez. door „Padvinder.*' Knap. Grootvader: „Jantje, als je raadt h'oeveel koekjes ik in mijn hand heb, krijg je ze alle drie 1" Dom gevraagd. Frans: „Maar Pa, hoe weten de sterren kundigen toch dat er een komeet zal ver schijnen Vader: „Ho© kun je zoo dom vragen, jongen, „die menschen lezen ook de krant." Ingez. door „Blondje." A. „Een akelig gezicht, dat je hond altijd met zijn tong uit den bek loopt. Hoe komt dat toch?" B. „Wat 'n onnoozede vraag is dat nu; natuurlijk omdat zijn kop te kort is." Engelscliman (die met zijn zoon aan boord van een mailboot zit). „Aannemen I twee biefstuk." Plotseling verliest zijn zoon het even wicht, valt in zee en wordt door een haai m geslikt. Engelschman: „Eén biefstuk afbestellen." Ingez. door Suze Uljee. E i g e n w ij s. Boer (tot dokter, die hem den pols roeit)„Neen, dokter, daar in mijn vuist ut het niet, ik heb pijn in mijn hoofd." Een toekomstig diplomaat, „Nog 'n stukje taart, Frits?" „Nee, dank u." „Niet 'n heel klein stukje?" „Nee dank u." „Wat wou je dan nog hebben?" Een groot stuk!" Ingez. door „Rosa Fluweeltje." Inde school. Onderwijzer: „Alida, waardoor ontstaat dauw Alida: „De aarde draait gedurig om haar as en door dit draaien breekt haar langs alle kanten het zweet uit." Ingez. door „Twee Matroosjes." Er ingeloopen. Kleine Frits is helaas gewoon te jokken, en zegt altijd, als men hem vraagt heb je dit of dat gedaan, „ikke niet." Op een keer vraagt meester hem wie Amerika ont dekt heeft. Frits, die denkt dat er weer wat aan de hand is, zegt „ikke niet, meester." De meester wordt een weinig boos op hem en zegt: „Nu, wie?" „Ikke, meester, maar ik zal het nooit meer doen!" antwoordt Frits snikkend. En de heele klas giert van pret. L. Benjamin., II. Westervoort. III. Melk is goed voor elk. „Kastanjebloesem", „Boterbloempje", J. v. d. Reyden, B. v. Uden, Nico v. d. Rey- den, „Sneeuwwitje", „Benjamin", Veroni ca", Adriua en Gijbertus de Vos, Karei Halbmeijer, Johan en Aatje Wempe, Pieter de Goederen,, Jan v. Wèizen, „Silvia" „Bastiaan", Paulus Hakkenberg, Mina Hakkenberg, C. L. Janssen, Ada Vlasveld, Lena de Wilde, Johanna Goddijn, „Zwa luw",' M. Rodenburg, Nellie Brugmans, „Zwartkopje", Cato Vallentgoed, Hendrika Blom, Catharina Houps, Lientje en I. Sie- re, „Blondje", Margaretha en Mina Bomli, Truus Zuijderduijn, Rika en Louis van Vel- zen, Johannes Nieboer, „Wilhelmina", „Meiroosje", „Tromp", L. J. Hageman, Frans en Anna Kriek, Jacobus Koet, „Boschanemoon", „Nachtegaal", „Aarons- kelk", Jannetje en Marietje Laoourt, Betsy van Vliet, „Orchidee", Johanna Peiger, Joh. en Jacoba Overduin, Paulus J. van der Linden, Wilhelmina Oostveen, Martinus Jansen, „De drie Zusjes", allen te Lei den. K. Mur, te Aalsmeer. „Slagertje", te Bodegraven. Hendrika v. d. Meij, Johanna Timmers, te Oegstgeest. A. Nieuwkamp, te Hillegom. Gijsje v. d. Meij, Jacoba Verbree, Pieter Oostenrijk, te R ij n s b u r g. H. van Alphen, Jannetje Zwaan, te Val kenburg. Cor Honig, te Voorschoten. Hendrik Binnendijk, te Wassenaar. Margje van Donk, Aartje Parlevliet, Jdh. Parlevliet, teZoeterwoude. Prijzen vielen ten deel aan: Hendrik Bin nendijk, te Wassenaar en Lena Bontje, te Leiden. „K astanj ebloese m." Met genoe gen vernam ik, dat je zoo'n bijzonder pret- tigen verjaardag gehad hebt. Je ouders zijn zeker heel tevreden over hun meisje, dat zij je met zulke mooie cadeaus verrast heb ben, is 't niet? Ik moet zeggen, dat je ver bazend veel gekregen hebt. Nicov. d. Reyden. Neen vriendje, aan mijn voorraad ligt het niet, doch de meeste kinderen klagen dat ze zooveel schoolwerk moeten maken en daardoor geeij tijd hebben een vijftal raadsels op te losseij om daaraan eenigszins tegemoet te komeaj geef ik er af en toe drie. Begrepen? „Kleine Zeeman." Neen, ik niet boos op je om dat je de raadsels van de vorige weken niet kon oplossen n: vond het jammer, dat je je briefje te inzondt. J. v. d. Reijden. Ja vriendje, je naoogt ge^ rust mee doen aan onze rubriek, want ho# meer raadselkinderen er bij komen, hoe lief ver het mij is. „Boterbloempje." Welzoo1. heb jij op school al een rokje gehaakt 1 Dal vindt ik knap voor zoo'n kleine dreumes^ Is het rokje voor de pop? K. Mur, te Aalsmeer. Haatelijfc welkom in onzen kring, nieuw raad&elvriend^ je. Als je aan je briefje de noodige zorg besteedt, zal je medewerking mij aange? naam zijn^ Wilhelmina Oostveen. Als ja reeds in de derde klas zit, vind ik bietJ dat je erg mooi schrijft! Kan je het werko* lijk niet beter, of was het misschien een1 beetje haastig gebeurd? „A ronskelk." Heel gaarne zal ik en toe eenige raadsels en anekdoten vaa je ontvangen want die heb ik steeds noodig ,,M eiroos j e." Van harte gefelici teerd met je bevordering, meisje! Heerlijk voor je dat je zoo met glans bent overga gaan. Je zult het nu zeker wel druk hek ben, is 't niet? Hoe ouder wij worden ho^ meer er van ons verlangd wordt. LouisenRikavanVelzen. Vriezii delijk dank voor de mooie prentkaart die van jullie ontving. Je verzuim van de vorigt week neem ik je volstrekt niet kwalijk] want ik begrijp welx dat wanneer er onrccc^ wacht bezoek komt het schrijven er b?j inschiet-. Prè'ttig, dat het jullie in he{ nieuwe huis zoo goed bevalt; een huis mei tuin is voor kinderen een groot voorrecht „Zwartkopje." Ik vind 't best, dat je in het vervolg met ons mee w.'li doen, aan het oplossen kan je zusje je we| een beetje helpen. M. Rodenburg. Wel kindje, welk een heerlijk geschenk hebben jullie gekregen! zoo'n lief, klein zusje. Ik kan me vooreteN Ien hoe gelukkig jullie er mede zijn. Ik foj liciteer je hartelijk en Hoop dat zusje eenj goede gezondheid geniet en flink zal groeien* „Z w a 1 u w". Neen vriend, natuurlijk houd ik niet van schaatsenrijden, daarvOof ben ik veel te grootè koudkleum. Johanna Parlevliet. Vriend' djk dank voor de mooie Engelsöhe briefkaart^ Welk een praohtig kasteel stelt de kaart» voor I Lenade Wilde. Ik vind Kef posfcpa^ pier, dat je met je verjaardag gekregen! hebt, snoezig. Je kunt wel zien, dat je tanj te's lieveling bent. „B e n j a m i n". Hoe meer raadsels je mij zendt, hoe liever het mij is; daarom dank voor je nieuwe bijdragen. Ik denï wel, dat ik van je raadsels zal gebruik mat ken. MARIE VAN AMSTEL. Onderlinge Correspondentie. Wie kan nog gebruiken eenige plaatjes voor het Zomeralbum van Verkade? dl nrs. t, 17, 60, 62, 70, 74, 86, 90, 106, 112, 123U 128, 131, 142. T En van Lenta-album nrs. 58, 80, 95. Adres: Rapenburg 122, Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 14