N°. 15486
Woensdag 17 Augustus.
A®. 1SI0.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van §on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
DRIE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
Op de proef gjesieBd.
PRIJS DEB ADYERTENTIEN
Van 10 regels ƒ1,05. Iedere regel meer ƒ0.175. Grootera letters naar
>laatsrnimte, Kleine advertentiên van 30 woorden 40 Oents contant; elk
iental woorden meer 10 Cents. Voor het incasseeren wordt 0.05 berekend.
PKIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Cents j per 3 maanden 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zyn 1.30.
Franco per post 1.65.
Directe Belastingen.
De Burgemeester van Leiden brengt ter
\lgemeene kennis, dat aan den Ontvanger
fter Dir. Belastingen is ter hand gesteld
fcet kohier der belasting op bedrijfs- en an-
iere inkomsten No. 3 van den dienst 1910
1911, executoir verklaard den 15den Aug.
|L en herinnert den belanghebbenden
van hun verplichtingen om den aanslag op
ien bij de Wet bepaalden voet te voldoen.
De Burgemeester voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR.
Leiden, 17 Augustus 1910.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien de adressen van: J. VAN WEE-
ïtEN, wonende aldaar, houdende verzoek
pm vergunning tot het uitbreiden van zijn
lompenhandel in perceel Korte Baamsteeg
65 door het daarbij trekken van perceel Kor
te Baamsteeg 83, kad. sectie E No. 344,
hetwelk zal worden ingericht voor lompen
bewaarplaats
en van J. A. DE NEEF, wonende te
'e-Urravenhage, houdende verzoek om ver
gunning tot het oprichten eencr bakkerij
mot heete-luchtoven in perceel Grcenesteeg
40, kad. sectie I No. 2362;
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet
Brengen ter algemeen© kennis, dat ge
noemd verzoek, met de bijlagen, op de Se
cretarie dezer gemeente ter visie gelegd
zijn, alsmede dat op Woensdag 31 Augustus
aanst. des voormiddags te elf uren, op het
Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen dat verzoek in te bren
gen, terwijl zij er de aandacht op vestigen,
dat niet tot beroep gerechtigd ziin zij, die
niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet
voor het gemeentebestuur of een zijner le
den zijn verschenen ten einde hun bezwaren
mondeling toe te lichten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. O. DE GIJSELAAR.
Burgemeester.
VAN HEIJST, Secretaris.
Leiden, 17 Augustus 1910.
Leiden, 87 Augustus.
Voor het examen Fransoh midd. on
der w. akte A is gisteren te 's-Gravenhage
geslaagd mej. M. F. A. C. Kerstèns, van
Leiden.
Voor het examen Fransch lager onderw.
mej. L. M. M. E. Einthoven, van Leiden.
Voor het examen Hoogduitsch lager ond.
mej. W. F. Klinkenberg, van Leiden.
De Nederlandsche mail wordt heden
avond alhier verwacht.
Te Nijmegen is, 76 jaar oud, overleden
de heer P. F. Laging Tobias, oud-gouver
neur van Atjeh. De overledene studeerde
aanvankelijk te Leiden in de reohten, doch
ging omstreeks 1860 in dienst bij het Oost-
Indisch leger. Hij volgde de militaire sohooi
te Meester-Cornelis, verwierf spoedig den
officiersrang en kwam toen in garnizoen in
de Westerafdeeling van Borneo, waar hij d6
inlandsche toestanden leerde kennen. Toen
in 1864 de gelegenheid werd opengesteld^ in
Indië examen voor Indisch ambtenaar ar te
leggen, was hij een der eersten, die het met
gunstig gevolg deden.
Hij trad toen uit den militairen dienst en
werd controleur bij het binnenlandsch be
stuur ter Westkust van Borneo. E enige ja
ren later werd hij tot assistent-resident van
Sintang bevorderd. Omtreeks 1875 werd hij
assistent-resident van Tebing-Tingie in Pa-
lembang, later van Benkoelen, vervolgens
resident van Ternate, daarna van Palem-
bang. Na het dempen van een opstand daar,
werd hem de M'litaire Willemsorde 4de kl-
verleend.
Hij was toen reeds ridder van den Neder-
landsohen Leeuw. Omstreeks 1884 volgde
hij Pruys van der Hoeven op als gouver
neur van Atjeh', welke betrekking hij tot iA
1885 vervulde, toen hij naar Nederland te:
rugkeerdc.
De Minister van Koloniën, die zijn ver
loftijd in het ScKwarzwald doorbrengt
wordt den 27sten dezer te 's-Gravenhage te
rug verwacht.
Door B. en Ws. van Botterdam is aan
besteed do bovenbouw der inrichting voor
vuilve 'branding van de Maashaven in 2
peroeelen. Eerste perceel 7 biljetten, laag
ste inschrijver Penn een Bauduin te Dor
drecht f 87,690. Tweede perceel 15 biljetten,
laagste inschrijver Wolterbeek en Yan
Dorp, Botterdam, f 46,590. Beide percee-
len 4 biljetten, laagste inschrijver G. Key,
Botterdam, f 149,835.
Prins Wilhelm von Wied met zijn Ga-
malin, Prinses Sophie en zijn zuster Prin
ses Louise von Wied, zijn gisteren, na een
bezoek te hebben gebracht aan de Koninklij-
familie te Soestdijk, ora 5 uren in de resi
dentie aangekomen, begeleid door baron
Bentinck, opperstalmeester, en graaf van
Bylandt, opper-hofmaarschalk van H. M.
de Koningin.
De Vorstelijke personen, die in de Ko
ninklijke Wachtkamer afstapten, vonden
aan het station een Lofrijtuig, waarmede
zij zich naar het Grand Hotel" te Scheve-
ningen begaven. De Prins en de Prinses
sen zullen aldaar ©enige dagen vertoeven en
zijn hoofdzakelijk hier heen gekomen tot
bezichtiging van de eigendommen onder
Wassenaar van wijlen Hunne ouders, het
Huig jjde Pauw" en Backqrshagen.7 He
den zouden zij aan deze goederen een be
zoek brengen,
De gemeente Haarlem heeft een uiterst
gevoelig verlies geleden door het overlijden
op 44-jarigen leeftijd van mevrouw
W. J. S. Badon GhybenHuysinga, een
vrouw die de weldadigheid met tact en met
voorbeeldige mildheid beoefende. Zij was
penningmeester esse der afdeeling Haarlem
van het Centraal Genootschap voor kinder-
hersteBings- en vacantiekolonies, der Ver-
eeniging Huisverzorging, bestuurslid der
Yereeniging Weldadigheid naar Vermogen
en van den Raad van Bescherming van den
Zuigeling. Haar heengaan wordt in menigen
kring diep betreurd.
Ds. B. Oort-, Herv. pred. van Ruurlo,
die te Amsterdam vertoefde om een opera
tie te ondergaan, is na die operatie overle
den, in den bloei zijner jaren, op slechts
37-jarigen leeftijd. Van -1 Maart 1900 was
hij in de Evangeliebediening werkzaam,
eerst te RockaDje, daarna te Berkhout en
sedert 3 Mei 1908 te Buurlo.
De generaal-majoor H. F. W. Becking,
inspecteur der genie, zal met 1 November
den dienst met pensioen verlaten.
Over de begrafenis van den burgemees
ter van Maastricht, den heer P. C. H.
Bauduin, meldt men:
Te 103/i uur verliet da stoet, voorafge
gaan door 2 marechaussees, - een afdeeling
politie-agenten, de leden der Kon. Zang-
vèreoniging ,,Mastreechter Staar", waarvan;
de overledene eere-vooerzittev was, 24 geeste
lijken en 24 paters, het sterfhuis in del
Witmakerstraat. Gevolgd door een onafzien
bare menigte, ging de stoet naar de dichtbij
gelegen Onze Lieve Vrouwe Kerk. Ter
wijl het orkest van de stedelijke muziek
school den treurmarsch van Chopin speelde,
werden da banierendor verschillende ver-
eenigingen, alle met rouwfloers omwonden,
voor de kerk opgesteld. Op de lijkkist ba-
vonden zich da steek en de orde-teekenen
van den overledene.
Te 11 uren werd da plechtige uitvaart
gehouden en na afloop volgde de stoet door
de Breedostraat den weg naar het kerkhof.
De klokken luidden en alle lantaarns in
de door te trekken straten waren met rouw
floers omwonden. Aan hét G ouvernement^-
gebouw voegden zich Z. K. II. Prins Hen
drik (die de algeuneme vergadering van den;
Algemeenen Nederlandsclion Zuivelbond,
welke juist te Maastricht gehouden werd, zou
bijwonen) -en de Commissaris d-cr Koningin
bij den stoet.
Op den doodenakker is een gedeelte aan
gewezen als laatste rustplaats van hen die
zich voor de gemeente Maastricht ver (Heu
ste! ijk hebben gemaakt; de eerste, die in
dit gedeelte wordt begraven is do overleden,
burgemeester.
Bij de groeve hadden alle "autoriteiten zicK
opgesteld, evenals het hoofdbestuur van den
F. N. Z. JBij aankomst voegden Z. K. H.
de Prins met zijn adjudant en do eomr
missaris der Koningin zich bij den stoet.
Nadat de kist in de groeve was neerge
laten, werd het gebed .uitgesproken. Daarna
riep de lie^r F. van Oppen, oudste wethou
der, den overledene oen laatst vaarwel toe
uit naam van den gemeenteraad en van
do gemeente Maastricht. Hij schetst© in korte
woorden de verdiensten van den overledene
en herdacht diens plichtbesef, dat het richt
snoer van zijn leven was geweest.
Daarna sprak de heer Van Oppen, gemeen
te-secretaris, als eerste ambtenaar der gej-
meente, -een woord van afscheid. Hij bracht
o. a. in hierin nering, dat onder het bestuur
van den heer Bauduin de rechtstoestand
van de ambtenaren geregeld is en dat him
een behoorlijk pensioen verzekerd is.
Nog werd namens de Geldersche Crediet-
vereeniging, van welke de overledene secre
taris was, oen woord aan zijn nagedach
tenis gewijd.
De voorzitter van de Mastreechtar Staar,
de heer Kemmerling, huldigde hem ten slotte
als eerevoorzitter.
De oudste zoon, mr. P. Bauduin, dankte
al do aanwezigen, in do eerste plaats Z.
K. H. den Prins, voor do eer den overle
den© bewezen.
ALPHEN. Gisteren zijn de kinderen der
„Martha-Stichting" alhier naar Katwijk ge
weest. Beeds 's morgens vroeg waren groo-
ten en kleinen uit de veeren. Het allereerst
werd naar de lucht gezien en gelukkig, de
zon lachte allen vriendelijk toe, alsof zij
wilde zeggen: „Jelui kunt vandaag genist
gaan, vertrouw maar op mij." En het is
uitgekomen, geen regenbui is de vreugde
komen verkoelen. Nadat alles voor de reis
in gereedheid was gebracht en ieder klaar
was1 hetgeen voor zoo'n groot huisgezin
heel wat zorg vereischt, stapten allen in do
gereed liggende boot, der Maatschappij
,,De Volharding," die bereidwillig haar
daarvoor had afgestaan. Ook de muztekver-
eeniging „Euphonia" was van de partij,
zoodat onder zang en muziek het doel der
reis spoedig was bereikt. En nu was het
volop genieten in deze door de natuur zoo
prachtig gevormde speelplaats. Kuilen gra
ven, vliegeren, in zee baden, van de duinen
rollen, van alles werd geprofiteerd. Klei
nen en grooten, kinderen, zoowel als zij,
die hen bewaakten, allen haddon pret.
De frissche zeelucht deed hun goed, want
brood, zoowel als versnaperingen, werden
met smaak genuttigd. Gesterkt, begon het
spel opnieuw, totdat do heerlijke dag ten
einde spoedde en de terugtocht moest wor
den aanvaard. Ook de-z6 was weldra ton
einde, ongeveer te halfnegen was do
Alphensohe brug in het gezicht en niet lang
daarna waren allen thuis, om nog lang to
denken aan den pracktigen en genotvollen
Augustusdag.
ALKEMADE. De Commissaris d-ir Ko
ningin in deze Provincie zal dezo gemeente
morgen bezoeken en, in hot Gemeentehuis
audiëntie verleenen.
GOUDA'. Aan het' verslag van den toe
stand der genoom te is hot volgende ont
leend:
De bevolking, op 31 Dcc. 1908 24,384,
vermeerderde met 2167 en verminderde mot
1964, zoodat zij is toegenomen met 203,
en dus op 31 Doo. 1909 bedroeg 24,587.
De geboorten namen toe van 725 tot 738.
De sterfte nam af en bedroeg over 1909
361; in 1908 was dit cijfer 416. De sterfte
beneden het -jaax was het grootst, n.l. 64;
dan volgt do sterfte tusschen 70 en; 75|
jaar, en wel 37.
De laatste door Ged. Staten afgesloten
rekening had een voordeelig saldo van
f 37,433.47het totaal der ontvangsten bi-
droeg f 678,576.80; het totaal der nitga,1-
ven f 541,143.33.
Het totaal bedrag 'der gemeeuteschuld be
droeg op 31 Dec. 1909 f 560,000.
HILLEGOM. Bij de alhier gehouden lo
ting voor de Nat. Militie, was de uitslag
als volgt: 1. Warmerdam, br.d.2. W. J.
G. Pliilippo; 3. P. Hopman; 4. J. H. Muller,
gebreken5. G. Blokker6. W. F. Par
doen, br.d.7. K. Kreeft-, br.d.8. K. van
Beminden, br.d.9. W. Vreeken10. A.
v. d. Water; 11. D. L. Aangeenbrug; 12.
J. Spilker, br.d.; 13. W. van der -Oord,
br.d.14. C. L. W. Zuiderduin15. T.
Los, gebreken; 16. J. v. d. Akker; 17. D.
van El; 18. A. Danzen; 19. C. v. d. Berg*
20. G. J. W. v. d. Bosch; 21. G. Flentrop22.
A. Beutick, br.d.23. L. Luitjes24. J.
Otten; 25. A. Selhorst, br.d.; 26. G. L.
v. Leeuwen; 27. K. Leenslag; 28. J. P.
Seijsener, br.d.; 29. J. M. Smit; 30. Li
van Til; 31. J. II. Sclirama; 32. J. Gal-
jaard; 33. P. v. d. Sclirier; 34. P. Meerlo-
veld35. J. H. van Bourgondien, te klein
36. L. Bouwmeester; 37. W. J. H. van
Maris; 3S. Tli. H. Out, gebreken; 39. Re
Hijstek; 40. C. van Beek; 41. L. C. v.
d. Steen, gebreken; 42. G. v. d. Voet; 43,
"P. A. do Jong; 44. J. Spilker; 45. A.
van Maris, gebreken; 46. H. A. v. d. Vaart5
47. L. ,van Buiten; 48. L. J. van Til; 49-
w. B. v. d. Werff; 50. J. Annard; 51. H«
C. v. d. Berg; 52. C. J. Scheepmaker; 53-
J. D. Sistormans, br.d.54. H. P. Lomnvcrse 1
55. A. .van Biek; 56. P. J. v. d. Zwan; Ö7-:
H. van Nobelen; 5S. J. J. v- d. Moij; 59-
W. F. v. d. Vliet; 60. H. Noppe; 61. J. P-
Sey9ener; 62. J. M. Krüsscholl63. A. dé
Nijs64. J. Prins65. O. T. Prins66. J.'
B. B. v. d. Schoot; 67- A. van Loon; 68-:
J. J. Scholten; 69. J. Verbosk; 70. J. Wv-
Boubas; 71. D. Möhlmann; 72. P. M. v.;
d. Tang, br.d.; 73. A. M. van Buiten; 74*
N. Degenaars.
HOOG MADE. Op Zondag 21 Aug. hoopti
ds. N. Klaasen aJfscheid te nemen, van de|
Herv. Gem. alhier.
HAAltLEMMEBMEEB. Aan de Kaag U
een vierjarig jongetje van den kleermaker*
B. in de Bingvaart te water geraakt en,"
verdronken. Alle pogingen, om door kunst
middelen bij hot kind do levensgeesten weeri
op te wekken, waren vruchteloos.
Aan den Ringdijk, bij Aalsmeer, kregen'
de drie gebroeders Van Es onderling twisty
welke al spoedig in een vechtpartij ontaardde^
De jongste van de drie kreeg verscheidend
bloedende wonden aan het hoofd, terwijl vanj
den ander de keel bijna werd toegeknepen^
uit welken toestand hij door een. ander*
weer verlost werd. Met steenen en fles^
schen werd naar elkander geworpen en gek
sla-gen. Do ruiten dm ouderlijke woning/
aldaar moesten het ook ontgelden. Toen dé
politie verschem, werden zij kalm en warenj
de ongeregeldheden afgeloopon. Het is tel
hopen, dat aan de vechterijen, die deze drié
beruchte individuen meermalen onderling;1
hebben, eens een einde gemaakt kan woik
den, hetgeen .voor die omgeving een opfi,
luchting zou zijn. 1
Gisteravond werd de zoereerw. héér*)
Pompe, die 15 Augustus j.l. werd priester^
gewijd, feestelijk ingehaald door de parochiak
non van de Parocliie St.-Johannes de Dook
per, van Hoofddorp.
Een vijftigtal ruiters to paard cn wielH
rijders, versierd met blauw-witto sjerpen en{
ook petten op van dezelfde kleuren, ston
den aan de grens gereed om zijneehrw. plechtig!
te ontvangsn en te begeleiden naar Hoofd,*
dorp.
Nabij genoemde plaats stond het fanfarek
korps „Excelsior", dat zich aan de spité
van den stoet stelde en de tonen der mu-
ziek lustig deed liooren. Een groote menigte!
belangstellenden vergezelden den stoet, ter*
wijl overal gevlagd werd.
Bij de ouderlijke woning dankte zijneerw*
de velg belangstellenden met oenigc gepaste;
woorden, hetwelk met handgeklap cn took
juichingen werd begroet.
Door de familie Van Wocrkum werd'
z ij neer w. een prachtige bouquet aangeboK
den, waardoor zijneerw. zeer verrast wa3
en welken hij dankbaar aanvaardde. Het zalj
voor zijneerw., alsmede voor zijn familie,;
een onvergetelijke dag zijn geweest.
NOORD WTJKERHOUT. Een wagen,
zwaar beladen met zakken booncn, reed;
met vaart door het dorp. Op de achtersté
zakken zaten twee kinderen, die met vader!
mee mochten rijden. Opeens springt het krat!
van de brik los; eenige zakken vallen van;
„Nu, wanneer je dan werkelijk will," zei
ïk aarzelend.
„Natuurlijk wil ik," zei Lilly zeer jö-
riist; „we kunnen al wel gaan."
„Een oogenblik nog," antwoordde ik
„ik ben dadelijk klaar." Lilly en ik waren
juist klaar met koffiedrinken. Door Let ge
opende venster van het landelijke huisje
kwam een verrukkelijke bloemengeur naar
binnen; op zoo'n dag met Lilly koffie te
drinken en met haar te bh-bbelen, was voor
mij een buitengewoon gr.not en dus haastte -
ik mij niet al te erg om klaar te komen. -
Wij waren daar binnengegaan om den in-
wendigen mensch wat te versterken, en on
der ons koffiedrinken bedacht Lilly ziehf
dat zij wol wat eieren en brood kon meene
men voor een paar van haar beschermelin
gen in het dorp. Dit naar haar oordeel
prachtige denkbeeld behaagde mij maar
matig; ik stelde me al voor hoe ik op den
warmen, stoffigen en zonnigen landweg
met een mand zou mogen loopen. Maar
Lilly's wil moet wet zijn; vooral tegenover
mij. Lilly en ik zijn familie, ik ben haar
beste en gelukkig haar eenige neef,
,wat evenwel mij verder weinig voordeelen
boven anderen geeft. Sedert eenisren tijd
6pookt haar de vrouwenbeweging door het
hoofd. Zij beweert: „Daar de vrouw den
man gelijkwaardig is, moet zij ook zijn
plichten, zijn verantwoordelijkheid, zijn
voorrechten deelen"-
Dergelijke eischen nu klinken in Lilly's
mond tamelijk^ eigenaardig, omdat zij al
lang zich het voorrecht heeft aangematigd,
niemand boven haar verheven persoontje te
erkennen.
Dit thema was natuurlijk tijdens de koffie
weer eens ter sprake gekomen. En ik had
met opzet veel dingen gezegd, waardoor ik
haar ergernis en boosheid opwekte, terwijl
ik den gehcelen tijd bij mijzelf bedacht, dat
er geen liever en bekoorlijker wezen was
dan zij.
„Wanneer je nu eens logisch wilt zijn,
had ik listig gezegd dan moet jij de mand
dragen, maar natuurlijk weten jonge meis
jes heel goed de grenzen harer krachten."
„Wil je daarmee zeggen, dat ik het niet
klaar speel de mand té dragen?" vroeg zij
-minachtend.
-:-JrtEn. al zou ik nu gelooven, dat. je het wel
"zöudt kunnen, dan nog zou je het liever
niet doen, nietwaar?" zeide ik, om haar te
prikkelen.
- -,-,Geef haar dadelijk hier; je zult zien of
ik haar dragen kan."
Ik lachte toen en zegende haar besluit in
stilte.
„Ben je nu nogal niet klaar?" vroeg zij
met een ongeduld, dat voor mij weinig
vleiend was.
Ik stond langzaam op.
„Lieve hemel, wat duurt dat lang," zei
zij, en zij had volkomen gelijk.
„Je wilt haa-r dus werkelijk dragen?"
vroeg ik nog eenmaal vóór we opstonden.
„Natuurlijk geef, haar maar hier.
„Nu, goed dan; maar je zult geen bijzon
dere voorrechten hebben. We zullen het
werk eerlijk verdeelenjij draagt haar de
eerste helft van den weg en ik de tweede."
Lilly stemde genadig daarin toe.
Ik wil hier even opmerken, dat de helft
zoowat een halfuur gaans was.
Ik gaf haar de mand en dacht met eenige
genoegdoening aan de zwaarte er van. Maar
zij nam haar aan met het onschuldigste ge
zicht van de wereld.
„Wanneer we wat flink aanstappen,
zeide Lilly, toen wij buiten waren, „dan is
het niet zoo lang."
„Dank je wel."
„Je weet wel hoe ik het bedoel.''
„Jawel," zeide ik, maar zij gaf er verder
geen acht op. Dat doet zij vaker, opzette
lijk, zooals zij beweert. Zij houdt mij voor
sentimenteel en zij haat sentimentaliteit,
omdat dat voor haar hetzelfde is als ka
rakter-zwakheid.
„Ik geloof niet," zeide ik, om haar aan
'*t praten te brengen, „dat jij de vrouwen
kwestie zult oplossen. Jij schijnt aan phy-
sieke kracht de voorkeur te geven boven
intellectueele."
Zij lachte een beetje spottend. Maar plot
seling hield zij op: het lachen was toch niet
zoo heel gemakkelijk, wanneer men een
mand droeg, die van minuut tot minuut
zwaarder werd. En het was nog een heel
eind vóór we halfweg waren. Maar ik bleef
op mijn stuk staan. Ik praatte onophoude-
lijkj vroeg haar naar de meest onverschil
lige dingen en menschen. Zij gaf heel korte
antwoorden en haar gezicht werd onder
de brandende stralen der zon hoe langer
hoe rcoder.
„Lieve hemel, wat ben jij vervelend!
hoe kan iemand zoo zinloos opmerkingen
maken en over zulke onbenullige dingen
spreken."
„Ik dacht daarbij minder aan mij dan
aan jou", zeide ik een beetje boos. „Tk
dacht, dat het loopen je gemakkelijker zou
vallen, wanneer we een beetje praatten.
„Laat me met rust of laat mij len minste
praten."
Dat nu wilde ik juist en dus zeide ik:
„Goed, ik zal geen woord meer zeggen."
Lilly keek mij aan. Na een poosje be
merkte ik, dat zij aardig op weg was bak
zeil te gaan halen. Wij waren nu op een
weg gekomen, die langs het bosch liepaan
den anderen kant lag een kleine vijver.
„Ben je moe?" vroeg ik deelnemend.
„Och wat, je behoeft geen medelijden
met mij te hebben. Die afschuwelijke wind."
Toen zag ik hoe haar eene hand zich naa-r
Kaar hoed bewoog, hoe zij eerst de eene,
daarna de andere hoedenspeld uittrok en
hoe plotseling haar hoed in den vijver woei.
„O wee", zeide zij verschrikt en zette
met een ongelukkig gezicht de mand neer.
„Daar gaat mijn hoed. Wat nu te doen?"
Midden op den vijver danste de hoed
op de zïoh zachtjes rimpelende golfjes.
Het was een heel aardig gezicht.
„Wat je doen moet?" vroeg ik heel ver
baasd. „Daar in den vijver kan je hem
toch niet laten?"
„In den vijver? Ja, ik... Zeg, wil jij
hem niet halen?"
„Als je dat graag wilt, natuurlijk," zeide
ik beleefd; „maar ik dacht zoo, na ons ge
sprek van straks
„O ja," zeide zij heel kalm. „Wacht, een
oogenblik."
Toen g"ing zij een paar passen het bosoh in.
Toen zij terugkwam, had zij kousen en
schoenen uitgetrokken. Voorzichtig nam zij
haar rokken bij elkaar, terwijl ik bedaard
ging zitten en een sigaret opstak.
„Geloof je, dat het zoo gaan zal?" vroeg
zij, aan den rand van den vijver staande.
„En of. Prachtig, verrukkelijk!"
„Wees als 't je blieft verstandig. Ik be-r
doel: is het water diep?"
„Ja, dat kan wel," zeide ik langzaam en
bekeek haar elegant figuurtje. „Ten slotte
kan het toch wel dieper zijn dan jo denkt.'^
„Je bent afschuwelijk," zeide zij.
Toen ging zij weer het bosch in en toen'
zij na een paar minuten terugkwam, had
zij haar kousen en schoenen weer aan en
kwam naast mij zitten, die intusschen haar
hoed uit het water had gehaald. Ik ben nu
eenmaal geen onmensch.
„Ik dank je," zeide zij vriendelijk.
En zoo wandelden wij verder.
„Wat moet er nu van do mand worden?"*
vroeg ik.
Lilly ging langzaam terug cn ging weer
zitten.
„O, ik kan niet meer," zeide zij en keek'
haar kwelgeest aan. „Lach me voor mijn
part uit als jo wilt en wanneer je je. hate
lijke of aardige opmerkingen niet onder
drukken kunt..."
Ik trachtte haar verwijtend aan te kijken*.
Lilly gooide haar natten hoed in het grasM
haalde de mand en ging daarnaast zitten.
„Nu, wat is er?" vroeg ik, toen zij het
deksel openmaakte. „Wil jo de eieren soms
opeten? Pas maar op, dat je jo niet vuil
maakt."
„Dat is mij absoluut onverschillig. Ik heb
de zwakheid der vrouw moeten toegeven*
maar daarvoor wil ik dan ook een voorrecht
hebben: ik wil mijn nieuwsgierigheid