N°« T55T2
16 Sept erst toes8»
A°. 1810.
feze (gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Groot Hcdcrlandsch Stndenteneongres.
LEIISCH
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.175. Grootere letter» naar
plaatsruimte. Kleine edvertentiën ran 30 woorden 40 Gent» contant j elk
tiental woorden meer 10 Oents. Voor het incasseeren wordt 0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Oents; per 3 maanden I
Buiten Leiden, per looper en waar agenten geveotigd zijn
Franco per post
f 1.10.
1.30.
1.65.
Leiden, 16 September.
Bij het afscheid in den foysr der Stads-
zaal docr den heer N. Brouwer als direc
teur, der Kweekschool voor onder vijzers en
onderwijzeressen betuigde ook nog een dame
namens de onderwijzeressen di de handwer
ken, die den methodiek-cursus, onder lei
ding van mej. Pel, bezoeken, haar hartelij-
ken dank voor hetgeen de heer Brouwer
ten allen tijde in het belang van het onder
wijs in de handwerken gedaan heeft, en
bood hem tevens daarbij uit naam van de
dames een bloemstuk in den vorm van
een werkmand aan.
Op de gieternamiddag te Hoorn gehou
den algemeene vergadering der Hollandsche
Maatschappij van Landbouw is besloten dat
de volgende algemeene vergadering in 1911
zal plaats hebben te Leiden in de maand
September.
Zooals men weet, zal de af deeling Leiden
en Omstreken dan bij deze gelegenheid een
groote landbouwtentoonstelling organisee-
ren.
Ook over de tentoonstelling nu door de
afd. Hoorn gehouden wordt met lof géspro-
ken.
Op de algemeene vergadering stelde de af
deeling Nieuwer-Amlstel voor: werklieden
of arbeiders in de gelegenheid te stellen, te
gen een vergoeding van f 1, lid te worden,
om zich bij de onderlinge brandverzekering
der Maatschappij ts kunnen verzekeren.
Uit het prae-advies van het hoofdbestuur
blijkt, dat de directeur der onderlinge brand
verzekering het nut van een dergelijken
maatregel ontkent, hetgeen hij in een uitvoe
rig rapport toelichtte. Het bestuur gaf de
vergadering in overweging, dit voorstel aan
t© houden^ totdat blijkt, dat in meer afdee-
lingen dit verlangen wordt uitgesproken.
De afdeeling Enkhuizen en omstreken
steldle voor: het hoofdbestuur wende zioh
tot de regeering met beleefd verzoek, te
.willen bavorderen, dat aan particulieren be
voegdheid kan worden verleend tot het in
enten van varkens tegen vlekziekte. Uit de
toelichting blijkt, dat in drukke tijden het
enten door den veearts eerst na 3 of 4 da
gen geschiedt, hetgeen in spoedeischende
gevallen onvoldoende is.
Tegenover het prae-advieg van hét be
stuur stelde de afdeeling Leiden de motie,
uitsprekende den wensch, deze zaak voor
goed af te doen.
Het voorstel-Nieuwer-Amstel werd daar
op verworpen.
Over het voorstel-Enkhuizen ontspon znch
een uitvoerig debat. Uit verschillende me-
dedeelingen bleek, dat er dikwijls een te
kort aan serum is. De wenschelijkheid werd
uitgesproken hierin verbetering te bren
gen.
Aangenomen werd een voorstel van de
afdeeling Leiden om deze zaak door het
hoofdbestuur te laten onderzoeken en in een
volgende vergadering te behandelen.
In plaats van den heer Jac. Zijp, te Wie-
ringerwaard weid als lid van het hoofdbe
stuur gekozen de bee De Boer, terwijl voor
Zuid-Holland zitting neemt de heer J. M.
Vas Visser te 's-Gravenhage in de plaats
van den heer H. A. Nebbens Sterling te
'Dordrecht, die eveneens niet herkiesbaar is.
Als lid der financieel 3 commissie werd ge
kozen mr. A. Ferf, to 's-Gravenhage.
De heer G. Kruseman, lid van het hoofd
bestuur, deed eenigo mededeelingen over de
richting, waarin 't hoofdbestuur de oplos
sing heeft gezocht-, om te komen tot
een eenvormig sohapenras op Tesse-1, vol
doende aan de eisehen van den handel.
Spreker zette helder op onderhoudende wij
ze uiteen, hoe door toepassing van de wet
van Mendel langs wetenschappelijken weg
resultaten zijn bereikt, welke doen verwach
te^ dat eerlang het gewenschte resultaat
bereikt zal worden.
De voorzitter richtte een woord van harte-
lijken dank tot de aftredende leden van het
hoofdbestuur de heeren Nebbens Sterling en
Zijp voor de door hen bewezen diensten.
Benoemd is tot onderwijzer aan een
«ohool der ,,Vereeniging voot Geref. School
onderwijs' te Haarlemmermeer (Oostzijde.)
do heer E. van Ingen Schenau
Op de voordracht voor onderwijzeres aan
de openb. lag. school te Bhenoy komt voor
mej. A. M. den Ouden, te Oegstgeest.
De burgemeester van Den Haag bij
wien, zooals gemeld werd, het plan bestond
zijn verlof eenigen tijd te onderbreken om
enkele dagen in de Residentie te zijn, is
[Woensdagavond laat aldaar aangekomen.
De burgemeester heeft gistervoorirdddag
'enkele uren ten stadhuize vertoefd, waar
üiij een zeer langdurig onderhoud had met
den wethouder den heer Jansen, die hem
tijdelijk in het burgemeestersambt ver
vangt,
De burgemeester die er welvarend uit
ziet en wiens gezondheidstoestand door het
buitenlalidsch verblijf wel is verbeterd,
lijdt niettemin nog steeds aan slapeloosheid.
Zijn kort bezoek aan de Residentie
baron Sweerts keert heden naar zijn familie
te Locarno in Zwitserland terug strekte
dan ook in hoofdzaak om advies van zijn
geneesheer in te winnen.
Met vrij groote zekerheid kan worden
gemeld, dat do burgemeester in ieder geval
niet vóór 10 November, wanneer het hem
verleende verlof eindigt, zijn ambtsbezig
heden zal hervatten.
Gisternamiddag te 3 uren werd te Am
sterdam de ministerraad gehouden.
De minister van landbouw, nijverheid en
handel, de heer Talma, werd gisteren door
ongesteldheid verhinderd, zich, evenals de
andore ministers, naar Amsterdam to be
geven, ter gelegenheid van het bezoek van
den koning en de koningin der Belgen.
De ongesteldheid is van lichten aardde
minister kon thuis zijn ambtsbezigheden
verrichten.
De prins en prinses van Wied zijn gis
teren in een hofrijtuig naar het Huis de
Pauw te Wassenaar gegaan».
HAARLEMMERMEER. Aan de Chr.
school te Hoofddorp is tot onderwijzer be
noemd de heer J. A. de Jong, van Oostzaan.
Werkzaamheden verrichtende aan een
groote dorschmachine, viel de landbouwer
L. Verhuist boven van het hooge gevaarte.
Hij bezeerde zich vooral aan den rug en ook
inwendig. Geneeskundige hulp werd inge
roepen.
De heer A. W. Sevenhuysen, onderwij
zer aan de o. 1. school te Nieuw-Vennep,
zal, naar wij vernemen, geplaatst worden
aan de openbare school te Hoofddorp om te
voorzien in dj vaoature door het vertrek
van den heer E. van Gcuns, met 1 Oct. a.s.
In plaats •v.".i den heer Sevenhuysen zal
geen nieuwe leerkracht te Nieuw-Vennep
benoemd worden.
Wij vernemen, dat aan de openbare
scholen voortaan de Paaschvacantie zal
vervallen. Daar voor in de plaats komt een
vacantie-week in het begin van Mei. Dit
sohijnt voornamelijk te geschieden, omdat
dan de kachels in de scholen beter gemist
kunnen- worden dan met Paschen.
HILLEGOM. De gemeentebegrootinj over
het jaar 1911 sluit met een totaal bedrag van
f 101,791.50, waarbij aan buitengewone in
komsten en uitgaven f 18,637.41^. De kosten
dor straatverlichting worden geraamd op
f4225; het onderhoud van straten en plei
nen, anders een bedrag van f 500, is nu op
f 1600 gebracht, waarvan f 1080 is uitgetrok
ken voor verstrating en waterafvoer van
den Stationsweg. De subsidie, door de ge
meente te betalen ten behoeve van leerlin
gen, die elders (Haarlem) middelbaar onder
wijs genieten, wordt op f 500 begroot, waar
voor de ouders naar draagkracht aan de
gemeente zullen terugbetalen; de subsidie
aan bewaarscholen in deze gemeente be
draagt eveneens f 500. Voor krankzinnigen
verpleging is f 3850 uitgetrokkenvoor on
derstand aan behoeftigen f4650. In 1911 zal
de gemeente aan rente van geldleeningen
hebben te betalen f9955, terwijl f 11,648.50
zal worden afgelost. De onvoorziene uitgas-
ven worden geraamd op f 2459de kosten
van de aan te brengen automatische lan-
taarnopsteking op f 2187.
Als buitengewone ontvangsten worden ge
boekt o.a. f 16,000, de verkoopprijs van het
postkantoor, met welk bedrag een geldlee-
ning van ongeveer dezelfde grootte, geslo
ten bij de Maatschappij voor gemeentekre
diet, zal worden afgelost. Het batig said a
van de rekening over 1909 bedraagt f 3291,63.
De gasfabriek zal aan de gemeente hebben
te betalen als zuivere winsjb over 1909
f 5309,81, waaraf 10 pCt. voor het reserve
fonds is f 530,98, blijft in de gemeentekas
te storten f 4778,83. Dan betaalt zij verder
aan rente van voorgeschoten kapitaal
f 6265,12i en voor aflossing op die kapitalen
f 5829.33, hetwelk met de voorgaande be
dragen een totaal maakt van f 16,873,28}.
De straat- en riook elasting wordt gesteld
op f 4000 de hoofdelijke omslag op f 24,500
d.i. f 5000 minder dan het vorige jaar.
NOORDWIJK. Hedenmorgen had er een
ongeluk plaats op het bouwkarwei, waarmee
men bezig is aan de R.-K. Meisjesschool
aan do Bronckhorststraat. De opperman
Louis N. stond op een bint, dat uitgleed,
waardoor de man naar beneden stortte van
een vrij aanzienlijke hoogte. Hij werd per
rijtuig naar huis gebracht. Vermoedelijk
heeft de man een been» gebroken, terwijl hij
ook nog andere kwetsuren bekwam.
Gisteravond gaf onze Harmonie-kapel,
directeur de heer G. Verhey Sr., een con
cert op het Lindenplern. Hoe ze juist op
dezen datum, 15 Sept., zoo tot musiceer en
kwam, konden wij niet te weten komen.
Enfin, dat is bijzaak. Hoofdzaak is, dat er
aardige en vroolijke stukken gespeeld zijn,
en dat er den gansdhen avond veel men-
schen op de been waren op enj in de nabij
heid van het Lindenplein. De behoefte aan
een muziektent deed ach alweer gevoelen.
Hoe zit heb toch met de gemeentelijke mu-
«dektent? Het geld is er voor toegestaan
en gedeeltelijk in do gemeentekas. We zul
len maar geduldig afwachten.
STOMPWIJK. Gisteren is in deze ge
meente aan de Kniplaan een zwaar beladen
bak met zand, doordat de ketting brak, ge
zonken. De vaart is gedeeltelijk gestremd.
VEUR. Alhier is plotseling gestorven do
heer J. Metz, eertijds notaris in deze ge
meente. Hij bereikte den leeftijd van 63
jaj-en.
VALKENBURG. Gisternamiddag te vier
uren had aan de Zanderij' onder dezo ge
meente een ougeluk plaats. Bij het ledigen
der ,,kiepkarren" raakte van den werkman
N. B., de duim der linkerhand zóó in de
knel, dat het op het eerste gezioht wel
scheen, of het eerste lid geheel verbrijzeld
was. Na het J eggen a an een voorloopig ver
band werd B. per brik gebracht naar den
heer J. Hueting, arts te Katwijk-Biimen,
die na onderzoek verkaren kon, dat het
beentje niet geschonden was, zoodat behoud
van den duim niet is uitgesloten.
In onze gemeente wordt heden en morgen
het tweede Groot-Nederlandsch Studenten-
congres gehouden, dat beurtelings in Noord
en Zuid-Nederland plaats heeft. Leiden her
bergt dezer dagen dus een aantal dames en
heeren-studenten, uit België vooral, en ook
uit Zuid-Afrika en elders, die zich met de
Hollandsche studenten één gevoelen door
hun taal en zeden.
Gisteravond werden de Congresleden, die
van heinde cn verre waren saamgekomen,
in deze Academiestad, in den foyer der
Stadszaal ontvangen. De zaal zag er recht
feestelijk uit. Eh het bestuur had zich do
muzikale medewerking verzekerd van de
heeren van J. A. v. d. Starp, P. J. Blok,
B. Edersheim, L. C. W. Naéssens on Th.
Uljee. Het programma bestond uit kwar-
tet-muziek van Van Beethoven en Mozart en
eenige soli van den hoer Uljee, mooie pud-
Hollandscho en Vlaamsche liedjes.
De bijeenkomst werd ook bijgewoond door
den rechter-magnicifus, den praesea van
het Leidsch Studentenkorps, den burge
meester cn den garnizoens-commandant ko
lonel De Roon.
Nadat de aanwezigen staande het Wilhel
mus hadden gezongen, verleende de voor
zitter van het Congres, mr. A. M. Joekes,
het woord aan prof. mr. W. v. d. Vlugt tot
het houden der welkomstrede.
Spr. begon met een woord van welkom,
dat tegelijk van een groote waardeering
mocht getuigen, nu schitterende feesten als
voor de vacantie niet te wachten staan en
dus de aanwezigen blijkbaar voornamelijk
zijn gekomen om de zaak die het geldt: te
handhaven en toe te lichten het recht van
onzen stam op zijn plaats onder de zon.
Hij ging voort met er op te wijzen, dat
dit op tweeërlei manieren kan gesohieden,
vooreerst kunnen wij onze titels vragen aan
het verleden en hier weidde spr. uit eens
deels over den roem, dien de Vlamingen mo
gen dragen op de schoonste bladzijden hun
ner geschiedenis, anderdeels op hetgeen
weinige jaren geleden de Zuid-Afrikaanders
hebben gedaan om den naam van onzen
stam groot te maken in de wereld.
Intussohen, aldus ging de geachte rede
naar voort, wij mogen op den roem, die
vroeger anderen voor ons hebben verworven
niet blijven teren en nader de vraag stel
lende wat dan de academische jeugd van
thans te doen vindt om de gemeenschappe
lijke zaak tc dienen, stelde hij vooral dit
denkbeeld op den voorgrond: de broeders
van Zuid-Nederland en van Zuid-Afrika mo
gen niet door zeker ontzag voor de oudere
beschaving der Noord-Nederlanders zich la
ten vorleiden tot slaafsche navolging van
het door dezen gegeven voorbeeld.
Als iedere tak van den stam poogt zichzelf
te blijven is dank zij di© verscheidenheid
het samenleven rijker en schooner. Die ge
dacht© werd nader uitgewerkt met twee
voorbeelden, nl. den meer weelderigen le
vensstaat der Noord-Nederlajidsche studen
ten cn hun korpswezen. Bij ieder dezer twe©
stond spr. geruimen tijd stil.
Tot slot sprak de hoogleeraar zijn inge
nomenheid uit met de ruimte van blik der
Zui d -Nederland sche studenten, blijkende
uit hun ijver voor een eigen hoogeschool,
waarin onderwezen zal worden in hun eigen
taal.
Spr. eindigde met een warm pleidooi voor
de gelijkwaardigheid der Dietsche taal en
met een heilwensch voor het streven der
"Vlaamsche broederen.
Deze keurige, fijn gestyleende rede werd
met warmte en bezieling uitgesproken en
maakte grooten indruk op de aanwezigen,
die zich uitt© in geestdlriftigen bijval.
De heer Joekes dankte nog met een en
kel woord den feestredenaar en sprak ver
volgens over hot doel en de beteekenis van
dit Congres, daarbij wijzond op hetgeen
vooral de Vlaamsche broeders voor de
Dietsohe taalstam in hun land doen. Ver
der werd de avond zeer gezellig doorge
bracht.
Hedenvoormiddag te halfelf werd in het
klein Auditorium der Academie het Con
gres met een kort woord geopend door den
Voorzitter mr. A. M. Joekes, waarna deze
het woord gaf aan prof. mr. M. C. van
Vollenhoven, die een voordracht hield over:
Nederlands plaats en taak tegenover het
buitenland, in 't bijzonder in de Vredesbe
weging."
Spr. gaf allereerst aan, dat als men voor
de ontwikkeling van het internationale le
ven der volken internationale rechtspraak
(arbitrage) en algemeene ontwapening als
de twee hoofdzaken beschouwt, er geen
plaats is voor een bijzondere roeping van
den Nederlandsohen Staat of stam, want de
arbitrage wordt al door de meeste Staten
bevorderd en zelfs een volledige ontwape
ning door Nederland zou de groote mo
gendheden geen slagschip of vesting msader
doen bouwen. Evenwel is naast internatio
nale rechtspraak nr:ets dringender noodig
dan een wereldstrijdmaoht, die als instru
ment en oncler het oog van dien rechter
recht en rust kan handhaven met de daad;
eerst wanneer di© er is en voor zoover zij
er is, zullen de zooveel duurdere nationale
wapeningen van eiken Staat voor zich kun
nen afnemen en wegvallen. Niet Vrede
door recht" derhalve, maar vrede door
zulk een werelcLstrijdmacht als rechten be
schermen; niet algemeene ontwapening,
maar wereld wapening als onvermijdelijk
tussckenstadaum tussrhen de nationale wa
peningen van thans en de rustig© wereld
organisatie eener verwijderde toekomst.
In aansluiting daarmede betoogde spr.
dat om tal van redenen het initiatief tot
het geleidelijk scheppen van zulk een we
reldstrijdmaoht moeilijk van eenig land ge
schikter zou kunnen uitgaan dan juist van
Nederland.
Spr. gaf in een korte formuleering hoe
wij z.i. voor de executie van internationale
vonnissen en voor de handhaving van ze-
kore onzijdigheidsregels een deel van onze
vloot, en als steunpunten van een interna
tionale vloot de havens van Sabang en
Curasao beschikbaar zonden kunnen stellen.
Gebeurden die bereidverklaringen tijdig,
dan zou do derdo vredesconferentie naast
opgewarmdon kost ook een prikkelend
nieuw voedsel ontvangen, dan zou zij moe
ten worden uitgelokt niet door Rusland of
Amerika, maar door koningin Wilh'elmina.
Spr. ontveinsde zich niet dat de regee
ring te dezen niet* zou ondernemen, als zij
niet evenals bij de uitzending van de
„Gelderland" in 1900, de natie achter zich
voelde.
Uit het spontane verbond der studenten
van Nederlandsohen stam moge hun over
tuigend blijken dat die stam nog een roe
ping heeft.
Na hartelijke toejuichingen op deze be
langwekkende voordracht vertolkte de voor
zitter nog de gevoelens van dankbaarheid
der aanwezigen voor het gehoorde.
Hierna gaf hij het woord aan mr. M. Ty-
deman, lid van de Tweed© Kamer der Sta^
ten-Generaal, over het onderwerp: ,,De be
trekking tusschen Nederland en België".
Dat het bestuur hem had gevraagd dit on
derwerp te bespreken schreef spr. toe aan
de omstandigheid dat hij mede-oprichter
is en een der beide voorzitters van de Hol-
landsch-Belgischo commissie. En nu ver
klaarde hij nadrukkelijk dat die Hollandsch-
Belgische commissie niet is een Groot-Ne-
derlandsche zaak.
Er zijn er evenwel die willen doen voor
komen, of onze toenaderingspogingen wel
iets Groot-Nederlandsch zijn en beo ogen, zij
het dan niet uitgesproken, zeide spr. Maar
wie dit zeggen zijn onzo vrienden niet,
meende spr., wat hij nader met uitingen
uit. de Zuid-Ned. pers aantoonde.
Hij wraakte deze uitlatingen ook wegens
de onbetamelijke bewoordingen en stelde
vast dat voor eene, neen voor elke toenade
ringspoging België een eenheid vormt. Te
genover het buitenland staat de Belgische
natie in haar geheel.
Hierna tot zijn eigenlijk onderwerp ko
mend, zeide spr., dat het hem te ver zpu
voeren te spreken over „de betrekkingen
tusschen Nederland en België, maar dat hij
iets wenscht te vertellen van den tegen-
wooixhgen stand van het vraagstuk, dat men
zon kunnen noemen het toenaderingsvraag-
stuk van Nederland en België. Die toena
dering is niet iets van heden of gisteren,
dezelfde gedachte, die nu weder op den
voorgrond is gekomen, duikt telkens met
een zekere hardnekkigheid op. Een zeer be
voegd beoordeelaar, mr. W. H. de Beau
fort, noemde dan ook deze hernieuwde toe
naderingspoging een merkwaardig ver
schijnsel in de geschiedenis der beide aan
grenzende volken. En inderdaad mag dit
alrihis genoemd worden. Het feit dat de aan
sluiting ondanks zeer uiteenloopende lots
wisseling der beide landen, steeds verder
naar bovenkomt,, stempelt deze gedachte
tevens tot een staatkundige meer dan tot
een oultuur-historisoke. Reeds spoedig na
het mislukken der pacificatie van Gent,
was het Marnix van St.-Aldegonde, do bur
gemeester van Antwerpen, die Zuid-Neder
land hoopte te zullen versterken door Ne-
derlandsche onafhankelijkheidszin en durf;
drio kwart eeuw later beproefde de groote
kunstenaar, diplomaat zonder aanstelling.
Rubens, hetzelfde. Beroepsd:plomaten ver
ijdelden oohter zijn pogen.
In de vereeniging van Nederland en Bel
gië tot een Koninkrijk door het Weener
Congres zag men do aansluiting belichaamd.
Het gedwongen samenzijn in 1S15—1830
heeft echter veel meer gestrekt tot verwij
dering of afstooting dan tot toenadering en
verbroedering.
Omstreeks en Da 1975 ziet men het toe-
naderingsvraagstuk in den vorm van een
tolverbond omhoog komen. Het heeft toen
zelfs de regeeringen der beide landen ern
stig bezig gehouden.
In tijdschriftartikelen werden deze denk
beelden verdedigd en bestreden. Eenig re
sultaat werd ook nu niet bereikt.
Een andere poging deed de heer Beer-
neart. Hij vertelde de Commissie in zijn
openingsrede in November 1907, hoe hij ge
durende zijn eerste ministerschap, leden
van het Haagsche Kabinet officieus onder
hield over de mogelijkheid van een econo
mische toenadering en dat hij als eerste uit
drukking van de vriendschappelijke gevoe
lens der Belgen voorstelde een Nederland-
sche Academie te stichten, gemeenschap
pelijk aan beide landen, met twee zetels,
een te Leiden en een te Gent.
Spr. kwam eindelijk tot do Holl.Belgi
sche Commissie en schetste liaar ontstaan
beginnende met liet interview door den
heer Baie bij spr. en verder aantoonende
dat de opzet van Baie en zijn vrienden
tweeledig was; een tolverbond: entente coo-
nomique, een militairverbondentente mi
litaire, en dezo plannen zouden in een bij
eenkomst van leden van de parlementen der
berde landen besproken en uitgewerkt kun
nen worden.
Op 4 November 1807 hield do Commissie
haar eerste en constitutieve vergadering on
der leiding van den minister van Staat
Beernaert. Van de Nederlandsche zijde was
het onze tegenwoordige Minister-President
mr. Heemskerk die de leiding op zich nam.
Er is toen opgericht een oommissie be
staande uit 58 leden, de helft Belgen, de
helft Nederlanders. Zij beschouwde zich als
een orgaan der publieke meening. Zonder
opdracht van iemand, zonder andere auto
riteit, dan die van haar individueele leden,
stelt zij zich voor de publieke meening voor
te lichten en waar het pas geeft zich tot de
gouvernementen der beide landen te wen
den.
Het veld harer werkzaamheid heeft zij
bij haar oprichting omschreven. Met uitslui
ting van dc politiek stelt zij zich voor be
paalde en vooraf aan de orde gestolde
vraagstukken van economisch belang voor
de beide landon te doen bestudeeren en zoo
mogelijk tot een practische oplossing to
brengen.
Ook Let militaire vraagstuk werd uitge
sloten, want daarmede zou de commissie
hot terrein der internationale politiek te
nabij komen.
Met het bespreken der werkzaamheden
kwam spr. tot het derde deel zijner rede:
de be teekenis van de jonge instelling, door
mr. Heemskerk op de constitutieve verga
dering aldus omschreven: het bestudeeren
van do onderlinge betrekkingen, het onder
zoek hoe die betrekkingen kunnen vermenig
vuldigd worden; hot nagaan wat gedaan kon
worden om het elkaar gemakkelijk te ma
ken en het opruimen van hinderpalen in
wetgeving of rechtsinstituut.
Spr. noemdo dit een groot en beteekenis-
vol werk, in het bijzonder waar het geldt
twe© nabuurstaten, wier nijvere en werk
zame leer talrijke bevolkingen in dagelijk-
sche aanraking en verkeer met elkander
staan.
Vooraan staat de beteekenis der Commis
sie ter bevordering van de verkeersbelan-
gen zoo materieele als intellectueel© der
beide volken.
Doch daarnaast heeft zij een niet minder
gewichtige beteekenis: de banden tusschen
de burgers van de beide landen Dauwer aan
te halen. Hoe do commissie dit doel wil be
reiken werd door spr. nader aangegeven.
Spr. besloot met deze treffendo woorden:
Bevoorrecht als wij zijn door onze geogra-
pbische ligging aan den hoofdingang van
Europa, door ons klimaat on bodem door
eeuwenoude welvaart en roemrijke tradition,
zijn wij verplicht den standaard van bescha
ving en vrijheid hoog te houden waar dezo
gevaar loopen. Maar allereerst dan ook de
zorg voor het eigen, onafhankelijk bestaan,
de vaste onwrikbare wil dat bestaan te band-
Haven en te verzekeren.
Gezamenlijk die wil te koesteren, het be
wustzijn levendig te houden, dat het lot
van beide landen één is, is ten slotte heu
doel en de betoekenis van elke toenadering.)