DRIJFZAND.
In de Parijsche straten.
RECEPT.
In (Jos t-Pruis etas laagvlakten, in den
'■>mtrek van Jwt Koerische Haff, vindt men
gevaarlijke pla&teen. Wandelt men daar
langs de kust, dan komt men plotseling
in een niet benijdenswaardigen toestand. Het
zand, dat tot nu toe vast en hard scheen,
«'ijkt nu onder tiw voeten; zij zinken er
langzaam dieper in, de pogingen ze er weer
uit to trekken, willen niet gelukken; inte
gendeel, ge voelt u al dieper wegzinken.
Het zand dreigt u werkelijk te verslin
den en toch' kunt ge u gemakkelijk redden.
Ge behoeft u slechts plat neer te werpen,
om door kruipende en roeiende bewegin
gen van het beweeglijke op het vaste zand
te komen. Zoo «ontkomt de meusch bijna
altijd het gevaar. Dieren evenwel kunnen
sach op deze wijze niet bevrijden en komen
jammerlijk om.
Ei- zijn landstreken, waarin dit natuur
verschijnsel zich in veel sterkere mate;
Voordoet, en dan ook natuurlijk voor den
mensch gevaarlijk wordt.
Berucht in dit opzicht is het strand bij
de beroemde abdij St.-Michel in Norman-
dië. Deze abdij, een prachtig gedienkteeken'
van de middeloeuwsche bouwkunst, is er
op een rots gebouwd, die zich bij vloed als
een eiland voordoet, bij eb evenwel, als de
zee zich over een afstand van kilometers
terugtrekt, door een zandig strand met den
yasten wal verbonden' is, en dan droog
voets bereikt worden kan.
Tegenwoordig voert een 1500 M. lange
dam van Pontorson naar de abdij, waarop
men ten allen Jijde veilig het rotseiland
bereiken kan; vroeger was de weg over:
het strand als zeer gevaarlijk bekend en
ook heden nog betreedt men hein niet gaarne.
Toch trekt men uit dorpen, die niet juist
pan den straatweg van Pontorson liggen,
altijd dwars door het bij eb droge zand
jiaar St.-Michel. De wijze echter, waarop
men per rijtuig de zandvlakte doorkruist,
toont, dat men den grond slechts ton halve
Vertrouwt, de paarden zijn achter elkaar
gespannen en .voor hen uit gaat een er-
Varen gids, die voortdurend den, bodem' met
fcijn voeten onderzoekt.
Op dit strand bevinden zich' juist de ver-
Vaderlijke drijfzandkommen, die zich slechts
hierdoor aan pen deskundig oog kenbaar
maken, dat jtet zand volmaakt glad en wat
donkerder getint is dan het omringende.
Soms ook ontbreken zelfs deze kenteeke-
jaen en dan zijn de kommen inderdaad,
hoogst gevaarlijk. Wel zijn er enkele, die
«even onschuldig zijn als die van het Kocrt-
fcche Haif, maar dat zijn er maar weinig.
De onderaardsche stroom in gen zijn liieri
Veel sterker en dieper. Men heeft zware ge-
Wichten aan lange lijnen bevestigd en in
het drijfzand laten zakken; het zand slokte
Ze langzaam op en ook zoo de lijnen.
jDaarom noemt men deze verschrikkelijke
afgronden „bodemloos", natuurlijk mon
den zij in werkelijkheid in zoe uit. Eenigo
dezer dLrijfzamdkommen zijn ongevaarlijk,
het zand is ntet weinig watm vermengd en
tamelijk dik, zoodat het verzinken slechts
langzaam in zijn werk gaat en de mogelijk
heid bestaat, zich plat noar te werpen en
'pich zoodoende te redden.
1 Men vertelt, dat in vroegere tijden', toen
'ie dam nog niet gebouwd was, ieder jaar
Oen dertig- of zelfs een, veertigtal men-
>chen in het drijfzand lovend begraven
Verden.
Dan zag men van de muren van het vei
lig staande klooster, hoe in de verte een
ongelukkige mot deze diepten worstelde,
meestal was h6t reeds te laat hem hulp te
brengen, en dan liet men het doodenklokje
luiden en bad voor een menscli, die zich in
doodsgevaar bevond. 3t--Michel wordt te
genwoordig door .vele toeristen bezocht,
maar geen .van hen waagt zich zonder een
met deze streek goed vertrouwden gids in
de ontzettende zandvlakte, want ook in den
laatsten tijd zijn weer ongelukken voorge
komen.
1 Twee jaar geleden kwam een boei- uit de
omstreken met paard en rijtuig te St.-Mi
chel; hij had zijn vrouw bij zich. Daar hij
meende het strand door .en door te kennen,
ging hij zonder gids .op weg paai; huis.
Uit de vensters der abdij zag men hoe in
do verte plotting ©m der paarden stei
gerde en. het rijtuig zijwaarts trok; op het»
z<dide ogenblik scheen do grond zich te
openen, de paarden bewogen zich niet meer
van de plaats ©n binnen weinige oogen-
blikken was het voertuig met menschen en
dieren geheel verdwenen.
Het lot van dengene, die bij dag in Ket
drijfzabd verzinkt, is nog niet hopeloos,
daar de mogelijkheid niet is buitongsslo-
ten, dat een voorbijtrekkende reiziger red
ding brengen komt. Maar in den nacht, als
de duisternis rondom is en' niemand den
in doodsgevaar v>.r kernen de op kan merr
ken, is de toestand anders en veel gevaar
lijker. De grootste vijand der strandwande-
laars van St.-Michel is evenwel de mist.
Hij komt hier niet zelden voor en hangt
meestal zeer laag. Hij bedekt het land
slechte tot een hoogte van drie of vier
meter, maar is zeer dicht, zoodat men
slechts enkele schreden voor zich uit kap.
zien.
Het ergste is evenwel, dat hij geheel on
verwacht komt, en in weinige minuten den
.voetganger omhult.
Deze geraakt onder zulke omstandighe
den in vertwijfeling en verliest langzamer
hand geheel het hoofd. Hij dwaalt rond,
meest in oen kring, en wanneer hij niet in
het drijfzand geraakt, dan verliest hij toch
kostbare uren, gedurende welke de vloed
is opgekomen, die hem zacht gaat omspoe
len en eindelijk met zich mede in het koele
water graf trekt.
Daarom worden te St.-Michel bij nevelig
weer de klokken geluid; men slaat de trom
men en laat van tijd tot tijd de trompet
weerklinken. Niettegenstaande dit alles
heeft juist em van de meest ervaren gids-en
van St.-Michel in den mist zijn leven ver
loren.
"VVilde dieren kinnen meestal de gevaren,
die de drijfzandkoinmen bieden, en weten ze
te ontwijken. Van de huisdieren zijn slechts
de paarden met het gevaar vertrouwd.
Het schaap, dat op IJsland in groota
kudden gehouden wordt, is minder verstan
dig. Op de hooggelegen weiden verdwijnen
ieder jaar ongeveer 30,000 tot 40,000 dezeq
dieren; een deel wordt den roofdieren tot
buit, maai- velen komen in het drijfzand om.
Rond St.-Michel vindt men uitgestrekte
weiden en de schapen en runderen, die daar
grazen, geraken somtijds op de gevaarlijke,
zandige vlakte. De arme dieren weten zich
zelf dan niet te helpen. Wordt liet ongeval
te rechter tjjd bemerkt, dan kan men
koeien en ossen redden, door hun planken
onder het lichaam te schuiven, zoodat ze
niet dieper kunnen zinken. Daarna kunnen
zTe met touwen in de hoogte getrokken en
pp deze wijze aan den zapddood ontrukt
worden. Meer dan runderen geraken scha
pen op de drijfzandkommen.
Voor dezen is het drijfzand nog veel ge
vaarlijker; door liun wanhopig spartelen
zinken ze al dieper en dieper; daar ze
maar klein zijn, worden ze door het zand
in korten tijd verslonden.
Kort geleden kwam een kudde van 200
stuks in een dezer kommen om.
Eerst liepen slechte weinigen gevaar,
maar door de angstkreten, die zij bij hun
zinken uitstieten, lokten zij het overig deel
der kudde, waarop ten slotte alle jam
merlijk den dood vonden. Een treurig lot,
maar toch ook een echt schaapachtige ka
meraadschap. Eenmaal heeft hetx drijfzand,
naar de Kroniek van St.-Michel meldt, zelfs
een schip verslonden.
In het jaar 1780 werd een tamelijk groote
bark door den storm op het strand ge
worpen, en geraakte in een der kommen.
Toen de zee zich terugtrok, begon het vaar
tuig te zinken en verdween roet mast en
zeilen in minder dan 24 uur. Waar sleurt
het drijfzand zijn offers hem
In onbekende diepten worden ze gevoerd,
want overblijfselen van het verdwenene heeft
men nooit gevonden.
In verschillende Parijsche couranten wordt
geklaagd over de toenemende volte van
voertuigen in de straten van Parijs.
Ga iaaar eens flaneeren, verzuchtte iemand
in de „Gaulois", tusschen' allerlei machines,
die tuet dood etn verderf dlnaigere, te mid,w
den van een allerverschrikkelijkste herriep
die de geoofendsbo bewandelaars van het Pat
rijsche plaveisel verbijstert, verdooft eii
half gek maakt. Om de laatste wandelaar*,
de laatste drentolaar3, die ietwat belachelijk
geworden vertegenwoordigers van een voois
historisch tas, denkt niemand. Blijven Z9
koppig volharden bij hun lang uit den tijd
geraakte gewoonten, dan worden zij ge-',
woon verpletterd. Dat zijn de noodzakelijk^
heden van het moderne leven. Daar is alleaj
!mee gezegd. Het moet snel gaan en toch,
in onze dagen zijn de meest gehaasten zij,
die niets te doen hebben. Want Parijs, waar
de voetgangers ten doode gedoemd zijn, wordt
zonder twijfel voor hen, die van snelheid
houden, de onaangenaamste stad van de
wereld. Daar er bij den aanleg der open
bare wegpn geen rekening'gehouden is met
de nieuwe vervosrmachines, is .er ^elkens
op hoeken van' straten opstopping. Hoe meer
voertuigen .er komen, hoe langzamer het
verkeer gaat. Van vieren tot zevenen in
den namiddag heeft men, om met een tuf
door Parijs te gaan, meer tijd noodig don,
twintig jaar geleden jaet een onverschil
ligen omnibus. En de Parijzenaar, wiens
rijtuig een kwartier moet blijven staan op
den Boulevard Haussmann, hoek Tronchet-
straat, wordt kwaad op de poiitie en vergt
van Lépine, dat hij een oplossing vindt
.voor „het vraagstuk van het verkeer."
De politie doet wat ze kaai om dien on-i
aangenamen warboel te voorkomen. Zoo zijn
er al te drukke straten, waar rij- en voer
tuigen niet aan beide zijden mogen inrij
den. De politie vaardigt wijzi en schran
dere voorschriften uit. Maar ongelukkiger
wijze worden die voorschriften altijd over
treden; de agenten kunnen niets doen tegen
de algemeene ongehoorzaamheid en de beste
bepalingen zullen niets uitwerken, zoolang
ze niet met de uiterste gestrengheid wor-.
den toegepast.
Maar, zoo spoit de schrijver in de „Gau
lois", van een zijde, waar men het niet
verwacht zou hebben, komt er hulp opda
gen voor de politie, nl. van de vakvereeni-
ging vap. koetsiers en chauffeurs van clei
Seine. Zij stelt aan het openbaar gezag voor,
sanien te werken ter verbetering van den
toestand. Onder verschillende geneesmidde
len doet zij vooreerst dit aan de hand: de
prefectuur van politie mo^t zich verstaan;
met de belanghebbenden. Nu denkt u zeker,
vervolgt de spotter in de „Gaulois," dat „da
belanghebbenden" het publiek zijn. Maar Han
kent ge den geest der vakvereeniging wei-,
nig. De belanghebbenden, dat zijn de koete
siers, )d^ chauffeurs, die slachtoffers zijn,'
van het kras optreden der politie. Met!
dezen moet de prefectuur het eeps wor-,'
den. De agenten, zegt de algemeene secret
tans der vakvereeniging, moesten veel min-:
der streng zijn en slechts van overtredingen
nota nemen, wanneer er duidelijk bleek,'
dat er onwil in het spel was. Wat zegt
ge va,n dit middel vraagt de schrijver
in de „Gaulois." De algemeene secretarie
verzekert nog, 'dat deze vrije verhouding
in sommige steden van Amerika een uitste
kend resultaat heeft. We willen het wel
gelooven, antwoordt hierop de „Gaulois,''
maar we vragen toch den, heer Lépine niet
op te houden „kras op te treden," wan
neer we zonder ironie zoo kunnen noemen
het genoeglijke laten gaan, dat in deze
tijden in de straten van Parijs als elders
bestaat.
Eierenop ZwitsersoEe manier.
Een vuurvaste schotel wordt met boter
besmeerd; men breekt daarin vier eieren;
zorgt, dat de dooiers boel blijven, en be
strooit ze met een paar lepels geraspte
Gruyère-kaasvoeg er wat zout, peper en'
notemuskaat bij. Een maatje room wordt
tot slagroom geklopt, men roert er nog een
lepel kaas en wat gehakte peterselie door
en voegt het bij de eieren. Dezen schotel
plaatst men tien minuten in een zeer war
men oven en men presenteert er geroosterd
brood bij.