N°. 15486 Woensdag 17 Augustus. A®. 1SI0. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van §on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. Op de proef gjesieBd. PRIJS DEB ADYERTENTIEN Van 10 regels ƒ1,05. Iedere regel meer ƒ0.175. Grootera letters naar >laatsrnimte, Kleine advertentiên van 30 woorden 40 Oents contant; elk iental woorden meer 10 Cents. Voor het incasseeren wordt 0.05 berekend. PKIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Cents j per 3 maanden 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zyn 1.30. Franco per post 1.65. Directe Belastingen. De Burgemeester van Leiden brengt ter \lgemeene kennis, dat aan den Ontvanger fter Dir. Belastingen is ter hand gesteld fcet kohier der belasting op bedrijfs- en an- iere inkomsten No. 3 van den dienst 1910 1911, executoir verklaard den 15den Aug. |L en herinnert den belanghebbenden van hun verplichtingen om den aanslag op ien bij de Wet bepaalden voet te voldoen. De Burgemeester voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR. Leiden, 17 Augustus 1910. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien de adressen van: J. VAN WEE- ïtEN, wonende aldaar, houdende verzoek pm vergunning tot het uitbreiden van zijn lompenhandel in perceel Korte Baamsteeg 65 door het daarbij trekken van perceel Kor te Baamsteeg 83, kad. sectie E No. 344, hetwelk zal worden ingericht voor lompen bewaarplaats en van J. A. DE NEEF, wonende te 'e-Urravenhage, houdende verzoek om ver gunning tot het oprichten eencr bakkerij mot heete-luchtoven in perceel Grcenesteeg 40, kad. sectie I No. 2362; Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet Brengen ter algemeen© kennis, dat ge noemd verzoek, met de bijlagen, op de Se cretarie dezer gemeente ter visie gelegd zijn, alsmede dat op Woensdag 31 Augustus aanst. des voormiddags te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te bren gen, terwijl zij er de aandacht op vestigen, dat niet tot beroep gerechtigd ziin zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een zijner le den zijn verschenen ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJSELAAR. Burgemeester. VAN HEIJST, Secretaris. Leiden, 17 Augustus 1910. Leiden, 87 Augustus. Voor het examen Fransoh midd. on der w. akte A is gisteren te 's-Gravenhage geslaagd mej. M. F. A. C. Kerstèns, van Leiden. Voor het examen Fransch lager onderw. mej. L. M. M. E. Einthoven, van Leiden. Voor het examen Hoogduitsch lager ond. mej. W. F. Klinkenberg, van Leiden. De Nederlandsche mail wordt heden avond alhier verwacht. Te Nijmegen is, 76 jaar oud, overleden de heer P. F. Laging Tobias, oud-gouver neur van Atjeh. De overledene studeerde aanvankelijk te Leiden in de reohten, doch ging omstreeks 1860 in dienst bij het Oost- Indisch leger. Hij volgde de militaire sohooi te Meester-Cornelis, verwierf spoedig den officiersrang en kwam toen in garnizoen in de Westerafdeeling van Borneo, waar hij d6 inlandsche toestanden leerde kennen. Toen in 1864 de gelegenheid werd opengesteld^ in Indië examen voor Indisch ambtenaar ar te leggen, was hij een der eersten, die het met gunstig gevolg deden. Hij trad toen uit den militairen dienst en werd controleur bij het binnenlandsch be stuur ter Westkust van Borneo. E enige ja ren later werd hij tot assistent-resident van Sintang bevorderd. Omtreeks 1875 werd hij assistent-resident van Tebing-Tingie in Pa- lembang, later van Benkoelen, vervolgens resident van Ternate, daarna van Palem- bang. Na het dempen van een opstand daar, werd hem de M'litaire Willemsorde 4de kl- verleend. Hij was toen reeds ridder van den Neder- landsohen Leeuw. Omstreeks 1884 volgde hij Pruys van der Hoeven op als gouver neur van Atjeh', welke betrekking hij tot iA 1885 vervulde, toen hij naar Nederland te: rugkeerdc. De Minister van Koloniën, die zijn ver loftijd in het ScKwarzwald doorbrengt wordt den 27sten dezer te 's-Gravenhage te rug verwacht. Door B. en Ws. van Botterdam is aan besteed do bovenbouw der inrichting voor vuilve 'branding van de Maashaven in 2 peroeelen. Eerste perceel 7 biljetten, laag ste inschrijver Penn een Bauduin te Dor drecht f 87,690. Tweede perceel 15 biljetten, laagste inschrijver Wolterbeek en Yan Dorp, Botterdam, f 46,590. Beide percee- len 4 biljetten, laagste inschrijver G. Key, Botterdam, f 149,835. Prins Wilhelm von Wied met zijn Ga- malin, Prinses Sophie en zijn zuster Prin ses Louise von Wied, zijn gisteren, na een bezoek te hebben gebracht aan de Koninklij- familie te Soestdijk, ora 5 uren in de resi dentie aangekomen, begeleid door baron Bentinck, opperstalmeester, en graaf van Bylandt, opper-hofmaarschalk van H. M. de Koningin. De Vorstelijke personen, die in de Ko ninklijke Wachtkamer afstapten, vonden aan het station een Lofrijtuig, waarmede zij zich naar het Grand Hotel" te Scheve- ningen begaven. De Prins en de Prinses sen zullen aldaar ©enige dagen vertoeven en zijn hoofdzakelijk hier heen gekomen tot bezichtiging van de eigendommen onder Wassenaar van wijlen Hunne ouders, het Huig jjde Pauw" en Backqrshagen.7 He den zouden zij aan deze goederen een be zoek brengen, De gemeente Haarlem heeft een uiterst gevoelig verlies geleden door het overlijden op 44-jarigen leeftijd van mevrouw W. J. S. Badon GhybenHuysinga, een vrouw die de weldadigheid met tact en met voorbeeldige mildheid beoefende. Zij was penningmeester esse der afdeeling Haarlem van het Centraal Genootschap voor kinder- hersteBings- en vacantiekolonies, der Ver- eeniging Huisverzorging, bestuurslid der Yereeniging Weldadigheid naar Vermogen en van den Raad van Bescherming van den Zuigeling. Haar heengaan wordt in menigen kring diep betreurd. Ds. B. Oort-, Herv. pred. van Ruurlo, die te Amsterdam vertoefde om een opera tie te ondergaan, is na die operatie overle den, in den bloei zijner jaren, op slechts 37-jarigen leeftijd. Van -1 Maart 1900 was hij in de Evangeliebediening werkzaam, eerst te RockaDje, daarna te Berkhout en sedert 3 Mei 1908 te Buurlo. De generaal-majoor H. F. W. Becking, inspecteur der genie, zal met 1 November den dienst met pensioen verlaten. Over de begrafenis van den burgemees ter van Maastricht, den heer P. C. H. Bauduin, meldt men: Te 103/i uur verliet da stoet, voorafge gaan door 2 marechaussees, - een afdeeling politie-agenten, de leden der Kon. Zang- vèreoniging ,,Mastreechter Staar", waarvan; de overledene eere-vooerzittev was, 24 geeste lijken en 24 paters, het sterfhuis in del Witmakerstraat. Gevolgd door een onafzien bare menigte, ging de stoet naar de dichtbij gelegen Onze Lieve Vrouwe Kerk. Ter wijl het orkest van de stedelijke muziek school den treurmarsch van Chopin speelde, werden da banierendor verschillende ver- eenigingen, alle met rouwfloers omwonden, voor de kerk opgesteld. Op de lijkkist ba- vonden zich da steek en de orde-teekenen van den overledene. Te 11 uren werd da plechtige uitvaart gehouden en na afloop volgde de stoet door de Breedostraat den weg naar het kerkhof. De klokken luidden en alle lantaarns in de door te trekken straten waren met rouw floers omwonden. Aan hét G ouvernement^- gebouw voegden zich Z. K. II. Prins Hen drik (die de algeuneme vergadering van den; Algemeenen Nederlandsclion Zuivelbond, welke juist te Maastricht gehouden werd, zou bijwonen) -en de Commissaris d-cr Koningin bij den stoet. Op den doodenakker is een gedeelte aan gewezen als laatste rustplaats van hen die zich voor de gemeente Maastricht ver (Heu ste! ijk hebben gemaakt; de eerste, die in dit gedeelte wordt begraven is do overleden, burgemeester. Bij de groeve hadden alle "autoriteiten zicK opgesteld, evenals het hoofdbestuur van den F. N. Z. JBij aankomst voegden Z. K. H. de Prins met zijn adjudant en do eomr missaris der Koningin zich bij den stoet. Nadat de kist in de groeve was neerge laten, werd het gebed .uitgesproken. Daarna riep de lie^r F. van Oppen, oudste wethou der, den overledene oen laatst vaarwel toe uit naam van den gemeenteraad en van do gemeente Maastricht. Hij schetst© in korte woorden de verdiensten van den overledene en herdacht diens plichtbesef, dat het richt snoer van zijn leven was geweest. Daarna sprak de heer Van Oppen, gemeen te-secretaris, als eerste ambtenaar der gej- meente, -een woord van afscheid. Hij bracht o. a. in hierin nering, dat onder het bestuur van den heer Bauduin de rechtstoestand van de ambtenaren geregeld is en dat him een behoorlijk pensioen verzekerd is. Nog werd namens de Geldersche Crediet- vereeniging, van welke de overledene secre taris was, oen woord aan zijn nagedach tenis gewijd. De voorzitter van de Mastreechtar Staar, de heer Kemmerling, huldigde hem ten slotte als eerevoorzitter. De oudste zoon, mr. P. Bauduin, dankte al do aanwezigen, in do eerste plaats Z. K. H. den Prins, voor do eer den overle den© bewezen. ALPHEN. Gisteren zijn de kinderen der „Martha-Stichting" alhier naar Katwijk ge weest. Beeds 's morgens vroeg waren groo- ten en kleinen uit de veeren. Het allereerst werd naar de lucht gezien en gelukkig, de zon lachte allen vriendelijk toe, alsof zij wilde zeggen: „Jelui kunt vandaag genist gaan, vertrouw maar op mij." En het is uitgekomen, geen regenbui is de vreugde komen verkoelen. Nadat alles voor de reis in gereedheid was gebracht en ieder klaar was1 hetgeen voor zoo'n groot huisgezin heel wat zorg vereischt, stapten allen in do gereed liggende boot, der Maatschappij ,,De Volharding," die bereidwillig haar daarvoor had afgestaan. Ook de muztekver- eeniging „Euphonia" was van de partij, zoodat onder zang en muziek het doel der reis spoedig was bereikt. En nu was het volop genieten in deze door de natuur zoo prachtig gevormde speelplaats. Kuilen gra ven, vliegeren, in zee baden, van de duinen rollen, van alles werd geprofiteerd. Klei nen en grooten, kinderen, zoowel als zij, die hen bewaakten, allen haddon pret. De frissche zeelucht deed hun goed, want brood, zoowel als versnaperingen, werden met smaak genuttigd. Gesterkt, begon het spel opnieuw, totdat do heerlijke dag ten einde spoedde en de terugtocht moest wor den aanvaard. Ook de-z6 was weldra ton einde, ongeveer te halfnegen was do Alphensohe brug in het gezicht en niet lang daarna waren allen thuis, om nog lang to denken aan den pracktigen en genotvollen Augustusdag. ALKEMADE. De Commissaris d-ir Ko ningin in deze Provincie zal dezo gemeente morgen bezoeken en, in hot Gemeentehuis audiëntie verleenen. GOUDA'. Aan het' verslag van den toe stand der genoom te is hot volgende ont leend: De bevolking, op 31 Dcc. 1908 24,384, vermeerderde met 2167 en verminderde mot 1964, zoodat zij is toegenomen met 203, en dus op 31 Doo. 1909 bedroeg 24,587. De geboorten namen toe van 725 tot 738. De sterfte nam af en bedroeg over 1909 361; in 1908 was dit cijfer 416. De sterfte beneden het -jaax was het grootst, n.l. 64; dan volgt do sterfte tusschen 70 en; 75| jaar, en wel 37. De laatste door Ged. Staten afgesloten rekening had een voordeelig saldo van f 37,433.47het totaal der ontvangsten bi- droeg f 678,576.80; het totaal der nitga,1- ven f 541,143.33. Het totaal bedrag 'der gemeeuteschuld be droeg op 31 Dec. 1909 f 560,000. HILLEGOM. Bij de alhier gehouden lo ting voor de Nat. Militie, was de uitslag als volgt: 1. Warmerdam, br.d.2. W. J. G. Pliilippo; 3. P. Hopman; 4. J. H. Muller, gebreken5. G. Blokker6. W. F. Par doen, br.d.7. K. Kreeft-, br.d.8. K. van Beminden, br.d.9. W. Vreeken10. A. v. d. Water; 11. D. L. Aangeenbrug; 12. J. Spilker, br.d.; 13. W. van der -Oord, br.d.14. C. L. W. Zuiderduin15. T. Los, gebreken; 16. J. v. d. Akker; 17. D. van El; 18. A. Danzen; 19. C. v. d. Berg* 20. G. J. W. v. d. Bosch; 21. G. Flentrop22. A. Beutick, br.d.23. L. Luitjes24. J. Otten; 25. A. Selhorst, br.d.; 26. G. L. v. Leeuwen; 27. K. Leenslag; 28. J. P. Seijsener, br.d.; 29. J. M. Smit; 30. Li van Til; 31. J. II. Sclirama; 32. J. Gal- jaard; 33. P. v. d. Sclirier; 34. P. Meerlo- veld35. J. H. van Bourgondien, te klein 36. L. Bouwmeester; 37. W. J. H. van Maris; 3S. Tli. H. Out, gebreken; 39. Re Hijstek; 40. C. van Beek; 41. L. C. v. d. Steen, gebreken; 42. G. v. d. Voet; 43, "P. A. do Jong; 44. J. Spilker; 45. A. van Maris, gebreken; 46. H. A. v. d. Vaart5 47. L. ,van Buiten; 48. L. J. van Til; 49- w. B. v. d. Werff; 50. J. Annard; 51. H« C. v. d. Berg; 52. C. J. Scheepmaker; 53- J. D. Sistormans, br.d.54. H. P. Lomnvcrse 1 55. A. .van Biek; 56. P. J. v. d. Zwan; Ö7-: H. van Nobelen; 5S. J. J. v- d. Moij; 59- W. F. v. d. Vliet; 60. H. Noppe; 61. J. P- Sey9ener; 62. J. M. Krüsscholl63. A. dé Nijs64. J. Prins65. O. T. Prins66. J.' B. B. v. d. Schoot; 67- A. van Loon; 68-: J. J. Scholten; 69. J. Verbosk; 70. J. Wv- Boubas; 71. D. Möhlmann; 72. P. M. v.; d. Tang, br.d.; 73. A. M. van Buiten; 74* N. Degenaars. HOOG MADE. Op Zondag 21 Aug. hoopti ds. N. Klaasen aJfscheid te nemen, van de| Herv. Gem. alhier. HAAltLEMMEBMEEB. Aan de Kaag U een vierjarig jongetje van den kleermaker* B. in de Bingvaart te water geraakt en," verdronken. Alle pogingen, om door kunst middelen bij hot kind do levensgeesten weeri op te wekken, waren vruchteloos. Aan den Ringdijk, bij Aalsmeer, kregen' de drie gebroeders Van Es onderling twisty welke al spoedig in een vechtpartij ontaardde^ De jongste van de drie kreeg verscheidend bloedende wonden aan het hoofd, terwijl vanj den ander de keel bijna werd toegeknepen^ uit welken toestand hij door een. ander* weer verlost werd. Met steenen en fles^ schen werd naar elkander geworpen en gek sla-gen. Do ruiten dm ouderlijke woning/ aldaar moesten het ook ontgelden. Toen dé politie verschem, werden zij kalm en warenj de ongeregeldheden afgeloopon. Het is tel hopen, dat aan de vechterijen, die deze drié beruchte individuen meermalen onderling;1 hebben, eens een einde gemaakt kan woik den, hetgeen .voor die omgeving een opfi, luchting zou zijn. 1 Gisteravond werd de zoereerw. héér*) Pompe, die 15 Augustus j.l. werd priester^ gewijd, feestelijk ingehaald door de parochiak non van de Parocliie St.-Johannes de Dook per, van Hoofddorp. Een vijftigtal ruiters to paard cn wielH rijders, versierd met blauw-witto sjerpen en{ ook petten op van dezelfde kleuren, ston den aan de grens gereed om zijneehrw. plechtig! te ontvangsn en te begeleiden naar Hoofd,* dorp. Nabij genoemde plaats stond het fanfarek korps „Excelsior", dat zich aan de spité van den stoet stelde en de tonen der mu- ziek lustig deed liooren. Een groote menigte! belangstellenden vergezelden den stoet, ter* wijl overal gevlagd werd. Bij de ouderlijke woning dankte zijneerw* de velg belangstellenden met oenigc gepaste; woorden, hetwelk met handgeklap cn took juichingen werd begroet. Door de familie Van Wocrkum werd' z ij neer w. een prachtige bouquet aangeboK den, waardoor zijneerw. zeer verrast wa3 en welken hij dankbaar aanvaardde. Het zalj voor zijneerw., alsmede voor zijn familie,; een onvergetelijke dag zijn geweest. NOORD WTJKERHOUT. Een wagen, zwaar beladen met zakken booncn, reed; met vaart door het dorp. Op de achtersté zakken zaten twee kinderen, die met vader! mee mochten rijden. Opeens springt het krat! van de brik los; eenige zakken vallen van; „Nu, wanneer je dan werkelijk will," zei ïk aarzelend. „Natuurlijk wil ik," zei Lilly zeer jö- riist; „we kunnen al wel gaan." „Een oogenblik nog," antwoordde ik „ik ben dadelijk klaar." Lilly en ik waren juist klaar met koffiedrinken. Door Let ge opende venster van het landelijke huisje kwam een verrukkelijke bloemengeur naar binnen; op zoo'n dag met Lilly koffie te drinken en met haar te bh-bbelen, was voor mij een buitengewoon gr.not en dus haastte - ik mij niet al te erg om klaar te komen. - Wij waren daar binnengegaan om den in- wendigen mensch wat te versterken, en on der ons koffiedrinken bedacht Lilly ziehf dat zij wol wat eieren en brood kon meene men voor een paar van haar beschermelin gen in het dorp. Dit naar haar oordeel prachtige denkbeeld behaagde mij maar matig; ik stelde me al voor hoe ik op den warmen, stoffigen en zonnigen landweg met een mand zou mogen loopen. Maar Lilly's wil moet wet zijn; vooral tegenover mij. Lilly en ik zijn familie, ik ben haar beste en gelukkig haar eenige neef, ,wat evenwel mij verder weinig voordeelen boven anderen geeft. Sedert eenisren tijd 6pookt haar de vrouwenbeweging door het hoofd. Zij beweert: „Daar de vrouw den man gelijkwaardig is, moet zij ook zijn plichten, zijn verantwoordelijkheid, zijn voorrechten deelen"- Dergelijke eischen nu klinken in Lilly's mond tamelijk^ eigenaardig, omdat zij al lang zich het voorrecht heeft aangematigd, niemand boven haar verheven persoontje te erkennen. Dit thema was natuurlijk tijdens de koffie weer eens ter sprake gekomen. En ik had met opzet veel dingen gezegd, waardoor ik haar ergernis en boosheid opwekte, terwijl ik den gehcelen tijd bij mijzelf bedacht, dat er geen liever en bekoorlijker wezen was dan zij. „Wanneer je nu eens logisch wilt zijn, had ik listig gezegd dan moet jij de mand dragen, maar natuurlijk weten jonge meis jes heel goed de grenzen harer krachten." „Wil je daarmee zeggen, dat ik het niet klaar speel de mand té dragen?" vroeg zij -minachtend. -:-JrtEn. al zou ik nu gelooven, dat. je het wel "zöudt kunnen, dan nog zou je het liever niet doen, nietwaar?" zeide ik, om haar te prikkelen. - -,-,Geef haar dadelijk hier; je zult zien of ik haar dragen kan." Ik lachte toen en zegende haar besluit in stilte. „Ben je nu nogal niet klaar?" vroeg zij met een ongeduld, dat voor mij weinig vleiend was. Ik stond langzaam op. „Lieve hemel, wat duurt dat lang," zei zij, en zij had volkomen gelijk. „Je wilt haa-r dus werkelijk dragen?" vroeg ik nog eenmaal vóór we opstonden. „Natuurlijk geef, haar maar hier. „Nu, goed dan; maar je zult geen bijzon dere voorrechten hebben. We zullen het werk eerlijk verdeelenjij draagt haar de eerste helft van den weg en ik de tweede." Lilly stemde genadig daarin toe. Ik wil hier even opmerken, dat de helft zoowat een halfuur gaans was. Ik gaf haar de mand en dacht met eenige genoegdoening aan de zwaarte er van. Maar zij nam haar aan met het onschuldigste ge zicht van de wereld. „Wanneer we wat flink aanstappen, zeide Lilly, toen wij buiten waren, „dan is het niet zoo lang." „Dank je wel." „Je weet wel hoe ik het bedoel.'' „Jawel," zeide ik, maar zij gaf er verder geen acht op. Dat doet zij vaker, opzette lijk, zooals zij beweert. Zij houdt mij voor sentimenteel en zij haat sentimentaliteit, omdat dat voor haar hetzelfde is als ka rakter-zwakheid. „Ik geloof niet," zeide ik, om haar aan '*t praten te brengen, „dat jij de vrouwen kwestie zult oplossen. Jij schijnt aan phy- sieke kracht de voorkeur te geven boven intellectueele." Zij lachte een beetje spottend. Maar plot seling hield zij op: het lachen was toch niet zoo heel gemakkelijk, wanneer men een mand droeg, die van minuut tot minuut zwaarder werd. En het was nog een heel eind vóór we halfweg waren. Maar ik bleef op mijn stuk staan. Ik praatte onophoude- lijkj vroeg haar naar de meest onverschil lige dingen en menschen. Zij gaf heel korte antwoorden en haar gezicht werd onder de brandende stralen der zon hoe langer hoe rcoder. „Lieve hemel, wat ben jij vervelend! hoe kan iemand zoo zinloos opmerkingen maken en over zulke onbenullige dingen spreken." „Ik dacht daarbij minder aan mij dan aan jou", zeide ik een beetje boos. „Tk dacht, dat het loopen je gemakkelijker zou vallen, wanneer we een beetje praatten. „Laat me met rust of laat mij len minste praten." Dat nu wilde ik juist en dus zeide ik: „Goed, ik zal geen woord meer zeggen." Lilly keek mij aan. Na een poosje be merkte ik, dat zij aardig op weg was bak zeil te gaan halen. Wij waren nu op een weg gekomen, die langs het bosch liepaan den anderen kant lag een kleine vijver. „Ben je moe?" vroeg ik deelnemend. „Och wat, je behoeft geen medelijden met mij te hebben. Die afschuwelijke wind." Toen zag ik hoe haar eene hand zich naa-r Kaar hoed bewoog, hoe zij eerst de eene, daarna de andere hoedenspeld uittrok en hoe plotseling haar hoed in den vijver woei. „O wee", zeide zij verschrikt en zette met een ongelukkig gezicht de mand neer. „Daar gaat mijn hoed. Wat nu te doen?" Midden op den vijver danste de hoed op de zïoh zachtjes rimpelende golfjes. Het was een heel aardig gezicht. „Wat je doen moet?" vroeg ik heel ver baasd. „Daar in den vijver kan je hem toch niet laten?" „In den vijver? Ja, ik... Zeg, wil jij hem niet halen?" „Als je dat graag wilt, natuurlijk," zeide ik beleefd; „maar ik dacht zoo, na ons ge sprek van straks „O ja," zeide zij heel kalm. „Wacht, een oogenblik." Toen g"ing zij een paar passen het bosoh in. Toen zij terugkwam, had zij kousen en schoenen uitgetrokken. Voorzichtig nam zij haar rokken bij elkaar, terwijl ik bedaard ging zitten en een sigaret opstak. „Geloof je, dat het zoo gaan zal?" vroeg zij, aan den rand van den vijver staande. „En of. Prachtig, verrukkelijk!" „Wees als 't je blieft verstandig. Ik be-r doel: is het water diep?" „Ja, dat kan wel," zeide ik langzaam en bekeek haar elegant figuurtje. „Ten slotte kan het toch wel dieper zijn dan jo denkt.'^ „Je bent afschuwelijk," zeide zij. Toen ging zij weer het bosch in en toen' zij na een paar minuten terugkwam, had zij haar kousen en schoenen weer aan en kwam naast mij zitten, die intusschen haar hoed uit het water had gehaald. Ik ben nu eenmaal geen onmensch. „Ik dank je," zeide zij vriendelijk. En zoo wandelden wij verder. „Wat moet er nu van do mand worden?"* vroeg ik. Lilly ging langzaam terug cn ging weer zitten. „O, ik kan niet meer," zeide zij en keek' haar kwelgeest aan. „Lach me voor mijn part uit als jo wilt en wanneer je je. hate lijke of aardige opmerkingen niet onder drukken kunt..." Ik trachtte haar verwijtend aan te kijken*. Lilly gooide haar natten hoed in het grasM haalde de mand en ging daarnaast zitten. „Nu, wat is er?" vroeg ik, toen zij het deksel openmaakte. „Wil jo de eieren soms opeten? Pas maar op, dat je jo niet vuil maakt." „Dat is mij absoluut onverschillig. Ik heb de zwakheid der vrouw moeten toegeven* maar daarvoor wil ik dan ook een voorrecht hebben: ik wil mijn nieuwsgierigheid

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1910 | | pagina 1