39To. 15521. LEXDSCH DAGBLAD, Dinsdag' 29 September. Tweede Blad. Anno 131Q. Uit de Rechtzaal. FEUILLETON. De erfenis der Hodrians. Uitspraken Tan het Kantongerecht te Leiden. De kantonrechter veroordeelde: Wegens straat-schenderij J. J. v. d. B., tot $3 of 2 d.; wegens vossen los laten loopen ou- Ider Voorhout, K. B., tot f 5 of 2 d.; wegens burengerucht R. H., tot f 10 of 2 d.A en ST J. v. d. B., N. v. M.t A. v. d. B., J. D., tot f 5 of 2 d., en P. J. de G. tot f 3 of 2 d. W. M. tot f 3 of 2 d. en Joh. Hendr. de V., tot f 3 of 2 d. Wegens voorwerpen op een weg niet ver lichten Jao. Joh. de G., tot f 3 of 2 d., wegens loopen op een weiland Joh. Petr., Ant. v. W., tot f 5 of 2 d.W. P. R., tot f5 of 2 d.P. W. R., tot f 5 of 2 cL; 'A. T., tot f 5 of 2 d.J. H. en J. de B. tot f 2 of 2 d.A en H. H. tot f 5 of 2 d. Wegens loopen op verboden grond P. E. D. tot f 5 of 2 d., A. J. v. H. tot f 5 of 2 d., C. Z. tot f 5 of 2 d., C. M. tot f 5 of 2 d., J. H. en J. B. tot f 5 of 2 d., 0. S., J. A. S. en J. N. B. tot f 5 of 2 d., G. L. en J. S. tot f 5 of 2 d., G. A. van Z. tot f 5 of 2 d., J. N. B. en J. A. S. tot f 5 of 2d.. W. O. tot f 5 of 2 d. Wegens niet beletten, da-t een hond een haas vangt H. v. W., to Warmond, tot f 1 of'l d. Wegens jagen zonder vergunning P. T., tot f 10 of 2 dagen en C. S. tot f 10 of 2 d. Wegens visschen zonder akte en zon der vergunning D. Tlx. D„ tot tweemaal f 2 of tweemaal 1 dag en J. S. tot tweemaal f 2 of tweemaal 1 dag en verb, gebbe f 0.35 of 1 dag. Wegens overtreding der Arbeids wet J. A. v. d. S., tot f 1 of 1 dag. Wegens overtreding Spoorwegwet, E. A. tot f 1 of 1 d. Wegens op den spoorweg loopen H. J. tot f 5 of 2 d. en J. J. v. d. H. toe f 1 of 1 d. Wegens met auto rijden op een weg, die ge-sloten is verklaard G. A. M. C., tot f 3 of 2 d. Wegens rijwiel zonder bel, H. M. H., tot f0.50 of 1 dag en D v. d. P., tot 11 of 1 d- Wegens voertuig zonder licht, W. P., tot f2 of 2 d. en J. E. v. d. W., tot f 1 of 1 dag. Wegens rijwiel zonder licht G. 0. At S. tot f 2 of 2 d., P. E. P., tot f 2 of 2 d., A. K., tot f 2 of 2 d., J. v. d. Y., tot f 2 of g d., W. S. tot f 1 of 1 di., J. V., tot f 2 of 2 d., iP. de R., tot f 2' of 2 d., P. F. R. tot f 2 of 2d., J. B. Jzn. tot f 2 of 2 d., H. v. H. tot f2 of 2 d.H. J. M. tot f 2 of 2d., M. K. tot f 10 of 2 d., Chr. J. B. tot f 2 of 2 d., J. H. Czn. tot f 2 of 2 cL, we gens hondenkar zonder steunsels L. D. tot f 3 of 2 d., wegens te snel varen W. K. tot f 3 of f 2, wegens varen zonder vergunning in Rijnl. wat-er B. T. tot f 3 of 2 d.t P. v. L. tot f 3 of 2 du en W. K. tot f 3 of 2 d. Wegens varen zonder lioht J. v. d. D. tot f 5 of 2 d. en N. R. tot f 3 of 2 d. Wegens lo. den grond roeren in Rijnl. duinen 2o. fetrikken veroveren, 3o. strikken stellen, 4o. loopen op verboden grond T. N. Czn. tot f 5 maal f 5 of 5 maal 2 d. Wegens baggeren in Rijnl. water A. K. tot f 2 of 1 d. en M. B. tot f 1 of 1 d. Wegens een urinoir ver ontreinigen H. G. tot f 1 of 1 d. en J. J. tot 0.50 of l d. Vrijgesproken werd Joh. O., te Zoeter- woude, wien ten laste was gelegd het laten loopen van een koe in een tuin. Ontslagen van rechtsvervolging werd Joh. Jao. K., Warmonderhek, die belet had een gasbuis te leggen. Wegens rijwiel berijden door de Donker- 8teeg, J. van D\ tot f 1 of 1 dag. Wegens rijwiel berijden op den Witten Singel op Zondag, F. den O., tot f 1 of 1 d. en H. C. J. de H., tot f2 of 1 week tuchtschool. Wegens op gewoon rijwiel twee person zn vervoeren, F. J. v. E., tot f2 of 2 d. We gens te Leiden rijden in verboden richting, P. A. de J., tot fl of 1 d. en W. J., tot 'f 1 of 1 week tuchtschool. Wegens te Lei den op hondenkar zitten, J. D., tot f 2 of 1 d. Wegens te Zoeterwoude niet een fcoppel koeieni door 2 personen doen gelei den, J. O., tot f 1 of 1 d. Wegens te Oegst- geest een rijwiel berijden door de Groene- stecg J. EL, tot f 1 of 1 d. en A. KL, tot f 1 of 1 d. Wegens te Katwijk na elf uur be zoekers hebben, J. P., tot f 1 of 1 dag. Wegens te Katwijk varkens houden zonder vergunning van B. en Ws., P. H. tot f 1 of 1 dag. Haagtche Rechtbank. De-ze rechtbank behandelde nog de vol gende zaken: Mishandeling en vernieling te Noordwijkerhout. In deze zaak waren dezelfde personen be* trokken als in de reeds vermelde uit deze gemeente, en de beklaagde was hierin de vrouw van beklaagde A. J. B., Hendrik je P. Dit vrouwtje was verschenen en weerde zich zoo geducht, dat de president den stroom harer welsprekendheid Kaast niet kon stuiten. Zij had volgens het proces-ver baal getuige Hill met een stuk aardewerk verwond en daarna het aardewerk door een raam gegooid. Getuige Geertje Hoogland, huisvrouw van Van der Ploeg, bevestigde dit nader, waartegen beklaagde zich krach tig verweerde. Deze twee getuigen waren volgens haar „twee Kanden op één buik". Zij had beklaagden en zijn gezin dikwijls bijgestaan en er nooit een cent dank voor genoten. Het O. M., dat beklaagde niet een van „de gemakkelijkste" vrouwen achtte, vroeg 14 dagen gevangenisstraf. Het vrouwtje was daarover allesbehalve gesticht; zij vertoonde nog een rok, dien ze droeg toen het geval plaats had en waaruit nog blijken kan dat getuige haar over den grond had geworpen. ,,Zij vond Ket een schandeeldus verliet zij de zaal. Overtreding van dé motor- en rijwielwot te Leiden. W. S., chauffeur te 's-Gravenhago, was in hooger beroep gekomen tegen een von nis van den Leidschen kantonrechter, waar bij h ij wegens het te snel rijden met een auto mobiel en het aanrijden van een grosnten- wagen onder Zoeterwoude, nabij de gemeente Leiden, tot f 10 of 5 dagen was veroor deeld. Beklaagde zei de niet te hard te heb ben gereden, maar op de brug was zijn automobiel gebroken evenals de groenten- wagen. Als getuigen werden gehoord de heer Geyl, die uit een bootje het geval had aange zien, en verklaarde, dat er zeer snel ge reden werd. Hetzelfde verklaarde getuige Verhaar, wiens kar was aangereden en die zeide f 150 schade te hebben gehad, terwijl zijn arm verwond was geworden. Beklaagde beweerde niet te snel te heb ben gereden. Hot ongeluk was veroorzaakt doordat zijn auto was gebroken. Do substituut-officier meende, dat vast stond, dat beklaagde te snel heeft gereden, maar liij vreest, dat de rechtbank beklaagde zal moeten vrijspreken, omdat in de dag vaarding verband is gelogd tusschen het snelle rijden en het ongeluk, wat niet be wezen kan worden. AVas alleen ten laste gelegd, dat wegens het snelle rijden de vei ligheid van het verkeer in gevaar was ge bracht, da.n had straf kunnen volgenthans moest hij tot vrijspraak concludceren. Dierenmishandeling te Leiden. E. W., 23 jaar, volgens eigen verklaring koopman te Rotterdam, maar volgons ver balisant een veedrijver, die onder zijn con fraters als „dierenbeul" bekend staat, stond terecht wegens hot mishandelen van een schaap, dat hij op den Stationsweg te Lei den zou hebben geslagen en geschopt, zoo dat het dier bewusteloos was en het bloed .uit den. bek van het dier liep. Nadat de verbalisant Binnen kamp zijn pro ces-verbaal had bevestigd en nog een andere agent het geval had medegedeeld, eischto het 0. M. 10 dagen gevangenisstraf. Beklaagde zeide geheel onschuldig te zijn. Mishandeling te Voorschoten. Den 32-jarigen vissohor Jan H., te Zoeter woude, in dienst bij den heer Spaargaren was ten laste gelegd, dat hij Rietmeyer uit Leiden, met een steen zou hebben gegooid, zoodat deze een bloedende wonde verkreeg. Deze man was met zekeren Samuel Tel- jeur uit stroop en gegaan en had een fuik in het vaarwater van beklaagde ge plaats o en daarna hadden ze een poosje gepeurd. Beklaagde had dit gezien en had met een vloek drie steenon naar hem geworpen, waarvan één een ernstige wonde veroor zaakt had. Beklaagde ontkende te Hebben geworpen en al had hij het gedaan, dan zouden ze het nog niet hebben gezien. Het O. M. achtte het feit wettig en overtuigend bewezen en vroeg f 25 of 25 dagen. Mishandeling te Noor d wijk., De 45-jarige tuinman Corn, do Gr., te Oegstgeest,_ w% op Zondag 28 Aug. naar een zwager van hem gegaan te Noordwijk. Het was er toen kermis en blijkbaar was onze tuinman met zwager de kermis opge gaan, want wij vernamen thans, dat de on bezoldigde veldwachters-jachtopzieners Small eu Marijt, aldaar, hem dien avond in beschonken toestand hadden aangetroffen. Het geval wilde, dat hij althans dien avond een kwaden dronk over zich had en dan ben je met de mannen der wet nog niet klaar. Hij had zich, toen dezen hem voor 'n poosje ter ontnuchtering wilden opbergen in het politiebureel, „wederspaimig" betoond zooals de term luidt: schoppen, slaan, bij ten, enz. Beklaagde wist zelf niet hoe- het gekomen was. De drank heeft het hem gedaan. Hij is van nette afkomst en er valt niets op hem te zeggen. Dat kunnen de heeren toch ook wel begrijpen, als hij vertelt, dat hij tuin man is bij den burgemeester, die zou geen dronken lui iu dienst nemen. Nu, de off. van justitie welde dit ook wel gelooven. De man heeft nog nooit iets met de politie te doen gehad en bovendien gold als ver/aohtende omstandigheid, dat Ihet kermis was. Hij vroeg derhalve geen gevan genisstraf, maar een boete van f 20 of zee dagen hechtenis. Er werd nog geïnformeerd door den pre sident hoeveel de man verdiende en daaruit bleek, dat f 20 te betalen voor hem ook nog al een toer zal zijn. Nu, misschien kan er nog iets af I Mishandeling te Leiden. Willem van Z., 22 jaar, schipper te Roe- lofarendsveen, had zich te verantwoorden voor het belecdigen, uitschelden en slaan met een vaarboom van den spoorwegbeamb te Frans van Beek. Hij wilde door de spoorbrug over het Galgewater varen, maar vond deze geslo ten, waartoe volgens den ouden brugwachter alle reden bestond. Maar Van Z. was heet gebakerd en driftig en toen hij het met den mond alleen niet af kon, nam hij een vaarboom er bij. Het is een lastig man, zeide de spoor wegbeambte. Dat is piet zoo erg, zeide be klaagde; alleen maar wat driftig. En dan is hij ongelukkig en dat verwijten ze hem wel eens. Dat maakthem nog moer kregel. De oude beambte wilde nog" een woordje zoggen, maar H.H rechters wisten er blijk baar genoeg van en heb O. M. eischto veer tien dagen gevangenisstraf. Daarmede was beklaagde niet tevreden. Nu, hij kan in hooger beroep komen, en dat z./U hij ook. Uooge Raad. Eodsweigering. Advocaat-generaal jhr. mr. Rethaan Ma- caré heeft gisteren oonclusie genomen in Ket cassatieberoep van den procureur-gene raal bij het gerechtshof te Amsterdam tegen het ontslag van rechtsvervolging van J. H., ter zake van eedsweigering als getuige in een strafzaak, terwijl hij behoort tot het R.-K. kerkgenootschap. Adv.-gen. was van oordeel, dat inderdaad tusschen deze zaak en de zaak-Kriller een groot onderscheid bestaat. Het gaat hier om het wezen der zaak: was hij die erkende tot het R.-K. kerkgenootschap te behoor en, doch den eed weigerde, tot het afleggen van den eed verplicht*? Het Hof heeft alleen op de woorden van het desbetreffend artikel gelet en beslist dat die woorden den getuige de keus laten om den eed of de belofte af te leggen. Met het tegen die beslissing door den procuieur- generaal van het Hof te Amsterdam aange voerde cassatiemiddel kon adv.-gen. zich vereenigen. Men mag niet alleen op de woorden der wet letten zonder met de geschiedenis reke ning te houden. En nog gevaarlijker acht adv. gen. de leer van de HaarlemscKe recht bank, volgens welke men met de veranderde tijdsomstandigheden en opvattingen heeft rekening te houden bdj de uitlegging der wet. Daardoor plaatst de rechter zich op den stoel van den wetgever. Of ons volk waarheidlievend genoeg is om den eed to kunnen missen, is een vraagstuk van zuiver sociologisch en aard, waarin alleen de wet gever mag beslissen, die over voldoende ge gevens beschikt, om die vraag te be antwoorden. Ook de argumenten, door mr. Levy, den raadsman van den gerequireerde, voor de door hem bestreden opvatting aangevoerd, achtte adv.-gen. onjuist. De wetgever KeefI eenerzijds gegronde gewetensbezwaren wil len eerbiedigen, anderzijds voorkomen dat men een lichtvaardig beroep daarop deed. Daarom heeft hij dengene, die overwegende gemoedsbezwaren heeft tegen den eed, dooh die bezwaren niet kan doen deelen door zijn kerkgenootschap, de keus gelaten, dat kerk genootschap te verlaten of den eed af te leggen. Bij een reeks van arresten heeft de Hooge Raad ook die opvatting gedeeld. Het arrest moest derhalve vernietigd wor den. Aangezien echter feitelijk in deze zaak niet vaststaat dat het R.-K. kerkgenoot schap het afleggen van den eed toelaat, concludeerde adv.-gen. tot verwijzing der zaak naar een aangrenzend hof. Uitspraak 7 November. Y erduistering. Gisteren pleitte mr. D. W. Stibbe, advo caat te Amsterdam, in de zaak van J. M. N., notaris te Aalsmeer, door het Hof te Amsterdam wegens het voortgezet misdrijf van verduistering van 9 2^ pets certificaten Nederlandsche Werkelijke Schuld, welke Kij ter bewaring onder zich had, doch welke hij ten eigen bate had beleend, veroordeeld tot 5 maanden gevangenisstraf met ontzet ting uit het ambt van notaris. Vier cassatiemiddelen werden door pleiter ontwikkeld. In de eerste plaats wees pleiter ©r op dat hij voor Ket Hof heeft betwist dat in casu door den requirant zou zijn gepleegd een daad van wederrechtelijke toeëigening, zij het ook dat door hem een daad van onrecht matige beschikking is verricht. De requi rant had nl. met gemak de schuld kunnen aflossen, waarvoor Kij de effecten in belee ning had gegeven, dooh heeft uit laksheid of onnadenkendheid geen werk gemaakt van het innen van verschillende uitstaande vor deringen, waarmede hij de effecten had kunnen inlossen. Pleiter had ten betooge van een en ander zich beroepen op eon aantal door hem aan het Hof overgelegd© schuldbekentenissen, doch het Hof achtte de solvabiliteit der debiteuren aan gegronden twijfel onderhevig. Mitsdien heeft Ket Hof ten bezware van. beklaagde acht geslagen op die schuldbe kentenissen, zonder dat ze echter zijn voor gelezen^ Dit is op straffe van nietigheid verboden. In de tweede plaats was in 's Hofs arrest bij de uitgesproken ontzetting uit het ambt van notaris wel artikel 51 der Notaris- wet aangehaald, maar niet artikel 325, jo. 28 van het strafwetboek, als zijnde een bijzondere bepaling omtrent de ontzetting, waarvoor, ingevolge artikel 55, 2de lid Strafwetboek de algemeen© bepaling van art. 51 der Notariswet moet wijken. Maar in verband daarmede en hierop berustte het derde cassatiemiddel had dan ook het Hof den duur der ontzetting moe ten bepalen, krachtens art. 31 Strafwet boek. Ten slotte betoogde pleiter dat in de dag vaarding aan den requirant geen strafbaar feit is ten last© gelegd. In de dagvaarding wordt gemist de oorzaak, waardoor de re quirant de bewuste effecten onder zich had gekregen. Immers blijken moet dat die oor zaak een andere is dan misdrijf. Nu zegt het Hof wel, dat de woorden: ter bewi- ring onder zich hebben, beteekenen dat de requirant die effecten onder zich heeft ge kregen „met die causa", maar pl. achtte half vijf dan maakte ik altijd haast om hier te komen, nam plaats in mijn lieve, mooie „Meeuw" welke ik indertijd in de loterij van de scheepsbouwtentoonstelling op een lot van 50 pfennig heb gewonnen en dan ging het op liet, waterHet zeil fladdert, de golven en de wind maken mu ziek, wiegen de dwaze gedachten in slaap, en dan is men gelukkig!" Hij stond reeds in de boot, ijverig bezig voor zijn vriend door leuning en kussens een gemakkelijk plaatsje op 't stuurbankje gereed te maken. Voorzichtig balanceerend bereikte Gustaaf Köberler wiens gelaat een zekere angstige spanning verried, de eereplaats. Toen het lichtgebouwde bootje over. zij ging, het was nauwelijks vijf meter lang en zeer smal gaf hij een gilj doch glimlachte ook weer dadelijk. „Gij moet niet boos op mij zijn, Rudi. Maar wanneer men het niet gewoon is." „Gij moogt zelfs het stuur bedienen. Ja zeker. Do stuurpen nu eenvoudig naar links. Zoo. O, het zal je wel bevallen. Dat doet gij al prachtig. Een paar riemslagen en wij zijn voor den wind. Er is vandaag niet veel wind." „Nu, mij dunkt, het schommelt reeds ge noeg." „Och, gij goede, oude baasGij, landrot. Zoo, nu het hoofd weg. Bukken, Gustaafje, bukkenHecdaar, het zeil gaat los. Het stuur naar rechts, Gustaafje. Zoo." „Wij slaan om. „Stil zitten, slechts stil zitten!" „Ha, de bank beweegt niet ik De jol lag onder den druk van Ket tame lijk groote zeil geheel op zijde. Sohauffert gleed behendig langs den rand van dö die woorden onduidelijk en zijn bezwaar niet wegnemende. Conclusie O. M. 10 October. De Utrechtsche rechtbank heeft gisteren den 19-jarigen recidivist J. A. M. wegens diefstal met braak bij den Keer K., te Utrecht, overeenkomstig den eisch van het' O. M. veroordeeld tot 2 jaar gevangenis* straf met aftrek der voorhechtenis. Vrije Universiteit. Verschillende voorstanders van do Vrij© Universiteit te Amsterdam hebben aldus meldt men aan het „N. v. d. D." beslo ten op 20 October, den stichtmgsdag, bij ge legenheid van het 30-jarig bestaan dezer in stelling een bedrag van f 25,000 bijeen te brengen voor het nieuwe gebouw. Met dit kapitaal zal er dan to zamon. f 50,000 zijn. Laudbouw-ondenvijs. Bij genoegzame deelneming, .voldoende bc'-schikbare onderwijskrachten cn localiteit, zal in den komenden winter aan de mili ciens in de verschillende garnizoenen land bouwonderwijs worden gegeven. Onteigening Dam te Amsterdam. Naar vernomen wordt, hebben Gedepu teerde Staten van Noord-Holland goedge keurd het Amsterdamsch raadsbesluit no pens de onteigening van verschillende per- ceelen van en bij den Dam, en zal er hedca- namiddag ten Stadhuize een conferentie worden gehouden, waarin aan de ruim 25 eigenaren van huizen zal worden meege deeld, hoeveel de gemeene bereid is bij min nelijke schikking te betalen. Het i.s echter niet waarschijnlijk, dat de eigenaars op dit aanbod zullen ingaan en in. dit geval kan vóór 3 November a.s. (op wel ken datum de onteigeningster mijn eindigt) het aanhangig maken van de onteigenings-' processen bij de rechtbank, door de gemeen te, worden tegemoet gezien. Vorkiezingstelegraxuineii. Bij verkiezing voor leden van regearings- lichamen werden tot dusverre de bijzondere maatregelen, welke ter voorziening in to verwachten druk verkeer waren to treffen, telkenmale afzonderlijk voorgeschreven. Er is thans oen regeling vastgesteld, welke voortaan voor alle verkiezingen zal zijn to volgen. Het onderstaande wordt aan deze regeling ontleend: Op de dagen, waarop een stemming of herstemming voor een lid van do Tweede Kamer of van de Provinciale Staten plaats vindt, blijven do telegraaf, en telefoonkan toren binnen hot betrokken kiesdistrict ge legen des avonds onafgebroken open van 4l/g tot ÏO1/* uur of zooveel langer als noodig mocht blijken. De binnen het district gelegen hulptele- graaf. en hulptelefoonkantoren worden dozxr hot betrokken controlekantoor uitgmoodigdy zich ook in de tusschen tij dsche sluitings uren en na den sluitingstijd op de bovenbe doelde dagen beschikbaar te houden. Een gelijk verzoek wordt c.q. door hot Rijksovergangskantoor gericht tot de spoor- wegtelegyaaf kan toren in plaatsen, alwaar geen rijkstelegraaf- of hulptelegraafkantoor gevestigd is. Hierbij valt op to merken, dat de kantoren van de Hollandsche IJzeren- Spoorwegmaatschappij in geen geval langer worden opengehouden dan tot afloop van don gewonen dienst en dat door de kan toran van de Maatsehappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen aan dergelijke ver zooken in dier voege zal worden voldaan, dat do betrokken kantoren na don gewoner dienst geopend blijven voor de verzending en de ontvangst van verkiezingstologram- men, doch niet later dan tot 10l/2 uur des avonds. Voor algemeen© verkiezingen geldt boven dien het volgende: Op don dag volgende op dien der stem ming, c. q. op dien dor herstemming, blij ven do kantoren in plaatsen, alwaar zich hot h oofdstomburoau bevindt, gedurende do gewone sluitingsuren des morgens open tot dat de officieele verkiczingstelegrammen zijn aangeboden on overgeseind. boot en maakte het door de lucht dansen de touw vast. Nog een paar schommelbewe gingen en het mooie, witte bootje lag goed voor den wind en schoot over de water vlakte, geaccompagneerd door een eigen aardig, zingend geluid. De gelijkmatige stooten der kleine golven vormden een wie gend rhythmus. De assessor was nu een geheel andere geworden. Alles scheen leven en vreugde aan hem. Zijn oogen schitterden en zijn borst, verhief zich. „Ja, weet ge, daarop heb ik mij altijd den geheelen dag verheugd. Daarvoor heb ik geleefd. Het kantoor was ten slotte slechts het beetje moeten. Maar hier was ik mensch; hier mocht ik dat zijnl Ach, mijn lieve, kleine „Meeuw"'" „En denkt gij niet, dat gij haar kunt be houden?" Gustaaf sprak met korten en stooten wijl hij telkens angstig om zich heen keek, in zekeren zin met zijn blik het evenwicht 'n de boot trachtte te houden. Sohauffert legde zijn armen in den nek en keek over de staalblauwe vlakte heen. „Ik moet Berlijn verlaten. Ja, ja. Vanmorgen was ik op het ministerie om eens aan te kloppen. Maar dat ik als rechter hier er gens in aanmerking zou kunnen komen, al was het ook in Rixdorf, geen sprake van. Neen, neen, met het „gelukskind" wil het ditmaal niet kereL Men zal mij wel ergens in Posen stoppen." „Dat het je eens zoo zou tegenloopeny had ik nooit gedacht. Ik heb erg met j« te doenj Rudi." (Wordt vervolgd.) y. S) „Ik heb nog van mijn leven niet gezeild." Schauffert laohte. „Dat treft dan prach- 'Üg. Want, weet ge, wanneer wij elkaar pas \toorgen hadden weergezien, zou ik het ge noegen gemist hebben, je op de Meeuw" in de nautische wereld plechtig binnen te leiden." „Hoezoo, Rudi? Wat is er dan morgen?" Hij keek zijn vriend, die een bootsman den Sleutel voor do ankerboei van de kleine jol gegeven had, vragend aam. Een zonderlinge mengeling van laatdunr kendheid en droefheid lag in Schaufferis uitdrukking. „Wel, gij moot weten, dat mijn goede, kleine „Meeuw" morgen wordt ver kocht 1" „Ver... kocht?" „Ja. Mijn bootje en ik moeten gchei- 'dcn. Een nieuwe zeilchib van de Müggelsee wil het van mij koopen. Ik krijg er echter nauwelijks de helft van de waarde voor. Dat is evenwel nog juist voldoende, om de .paar schulden te betalen, welk© ik heb, joipdat niemand achter mijn rug een scheef gezicht zal zetten.. En dan ben ik vogel vrij". „Vogelvrij? Ach, Rudi, wanneer meü je zoo hoort..." Ja, gij denkt, dat van het bootje afstand .doen gemakkelijker valt dan nu, laten «wij zeggen, een dierbaar mensch verft eaen? ïk heb drie jaar de „Meeuw" gehad. Het was het ©enige, wat mij over den vreeselij ken tijd heen geholpen heeft. Gij weet toch, hoe het mij tegen geloopen is..." „Het laatste, wat ik gehoord heb, was, dat gij je voor de regeeringsloophaan wildet bekwamen." „Ach, daartoe is het in het geheel niet gekomen." „Niet, gij met je relaties, je ouden heer, den officier, den overste.... ik heb al ge dacht, dat gij reeds lang regeeringsraad, landraad of zoo iets waart." „Neen, neen. Het is mijn ouden neer nooit voor den wind gegaan. Moeder altijd ziek. Hoopen schulden. Toen hij gepension- neerd wast moest hij er nog als burgerlijk ambtenaar wat bij verdienen,, om mij mijn toelagen te kunnen geven. Na zijn dood zag het er voor mij niet zeer schitterend uit. Ik maakte dus zoo spoedig mogelijk, dat ik assessor werd, en was daarop werkzaam bij een advocaat. In het eerst voor twee en een halve mark per dag." „Ik ben geheel perplex." „Dat was ik in het eerst ook. De weg naar rijkskanselier geheel afgesneden. Als hoogste doel op de ladder van de amb ten en waardigheden bleef mij nog slechte notaris en rechter over. Evenals mijn chef,- de oude Decker, uit de Stralauerstraat." „Decker, is dat de advocaat, bdj wien gij op hot kantoor zijt?" „Dat was bij. De oude heer is onlangs ge storven." „En neemt gij nu de praktijk over?" Rudi schudde het hoofd. ,,Ik had dit wel gehoopte Maar Deckers familie 'n bankier Xaver HoUinde van den Kurfür&tendamm is boo inhalig, ongelooflijk. Hij liet mij weten, dat hij contante betaling verlangde voor het overdragen van het kantoor en de praktijk. Dat kon ik echter niet doen. Hoe zou ik er aan komen? Zelfs al had ik vijf „Meeuwen" te verkoopen. En nu krijgt een ander het kantoor. Het een of ander jong- mensch van ouden adel, dat over baar geld beschikt. En ik zit op het droge." „Wat wilt gij nu doen?" „Ja, wat? Weet ik het? Mij „als jong man" bij een anderen advocaat aandienen, kan ik niet meer, daarvoor ben ik te oud. Ik word in December reeds negen en twin tig. En zelf een kantoor openen, gaat even min. Tweehonderd jonge rechtsgeleerden boemelen hier in Berlijn rond, dio niets heb ben te eten, en reeds juichen, wanneer zij eens een rekening van een slachter of kleer maker hebben in te vorderen. Daarvoor moet men geduldiger en taaier zijn dan ik. Vlijtiger en niet zoo lui." „Gij zijt nooit lui geweest, Rudi." „Toch wel. Zeker. Het is bepaald zieke lijk. Reeds als ik aktenstof ruik, wordt het mij geheel wee om het hart. Dat dorre tuig heeft mij altijd met afkeer vervuld. Gij weet nietx hoe iemand bij het gerecht genoeg van het menschdom krijgt. Het zijn knoei ers, ten minste de meesten, met wie wij van doen hebben. Maar genoeg daarvan." De „Meeuw" was intusschen naar de aanlegplaats geboegseerd en de bootoman hielp den jongen eigenaar met het losma ken van het linnen en het uitscheppen van hert water. „Weet ge, Gustaafje, wanneer ik genoeg had van het kantoor in de Stralauerstraat en van de armzaligheid van mijn beroep, en dat gebeurde vrijwel eiken namiddag om

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 5