No. 15437.
LEIDSGH DACrBLAB, Bonderdagf 13 Augustus. Tweede Blad.
Anno 1310.
FEUILLETON.
Een zwas*e slrijsü.
Uit de „Staatscourant".
Het Slachthuis-rapport.
<f III.
'Wij hebben de vorige maal gezien dat vol
gens de meening van de Commissie in de
.eerstvolgende tien jaren het tekort van het
ISlachthuis met een bedrag van f 2000
if 2800 kon worden verminderd, indien in
[plaats van de werkelijk betaalde kosten van
rente en aflossing een vaste annuïteit ten
laste van de exploitatie wordt gébracht.
Voor de gemeentekas zelve zou dit even
wel geen voordeel geven, omdat rente en
aflossing toch moeten worden betaald.
(Daarom is de vraag op welke wijze het te
kort zou kunnen worden gedekt of 'ver
minderd door de eigenlijke exploitatie van
yeel grooter beteekenis.
Kunnen dé uitgaven voor het bëdrij'f wor-
fden verminderd, de inkomsten vermeer
derd, dan wordt daardoor het tekort inder
daad kleiner.
Laat ons daarom eens nagaan wat de
'Commraissie van de •explbti'tahie zelf op
merkt.
Zij begint met de uitgaven.
In vergelijking met andere Slachthuizen
ïnaakt Leiden daarin geen gunstig figuur.
Over de jaren 1905—1908 heeft het totaal
«der jaarlijksche uitgaven te Leiden bedra
gen f33,753, te Groningen f37,499, te Nij
megen f 30,056, te Maastricht f22,336 en te
'{Utrecht f 47,425. Het zij men bij de beoor
deel: ng dezer cijfers het zielental dier ver
schillende gemeenten, het zij men en dit
ivporal het aantal per jaar geslachte die-
!ren in aanmerking neemt, in beide geval
len blijkt het Lecdsche cijfer buitengewoon
hoog te zijn.
Het zou echter onvoorzichtig wezen,
daaruit zonder meer eenige conclusie te
itrekken, doorvoor moet men eerst de ver-
BcAillende onderdeelen der uitgaven nagaan
^Zoowel bij de kosten van veevoeder als
hij die van hooi en stroo blijkt Leiden
bovenaan te staan. Terwijl Leiden vor>T
{veevoeder gemiddeld uitgaf f 633 per jaar,
{besteedde Groningen voor dit doel slechts
ff 112 en Utrecht f 150. En zoo beliepen, o^k
de kosten van hooi en stroo voor Legden
ff 992 gemiddeld, terwijl Nijmegen hiervoor
Blechts f 521 en Utrecht f 285 uitgaf
Reden tot bezorgdheid geven deze hooge
bijfers voor Leiden echter allerminst. Inte-
j igendeel, er kan alleen reden zijn om er zich
iover te verheugen, omdat er uit blijkt, dat
in Leiden van do stallen een veel drukker
gebruik gemaakt wordt dan elders. Deze
jboogere uitgaven worden dan ook meer
i'dan opgewogen door de hoogere opbrengst
jivan liet stalloon in Leiden: Leiden gemid-
i'deld f 2826, Groningen f 248, Nijmegen f 633,
(Maastricht f 507, Utrecht f 1555. De ©enige
;ifcroost dien de Commissie geeft, is, dat d6
«aankoop mogelijk op voor de gemeente
«enigszins voordeeliger wijze zal kunnen
j [plaats hebben. De directeur zou daarover
inog eens nader zijn gedachten laten gaan.
i/We behoeven ons daarvan echter niet veel
I ivoor te stellen. Men zal tot dusver toch ook
jwel zijn best gedaan hebben de voordeelig»
ste voorwaarden te bedingen. De posten
•gas- en waterverbruik zijn voot
J [Leiden ook niet gunstig inzonderheid de
j laatste niet. "Voor Utrecht bedroeg het ge-
j ïniddelde waterverbruik f 107, in Leiden
i gemiddeld f 587 per jaar. Hetzelfde geldt
ongeveer voor Nijmegen en Maastricht.;
j 'Maar dit is niet de schuld der directie.
I {Waar genoemde gemeenten kosteloos van
liWaal-, Maas- en Vechtwater gebruik mar
i iken, is Leiden op duur duinwater aangewe-
I zen, sedert de grondwaterbronnen langza-
merhand geen water meer leveren.
De Commissie geeft nu in overweging
j grachtwater door filtratie of andere reini-
I ging voor huishoudelijke diensten geschikt
j te maken.
Wij herinneren er aan dat dit al meer
;öan eens overwogen is en zelfs wel
'eens toegepast. Het resultaat was toen
.ïiiet gunstig. De zuiveringskosten liepen
te veel op.
Maar waarom is de Leidsche Duinwater-
(maatschappij bij zulke groote leveranties
.laan de gemeente ook niet wat' billijker
1 iZou het gemeentebestuur daarop nog niet
léens ernstig aandringen?
i)
<fcL I.
„Ben je haast klaar, Lorenzen? Of moet
5k hier van dorst omkomen?"
„Dat duurt nog wel een goed tijdje, mijn
beer Bulder."
„Bij u duurt altijd alles een goed tijdje,
Lorenzen
„Dat doet het ook, mijnheer Bühler."
De gemakzuchtige logementhouder zei
öat zonder zich ook maar in het minst in
tijn gewichtigen arbeid te laten storen. Hij
stond namelijk op een stoel midden in het
6alon, zooals de kamer voor de meer aan
zienlijke gasten in het hotel genoemd werd,
.en was bezig om de groote petroleumlamp
aan te steken, die aan den zolder hing. Hij
had juist het glas er afgenomen, klemde
'dit onder zijn linkerarm en zocht met de
.rechterhand in de ondoorgrondelijke diepte
,van zijn vestzak naar 'n zwavelstokje. „Voor
élk goed ding is ook een goede tijd noodig.
En zoo'n moeilijke lamp is net als een
mensch. Die wil ordentelijk behandeld wor
den. Maar wat de vrouwen zijn, vooral als
te jong zijn, die zijn altijd zoo vluchtig."
Betreft dat je dochter Marie, Lorenzen?"
„Dat gaat u niet aan, mijnheer Bühle>rT'
Beiden lachten. En nu had Lorenzen
éindelijk het zwavelstokje gevonden. Hij
iWreef met de lange zijde nog eens over de
pit, tilde daarna, kunstig op het linker
been balanceerend, het rechter een weinig
op en streek het aan op zijn broek. Dat
Intusschen is hier weer een van de oor
zaken van h'et tekort aangewezen, waar
voor niemand een verwijt is te maken.
De kosten van onderhoud en
die van hot gebruik van maohinema-
t e r i a 1 e n zijn in Leiden vergelijkende!
wijze ook niet hoog. In Groningen zijn dez©
uitgaven gemiddeld f 2800 hooger, in Nij
megen bijna f 300 en in Utrecht bijna f 4200.
Deze cijfers toonen wel aan, dat er
dit punt in Leiden niet te bezuinigen valt
Ook over het verbruik yanstecn-
kolen valt voor Leiden niet te klagen,
In alle andere slachthuizen zijn de uitga
ven van steenkolen vrij belangrijk hooger
dan in Leiden, in Nijmegen zelfs niet min
der dan f 1700 gemiddeld per jaar Nij
megen heeft echter ook een veel grootere
ijsproductie do:h ook Maastricht over
treft Leiden nog met gemiddeld f 500. Het
zou kunnen zijn, dat niet gepaste zuinig
heid hiervan de oorzaak was, maar dat de
temporatuur in koelhuis en vóórkoelhuis te
wenschen overliet. Maar niets is minder
waar dan dat. En indien er ergens reden
is om over het Leidsche Slachthuis met lof
te spreken, dan is 't zeker waar, dat 't de.
verzorging van do koelhuisruimte geldt.
Nergens heeft de Commissie in dit op
zicht een zoo uitstekenden toestand aange
troffen als in Leiden. En het is haar aange
naam te verklaren dat ook naar het oordeel
van de onmiddellijk belanghebbenden :élf,
de slagers, op de verzorging van koelhuis
en voorkoelhuis te Leiden inderdaad niets
valt aan te merken.
Tooh wil de Commissie hier een beetje
bezuinigen. Aanschaffing van duurdere,
maar dan ook betere steenkolen zou op den
duur misschien voordeeliger voor het Slacht
huis uitkomen meent zij.
Men stelle er zich maar niet te veel van
voor.
In de rubriek bureau- en labo-
r atoriumkosten neemt Leiden de
eerste plaats in. Leiden overtreft Nijmegen
met f 400, Groningen met f 5C0, Utrecht met
f 710 en Maastricht zelfs met 1000.
Hier is dus weer een der oorzaken van
het Leidsche tekort blootgelegd. Immer3
waar tegenover de mindere uitgaven op dit
hoofd anderzijds geen verhooging van ont
vangsten staat, daar moet al hetgeen deze
post aanwijst, als zuiver verlies worden
aangemerkt.
De algemeene oorzaak nu waarom de kos
ten van het laboratorium in Leiden zoo be
duidend hooger zijn dan in andere slacht
huizen, mag als bekend worden veronder
steld, zegt de Commissie.
Ieder weet dat gevallen van tuberculose
ging echter niet zoo gemakkelijk; hij moest
een tweede zoeken en daarbij weer op zijn
beide voeten gaan staan.
„Dat komt van je gierigheid, Lorenzen.
Waarom plaag je ons en jezelf met die
afschuwelijke, ouderwetsehe zwavelstokken,
in plaats van behoorlijke Zweedsohe lufi-
fers aan te schaffenGierigheid is de wor
tel van alle kwaad, Lorenzom"
De jonge man, die gemakkelijk in eon
hoek van de oude leeren canapé zat, lach
te opnieuw. Maar daarna scheen hij iets
als medelijden met den ander te voelen,
die maar niet met zijn lamp kon klaarko
men. Hij stond op, haalde een doosje lufi-
fers uit rijn zak, stak er een aan en reikte
die aan. „Daar, Lorenzen; je verdient het
wel is waar niet,, maar mijn dorst is nog
grooter dan mijn leedvermaak."
„Dank u, mijnheer Bühler. Het was an
ders zoo ook wel gegaan."
De lamp brandde, Lorenzen klom lang
zaam van den stoel, zette dien op riju
plaats, zocht zorgvuldig naar het eerste af
gebrande zwavelstokje, dat hij op den grond
had laten vallen, en ging daarna naar het
buffet, om rijn gast een glas bier in te
schenken. Deze nam een groote slok en veeg
de met den rug van de rechterhand zijn
knevel af.
„Het bier is goed, Lorenzen
Lorenzen knikte. Hij stond bij het altijd
aan zijnde, licht, dat aan den wand, onder
een groeten, blinkenden waterketel, braad
de en maakte voor zichzelf een glas grog
klaar. Heel langzaam en voorzichtig, als
hing wie weet hoeveel van de bereiding af,
waarin hij. zich toch iederen dag wel hon
derdmaal oefende. Wel is waar voor zijn
onder het vee in Holland oneindig veel
meer voorkomen dan in Groningen, Utrecht,
Gelderland en Limburg.
Deze toelichting en de nadere uitwerking
daarvan is, om daaruit het hooge cijfer te
verklaren, wel wat al te vaag. Waarom
heeft de Commissie bij dit frappante ver
schil ni:t wat langer stilgestaan? Het is
haar toch bekend sommige harer leden
hebben er in den Raad Inisschien wel eens
over gesproken dat er*van het Slachthuis
te veel werd gemaakt een inrichting, waarin
de wetenschap werd beoefend en de vele
proefdieren werden dan daarbij ten tooneele
gèvoerd, die zouden eten op gerpeente-
kosten.
Is daarvan de Commissie niets gebleken?
Zoo neen, dan had zij de geruchten, die
daarover rondgaan, wel eens mogen tegen
spreken.
Bij de andere posten hoorden wij aan het
slot meestal een aansporing tot bezuiniging
die mogelijk zou zijn. Of dit hier ook moge
lijk is krijgen we nu althans met te lezen.
Wij zouden het haast wel deuken.
Zoo komen we ten slotte bij de laatste
rubriek der uitgavende jaarwedden
en 1 o o n o n waaraan de Commissie het
grootste deel barer beschouwingen wijdt.
Het cijfer der bezoldigingen is in Leiden
bijzonder hoog. Het gemiddelde over de ja
ren 1905—1908 bedraagt slechts f.200 min
der dan in Groningen al móet ér dadelijk
op gewezen worden dat in 1908 in Gronin
gen f 1000 meer aan salarissen werd uitge
keerd dan in Leiden. Leriden overtreft Nij
megen met bijna f 4000 en dit, hoewel in
Groningen 2£ maal zooveel ep ook in Nij
megen belangrijk meer geslacht wordt dan
hier. Maastricht, waar bijna 2' maal zooveel
dieren geslacht worden geeft nietsera u
f 7000 minder aan salarissen uit, en Utrecht,
waar het geheele Slachthuis op v-Ael groo
ter schaal is ingericht dan te LeiUn, maai
dat overigens veel beter dan het Maas-
trlchtsche met Leiden kan worden vergele
ken, overtreft Leiden met niet meer dan
f 5200, hoewel ook hier dit bedrag in 1908
plotseling tot f 6700 is gestegen.
In den korteren duur der werktijden,
behoeft althans voor zooveel de werklieden
betreft, de reden niet te worden gezocht,
waarom hun aantal in Leiden grooter zou
moeten zijn. De werktijden komen vrijwel
op hetzelfde neer maar het maximum aantal
werkuren is in Leiden eer grooter dan klei
ner dan elders.
Let men nu allereerst op Ret totaal aan
tal ambtenaren, dat aan de verschillende
slachthuizen verbonden is, dan treft het al
:-kotel in Znid-Tyrol.
gasten niet altijd met zooveel voorborg als
nu -voor zichzelf.
„Je bent een lekkerbek!" zei de ander
uit zijn hoekplaatsje.
- En Lorenzen boog nadenkend het dikke,
grijze hoofd: „Kijk oens hier, mijnheer Büh
ler, zoo'n grog moet met liefde worden ge
maakt. Want zoo'n grog is..."
„Die is als een menscbDat kennen we
al, LorenzenBrouw voor mij dan ook eens
zoo'n mensch, maar een behoorlijken. Wees
nu eens verstrooid, en denk, dat het voor
jezelf is."
Het werd een oogenblik stil in het tame
lijk groote vertrek. Alleen het water in dm
ketel zong zacht. Lorenzen stond voor liet
venster en liet de gordijnen zakken. Mijn
heer Bühler had de „Kielsche courant" ter
hand genomen, maar de inhoud scheen hem
niet zeer te interesseeren. Spoedig liet hij
het blad zinken en greep weer naar zijn
grogglas.
„Men zou hier zoowaar aan den drank
rakon. Uit verveling namelijk. Waar jatten
vandaag toch eigenlijk de andere heer en,
Lorenzen?"
„Wat die zaak met mijn grog betreft,
mijnheer Bühler, die kunt u gerust drin-
ken. Daardoor is nog geen mensch aan den
drank geraakt, want dat komt meer van
foezel en zoo."
Lorenzen ging tegenover zijn gast aan
de tafel zitten, wijdbeens en met de reus
achtige vuisten op zijn knieën leunend. „En
wat de verveling betreft, die is zeer ge
zond voor u, zegt dokter Jensen altijd. Als
men namelijk te voren behoorlijk heeft ge
werkt. Nu, u zult op uw bureau wel heel
veel te doen hebben. Ja, die schrijvers...
aanstonds, dat terwijl het Leidsche Slacht
huis 11 ambtenaren telt, er aan hét Nij-
meegsche slechts 6 verbonden zijn. Dit on
begrijpelijk verschil wordt echter eenigszins
opgehelderd wanneer men ziet, dat Leiden
slechts 8 stalknechts, werklieden en oppas
sers h'oeTt en Nijmegen 's winters 11 en
's zomers 13 werklieden telt. Neemt men de
ambtenaren en de werklieden te zamen,
dan blijken de oijfers als volgt te zijn: Lei
den 22, Groningen 22, Nijmegen 17 19,
Maastricht 15 a 16 en Utrecht 29 a 31.
Gelet op het aantal ambtenaren en werk
lieden is het dus geen wonder, dat het cij
fer van jaarwedden-en loonen in Leiden. zoo
ongunstig is. Hoe is dat betrekkelijk groot
aantal te verklaren?
Het zag er op het Leidsche Slachthuis al
lerkeurigst uitin dit opzicht kon de
Leidsche inrichting de vergelijking met de
andere slachthuizen glansrijk doorstaan.
Zou dit ook wellicht een r;edcn rijn waar
om aan het Leidsche Slachthuis een grooter
personeel verbonden is, dan anders wel
licht noodig ware? werd door een der le
den van de Commissie gevraagd.
Nog een andere meer algemeene opmer
king werd door een der leden gemaakt. T©
veel zou ook aan deze gemeentelijke instel
ling de fout kleven, waaraan men bij de
- exploitatie van door gemeenten en andere
publiekrechterlijke lichamen beheerde on
dernemingen maar niet gch'iint te kunnen
ontkomen, dat de directeuren, de chefs of
de patroons, hoe men hen noemen wil, te
veel boven en buiten het bedrijf staan. In
particuliere ondernemingen werken de pa
troons mee in het bedrijf. Zou niet, zoo
vroeg dat lid, een andere opvatting va a
hun taak ook in dit opzicht tot verminde
ring van Ket benoodigde personeel kunnen
leiden?
De Commissie voegt aan beide opmerkin
gen toe, dat deze in Kaar algemeenheid als
zoodanig door haar niet worden gedeeld.
Tot een meer gedetailleerde beschouwing
van het personeel overgaande, woi^dt al da
delijk opgemerkt, dat in ieder der groote
slachthuizen een directeur en een a-dj.-di
recteur is.
In vergelijking met de andere Slachthui
zen is het salaris van den directeur in Lei
den hoog. In Leiden bedraagt dit f 3000 me^
een personeele toelage van f 500, in Gro
ningen f 2500—f 3000; in Nijmegen f 2900
f 3000; in Maastricht f 2500f 3200, en in
Utrecht f 2000f 2100. In Maastricht geniet
de directeur echter geen vrije woning.
Indien nu het voorst el-Bosch en Fokker
wordt aangenomen, waarbij voor den te be
noemen nieuwen titularis het salaris wordt
bepaald op f 2500f 3000, dan zal in de
eerste jaren 'daardoor alleen een bezuini
ging worden verkregen van f 1000. Wij ge-
looven dat dit heel goed kan en dat de Raad
daartoe ook wel zal besluiten.
De adjunc-bdirecteur wordt in Leiden van
f 400 tot f 600 minder bezoldigd dan elders,
doch geniet tevens als gemeente-veearts
f 500, zoodat zijn gezamenlijke bezoldiging
niet minder is. Deze f 500 drukken evenwel
niet op het Slachthuis en komen dus aan
de exploitatie ten goede. Deze besparing
van f 100 weegt dus feitelijk weer op tegen
de personeele toelage van den directeur en
vergelijkenderwijs kunnen deze beide bezol
digingen te zamen dus geen nadeelig ver
schil van het Leidsche slachthuis opleveren.
25>{at'ig jabiicaiEi van den lieer A.
den Slaan, onderwijzer te Katwüjk-
aau-Zee.
Men schrijft ons uit Katwijk-aan-ZeeDö
heer A. den Haan, onderwijzer* aan de
ópenb. lagere school alhier, heeft gisteren
onder vele blijken van belangstelling den
dag herdacht, waarop hij 25 jaren geleden
zijn betrekking in de gemeente Katwijk
aanvaardde.
's Morgens om negen uren werd de jubi
laris bij het binnentreden der school door
het onderwijzend personeel met dezen ge-
denkwaardigen dag gelukgewenscht.
Van Ket Dagclijksck Bestuur der gemeen
te ontving hij, namens den Raad, ceri brief
met een hartelijken gelukwensch. Bij mon
de van de Schoolcommissie kwamen de
„Wakkere Lorenzen, van bureauwerk
versta je niet meer dan ik van de kunst
om van twee hectoliters bier er drie te
maken. Wij zullen ons maar niet in eikaars
handwerk verdiepen. Maar ik zou graag
weten, waar de andere heeren blijven. Het
is hier niet om uit te houden, niettegen
staande je onschatbaar ge zei scha»!."
„Ja, mijnheer Bühler, wat den inspec
teur aangaat, die is naar Kiel gereden. Met
de zwartjes van Drehses tot Wilster en
verder per spoor.''
„Buitengewoon interessant, dat juist de
knollen van Drehses de eer hadden... Ver
der, Lorenzen."
„De dokter en de kantonrechter rijn bij
den overste en spelen skat."
„Daar zal weer Keel wat afgehandeld
worden. Nu, en Bergholm, waar is je bes-ie
klant, Lorenzen?"
De hotelhouder wendde zijn breed ge
zicht naar de groote hangklok, waarbij hij,
om beter te kunnen zien, de kleine, sluwe
oogen half dichtkneep. Kwart voor ach
tenDan zal hij wel gauw komen, want de
trein is om zeven uren in Wilster en meer
dan een uur hebben mijn paarden met noo
dig. Daarom heeft de inspecteur de zwart
jes van Drehses moeten nemen, mijnheer
Bühler."
„Jé drukt je, als altijd met een verba
zende scherpte en duidelijkheid uit, Loren
zen," Bühler vouwde de courant samen en
schoof - zijn glas over do tafel. „Nog een
grogOp één been kan men niet staan."
„En alle goede dingen bestaan in drieën"
voltooide de waard en liij nam het glas mee
naar het buffet. „Zeker rhum mijnheer
„Ja, rhum. Wanneer ik dus den zin van
heeren dr. Hueting, Eerbeek en Willcmse
hem onder schooltijd feliciteeren.
's Middags, na afloop van do loting voot
de Nationale Militie, kwamen de burge
meester en de secretaris van Katwijk den
jubileerenden onderwijzer persoonlijk gc-
lukwenschen.
Den ganschen dag toonden velen hun be
langstelling door den jubilaris aan huis te
komen felicitecen.
Tal van blocr*stukkcn zijn hem vereerd
geworden. Elke post bracht vele brieven en
briefkaarten met felicitaties, waaronder van
vroegere collega's, die'nu her- en derwaarts
in die 25 jaren over het land verspreid zijn.
De dag was er voor den heer Den Haan
een, die bij hem nog lang in herinnering
blijven zal.
Moge het hem nog vele jaren gegeven
worden om met lust en opgewektheid te
blijven arbeiden aan de opvoeding der Kat-
wijksche jeugd!
Bond van smedenpatroons.
De zevende jaarlijksche algemeene verga
dering van den Bond van Smedenpatroons
in Nederland, die heden te Middelburg ge
houden wordt, werd gisteren voorafgegaan
door een gezellig samenzijn. Gistermorgen
ver.cenjgden do reeds aanwezige leden zich
in het Schuttershof, waar de heer J. A.
Oontaüt, van Koudékerke, voorzitter der
ontvangende afdecling, hun het wolkom
toeriep. Hij herinnerde er tevens aan dat
deze afdeelióg juist tien jaren bestond.
Te half tien vergaderde het bondsbestuur.
Vertegenwoordigd waren 45 afdeelingcn.
De rekening van het vorig jaar werd goed
gekeurd in ontvang op f 3683.71, uit uitgaaf
f 3889.69L De begrooting 19101911 werd
vastgesteld op f 3350.711 Het dagclijksch
bestuur werd herkozen.
Besloten werd beter dan tot dusver pro
paganda te maken voor werkplaatsonder,
wijs.
Om halftwee vertrok men met een extra
tram naar Domburg. Vanavond was cr ge
meenschappelijke maaltijd in het Schutters
hof te Middelburg, gevolgd door een con
cert.
Zondngsdieust spoorwegen.
Men bericht, dat er bij de aanstaande win-
tcrdienstregeling een groote beperking van
den Zondagsdienst op de spoorwegen te
wachten is. Zeer vele, op sommige tra jee
ten alle, goederentreinen zullen op Zondag
vervallen.
Bij Kon. besluit is met ingang van 16 Sep
tember 1910 benoemd tot directeur van het
post- en telegraafkantoor te Vreeswijk II.
Pitlo Rz., thans commies derr telegrafie
2e kl.
aan mr. A. A. baron van der Felbz op
zijn verzoek, een eervol ontslag verleend
uit zijn betrekking van lid van heb College
van Regenten over het Huis van Bewa
ring te Roermond, onder dankbetuiging
voor de in die hoedanigheid bewezen dien
sten
benoemd tot lid van den Voogdijraad to
's-Gravenkage, mr. J. Ankcrman, lid van
de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal, wo
nende aldaar;
benoemd tot lid van bét college van Re
genten over de gevangenissen te 's-Her-
togenbosch mr. J. S. L. Aghina, auditeur
militair woneDde aldaar;
met ingang van 1 September a.s. aan
J. F. do Jong een eervol ontslag verleend
als directeur van het Huis van Bewaring te
Maastricht en in zijn plaats benoemd II. VV.
C. Botzen, thans adjunct-directeur van den
2d en rang bij de strafgevangenis te Haar
lem
met ingang van December 1910, aan den
directeur van het post- on telegraafkantoor
te Weesp, C. C. C. Richten, op zijn ver
zoek als zoodanig eervol ontslag verleend;
met ingang van 16 September 1910, aan
den hoofdcommies der telegrafie J Zitter-
steyn, op zijn verzoek, als zoodanig eervol
ontslag verleend.
ggrrrrzre.-r.m i 'i ■r-rr/a
je duistere rede goed begrepen heb, wak
kere Lorenzen, dan is Bergholm naar het
station gereden, nietwaar?"
Lorenzen maakte eerst het glas k'.aar,
schoof daarna langzaam naar zijn plaats té-
rug, zette het voor zijn gast neer en gh.g
zitten.
„Jawel, mijnheer Bühler. Weet u dan niet,
dat hij vandaag zijn dochter haalt die van
do kostschool komt?"
„Zoo!" zei Bühler en flcot tusschen de
tanden door. „Eindelijk dus. Do zon zal
over Ebenstedt opgaan. .En zal uw neder.go
hut de eer deelachtig worden, om de juf
frouw te herbergen, Lorenzen?"
„Voorloopig, voorloopig, mijnheer. Tot
namelijk het huis van Ehmke, dat mijnheer.
Bergholm heeft gehuurd, ingericht is.
Daarom heb ik ook den nieuwen ingenieur
de twee kamers boven niet kunnen geven."
„O ja, Pfaldner! Mijn collega uit Beieren,
dio dezer dagen hier kon t. Maar onder dak
gebracht heb je hem toch zeker, want ora
een geliefkoosde uitdrukking van je te ge
bruiken: w.io een behoorlijke waard is, dier
laat zich geen gast ontgaan."
„Dat is een plicht van menschlievendheid,
mijnheer Bühler. Want waar zou hij el
ders een onderkomen vinden? Maar, daa*
zijn mijn paarden al."
(Wórdt vervolgd.)]