39To. 15521. LEXDSCH DAGBLAD, Dinsdag' 29 September. Tweede Blad. Anno 131Q.
Uit de Rechtzaal.
FEUILLETON.
De erfenis der Hodrians.
Uitspraken Tan het Kantongerecht
te Leiden.
De kantonrechter veroordeelde:
Wegens straat-schenderij J. J. v. d. B., tot
$3 of 2 d.; wegens vossen los laten loopen ou-
Ider Voorhout, K. B., tot f 5 of 2 d.; wegens
burengerucht R. H., tot f 10 of 2 d.A en
ST J. v. d. B., N. v. M.t A. v. d. B., J.
D., tot f 5 of 2 d., en P. J. de G. tot f 3 of
2 d. W. M. tot f 3 of 2 d. en Joh. Hendr. de
V., tot f 3 of 2 d.
Wegens voorwerpen op een weg niet ver
lichten Jao. Joh. de G., tot f 3 of 2 d.,
wegens loopen op een weiland Joh. Petr.,
Ant. v. W., tot f 5 of 2 d.W. P. R., tot
f5 of 2 d.P. W. R., tot f 5 of 2 cL;
'A. T., tot f 5 of 2 d.J. H. en J. de B. tot
f 2 of 2 d.A en H. H. tot f 5 of 2 d.
Wegens loopen op verboden grond P. E. D.
tot f 5 of 2 d., A. J. v. H. tot f 5 of 2 d.,
C. Z. tot f 5 of 2 d., C. M. tot f 5 of 2 d.,
J. H. en J. B. tot f 5 of 2 d., 0. S., J. A.
S. en J. N. B. tot f 5 of 2 d., G. L. en J. S.
tot f 5 of 2 d., G. A. van Z. tot f 5 of 2 d.,
J. N. B. en J. A. S. tot f 5 of 2d.. W. O.
tot f 5 of 2 d.
Wegens niet beletten, da-t een hond een
haas vangt H. v. W., to Warmond, tot f 1
of'l d. Wegens jagen zonder vergunning P.
T., tot f 10 of 2 dagen en C. S. tot f 10 of
2 d. Wegens visschen zonder akte en zon
der vergunning D. Tlx. D„ tot tweemaal f 2
of tweemaal 1 dag en J. S. tot tweemaal
f 2 of tweemaal 1 dag en verb, gebbe f 0.35
of 1 dag. Wegens overtreding der Arbeids
wet J. A. v. d. S., tot f 1 of 1 dag. Wegens
overtreding Spoorwegwet, E. A. tot f 1 of
1 d. Wegens op den spoorweg loopen H. J.
tot f 5 of 2 d. en J. J. v. d. H. toe f 1 of
1 d. Wegens met auto rijden op een weg,
die ge-sloten is verklaard G. A. M. C., tot
f 3 of 2 d. Wegens rijwiel zonder bel, H. M.
H., tot f0.50 of 1 dag en D v. d. P., tot
11 of 1 d- Wegens voertuig zonder licht,
W. P., tot f2 of 2 d. en J. E. v. d. W.,
tot f 1 of 1 dag.
Wegens rijwiel zonder licht G. 0. At S.
tot f 2 of 2 d., P. E. P., tot f 2 of 2 d., A.
K., tot f 2 of 2 d., J. v. d. Y., tot f 2 of
g d., W. S. tot f 1 of 1 di., J. V., tot f 2 of
2 d., iP. de R., tot f 2' of 2 d., P. F. R. tot
f 2 of 2d., J. B. Jzn. tot f 2 of 2 d., H. v.
H. tot f2 of 2 d.H. J. M. tot f 2 of
2d., M. K. tot f 10 of 2 d., Chr. J. B. tot
f 2 of 2 d., J. H. Czn. tot f 2 of 2 cL, we
gens hondenkar zonder steunsels L. D. tot
f 3 of 2 d., wegens te snel varen W. K. tot
f 3 of f 2, wegens varen zonder vergunning
in Rijnl. wat-er B. T. tot f 3 of 2 d.t P. v.
L. tot f 3 of 2 du en W. K. tot f 3 of 2 d.
Wegens varen zonder lioht J. v. d. D. tot
f 5 of 2 d. en N. R. tot f 3 of 2 d. Wegens
lo. den grond roeren in Rijnl. duinen 2o.
fetrikken veroveren, 3o. strikken stellen, 4o.
loopen op verboden grond T. N. Czn. tot f 5
maal f 5 of 5 maal 2 d. Wegens baggeren
in Rijnl. water A. K. tot f 2 of 1 d. en M.
B. tot f 1 of 1 d. Wegens een urinoir ver
ontreinigen H. G. tot f 1 of 1 d. en J. J. tot
0.50 of l d.
Vrijgesproken werd Joh. O., te Zoeter-
woude, wien ten laste was gelegd het laten
loopen van een koe in een tuin.
Ontslagen van rechtsvervolging werd
Joh. Jao. K., Warmonderhek, die belet had
een gasbuis te leggen.
Wegens rijwiel berijden door de Donker-
8teeg, J. van D\ tot f 1 of 1 dag. Wegens
rijwiel berijden op den Witten Singel op
Zondag, F. den O., tot f 1 of 1 d. en H.
C. J. de H., tot f2 of 1 week tuchtschool.
Wegens op gewoon rijwiel twee person zn
vervoeren, F. J. v. E., tot f2 of 2 d. We
gens te Leiden rijden in verboden richting,
P. A. de J., tot fl of 1 d. en W. J., tot
'f 1 of 1 week tuchtschool. Wegens te Lei
den op hondenkar zitten, J. D., tot f 2
of 1 d. Wegens te Zoeterwoude niet een
fcoppel koeieni door 2 personen doen gelei
den, J. O., tot f 1 of 1 d. Wegens te Oegst-
geest een rijwiel berijden door de Groene-
stecg J. EL, tot f 1 of 1 d. en A. KL, tot f 1
of 1 d. Wegens te Katwijk na elf uur be
zoekers hebben, J. P., tot f 1 of 1 dag.
Wegens te Katwijk varkens houden zonder
vergunning van B. en Ws., P. H. tot f 1
of 1 dag.
Haagtche Rechtbank.
De-ze rechtbank behandelde nog de vol
gende zaken:
Mishandeling en vernieling
te Noordwijkerhout.
In deze zaak waren dezelfde personen be*
trokken als in de reeds vermelde uit deze
gemeente, en de beklaagde was hierin de
vrouw van beklaagde A. J. B., Hendrik je
P. Dit vrouwtje was verschenen en weerde
zich zoo geducht, dat de president den
stroom harer welsprekendheid Kaast niet
kon stuiten. Zij had volgens het proces-ver
baal getuige Hill met een stuk aardewerk
verwond en daarna het aardewerk door een
raam gegooid. Getuige Geertje Hoogland,
huisvrouw van Van der Ploeg, bevestigde
dit nader, waartegen beklaagde zich krach
tig verweerde. Deze twee getuigen waren
volgens haar „twee Kanden op één buik".
Zij had beklaagden en zijn gezin dikwijls
bijgestaan en er nooit een cent dank voor
genoten.
Het O. M., dat beklaagde niet een van
„de gemakkelijkste" vrouwen achtte, vroeg
14 dagen gevangenisstraf.
Het vrouwtje was daarover allesbehalve
gesticht; zij vertoonde nog een rok, dien ze
droeg toen het geval plaats had en waaruit
nog blijken kan dat getuige haar over den
grond had geworpen. ,,Zij vond Ket een
schandeeldus verliet zij de zaal.
Overtreding van dé
motor- en rijwielwot te Leiden.
W. S., chauffeur te 's-Gravenhago, was
in hooger beroep gekomen tegen een von
nis van den Leidschen kantonrechter, waar
bij h ij wegens het te snel rijden met een auto
mobiel en het aanrijden van een grosnten-
wagen onder Zoeterwoude, nabij de gemeente
Leiden, tot f 10 of 5 dagen was veroor
deeld. Beklaagde zei de niet te hard te heb
ben gereden, maar op de brug was zijn
automobiel gebroken evenals de groenten-
wagen.
Als getuigen werden gehoord de heer Geyl,
die uit een bootje het geval had aange
zien, en verklaarde, dat er zeer snel ge
reden werd.
Hetzelfde verklaarde getuige Verhaar,
wiens kar was aangereden en die zeide f 150
schade te hebben gehad, terwijl zijn arm
verwond was geworden.
Beklaagde beweerde niet te snel te heb
ben gereden. Hot ongeluk was veroorzaakt
doordat zijn auto was gebroken.
Do substituut-officier meende, dat vast
stond, dat beklaagde te snel heeft gereden,
maar liij vreest, dat de rechtbank beklaagde
zal moeten vrijspreken, omdat in de dag
vaarding verband is gelogd tusschen het
snelle rijden en het ongeluk, wat niet be
wezen kan worden. AVas alleen ten laste
gelegd, dat wegens het snelle rijden de vei
ligheid van het verkeer in gevaar was ge
bracht, da.n had straf kunnen volgenthans
moest hij tot vrijspraak concludceren.
Dierenmishandeling te Leiden.
E. W., 23 jaar, volgens eigen verklaring
koopman te Rotterdam, maar volgons ver
balisant een veedrijver, die onder zijn con
fraters als „dierenbeul" bekend staat, stond
terecht wegens hot mishandelen van een
schaap, dat hij op den Stationsweg te Lei
den zou hebben geslagen en geschopt, zoo
dat het dier bewusteloos was en het bloed
.uit den. bek van het dier liep.
Nadat de verbalisant Binnen kamp zijn pro
ces-verbaal had bevestigd en nog een andere
agent het geval had medegedeeld, eischto
het 0. M. 10 dagen gevangenisstraf.
Beklaagde zeide geheel onschuldig te zijn.
Mishandeling te Voorschoten.
Den 32-jarigen vissohor Jan H., te Zoeter
woude, in dienst bij den heer Spaargaren
was ten laste gelegd, dat hij Rietmeyer uit
Leiden, met een steen zou hebben gegooid,
zoodat deze een bloedende wonde verkreeg.
Deze man was met zekeren Samuel Tel-
jeur uit stroop en gegaan en had een fuik
in het vaarwater van beklaagde ge plaats o
en daarna hadden ze een poosje gepeurd.
Beklaagde had dit gezien en had met een
vloek drie steenon naar hem geworpen,
waarvan één een ernstige wonde veroor
zaakt had. Beklaagde ontkende te Hebben
geworpen en al had hij het gedaan, dan
zouden ze het nog niet hebben gezien. Het
O. M. achtte het feit wettig en overtuigend
bewezen en vroeg f 25 of 25 dagen.
Mishandeling te Noor d wijk.,
De 45-jarige tuinman Corn, do Gr., te
Oegstgeest,_ w% op Zondag 28 Aug. naar
een zwager van hem gegaan te Noordwijk.
Het was er toen kermis en blijkbaar was
onze tuinman met zwager de kermis opge
gaan, want wij vernamen thans, dat de on
bezoldigde veldwachters-jachtopzieners
Small eu Marijt, aldaar, hem dien avond in
beschonken toestand hadden aangetroffen.
Het geval wilde, dat hij althans dien avond
een kwaden dronk over zich had en dan
ben je met de mannen der wet nog niet
klaar. Hij had zich, toen dezen hem voor 'n
poosje ter ontnuchtering wilden opbergen in
het politiebureel, „wederspaimig" betoond
zooals de term luidt: schoppen, slaan, bij
ten, enz.
Beklaagde wist zelf niet hoe- het gekomen
was. De drank heeft het hem gedaan. Hij
is van nette afkomst en er valt niets op hem
te zeggen. Dat kunnen de heeren toch ook
wel begrijpen, als hij vertelt, dat hij tuin
man is bij den burgemeester, die zou geen
dronken lui iu dienst nemen.
Nu, de off. van justitie welde dit ook wel
gelooven. De man heeft nog nooit iets met
de politie te doen gehad en bovendien gold
als ver/aohtende omstandigheid, dat Ihet
kermis was. Hij vroeg derhalve geen gevan
genisstraf, maar een boete van f 20 of zee
dagen hechtenis.
Er werd nog geïnformeerd door den pre
sident hoeveel de man verdiende en daaruit
bleek, dat f 20 te betalen voor hem ook nog
al een toer zal zijn.
Nu, misschien kan er nog iets af I
Mishandeling te Leiden.
Willem van Z., 22 jaar, schipper te Roe-
lofarendsveen, had zich te verantwoorden
voor het belecdigen, uitschelden en slaan
met een vaarboom van den spoorwegbeamb
te Frans van Beek.
Hij wilde door de spoorbrug over het
Galgewater varen, maar vond deze geslo
ten, waartoe volgens den ouden brugwachter
alle reden bestond. Maar Van Z. was heet
gebakerd en driftig en toen hij het met
den mond alleen niet af kon, nam hij een
vaarboom er bij.
Het is een lastig man, zeide de spoor
wegbeambte. Dat is piet zoo erg, zeide be
klaagde; alleen maar wat driftig. En dan
is hij ongelukkig en dat verwijten ze hem
wel eens. Dat maakthem nog moer kregel.
De oude beambte wilde nog" een woordje
zoggen, maar H.H rechters wisten er blijk
baar genoeg van en heb O. M. eischto veer
tien dagen gevangenisstraf.
Daarmede was beklaagde niet tevreden.
Nu, hij kan in hooger beroep komen, en
dat z./U hij ook.
Uooge Raad.
Eodsweigering.
Advocaat-generaal jhr. mr. Rethaan Ma-
caré heeft gisteren oonclusie genomen in
Ket cassatieberoep van den procureur-gene
raal bij het gerechtshof te Amsterdam tegen
het ontslag van rechtsvervolging van J. H.,
ter zake van eedsweigering als getuige in
een strafzaak, terwijl hij behoort tot het
R.-K. kerkgenootschap.
Adv.-gen. was van oordeel, dat inderdaad
tusschen deze zaak en de zaak-Kriller een
groot onderscheid bestaat. Het gaat hier
om het wezen der zaak: was hij die erkende
tot het R.-K. kerkgenootschap te behoor en,
doch den eed weigerde, tot het afleggen
van den eed verplicht*?
Het Hof heeft alleen op de woorden van
het desbetreffend artikel gelet en beslist dat
die woorden den getuige de keus laten om
den eed of de belofte af te leggen. Met het
tegen die beslissing door den procuieur-
generaal van het Hof te Amsterdam aange
voerde cassatiemiddel kon adv.-gen. zich
vereenigen.
Men mag niet alleen op de woorden der
wet letten zonder met de geschiedenis reke
ning te houden. En nog gevaarlijker acht
adv. gen. de leer van de HaarlemscKe recht
bank, volgens welke men met de veranderde
tijdsomstandigheden en opvattingen heeft
rekening te houden bdj de uitlegging der
wet. Daardoor plaatst de rechter zich op
den stoel van den wetgever. Of ons volk
waarheidlievend genoeg is om den eed to
kunnen missen, is een vraagstuk van zuiver
sociologisch en aard, waarin alleen de wet
gever mag beslissen, die over voldoende ge
gevens beschikt, om die vraag te be
antwoorden.
Ook de argumenten, door mr. Levy, den
raadsman van den gerequireerde, voor de
door hem bestreden opvatting aangevoerd,
achtte adv.-gen. onjuist. De wetgever KeefI
eenerzijds gegronde gewetensbezwaren wil
len eerbiedigen, anderzijds voorkomen dat
men een lichtvaardig beroep daarop deed.
Daarom heeft hij dengene, die overwegende
gemoedsbezwaren heeft tegen den eed, dooh
die bezwaren niet kan doen deelen door zijn
kerkgenootschap, de keus gelaten, dat kerk
genootschap te verlaten of den eed af te
leggen. Bij een reeks van arresten heeft de
Hooge Raad ook die opvatting gedeeld.
Het arrest moest derhalve vernietigd wor
den. Aangezien echter feitelijk in deze zaak
niet vaststaat dat het R.-K. kerkgenoot
schap het afleggen van den eed toelaat,
concludeerde adv.-gen. tot verwijzing der
zaak naar een aangrenzend hof.
Uitspraak 7 November.
Y erduistering.
Gisteren pleitte mr. D. W. Stibbe, advo
caat te Amsterdam, in de zaak van J. M.
N., notaris te Aalsmeer, door het Hof te
Amsterdam wegens het voortgezet misdrijf
van verduistering van 9 2^ pets certificaten
Nederlandsche Werkelijke Schuld, welke Kij
ter bewaring onder zich had, doch welke
hij ten eigen bate had beleend, veroordeeld
tot 5 maanden gevangenisstraf met ontzet
ting uit het ambt van notaris.
Vier cassatiemiddelen werden door pleiter
ontwikkeld.
In de eerste plaats wees pleiter ©r op dat
hij voor Ket Hof heeft betwist dat in casu
door den requirant zou zijn gepleegd een
daad van wederrechtelijke toeëigening, zij
het ook dat door hem een daad van onrecht
matige beschikking is verricht. De requi
rant had nl. met gemak de schuld kunnen
aflossen, waarvoor Kij de effecten in belee
ning had gegeven, dooh heeft uit laksheid
of onnadenkendheid geen werk gemaakt van
het innen van verschillende uitstaande vor
deringen, waarmede hij de effecten had
kunnen inlossen. Pleiter had ten betooge
van een en ander zich beroepen op eon
aantal door hem aan het Hof overgelegd©
schuldbekentenissen, doch het Hof achtte de
solvabiliteit der debiteuren aan gegronden
twijfel onderhevig.
Mitsdien heeft Ket Hof ten bezware van.
beklaagde acht geslagen op die schuldbe
kentenissen, zonder dat ze echter zijn voor
gelezen^ Dit is op straffe van nietigheid
verboden.
In de tweede plaats was in 's Hofs arrest
bij de uitgesproken ontzetting uit het
ambt van notaris wel artikel 51 der Notaris-
wet aangehaald, maar niet artikel 325,
jo. 28 van het strafwetboek, als zijnde een
bijzondere bepaling omtrent de ontzetting,
waarvoor, ingevolge artikel 55, 2de lid
Strafwetboek de algemeen© bepaling van
art. 51 der Notariswet moet wijken.
Maar in verband daarmede en hierop
berustte het derde cassatiemiddel had dan
ook het Hof den duur der ontzetting moe
ten bepalen, krachtens art. 31 Strafwet
boek.
Ten slotte betoogde pleiter dat in de dag
vaarding aan den requirant geen strafbaar
feit is ten last© gelegd. In de dagvaarding
wordt gemist de oorzaak, waardoor de re
quirant de bewuste effecten onder zich had
gekregen. Immers blijken moet dat die oor
zaak een andere is dan misdrijf. Nu zegt
het Hof wel, dat de woorden: ter bewi-
ring onder zich hebben, beteekenen dat de
requirant die effecten onder zich heeft ge
kregen „met die causa", maar pl. achtte
half vijf dan maakte ik altijd haast om
hier te komen, nam plaats in mijn lieve,
mooie „Meeuw" welke ik indertijd in de
loterij van de scheepsbouwtentoonstelling
op een lot van 50 pfennig heb gewonnen
en dan ging het op liet, waterHet zeil
fladdert, de golven en de wind maken mu
ziek, wiegen de dwaze gedachten in slaap,
en dan is men gelukkig!" Hij stond reeds
in de boot, ijverig bezig voor zijn vriend
door leuning en kussens een gemakkelijk
plaatsje op 't stuurbankje gereed te maken.
Voorzichtig balanceerend bereikte Gustaaf
Köberler wiens gelaat een zekere angstige
spanning verried, de eereplaats. Toen het
lichtgebouwde bootje over. zij ging, het
was nauwelijks vijf meter lang en zeer
smal gaf hij een gilj doch glimlachte
ook weer dadelijk. „Gij moet niet boos op
mij zijn, Rudi. Maar wanneer men het niet
gewoon is."
„Gij moogt zelfs het stuur bedienen. Ja
zeker. Do stuurpen nu eenvoudig naar
links. Zoo. O, het zal je wel bevallen. Dat
doet gij al prachtig. Een paar riemslagen
en wij zijn voor den wind. Er is vandaag
niet veel wind."
„Nu, mij dunkt, het schommelt reeds ge
noeg."
„Och, gij goede, oude baasGij, landrot.
Zoo, nu het hoofd weg. Bukken, Gustaafje,
bukkenHecdaar, het zeil gaat los. Het
stuur naar rechts, Gustaafje. Zoo."
„Wij slaan om.
„Stil zitten, slechts stil zitten!"
„Ha, de bank beweegt niet ik
De jol lag onder den druk van Ket tame
lijk groote zeil geheel op zijde. Sohauffert
gleed behendig langs den rand van dö
die woorden onduidelijk en zijn bezwaar
niet wegnemende.
Conclusie O. M. 10 October.
De Utrechtsche rechtbank heeft gisteren
den 19-jarigen recidivist J. A. M. wegens
diefstal met braak bij den Keer K., te
Utrecht, overeenkomstig den eisch van het'
O. M. veroordeeld tot 2 jaar gevangenis*
straf met aftrek der voorhechtenis.
Vrije Universiteit.
Verschillende voorstanders van do Vrij©
Universiteit te Amsterdam hebben aldus
meldt men aan het „N. v. d. D." beslo
ten op 20 October, den stichtmgsdag, bij ge
legenheid van het 30-jarig bestaan dezer in
stelling een bedrag van f 25,000 bijeen te
brengen voor het nieuwe gebouw. Met dit
kapitaal zal er dan to zamon. f 50,000 zijn.
Laudbouw-ondenvijs.
Bij genoegzame deelneming, .voldoende
bc'-schikbare onderwijskrachten cn localiteit,
zal in den komenden winter aan de mili
ciens in de verschillende garnizoenen land
bouwonderwijs worden gegeven.
Onteigening Dam te Amsterdam.
Naar vernomen wordt, hebben Gedepu
teerde Staten van Noord-Holland goedge
keurd het Amsterdamsch raadsbesluit no
pens de onteigening van verschillende per-
ceelen van en bij den Dam, en zal er hedca-
namiddag ten Stadhuize een conferentie
worden gehouden, waarin aan de ruim 25
eigenaren van huizen zal worden meege
deeld, hoeveel de gemeene bereid is bij min
nelijke schikking te betalen.
Het i.s echter niet waarschijnlijk, dat de
eigenaars op dit aanbod zullen ingaan en in.
dit geval kan vóór 3 November a.s. (op wel
ken datum de onteigeningster mijn eindigt)
het aanhangig maken van de onteigenings-'
processen bij de rechtbank, door de gemeen
te, worden tegemoet gezien.
Vorkiezingstelegraxuineii.
Bij verkiezing voor leden van regearings-
lichamen werden tot dusverre de bijzondere
maatregelen, welke ter voorziening in to
verwachten druk verkeer waren to treffen,
telkenmale afzonderlijk voorgeschreven. Er
is thans oen regeling vastgesteld, welke
voortaan voor alle verkiezingen zal zijn to
volgen. Het onderstaande wordt aan deze
regeling ontleend:
Op de dagen, waarop een stemming of
herstemming voor een lid van do Tweede
Kamer of van de Provinciale Staten plaats
vindt, blijven do telegraaf, en telefoonkan
toren binnen hot betrokken kiesdistrict ge
legen des avonds onafgebroken open van 4l/g
tot ÏO1/* uur of zooveel langer als noodig
mocht blijken.
De binnen het district gelegen hulptele-
graaf. en hulptelefoonkantoren worden dozxr
hot betrokken controlekantoor uitgmoodigdy
zich ook in de tusschen tij dsche sluitings
uren en na den sluitingstijd op de bovenbe
doelde dagen beschikbaar te houden.
Een gelijk verzoek wordt c.q. door hot
Rijksovergangskantoor gericht tot de spoor-
wegtelegyaaf kan toren in plaatsen, alwaar
geen rijkstelegraaf- of hulptelegraafkantoor
gevestigd is. Hierbij valt op to merken, dat
de kantoren van de Hollandsche IJzeren-
Spoorwegmaatschappij in geen geval langer
worden opengehouden dan tot afloop van
don gewonen dienst en dat door de kan
toran van de Maatsehappij tot Exploitatie
van Staatsspoorwegen aan dergelijke ver
zooken in dier voege zal worden voldaan,
dat do betrokken kantoren na don gewoner
dienst geopend blijven voor de verzending
en de ontvangst van verkiezingstologram-
men, doch niet later dan tot 10l/2 uur
des avonds.
Voor algemeen© verkiezingen geldt boven
dien het volgende:
Op don dag volgende op dien der stem
ming, c. q. op dien dor herstemming, blij
ven do kantoren in plaatsen, alwaar zich
hot h oofdstomburoau bevindt, gedurende do
gewone sluitingsuren des morgens open tot
dat de officieele verkiczingstelegrammen zijn
aangeboden on overgeseind.
boot en maakte het door de lucht dansen
de touw vast. Nog een paar schommelbewe
gingen en het mooie, witte bootje lag goed
voor den wind en schoot over de water
vlakte, geaccompagneerd door een eigen
aardig, zingend geluid. De gelijkmatige
stooten der kleine golven vormden een wie
gend rhythmus.
De assessor was nu een geheel andere
geworden. Alles scheen leven en vreugde
aan hem. Zijn oogen schitterden en zijn
borst, verhief zich. „Ja, weet ge, daarop
heb ik mij altijd den geheelen dag verheugd.
Daarvoor heb ik geleefd. Het kantoor was
ten slotte slechts het beetje moeten. Maar
hier was ik mensch; hier mocht ik dat zijnl
Ach, mijn lieve, kleine „Meeuw"'"
„En denkt gij niet, dat gij haar kunt be
houden?"
Gustaaf sprak met korten en stooten wijl
hij telkens angstig om zich heen keek, in
zekeren zin met zijn blik het evenwicht 'n de
boot trachtte te houden.
Sohauffert legde zijn armen in den nek en
keek over de staalblauwe vlakte heen. „Ik
moet Berlijn verlaten. Ja, ja. Vanmorgen
was ik op het ministerie om eens aan te
kloppen. Maar dat ik als rechter hier er
gens in aanmerking zou kunnen komen, al
was het ook in Rixdorf, geen sprake van.
Neen, neen, met het „gelukskind" wil het
ditmaal niet kereL Men zal mij wel ergens
in Posen stoppen."
„Dat het je eens zoo zou tegenloopeny
had ik nooit gedacht. Ik heb erg met j«
te doenj Rudi."
(Wordt vervolgd.)
y.
S)
„Ik heb nog van mijn leven niet gezeild."
Schauffert laohte. „Dat treft dan prach-
'Üg. Want, weet ge, wanneer wij elkaar pas
\toorgen hadden weergezien, zou ik het ge
noegen gemist hebben, je op de Meeuw"
in de nautische wereld plechtig binnen te
leiden."
„Hoezoo, Rudi? Wat is er dan morgen?"
Hij keek zijn vriend, die een bootsman den
Sleutel voor do ankerboei van de kleine jol
gegeven had, vragend aam.
Een zonderlinge mengeling van laatdunr
kendheid en droefheid lag in Schaufferis
uitdrukking. „Wel, gij moot weten, dat mijn
goede, kleine „Meeuw" morgen wordt ver
kocht 1"
„Ver... kocht?"
„Ja. Mijn bootje en ik moeten gchei-
'dcn. Een nieuwe zeilchib van de Müggelsee
wil het van mij koopen. Ik krijg er echter
nauwelijks de helft van de waarde voor.
Dat is evenwel nog juist voldoende, om de
.paar schulden te betalen, welk© ik heb,
joipdat niemand achter mijn rug een scheef
gezicht zal zetten.. En dan ben ik vogel
vrij".
„Vogelvrij? Ach, Rudi, wanneer meü je
zoo hoort..."
Ja, gij denkt, dat van het bootje afstand
.doen gemakkelijker valt dan nu, laten
«wij zeggen, een dierbaar mensch verft eaen?
ïk heb drie jaar de „Meeuw" gehad. Het
was het ©enige, wat mij over den vreeselij
ken tijd heen geholpen heeft. Gij weet toch,
hoe het mij tegen geloopen is..."
„Het laatste, wat ik gehoord heb, was,
dat gij je voor de regeeringsloophaan wildet
bekwamen."
„Ach, daartoe is het in het geheel niet
gekomen."
„Niet, gij met je relaties, je ouden heer,
den officier, den overste.... ik heb al ge
dacht, dat gij reeds lang regeeringsraad,
landraad of zoo iets waart."
„Neen, neen. Het is mijn ouden neer
nooit voor den wind gegaan. Moeder altijd
ziek. Hoopen schulden. Toen hij gepension-
neerd wast moest hij er nog als burgerlijk
ambtenaar wat bij verdienen,, om mij mijn
toelagen te kunnen geven. Na zijn dood zag
het er voor mij niet zeer schitterend uit.
Ik maakte dus zoo spoedig mogelijk, dat ik
assessor werd, en was daarop werkzaam bij
een advocaat. In het eerst voor twee en
een halve mark per dag."
„Ik ben geheel perplex."
„Dat was ik in het eerst ook. De weg
naar rijkskanselier geheel afgesneden.
Als hoogste doel op de ladder van de amb
ten en waardigheden bleef mij nog slechte
notaris en rechter over. Evenals mijn chef,-
de oude Decker, uit de Stralauerstraat."
„Decker, is dat de advocaat, bdj wien gij
op hot kantoor zijt?"
„Dat was bij. De oude heer is onlangs ge
storven."
„En neemt gij nu de praktijk over?"
Rudi schudde het hoofd. ,,Ik had dit wel
gehoopte Maar Deckers familie 'n bankier
Xaver HoUinde van den Kurfür&tendamm
is boo inhalig, ongelooflijk. Hij liet mij
weten, dat hij contante betaling verlangde
voor het overdragen van het kantoor en de
praktijk. Dat kon ik echter niet doen. Hoe
zou ik er aan komen? Zelfs al had ik vijf
„Meeuwen" te verkoopen. En nu krijgt een
ander het kantoor. Het een of ander jong-
mensch van ouden adel, dat over baar geld
beschikt. En ik zit op het droge."
„Wat wilt gij nu doen?"
„Ja, wat? Weet ik het? Mij „als jong
man" bij een anderen advocaat aandienen,
kan ik niet meer, daarvoor ben ik te oud.
Ik word in December reeds negen en twin
tig. En zelf een kantoor openen, gaat even
min. Tweehonderd jonge rechtsgeleerden
boemelen hier in Berlijn rond, dio niets heb
ben te eten, en reeds juichen, wanneer zij
eens een rekening van een slachter of kleer
maker hebben in te vorderen. Daarvoor
moet men geduldiger en taaier zijn dan ik.
Vlijtiger en niet zoo lui."
„Gij zijt nooit lui geweest, Rudi."
„Toch wel. Zeker. Het is bepaald zieke
lijk. Reeds als ik aktenstof ruik, wordt het
mij geheel wee om het hart. Dat dorre tuig
heeft mij altijd met afkeer vervuld. Gij
weet nietx hoe iemand bij het gerecht genoeg
van het menschdom krijgt. Het zijn knoei
ers, ten minste de meesten, met wie wij van
doen hebben. Maar genoeg daarvan."
De „Meeuw" was intusschen naar de
aanlegplaats geboegseerd en de bootoman
hielp den jongen eigenaar met het losma
ken van het linnen en het uitscheppen van
hert water.
„Weet ge, Gustaafje, wanneer ik genoeg
had van het kantoor in de Stralauerstraat
en van de armzaligheid van mijn beroep,
en dat gebeurde vrijwel eiken namiddag om